Robotfoto 19 werd onder hypnose gemaakt

De befaamde robotfoto 19 waarop familie en oud-collega’s rijkswachter Christiaan B. herkennen als de Reus, kwam tot stand door de beschrijving van Theo K. (64) uit Overijse.

Theo K. was op 27 september 1985 met zijn vrienden Marc, Luc en Rudy verkiezingsaffiches aan het plakken, aan de parking van de Delhaize in Overijse toen de Bende van Nijvel er toesloeg. Terwijl Luc Bennekens als levend schild werd meegenomen in de winkel, vluchtten Theo, Rudy en Marc weg achter de carwash die aan de parking grenst. ‘Ik ben van daaruit naar de overkant gelopen, naar slagerij Dits om de hulpdiensten te verwittigen. Toen ik terugkwam, heb ik die lange goed gezien, die ze nu de Reus noemen.’

Datzelfde jaar, de precieze datum weet hij niet meer, werd in de rijkswachtkazernes van Etterbeek robotfoto 19 gemaakt, op basis van zijn input. ‘We zaten met z’n vieren in een klein lokaal: een tekenaar, de man die door het gerecht was aangesteld om me onder hypnose te brengen, en een derde persoon die alles gefilmd heeft’, zegt K. Het was anders dan hij zich had voorgesteld. ‘Ik zat in een zetel en naast mij zat die hypnotiseur, die telkens dezelfde woorden herhaalde: ‘‘Je neemt een lift en je gaat naar beneden.’’ Blijkbaar was dat toen de modernste techniek om iemand onder hypnose te brengen.’

Toen hij uit hypnose kwam, hield de tekenaar een tekening voor zijn gezicht. ‘Ik was heel suf, maar herinner me dat ik een paar opmerkingen had, waarna ze mij opnieuw onder hypnose brachten.’ Volgens Theo K., die destijds als chauffeur bij Volkswagen Vorst werkte, lijkt de uiteindelijke robotfoto sprekend op de man die hij gezien heeft. ‘En als ik nu de foto’s van Chris B. zie, denk ik: ja, dat zou de Reus kunnen zijn. Helemaal zeker ben ik niet. Maar voor negentig procent zeg ik: ja, dat is hem.’

Overigens kon Theo K. nog een belangrijk spoor aanbrengen. Door zijn werk in de Volkswagenfabriek wist hij de speurders de precieze kleur te vertellen van de Golf GTI waarin de gangsters zich verplaatsten.

Bron » De Standaard

Nieuwe beelden tonen ‘De Reus’ tijdens zoekactie naar wapen met de rijkswacht

De redactie van VTM NIEUWS heeft nieuwe bewegende beelden teruggevonden van Chris B., de man die op zijn sterfbed verklaarde dat hij ‘De Reus’ van de Bende van Nijvel was. Op de beelden zien we B. aan het werk als rijkswachter tijdens een zoekactie in Moorsel in 1996.

De beelden dateren van 6 oktober 1996. Die dag hield de rijkswacht een zoekactie in Moorsel, een deelgemeente van Aalst, naar het wapen van een drievoudige moordenaar.

Bron » De Morgen

“Revolver tegen hoofd van buitenwipper kostte de Reus zijn job bij elite-eenheid Diane”

“Niet één, maar twee schietincidenten op korte termijn betekenden het einde van de carrière van Chris B. bij groep Diane”, vertellen broers Marc en Mario Van Damme. “Na Zaventem had hij ook nog zijn revolver tegen het hoofd van een portier gezet. Pas dan is hij buitengezet.”

De broers Van Damme, beiden bevriend met Chris B., zijn verbaasd dat enkel het schietincident in Zaventem nu naar boven komt. “Chris B. heeft ons verteld dat hij twee keer in de fout ging en pas na die tweede misstap gedegradeerd werd”, vertellen ze.

Zo biechtte B., die vermoedelijk de Reus van de Bende van Nijvel was, aan Mario op dat hij geschorst werd na een incident in Brussel. “Toen er tumult ontstond bij een dancing, werden ook de leden van de groep Diane opgeroepen”, klinkt het. “Chris was daar toen ook bij. Op een bepaald moment raakten de gemoederen er zo verhit tussen Chris en de portier van die zaak dat Chris plots zijn revolver uit zijn holster nam en die tegen het hoofd van die man zette.”

Te impulsief

Maar daar bleek de rijkswachtleiding niet mee opgezet. “Chris vertelde me dat die actie hem zijn job gekost heeft. Te impulsief, niet koelbloedig genoeg en te gevaarlijk want zijn wapen getrokken op een moment dat het niet nodig was in de buurt van gewone burgers.” Meer details zijn de broers nooit te weten gekomen. “Het is evenwel geen verrassing dat Chris zoiets deed. Hij was later ook nog zo’n zenuwachtige kerel. Altijd direct klaar in aanvalshouding als je hem wakker maakte als hij in slaap gevallen was aan de toog bijvoorbeeld.”

Kan dat tweede incident geen verzinsel zijn? “Natuurlijk had Chris een spectaculairder verhaal kunnen verzinnen om zijn fouten in Zaventem toe te dekken”, klinkt het. “Maar zo zat hij niet in elkaar. Chris was begin jaren tachtig geen grote prater. Eerder een stil, teruggetrokken iemand. Volgens ons moet die tweede fout ook terug te vinden zijn in een rapport van de rijkswacht. Tenzij het onder de mat geveegd is.”

Bron » Het Laatste Nieuws

Experts over het Bende-onderzoek: “Er is met de mensen hun voeten gespeeld

Wapens waar het gerecht dertig jaar naar zocht, zijn nu mogelijk opgespoord door enkele jongens met een magneet. Een kroongetuige die de Reus kon aanwijzen, werd twintig jaar genegeerd. Waarom wordt het ­onderzoek naar de belangrijkste misdaden van ons land zo mismeesterd? Drie experts die het onderzoek naar de Bende van Nijvel al jaren volgen, laten hun licht schijnen.

Gaat het om manipulatie van binnenuit? Sabotage door de daders? Of is het gewoon flagrante incompetentie van de speurders? “Het is altijd mijn idee geweest dat de Bende het werk was van mensen uit het apparaat, die op een zijspoor waren beland”, zegt emeritus professor Paul Ponsaers, co­auteur van het boek De Bende. “Ex-rijkswachters bijvoorbeeld, die mislukt waren, en die daar een zekere rancune over hadden. Ze kenden het systeem van binnenuit. Ze maakten er geen deel meer van uit, maar ze wisten hoe ze het moesten schaden.” En hoe ze de speurders op een dwaalspoor moesten zetten. “De ­daders hebben met de voeten van de speurders gespeeld.”

Maar het povere resultaat is ook aan de onderzoekers zelf te wijten. “Zo hebben ze bijvoorbeeld in de eerste jaren ontzettend veel tijd verknoeid door onderzoek te voeren naar de bende uit de Borinage”, zegt Ponsaers. “Zelfs al hield men acht maanden lang een expertise in een schuif die die bende vrijpleitte.”

Journaliste Hilde Geens, ­auteur van het boek Beetgenomen: Zestien Manieren om de Bende van Nijvel nooit te ­Vinden, vergelijkt het met een puzzel. “Je eerste puzzelstuk is rood, je denkt aan Roodkapje. Maandenlang probeer je de puzzel te leggen, en het lukt maar niet. Want het is eigenlijk een rode koe. De onderzoekers hadden een hypothese in hun hoofd en zochten alleen puzzelstukken die die hard konden maken.”

Vriend of vijand

“Dat enkele verdachten rijkswachters waren, heeft er allicht toe geleid dat onderzoekers op de rem gingen staan”, zegt Ponsaers. “Dat heeft niets met een doofpot te maken. Het is veeleer valse solidariteit. Of gêne.” Geens: “Zo’n collega is ofwel een goeie vriend, of ­iemand die je niet kan uitstaan. In beide gevallen is het problematisch voor het onderzoek. ”

Het dossier was intussen zo enorm groot geworden, dat er ontelbaar veel pistes ontstonden. “En die bleken alleen maar tijdsverlies. Toch wilden die onderzoekers al die poortjes een voor een sluiten”, zegt ­Ponsaers. “En al die tijd bleef de essentie onaangeroerd: wie was de Bende van Nijvel? Er is hard gewerkt in dit dossier, maar er is gewoon te veel ­gezocht op pistes die zinloos waren.”

“Er zijn enorm veel hypotheses bedacht”, zegt journalist Dirk Barrez. “Maar er is uiteindelijk zo weinig onderzocht, dat er tot op vandaag níéts kan worden uitgesloten. Die ridicule resultaten staan in schril contrast met het enorme ­dossier.”

In 1995 maakte Barrez een Panorama-uitzending over de Bende, en daarmee gaf hij de aanzet tot de oprichting van de tweede parlementaire onderzoekscommissie. “Nadat het dossier in 1990 van Dendermonde naar Charleroi was verhuisd, lag het onderzoek vijf jaar zo goed als stil omdat de honderdduizenden pagina’s vertaald moesten worden.”

Het parlement concludeerde in de commissie dat er meer aandacht moest komen voor de rol van extreemrechts en de rijkswacht. We zien vandaag dat daar niets mee is gedaan. Er is 22 jaar met de voeten van het parlement gespeeld.”

Nieuwe commissie

Net zoals Paul Ponsaers is Barrez voorstander van een derde parlementaire onderzoekscommissie. “Het wordt tijd dat we de verantwoordelijken nog eens de vraag stellen: Wat hebben jullie in al die jaren eigenlijk gedaan?”

De flaters

Tunnelvisie: Vier jaar lang bleef de ­Nijvelse procureur ­Deprêtre zich vast­bijten in een misdaad­bende uit de Borinage. Alle andere sporen en pistes werden genegeerd. Zelfs al was al aangetoond dat die bende onschuldig was.

Tijdsverlies: Het onderzoek werd in 1990 weggehaald bij het parket van Dendermonde en overgeheveld naar Charleroi. Vijf jaar lang lag het onderzoek praktisch stil. Want de honderdduizenden pagina’s moesten eerst naar het Frans vertaald worden.

Op de rem: Dat ­enkele verdachten rijkswachters waren, was een hinderpaal voor veel speurders. Uit misplaatste soli­dariteit voerden ze een onderzoek met de rem op.

Parlement genegeerd: De tweede parlementaire Bende-commissie concludeerde in 1996 dat de rol van de rijkswacht en extreemrechts ­onderzocht moest worden. Dat ­gebeurde amper.

Spokenjacht: Als verdachten, zoals ­gevangenisdirecteur Jean Bultot of rijkswachter Robert Beijer, zelf een spoor aanbrachten om zichzelf uit de wind te zetten, werd dat uitvoerig onderzocht. Ook als het een dwaalspoor bleek.

Interne ruzies: Het Waalse onderzoeksteam opende in 2012 een onderzoek naar de Dendermondse speurders, om te achterhalen of zij ­wapens in Ronquières in het water gooiden. Intussen zocht niemand naar de andere wapens in het kanaal.

Kroongetuige genegeerd: Marc Van Damme vertelde in 1998 al dat Christiaan B. de Reus was. “Er waren driehonderd van die tips. ­Te veel om te controleren”, klinkt het excuus. Ook in 19 jaar tijd?

Bron » Het Nieuwsblad

Het Paleis der Natie: Manipulatie

Met zijn verklaring over manipulatie in het onderzoek naar de Bende van Nijvel heeft minister van Justitie Koen Geens de deur wagenwijd opengezet voor nieuwe samenzweringstheorieën.

Het duurde niet lang of ze waren er opnieuw: de verhalen over de Roze Balletten, over Gladio, over Paul Vanden Boeynants en ‘Zwarte Baron’ Benoît de Bonvoisin, over pogingen tot destabilisering en staatsgreep bekokstoofd door de rijkswacht en wormstekige politici.

Verhalen die pasten in de vaak zelf aangeprate angsten van de jaren 1980. Alleen een band met de zaak-Dutroux ontbreekt nog, maar in de huidige opgewonden sfeer is ook hier snel een link gelegd met de Bende van Nijvel.

Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) sprak in het parlement over de mogelijkheid dat de overvallen van de Bende tussen 1982 en 1985, waarbij 28 doden vielen, de staat viseerden en over een poging om het onderzoek te manipuleren. Boude beweringen, waarmee de minister opnieuw de deuren openzette voor allerhande samenzweringstheorieën.

De minister had ook drie dagen nodig om vast te stellen dat het dossier van Christiaan B., die twee jaar geleden op zijn sterfbed zou hebben opgebiecht tot de Bende van Nijvel te hebben behoord, lang geleden al werd uitgespit. Al die dagen kreeg de collectieve fantasie opnieuw de vrije loop.

Nochtans werd in het Bende-onderzoek op middelen noch kostprijs gekeken. Duitse topspecialisten uit Wiesbaden voerden ballistische onderzoeken uit. De Leuvense professor Jean-Jacques Cassiman, een wereldautoriteit in de menselijke genetica, verrichtte DNA-onderzoeken op mogelijke verdachten, zelfs op rijkswachters die tot de Groep Diane behoorden.

Leugendetectors en ondervragingen onder hypnose werden aangewend. Canadese specialisten in de geomatica speurden mee naar mogelijke schuilplaatsen van de Bende. FBI-profilers bogen zich over de overvallen en kwamen net als enkele Belgische speurders tot de bevinding dat wellicht sprake is van twee bendes. Het is zelfs niet uitgesloten dat een Franse bende in het spel is.

Sterfbedbericht

Maar niets is doeltreffender om een onderzoek te torpederen dan een stem uit het graf. De sterfbedbiecht van Christiaan B. is overigens niet de eerste poging om in het Bendedossier de doden te laten spreken.

Het begon al met getuigen die allerhande verklaringen toeschreven aan Léon Finné, een kaderlid van de Banque Copine, intussen opgegaan in Beobank. Finné had relaties in kringen van Franstalige christendemocraten. Hij werd neergeschoten – afgemaakt, volgens sommigen – tijdens de overval op de Delhaize in Overijse op vrijdag 27 september 1985. In de verklaringen die Finné in de mond werden gelegd, ging het over wapenhandel en een staatsgreep.

Het Bende-onderzoek is een onoverzichtelijke berg van processen-verbaal, inventarissen, documentatie en rapporten. Want al die verhalen, theorieën en soms fantasterij werden vaak meerdere keren onderzocht. In de kelders van het Brusselse justitiepaleis werden zelfs de naoorlogse archieven van de Brusselse politie uit het stof en de vochtigheid gered om toch maar sporen te vinden naar de Stay Behind-netwerken die in volle Koude Oorlog waren opgericht om eventueel weerstand te bieden bij een Sovjetinval.

Aan theorieën ontbreekt het niet in het dossier van de Bende van Nijvel. Een haast hilarisch geval, mocht het niet zo dramatisch zijn, is dat van baron Benoît de Bonvoisin. Hij is een oud-medewerker van Paul Vanden Boeynants en de kleinzoon van Alexandre Galopin, de topman van de Generale Maatschappij van België, die tijdens de Tweede Wereldoorlog werd vermoord door nazi-collaborateurs onder leiding van de beruchte Vlaamse SS’er Robert Verbelen.

De Bonvoisin, een extravagant figuur, werd in 1981 nog voor de eerste Bende-overval in een rapport van de Staatsveiligheid afgeschilderd als de spin in een extreemrechts web. Wat hem prompt het etiket ‘Zwarte Baron’ opleverde.

Comité-I

Na het uitlekken van dat rapport werd een drietal journalisten aangestuurd door agenten van de Staatsveiligheid om de verdenkingen tegen de Bonvoisin aan te dikken. De journalisten gebruikten elkaars ‘onthullingen’ om hun gelijk te staven. In de kranten werd de Bonvoisin eerst gelinkt aan fascistoïde groeperingen, en daarna ook in verband gebracht met de Bende van Nijvel.

Pas in zijn jaarverslag van 2009 zou het Vast Comité van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten, kortweg Comité-I, toegeven dat de Bonvoisin het slachtoffer was van ‘een parallel en niet-officieel circuit binnen de Staatsveiligheid’ en dat het rapport over hem ‘beweringen, vermoedens en zelfs deducties bevat die niet werden geverifieerd op hun geloofwaardigheid en betrouwbaarheid en zonder enige nuance werden geformuleerd’.

Niets is doeltreffender om een onderzoek te torpederen dan een stem uit het graf. De sterfbedbiecht van Christiaan B. is overigens niet de eerste poging om in het Bendedossier de doden te laten spreken.

Het verslag van het Comité-I was een blamage voor Albert Raes, de voormalige chef van de Staatsveiligheid. Die had de Bonvoisin jarenlang met tal van aantijgingen achtervolgd, uit rancune tegen Vanden Boeynants. Al die jaren hebben Bende-onderzoekers kostbare tijd verloren met nutteloze ondervragingen van de Bonvoisin en mensen uit diens omgeving om de stroom van beweringen die via de media werden gelanceerd te verifiëren.

De Bonvoisin heeft nooit kennis kunnen nemen van de bevindingen van het Comité-I, want een jaar eerder werd hij getroffen door een zware hersenbloeding. Zijn broer zette in zijn naam zijn proces tegen de Belgische staat voort. In 2013 werd de Belgische staat veroordeeld tot het betalen van 100.000 euro schadevergoeding.

De Bonvoisin was ook het mikpunt van de parlementaire commissies die zich met het onderzoek van het onderzoek inlieten. Behalve een nog grotere verwarring, was het resultaat van het commissiewerk heel beperkt. Na de verklaringen van Justitieminister Geens was er opnieuw sprake van een parlementair onderzoek.

Een van de advocaten van de slachtoffers hengelt zelfs naar een beurs om zich over het dossier van miljoenen bladzijden te buigen. Die plotse speurdrift van politici en advocaten is opmerkelijk. Na de verlenging van de verjaringstermijn verliep het onderzoek in volstrekte politieke onverschilligheid en kwam het in handen van figuren die men elders kwijt wilde.

Als minister Geens het heeft over een poging tot manipulatie, dan heeft hij het over de groteske beschuldiging van de nieuwe onderzoeksrechter Martine Michel aan het adres van speurders van de Delta-groep, die met de Dendermondse onderzoeksrechter Freddy Troch meewerkten aan het onderzoek naar de Bende van Baasrode.

Kanaal Brussel-Charleroi

Het waren nochtans die speurders die in november 1986 op aangeven van getuigen uit het kanaal Brussel-Charleroi wapens en voorwerpen opvisten die verband hielden met de overval in Aalst. Maar volgens de huidige onderzoekscel lagen de in de buurt van Ronquières bovengehaalde stukken nooit langer dan een paar maanden in het water.

Met als eerste conclusie: de onderzoekers hebben de spullen zelf in het water gegooid. Een van hen werd tot veler consternatie prompt opgepakt en beschuldigd. Terwijl sommigen eraan twijfelen of men in Charleroi wel de juiste voorwerpen heeft onderzocht.

Het Bende-onderzoek werd in de cruciale aanvangsfase al verknoeid door de interventies van de volslagen incompetente procureur des Konings van Nijvel Jean Deprêtre. Om het alsnog te redden blijft vandaag maar één geloofwaardig middel over: een grondig onderzoek van de enquête door een versterkt Comité-I, dat zijn bevindingen in openbare zitting voorlegt aan het parlement, hoe pijnlijk en gênant de resultaten ook mogen blijken.

Niet alleen hebben de nabestaanden van de 28 slachtoffers daar recht op, het zou het land ook verlossen van een van zijn engste nachtmerries.

Bron » De Tijd | Rik Van Cauwelaert