“Zwaailicht nekte overval Habran op geldtransport”

De overval op het geldtransport in Borgworm in januari 1998 mislukte omdat Marcel Habran het zwaailicht te snel bovengehaalde uit de Volvo die het geldtransport volgde. Dat zegt beschermde getuige Rolando Cerri, die eraan toevoegde dat bij de overvallers toen paniek ontstond tijdens de aanval.

De verklaringen van Cerri brachten het onderzoek in een stroomversnelling, zei Jean-Claude Tahir, die het onderzoek leidde. Na zijn arrestatie voor een hold-up liet Cerri in 2002 weten dat hij met de gerechtelijke autoriteiten wilde samenwerken in ruil voor voordelen. Hij noemde toen al de namen van betrokkenen als Dalem, Kremer, Maréchal, Schraenen en Renson. In augustus van dat jaar werd de wet op beschermde getuigen van kracht en op 25 oktober kreeg Cerri extra bescherming.

“Hij wilde op 51-jarige leeftijd geen straf van 2,5 jaar meer uitzitten en onderhandelde met justitie over een statuut als beschermde getuige”, aldus Tahir. Cerri gaf toe dat er in 1995 contacten waren tussen Nicolas Geyer, Michel Anthemus en Léon De Staerke om een overval te plegen op een geldtransport van Brink’s.

Cerri zegt dat hij in 1996 gedurende meerdere maanden deelnam aan de voorbereidingen voor die overval. Volgens zijn versie van de feiten zouden Marcel Habran en Jean Renson door Nicolas Geyer op de hoogte zijn gebracht van de voorbereidingen. Thierry Dalem en Claude Kremer zouden vervolgens bij de groep zijn gekomen, ondanks de terughoudendheid van Geyer en Anthemus.

Sommigen zouden zich vervolgens teruggetrokken hebben uit het project wegens de gebruikte strategie. Volgens Cerri waren Dalem en Kremer, samen met Maréchal, Schraenen en Habran, betrokken bij de overval. De verklaringen van Cerri werden vergeleken met die van Lilo Scerra bij het begin van het onderzoek.

Alle beschuldigden ontkenden betrokkenheid. Hun alibi werden nagetrokken door de onderzoeker en zullen nog het onderwerp vormen van debatten. Morgen hoort de jury van het hof van assisen van Luik een reeks getuigenissen die verband houden met die van Cerri en Scerra. Onder meer de boekhandelaar van Florenville, die het alibi van Habran kan bevestigen, zal worden gehoord.

Bron » De Morgen

“Tipgever deed in 1998 onthullingen over overval in Borgworm”

Twee weken na de overval op een geldtransport in Borgworm heeft een tipgever gemeld dat hij bereid was om onthullingen te doen over de feiten. Dat heeft commissaris Jean Lesage verklaard tijdens zijn verhoor voor het Luikse assisenhof.

Calogero Scerra signaleerde op 27 januari dat hij drie van de vier daders kende en dat hij wist welke wapens gebruikt waren bij de overval in Borgworm op 12 januari 1998. Hij werd daarna vermoord. Scerra wordt ervan verdacht deelgenomen te hebben aan de voorbereidingen van de overval. Scerra had zijn verklaringen afgelegd in ruil voor verschillende eisen.

Calogero Scerre, ook wel “Lilo” genoemd, was een gekend figuur in het misdaadmilieu. Zo was hij onder meer betrokken bij feiten van pooierschap en autozwendel. Op het ogenblik van de feiten stond hij onder een regime van halve vrijheid in de gevangenis van Lantin.

Op een bepaald moment werd Scerra verdacht van deelgenomen te hebben aan de overval in Borgworm. Hij werd echter van de lijst van mogelijke overvallers geschrapt. Volgens de speurders kon Scerra zich door zijn tijdsgebruik niet in Borgworm bevinden op het ogenblik van de overval.

Bron » De Morgen

Vier wapens afgevuurd in Borgworm

Tijdens de overval op een geldtransport in Borgworm op 12 januari 1998 zijn vier wapens gebruikt. Ter plaatse werden 56 patroonhulzen gevonden van twee FAL-vuurwapens (Fusil Automatique Leger), 26 hulzen van een Kalachnikov AK 47 en één huls van een P90. Dat hebben de ballistische experts Denis en De Durpel verklaard tijdens hun getuigenis voor het Luikse hof van assisen.

Volgens de wapenexperts is de bestelwagen die het geldtransport uitvoerde, langs voren geraakt door 43 schoten, waarvan 12 schoten door de voorruit. De linkerkant van het voertuig werd geraakt door 17 kogels. Aan de achterkant waren er zes kogelinslagen.

“De Kalachnikov heeft uitsluitend gevuurd van binnenin de Chrysler”, stelden de experts. “Met de FAL-geweren werd vanuit de Chrysler gevuurd, maar ook terwijl rond de stilstaande bestelwagen gestapt werd. Bepaalde kogelhulzen die werden teruggevonden in Borgworm, konden gelinkt worden aan kogelhulzen die gevonden zijn na een overval die in 1996 gepleegd is in Dison”, luidde het.

Voor het hof kwam ook commissaris Jean Lesage getuigen. Hij had het onder meer over een van zijn tipgevers, Calogero Scerra, ook wel ‘Lilo’ genoemd. Scerra, die in de gevangenis van Lantin zat, was bereid om onthullingen te doen in ruil voor een aanpassing van zijn gevangenisregime.

Op 27 januari 1998, twee weken na de feiten, signaleerde Scerra dat hij drie van de vier daders kende en dat hij wist welke wapens gebruikt waren bij de overval in Borgworm. Volgens Scerra was de bende zich aan het voorbereiden op nieuwe feiten. De tipgever beweerde dat hij kon voorspellen wanneer de overval bij benadering zou plaatsvinden en wat het doelwit was.

In ruil voor zijn onthullingen vroeg Scerra dat hij opnieuw een gevangenisregime van halve vrijheid zou krijgen en dat zijn identiteit maar door drie personen gekend zou zijn. De daders van de overval hadden volgens hem namelijk zeer goede relaties in politiekringen. Lilo Scerra was tipgever van Jean Lesage sinds 1992 en werd ervan verdacht banden te hebben met het misdaadmilieu. Volgens Lesage was Scerra onder meer betrokken bij feiten van pooierschap en autozwendel.

Bron » De Morgen

31 pistes onderzocht in zaak-Habran

Wat onderzoeksrechter Simone Coelst op 12 januari 1998 in Borgworm aantrof op de plaats waar een Brink’s-geldtransport was overvallen, leek nog het meest op een bloedbad. Dat getuigde ze voor het assisenhof in Luik, op het proces Habran. Coelst vertelde ook hoe tijdens het onderzoek naar de overval 32 verschillende pistes onderzocht worden.

Toen ze op de plaats van de feiten aankwam, was de onderzoeksrechter onder de indruk van wat ze er aantrof. “De geldwagen was echt doorzeefd met kogels. Het was zelfs verbazend dat een van de drie begeleiders aan de dood was ontsnapt”, vertelde Coelst. “Het voertuig bevond zich rechts van de rijbaan op de pechstrook en ervoor stond een Chrysler stil. Overal over de autosnelweg bevonden zich politievoertuigen, alsook voertuigen die door spijkers tot stilstand waren gebracht.”

Coelst vertelde de leden van de jury welke onderzoeksdaden werden gesteld om de daders van de overval te pakken te krijgen. Op 6 februari 1998 vond een reconstructie plaats. In totaal werden 32 verschillende pistes onderzocht, aldus Coelst. Uiteindelijk was het Lilo Scerra, een politie-informant, die het onderzoek vooruit hielp – in ruil vroeg hij een gevangenisregime van halve vrijheid. Scerra verklaarde aan de onderzoekers dat hij betrokken was bij de feiten, omdat hij op vraag van Thierry Dalem en Claude Kremer op verkenning was geweest. Dalem en Kremer zouden volgens Scerra aan de overval hebben meegewerkt, samen met nog een andere dader.

Maar diens naam werd door Scerra niet genoemd. Vervolgens was het Rolando Cerri die in ruil voor het statuut van beschermde getuige aan het praten ging. Hij wees Dalem, Kremer, Pol Maréchal, Joël Schraenen en Marcel Habran als daders van de overval. Net zoals Michel Anthemus en Nicolas Geyer voor hem, was Cerri in het begin betrokken bij het plannen van de overval, maar mocht hij na verloop van tijd niet meer meedoen. Marcel Habran zou maar later bij de voorbereiding van de overval betrokken geraakt zijn. Maréchal en Schraenen kwamen er bij in de plaats van zij die niet meer meededen met het plan. Didier Singleton bevestigde de onderzoekers uiteindelijk wat ze al wisten.

Zich op het assisenproces richtend tot de onderzoeksrechter, zei Claude Kremer dinsdag dat hij nooit geconfronteerd is geweest met Rolando Cerri, de man die hem aan de galg praatte. “Jullie zijn nooit geconfronteerd geweest, zelfs niet via een videoconferentie? “, vroeg de rechter aan Kremer. “Nooit”, antwoordde hij.

De verdediging van Marcel Habran vindt dat een aantal onderzoeksdaden nooit gesteld is, zoals het vergelijken van dna-sporen die aangetroffen werden op bierflesjes met het dna van potentiële verdachten als Lilo Scerra. Scerra werd op de dag van de feiten zelf genoemd als mededader van de overval, maar de onderzoekers besloten dat hij niet aanwezig geweest kon zijn op de plaats van de feiten. Onder de getuigen die morgen gehoord worden op het proces, bevinden zich onder andere de ballistisch experts.

Bron » De Morgen

Proces Habran: “Begeleiders stierven gewelddadige dood”

Op het proces tegen Marcel Habran en zijn medebeschuldigden voor het assisenhof in Luik, hebben verschillende getuigen vandaag verteld hoe ze in 1998 in Borgworm op de autosnelweg reden waar het Brink’s-geldtransport overvallen werd en hoe ze die overval beleefd hebben. Wetsgeneesheren kwamen vertellen dat de dood van de twee koeriers van het geldtransport snel en gewelddadig was. Een van de getuigen was de chauffeur van een kleine bestelwagen die zich op 12 januari 1998 het dichtst in de buurt van de overval bevond.

De man vertelde hoe hij op de autosnelweg reed en achtereenvolgens door de geldwagen van Brink’s en een Chrysler Voyager werd voorbijgestoken. Even nog bleef een Volvo achter hem rijden, maar toen stak ook die hem voorbij.

De getuige vertelde hoe hij vervolgens zag dat er vanuit de Chrysler verschillende schoten op de voorzijde van het geldtransport werden afgevuurd. Andere automobilisten getuigden dat de geloste schoten talrijk waren. Iemand zei hoe glasscherven tegen zijn voorruit vlogen, afkomstig van de geldwagen. Een politieagent kwam getuigen dat verschillende voertuigen tot stilstand gebracht waren door de spijkers die de overvallers over de weg hadden uitgestrooid.

Zij die zich in de buurt van de overval bevonden, kregen schrik en probeerden zich te verbergen en bescherming te zoeken. Ze zagen ook hoe het geldtransport het mikpunt was van een gewelddadige overval, aldus de agent. Politieagenten zegden ook hoe ze begeleider Kurt Vandermeersch op de plaats van de overval in shock aantroffen.

Vandermeersch zei hen in eerste instantie dat hij vier overvallers had gezien en dat zijn collega’s waren gedood toen de overvallers hen kwamen afmaken nadat het geldtransport tot stilstand was gekomen. Dat laatste kon echter nooit bevestigd worden tijdens het onderzoek.

Voor het Luikse assisenhof kwamen vandaag ook de wetsgeneesheren Angello Abati en Bernadette Eugène-Dahin getuigen. Zij gaven toelichting bij de resultaten van het onderzoek dat ze hebben uitgevoerd op de lichamen van de twee overleden geldkoeriers. Benny Demeester werd vlakbij de bestuurderszetel van de transportwagen teruggevonden, met zijn voeten nog bij de pedalen en zijn hoofd weggestoken achter de passagierszetel. Het lichaam van Koen Meirens werd in een ruimte achterin de wagen aangetroffen.

“Bij zowel de chauffeur als de begeleider is de dood snel ingetreden omdat beiden in slagaders getroffen werden die zich dicht bij het hart bevinden”, aldus Abati. “De chauffeur werd geraakt door drie kogels ter hoogte van de rechterschouder. Zijn passagier werd geraakt in zijn wang, zijn oor en zijn borstbeen. Hij werd in zijn rechterhoofdslagader getroffen.”

Bron » De Morgen