De wapenvondst in Ronquières: zoeken in troebel water

De vondst van wapens in Ronquières in 1986 is al een paar keer in vraag gesteld. En de arrestatie vandaag van een speurder houdt opnieuw rechtstreeks verband daarmee. Waarover gaat het precies?

Waar situeert zich de wapenvondst in het Bendedossier?

Op 9 november 1985 pleegt de Bende een bloedige overval op de Delhaize van Aalst. Het is het laatste feit dat aan de Bende wordt toegeschreven. In totaal vallen er acht dodelijke slachtoffers.

In de nacht van 10 op 11 november 1985 ziet een buurtbewoner dat ter hoogte van de zwaaikom van het kanaal Brussel-Charleroi, een zak in het kanaal wordt gegooid. Ook een frituuruitbater wordt die nacht gewekt door auto’s. De frituuruitbater gaat kijken en ziet drie mannen bezig met het verwisselen van nummerplaten van een VW Golf.

Deze informatie staat genoteerd in een proces verbaal van de rijkswacht van Soignies.

Op basis van die twee getuigenissen neemt men aan dat die zakken met wapens op dat moment, 10 november 1985, in het kanaal gegooid worden. Later zal hierover discussie zijn.

Chronologisch situeert de vondst zich dus bij de laatste feiten van de Bende en inhoudelijk is het een erg belangrijk moment in het onderzoek omdat het een potentiële doorbraak in zich hield. De arrestatie vandaag van P.V. is ook rechtstreeks gelinkt aan de wapenvondst.

Wanneer is er gezocht in Ronquières?

Het is een eenvoudige vraag die tegelijk cruciaal is voor een goed begrip van wat zich nu afspeelt. Het antwoord is dubbel.

Op basis van de getuigenis van de frituuruitbater en de buurtbewoner, zal procureur Deprêtre (parket Nijvel) een onderzoek laten doen in het kanaal in november 1985. Er wordt gedurende anderhalve dag door een ervaren duiker gezocht maar afgezien van een geweerkolf en scheurstroken van munitie (die weliswaar door de Bende gebruikt werd maar ook door jagers gebruikt worden) wordt niets gevonden.

Over de duurtijd (en de intensiteit) van die eerste zoektocht is er geen eensgezindheid. Sommige bronnen beweren dat die eerste zoektocht hooguit twee uren kan geduurd hebben.

Vreemd is ook dat hoewel de vondst gelinkt was aan de aanslag in Aalst, niemand van het onderzoeksteam (noch speurders noch parket) hiervan op de hoogte werden gebracht.

Een jaar later, in november 1986, doen speurders van de cel Dendermonde (o.l.v. onderzoeksrechter Troch) dat werk nog eens over maar dan wel, naar eigen zeggen, veel grondiger en langduriger. Op 6, 7 en 12 november zullen tien duikers van de Genietroepen uit Burcht het kanaal ter hoogte van de zwaaikom in Ronquières uitkammen. Hun vondst, de eerste dag al om 15 uur, is inderdaad indrukwekkend.

Maar de cruciale vraag is dus waarom er, in de versie van de speurders van de cel Dendermonde, pas in november 1986 gevonden wordt waarnaar in november 1985 ook al gezocht was?

Wat is er gevonden in Ronquières?

In 1985 wordt er gevonden: 7 lipjes van munitiedozen Legia kal 12 en Reminton in stukken geknipt, stukjes koord, een naamkaartje van een Brusselse tatoeëerder, een kolf van een wapen en wapentijdschriften. Deze zaken worden gevonden ter hoogte van het ponton. In het water wordt er niets gevonden.

In 1986 vindt men op een plaats in de vijver: stukken wapens en wapentuig, munitie, een kraag kogelvrije vest, een lange kaki vest vergroend door het verblijf in het water. En op een andere plaats vindt men: stukken wapens en wapentuig en een kraag kogelvrije vest in twee stukken gesneden.

Later die dag vindt men op een andere plaats papieren en cheques van de Delhaize in Aalst, een groen metalen brandkoffertje, wapens en munitie en stukjes verpakking LEGIA Chevrotine kal 12 en Winchester en 2 delen van kogelvrije vesten.

Een dag later vindt men nog eens 17 stukken van wapens, twaalf patronen en vier hulzen.

Wat is het belang van die vondst in het Bende-onderzoek?

Dat belang is erg groot. De vondst in het kanaal was van doorslaggevende betekenis voor het Bende onderzoek. Er werden immers wapens gevonden die rechtstreeks konden worden gelinkt aan feiten van 1982-1983 én 1985. Daarmee kon worden aangetoond dat dezelfde Bende in beide periodes actief was.

En op een kogelvrije vest vond men een bloedvlek. Op basis daarvan kon men een DNA-profiel bepalen. Dat DNA staal werd recent opgestuurd naar een buitenlands labo om door gedreven te onderzoeken maar van dat onderzoek is nog niets publiek bekend.

Maar het belang zit ook hierin: in de veronderstelling dat er inderdaad gemanipuleerd is met die vondst (en de wapens er dus pas veel later zijn ingeworpen), is de hamvraag natuurlijk wie al die tijd die wapens in zijn bezit heeft gehad. Of, met andere woorden, als men weet wie het bewijsmateriaal achterhield, zet men een grote stap richting oplossing van het Bendedossier.

Waarom is die vondst zo omstreden?

De vondst is omstreden omdat de omstandigheden waarin de vondst gebeurde, erg onduidelijk zijn.

Speurders van de cel Dendermonde doen een beetje smalend over de eerste zoektocht in 1985. Zij spreken over de duiker in termen van “een garagist die duikervaring heeft bij het takelen van voertuigen uit het water.” Bovendien zou hij slechts gedurende anderhalf à twee uren gezocht hebben.

De duiker zelf kan het niet meer zeggen, hij is in 1991 overleden, maar zijn assistent beweerde in “Faroek” vorig jaar nog dat die zoektocht wél erg degelijk werd uitgevoerd. Als hij niet meer vond dan dat, is het omdat er niet meer te vinden was. Zo niet zou de duiker het ongetwijfeld bovengehaald hebben, zo zei hij.

Anderzijds blijft er onduidelijkheid over die eerste zoektocht want diezelfde assistent verklaarde in Faroek (2018) ook dat er op 6 november 1986 ’s morgens ook al op dezelfde plek gezocht werd. De vraag daartoe hadden ze gekregen van drie mannen, een Nederlandstalige en twee Franstaligen, die zich verplaatsen in een Renault 4. De duiker haalt een jute zak boven waarop de drie mannen zeiden “OK. We hebben wat we zochten.” De drie mannen verdwijnen met de jute zak en meer dan dat weten we niet. Het was een even vreemde als bevreemdende getuigenis die meer vragen opriep dan antwoorden gaf.

Hoe dan ook beweren de onderzoekers van de Cel Dendermonde dat die wapens daar al een jaar gelegen moeten hebben toen zij ze vonden. Ter ondersteuning van hun stelling voeren zij aan dat geen enkele expert die nadien de voorwerpen onderzocht, melding maakte van een kort verblijf in het water. Integendeel, zo zeggen zij, het feit dat de zakken verzonken zaten in het slib, de algengroei en de corrosie bevestigen de lange duur. Waarmee ze impliciet ook zeiden dat de onderzoekers van de cel Charleroi er destijds met hun klak naar gegooid hadden.

Maar uit het onderzoek van het Nationaal Instituut voor Criminologie en Criminalistiek (NICC) blijkt dat het materiaal onmogelijk al een jaar in het water gelegen kan hebben. Dat bewijst men aan de hand van de corrosie op een metalen brandkoffertje en vooral door de impact van het water op papieren cheques.

Het federaal parket bevestigde die stelling nog eens eind vorig jaar. Bovendien zou uit verfijnd wetenschappelijk onderzoek blijken dat die spullen maximaal 6 à 7 dagen in het water hebben kunnen liggen, wellicht slechts 24 à 48 uur.

Die twee visies leiden tot de publiek geuite beschuldiging dat er door de speurders van de cel Dendermonde gemanipuleerd werd. Waarom vinden zij wapens die anderen niet vonden? De vandaag opgepakte ex-speurder kadert in die theorie.

Waarom vindt men wat men vindt?

De vraag klinkt cryptisch maar is in deze context wel erg relevant. Criminelen trachten evident geen sporen achter te laten of hun sporen zo goed mogelijk te wissen. Ze doen er alles aan om niet ontdekt te worden. Maar het valt in het hele Bendedossier op dat eigenlijk het tegenovergestelde gebeurt.

Men wil bewust de speurders op het spoor zetten. Of dat dan het juiste spoor is dan wel een dwaalspoor, is niet altijd duidelijk. Maar het valt wel op dat de Bende (of wat daarvoor moet doorgaan) hier en daar haast een visitekaartje afgeeft. Het is opnieuw een indicatie dat we hier niet te maken hebben met traditionele criminaliteit.

Is dit de eerste keer dat speurders in opspraak gebracht worden?

Neen. De parlementaire onderzoekscommissie naar de Bende in 1997 vroeg zich ook al af op basis waarvan de cel Dendermonde eigenlijk besloten had om opnieuw te gaan zoeken op een plaats waar al gezocht was? Welke nieuwe informatie hadden zij dan wel en waar zit die informatie in het dossier vervat in een PV? Professoren Fijnaut en Verstraeten hadden in hun monnikenwerk bij het doorploegen van het volumineuze dossier immers geen enkel rechterlijk bevel tot dreggen teruggevonden.

Bovendien, zo stelden zij vast, hadden de speurders van de Cel Dendermonde in dit verband een aantal initiatieven genomen waarvan de magistraten noch vooraf noch achteraf werden ingelicht.

De eerste kiemen van de manipulatietheorie rond de wapenvondst werden dus hier gelegd. Het leidde toen al tot een afzonderlijk onderzoek waarbij een confrontatie werd georganiseerd tussen speurder P. V. (cel Dendermonde) en speurder F. A. (BOB Halle). Die laatste zou pas veel later toegeven dat hij de fameuze informatie gaf op basis waarvan opnieuw gezocht werd in het kanaal. Voor de speurders van de cel Dendermonde is daarmee het bewijs geleverd dat er van manipulatie geen sprake is en dat de informatie via normale politionele uitwisseling tot bij hen is geraakt.

Zij bevestigen hun stelling door te wijzen op een handgeschreven aantekening op het overgemaakte pv.

De publiek geuite beschuldigingen van manipulatie leidden in 2013 tot een onderzoek naar de onderzoekers. Alle speurders van de Cel Dendermonde (o.a. ook de vandaag aangehouden P.V.) die bij de wapenvondst betrokken waren, werden niet bepaald vriendelijk ondervraagd door de collega’s in Charleroi. Het zette enorm veel kwaad bloed bij de speurders uit Dendermonde. Ze voelden zich zwaar geschoffeerd en pikten het niet dat ze als verdachten behandeld werden.

Wie is speurder P.V. en waarom komt hij (opnieuw) in opspraak?

De man die vandaag werd opgepakt, maakte deel uit van de cel Dendermonde. Voor een goed begrip, in het Bende onderzoek waren lange tijd twee ploegen bezig: de cel Charleroi en de cel Dendermonde. Het onderzoek werd in 1990 zeer tegen de zin van de cel Dendermonde van hen onttrokken. Vanaf dat moment was enkel de cel Charleroi nog bezig met het Bendedossier. De gebeurtenissen moeten dus in die context van zeer gespannen politieverhoudingen gezien worden.

P.V. had in de periode juni-juli 1986 contact met F.A., lid van de toenmalige BOB van Halle en ook verbindingsman tussen Halle en de onderzoekscel Charleroi. P.V. spreekt met F.A. over de voorbereidingen van de doorzoeking van het kanaal. F.A. maakt P.V. attent op het bestaan van het pv in Soignies rond de verdachte handelingen de nacht na de feiten in Aalst. Uit vrees voor represailles in Nijvel kopieert de verbindingsman in het geheim het pv in het dossier in Nijvel en overhandigt dit aan een rechercheur van het Delta team in een café in Brussel.

Nadien is er hierover veel te doen geweest. De speurders van de cel Dendermonde worden ervan verdacht te hebben gewerkt met een informant. De verbindingsman F.A. trekt zijn eerder verklaringen in om er later toch weer op terug te komen.

Maar bronnen in de cel Dendermonde blijven beweren dat het gegaan is zoals zij altijd beweerd hebben.

Bron » VRT Nieuws | Dirk Leestmans

Oud-speurder onderzoek Bende van Nijvel opgepakt

In het onderzoek naar de Bende van Nijvel is een oud-speurder opgepakt. Dat heeft onze redactie uit goede bron vernomen. De man, P.V., voerde mee het onderzoek naar de laatste overval van de bende in de Delhaize in Aalst en was betrokken bij de wapenvondst in het kanaal van Ronquières. Rond die wapenvondst waren er heel wat vragen en was er zelfs sprake van manipulatie in het onderzoek. De oud-speurder zou mogelijk betrokken zijn bij die manipulatie.

Het onderzoek naar de Bende van Nijvel is gemanipuleerd. Tot die conclusie kwam het federaal parket eind oktober vorig jaar. Het federaal parket heeft het onderzoek sinds februari 2018 overgenomen. “We herbekijken het dossier met een nuchtere kijk”, zo klonk het toen. De Bende van Nijvel pleegde in de jaren ’80 overvallen op verschillende warenhuizen. Daarbij vielen alles samen 28 doden.

De mogelijke manipulatie draait rond een wapenvondst in het kanaal Brussel-Charlerloi in Ronquières in 1986. Een aantal wapens waren gebruikt bij misdaden door de Bende van Nijvel. Aanvankelijk werd gedacht dat de wapens al in het water lagen sinds 1985, net na de overval op de Delhaize in Aalst. Maar uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat de wapens er maximaal 7 dagen lagen, mogelijk zelfs maar 48 uren.

“Iemand had die voorwerpen dus op een bepaald moment in zijn bezit, heeft die in zakken gestoken en in het water gegooid. Waarschijnlijk met de wetenschap dat die een paar dagen erachter zouden worden teruggevonden. Dat incident roept vragen op. Wij willen daar graag antwoorden op”, zei Eric Van der Sypt van het federaal parket.

Na maanden onderzoek volgde nu dus een arrestatie. Het gaat om een oud-speurder, een rijkswachter van de zogenoemde cel Delta in Dendermonde, genaamd P.V. Hij voerde mee het onderzoek naar de laatste overval van de bende in de Delhaize in Aalst en was ook betrokken bij de vondst van de wapens in het kanaal van Ronquières. Zeker is dat de arrestatie met die vondst verband houdt. De man zou mogelijk betrokken zijn bij de manipulatie van het onderzoek. Op welke manier is nog niet duidelijk.

Wapenvondst riep 22 jaar geleden al vragen op

Het was de ploeg van toenmalig onderzoeksrechter Freddy Troch uit Dendermonde die de wapens in het kanaal vond in 1986. De vondst was belangrijk voor het onderzoek, maar ook omstreden. 22 jaar geleden werden er al vragen overgesteld tijdens de tweede parlementaire onderzoekscommissie naar de Bende van Nijvel.

“Op een korte tijd hebben wij daar drie zakken gevonden, waarin je duidelijk kon vaststellen naar mijn mening, dat dat zakken waren die speciaal waren samengesteld om de nodige verbanden te kunnen leggen tussen bepaalde feiten”, zo zei Freddy Troch aan de onderzoekscommissie. Het was alsof iemand van de Bende een visitekaartje had achtergelaten. Iemand wou dus dat de zakken werden gevonden en dus was ook al in 1997 de vraag hoe en wanneer de speurders van Dendermonde aan de informatie over de zakken waren geraakt. Troch noemde de naam van een speurder van wie de informatie kwam aan de onderzoekscommissie. Die man werd – net als alle andere speurders overigens – al in 2013 ondervraagd. Het is diezelfde speurder die nu is opgepakt.

Bron » VRT Nieuws

Ex-speurder Bende van Nijvel opgepakt op verdenking van manipulatie onderzoek

De voormalige Bendespeurder Philippe V. is opgepakt. Het huidige onderzoeksteam verdenkt hem ervan dat hij in 1986 het onderzoek naar de Bende van Nijvel heeft gemanipuleerd.

Philippe V. was dinsdag uitgenodigd voor een verhoor en werd daarna opgepakt. Dat vernam De Standaard. Hij bracht de nacht in de cel door. Het is nog niet bekend of hij ook aangehouden zal worden door de onderzoeksrechter.

De arrestatie kadert in de lang aanslepende discussie over de wapenvondst van november 1986 in de zwaaikom van Ronquières.

Philippe V. was in de jaren 80 een tijdlang lid van de cel-Delta, die toen onder leiding van de Dendermondse onderzoeksrechter Freddy Troch het onderzoek voerde naar de Bende van Nijvel. V. lag in november 1986 aan de basis van een belangrijke wapenvondst.

Op 6 november 1986 haalden duikers van het geniekorps in Burcht in Ronquières twee zakken naar boven met onder andere de mini-brandkast van de overval op de Delhaize in Aalst, een kogelvrije vest gestolen in Temse (1983) en wapens die gediend hadden bij verschillende overvallen van de Bende uit de periode tussen ’83 en ’85. Een jaar eerder had een zoektocht in dezelfde zwaaikom nochtans niets opgeleverd. Het was een belangrijke vondst omdat daaruit bleek dat de overvallen uit de periode ’82-’83 gelinkt waren met de overvallen uit ’85. En dat er dus allicht één bende aan het werk was.

Klassiek politiewerk of manipulatie?

V. heeft altijd beweerd dat die zoekactie er is gekomen door klassiek politiewerk. In 1997 verklaarde V. aan de Tweede Bendecommissie in het parlement : ‘Ik heb in 1986 een aantal pv’s herbekeken. De zwaaikom in Ronquières werd volgens mij in 1985 op een amateuristische manier doorzocht. Nadat ik alle stukken had, hebben wij die zaak voorgelegd in de cel-Delta. Men heeft een speciaal toestel uit West-Duitsland laten overkomen, samen met een specialist (…) Wij hebben de zwaaikom systematisch laten onderzoeken door gespecialiseerde onderzoekers van het leger, omdat wij er 100 procent zeker van waren dat er zakken van de dader van de Bende van Nijvel in lagen. Met het gekende resultaat.’

Simpel en goed politiewerk, aldus V. Maar in 2013 bleek uit wetenschappelijk onderzoek dat die voorwerpen pas enkele dagen voor de vondst in november 1986 in het kanaal gedumpt konden zijn. Dat versterkte het vermoeden van de onderzoeksrechter en de toenmalige speurdersploeg dat er manipulatie in het spel was.

Na de onthullingen over ex-rijkswachter Christian Bonkoffsky eind 2017, nam een nieuwe en uitgebreide speurdersploeg ook de mysterieuze wapenvondst in Ronquières opnieuw onder de loep. Ook zij vermoeden nu dat de wapenvondst geen toeval was, maar opgezet spel.

Een tipgever zou V. hebben gezegd waar hij de wapens had gedumpt. V. zou vervolgens de zoekwerken in scène hebben gezet en het hebben voorgesteld als ‘klassiek politiewerk’.

Als de tipgever van V. echt bestaat, dan wil de cel Bende van Nijvel hem snel identificeren en spreken. Want dan bestaat er een kans dat hij het onderzoek naar de Bende van Nijvel vooruit kan helpen.

Als V. echt de naam van zijn tipgever al die jaren geheim heeft gehouden, dan beging hij een misdrijf. Daarom werd hij opgepakt. Maar het wordt afwachten of Philippe V. nu – na meer dan 30 jaar – zal toegeven dat er wel degelijk een tipgever was. Als hij blijft volhouden dat die er niet was, zal de discussie allicht altijd blijven bestaan. En zullen er ook voor altijd ‘believers’ en ‘non-believers’ zijn. Zoals bij zowat alle onderzoekssporen in het Bende-onderzoek het geval is.

Bron » De Standaard

72 nieuwe tips over onderzoek Bende van Nijvel

Na de aflevering van ‘Faroek’ over de Bende van Nijvel, afgelopen dinsdag, zijn er al 72 nieuwe tips binnengelopen. Het federaal parket liet in de uitzending verstaan dat er geknoeid is met het onderzoek. Oud-speurder Freddy Troch voelt zich geviseerd. “Er ís gemanipuleerd, maar niet door mijn team.”

In ‘Faroek’ deed Eric Van der Sijpt van het parket een oproep naar informatie over een rode VW Golf GTI met nummerplaat FGK-991. De auto werd op 2 oktober 1983 gestolen in Ohain, nadat de eigenaar vermoord was. Vier dagen later werd de Golf opnieuw opgemerkt, al was hij intussen zwart gespoten. Vraag is welke carrossier die klus geklaard heeft.

Verder zoeken de speurders een lid van de Bende met een opvallende wijn- of geboortevlek in de nek. Een getuige merkte die vlek op tijdens de overval in Beersel, op 7 oktober 1983. Tot slot hoopt het parket op extra informatie over een duikactie op 6 november 1986 in het kanaal in Ronquières. Daar werd toen een zware zak bovengehaald. Een duiker gaf die mee aan drie personen van wie hij vermoedde dat het BOB’ers waren. Pas daarna arriveerde de cel-Delta – het team dat de aanslagen van de Bende onderzocht – die op háár beurt twee zakken en de inhoud van een derde uit het kanaal viste.

Terwijl de tips sinds de uitzending binnenstromen, is Freddy Troch – hoofd van de cel-Delta tot 1990 – niet onder de indruk. “Oude wijn in nieuwe zakken”, schampert hij. “Die moedervlek: dat is geen nieuw element. Dat van die Golf zit ook al jaren in het dossier. En de getuigenis van de assistent-duiker dateert van een viertal jaar geleden.”

Trochs speurders werden de voorbije jaren regelmatig ondervraagd over het verloop van het onderzoek. Het parket zegt nu dat er sprake is van manipulatie en verwijst daarbij naar de ‘kanaalvondsten’ van de cel-Delta. De zakken zouden nog maar 24 à 48 uur in het water gelegen hebben. “Als er mensen waren die wisten dat we gingen duiken – en zo waren er – en die beslisten om er snel wat spullen te dumpen: ja, dan hebben wij die bovengehaald. Moesten we ze dan laten liggen? Dat zou alvast makkelijker geweest zijn.”

Troch is ervan overtuigd dát er geknoeid is, maar niet door zijn team. “Het onderzoek is van in het begin gemanipuleerd en dat zal vandaag niet anders zijn.”

Bron » Het Laatste Nieuws

Oud-onderzoeksrechter: “Hele Bende-dossier gemanipuleerd, maar niet door cel-Delta”

Freddy Troch, de voormalige Dendermondse onderzoeksrechter die aan het hoofd stond van de Delta-cel die de Bende van Nijvel onderzocht, stelt zich vragen bij de uitzending van Faroek gisteravond. “Waar zit de manipulatie van de Delta-cel?”, vraagt hij zich af. “Heel dat dossier is gemanipuleerd, van in het begin, zowel bij ons als in Charleroi en Nijvel.”

Op 6 november 1986 werden er in het kanaal in Ronquières zakken ontdekt met bewijsmateriaal dat de feiten van de Bende van Nijvel aan elkaar linkt. De vondst werd gedaan door de Delta-cel. Er werden onder meer een kogelwerend vest, een pistool dat van een politieagent werd gestolen en munitie aangetroffen, samen met eenzelfde munitieverpakking die men een jaar eerder had aangetroffen.

Een onderzoek van de bewijsstukken in 2009 toonde echter aan dat de gevonden voorwerpen pas kort voor de vondst in het water waren gegooid. Het parket komt dan ook tot de conclusie dat er geknoeid is. “Iemand had die voorwerpen in zijn bezit, heeft ze in zakken gestoken en in het kanaal gegooid, met de wetenschap dat die zakken een paar dagen later zouden opgevist worden”, aldus het parket in Faroek.

“In drie dagen alles bovengehaald”

“Waar zit de manipulatie van de Delta-cel? Men spreekt ook wel van een poging, is dat dan een mislukte manipulatie?”, zegt Freddy Troch, die in 1990 zijn dossier naar Charleroi zag verhuizen.

“We horen al vijf jaar dat verhaal. Dat is oude wijn in nieuwe zakken. Het is echter heel simpel. In 1985, na de feiten van Aalst, zagen getuigen dat er zaken in de zwaaikom van Ronquières geworpen werden. Die pv’s hebben we nooit gekregen, maar in 1986 kwamen ze wel in ons bezit. Uit die pv’s kon ik afleiden dat er tijdens het eerdere onderzoek in 1985 niet goed gezocht werd.”

“Zo staat er op papier dat men niet langer dan twee uur heeft gezocht en kon ik afleiden dat men vooral met een bootje de zwaaikom heeft afgevaren. Wij hebben een beroep gedaan op professionele duikers van de genie van Burcht. Na vier uur zoeken haalden zij de eerste zak boven en in drie dagen haalden we alles boven wat er gedumpt was.”

“Uit het bovengehaalde bleek wat we al wisten, namelijk de verbanden tussen al die feiten. Als men zegt dat men ons gemanipuleerd heeft, waarom? De vondst bracht ons toen niets nieuws bij. Men mag nu content zijn dat ik die opdracht gegeven heb, want dankzij ons hebben ze een DNA-spoor (op de kraag van het kogelvrije vest, red.) waarmee ze verder kunnen werken. Wij hebben eruit gehaald wat er toen in november 1986 in lag, zo simpel is het. Of alles er nu van in het begin in lag of later zaken werden bijgeworpen is ons probleem niet. Wij hebben ons werk gedaan.”

“Vol manipulaties”

De speurders stelden eerst dat de stukken gevonden door de cel Delta volgens een expertenrapport van het NICC (Nationaal instituut voor Criminalistiek en Criminologie) “niet langer dan één à twee maanden in het water gelegen hebben bij de ontdekking”, maar nu spreekt het federaal parket van een veel kortere periode. “Op basis van wetenschappelijk onderzoek kunnen we zelfs stellen dat die zakken niet langer dan 24 of 48 uur in het water hebben gelegen, tot ze in november 1986 werden bovengehaald”, zei woordvoerder Van Der Sypt in het opsporingsprogramma.

“Vreemd, want de babykoffer van Aalst (een geldkoffer afkomstig uit de Delhaize, red.) zat vol corrosie, dat kan toch niet op 24 uur”, reageert Troch. “Wij hebben ook heel wat voorwerpen uit het slijk gegraven en bepaalde foto’s van wapens spreken boekdelen. Als men er achteraf nog voorwerpen heeft gedumpt, tot zelfs ongeveer 24 à 48 uur voor onze zoektocht, dan is dat zo. We hebben er alles uitgehaald wat er in lag. Dat kan ons toch niet verweten worden.”

“Heel dat dossier zit vol manipulaties of pogingen daartoe en dit van in het begin, zowel bij ons als in Charleroi en Nijvel. In 1990 is het dossier op een onwettige manier naar Charleroi vertrokken. Nu doet men een oproep voor getuigen van feiten van 35 jaar geleden. Welke correcte verklaringen van getuigen ga je nu nog krijgen?”

Bron » De Morgen