Christian De Valkeneer leeft al maanden tussen hoop en vrees. De hoop dat de onthullingen over de overleden rijkswachter Chris B., mogelijk ‘De Reus’ van de Bende, eindelijk zullen leiden tot de oplossing van het mysterie. Tegelijk is er de vrees dat het opnieuw op niets uitdraait. En dat de kritiek dan weer ongenadig zal zijn.
De voorbije week bleek dat veel slachtoffers, zeker aan Vlaamse kant, hun vertrouwen kwijt zijn in uw onderzoek.
‘Kunt u hen dat kwalijk nemen? We hebben elke twee jaar een grote vergadering met de slachtoffers. Sommige mensen daar zijn heel kritisch. Eén slachtoffer – een Franstalige – heeft vorige keer tegen mij gezegd: “Ik geloof niet in justitie en ik heb geen respect voor u. U doet uw job niet.”’
‘Ik heb geantwoord dat ik hem begreep. Wat kan ik anders zeggen? Dertig jaar lang hebben die mensen al geen antwoorden op de vraag wie hun familieleden heeft vermoord en waarom. Wij proberen het wantrouwen weg te nemen door grote openheid te tonen. Het dossier is een open dossier. Iedereen van de slachtoffers die het dossier wil inzien, kan dat. Elke dag. Zij en hun advocaten kunnen ons werk bekijken, controleren en ook onderzoeksdaden voorstellen als ze iets zien in het dossier.’
Waarom zou het spoor naar Chris B. anders zijn dan al de andere in het verleden?
‘In de eerste plaats door de manier waarop het tot ons is gekomen. Er is niet één bron, maar er zijn er verschillende, dat maakt het geloofwaardig. In februari is een jeugdvriend van Chris B., via David Van de Steen en Eddy Vos, de ex-onderzoeksleider van de cel-Bende van Nijvel, naar ons gekomen. Pas daarna werd het bevestigd door de broer van Chris B. En dan nog maar mondjesmaat. Hij geloofde eerst zelf niet echt wat zijn broer hem een paar weken voor zijn dood in mei 2015 had verteld. Pas toen we in mei van dit jaar de derde keer bij hem langsgingen, besefte de broer dat Chris B. de waarheid kon hebben gezegd. Dat hij lid van de Bende van Nijvel was geweest.’
‘Uit de analyse van het medisch dossier en het vakantiedossier van Chris B. bij de rijkswacht dat we aan de broer hebben voorgelegd, bleek dat B. niet gewerkt had op 27 september 1985. En dat hij die dag dus in Eigenbrakel en Overijse geweest kan zijn, toen de Bende daar toesloeg. In Eigenbrakel beschreven getuigen dat er een man was die Frans sprak met een Vlaams accent. Een andere getuige beschreef een hinkende man. B. had een voetblessure. Robotfoto nr. 19 van ‘De Reus’ werd gemaakt na Overijse. Dat zijn allemaal heel interessante elementen, maar nog geen bewijzen natuurlijk. Komt daar nog bij dat Chris B. volgens zijn broer een kennis was van Madani Bouhouche en Robert Beijer. Dat zijn twee oude bekenden in het dossier. Als dat klopt, is het zeer opvallend. Beijer zegt nu vanuit Thailand dat hij Chris B. helemaal niet kent (DS 24 maart). We zullen zien.’
Geen doofpot
Een vraag die veel mensen zich stellen, is waarom dat allemaal zo lang moest duren. De tip over Chris B. kwam binnen in februari, we zijn nu bijna november.
‘Het gaat nooit snel genoeg voor de slachtoffers. Dat begrijp ik. Maar wij hebben het maximum gedaan met de drie onderzoekers die er waren in februari. Bij al onze sporen volgen wij een strategie. Eerst bepalen we of een spoor echt interessant is. Als dat zo is, vragen we de baas van de federale gerechtelijke politie, Claude Fontaine, extra middelen. Voor het spoor B. hebben we dat in juni gedaan. In september zijn er al twee extra mensen gekomen. Daarna zijn we begonnen met in alle stilte te werken rond Chris B. en zijn kennissenkring. In de luwte werken heeft zo zijn voordelen, ook al omdat we geen valse hoop willen creëren bij de slachtoffers.’
‘Die strategie is nu natuurlijk doorkruist door de plotse media-aandacht. Maar goed, elk nadeel heeft zijn voordeel. Nu krijgen we zonder problemen nog meer middelen. En door die nieuwe media-aandacht hebben we ook de wapens uit het kanaal gekregen (die magneetvissers in mei of juni uit het water haalden, red.). Die kunnen ook zeer interessant zijn. Tenslotte zijn ze gevonden vlak bij de plaats waar in 1986 al wapens en andere voorwerpen van de Bende van Nijvel zijn gevonden. Ze liggen nu bij het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie voor onderzoek.’
Er zijn mensen die zeggen: door de media-aandacht kunnen ze het tenminste niet in de doofpot stoppen.
‘Ik weet niet waar het wantrouwen van Jef Vermassen tegenover mij vandaan komt. Dat hij naar Charleroi komt en als een professional het onderzoek inkijkt’
‘Over het verleden kan ik me niet uitspreken, want toen was ik er niet bij. Maar vandaag is er geen doofpot en oefent niemand druk uit. Er is altijd veel kritiek op de onderzoekers geweest. Dat mag. Ik heb nooit gezegd dat wij de slimste en de beste zijn. We staan open voor alle kritiek. Maar het is belangrijk te weten dat wij sinds 2009 proberen te werken op harde elementen, niet op hypothesen.’
‘Dat is een bewuste keuze geweest. In 2009 zaten in het dossier al miljoenen pagina’s met hypotheses waar een kat zijn jongen niet in vindt: banditisme, destabilisering van de staat, chantage … noem maar op. Dat zijn allemaal mogelijke sporen. Maar wij willen concrete elementen omop op te werken. Het spoor Chris B. is een concreet spoor dat – misschien – leidt naar de rijkswacht. En dus volgen we nu dat spoor.’
Is justitie bang om in de richting van de rijkswacht te zoeken?
‘Nogmaals, over het verleden spreek ik me niet uit. Vandaag zoeken we in elk geval wel in de richting van de rijkswacht. Maar dat betekent niet dat het gemakkelijk is.’
‘Stel, iemand komt morgen bij mij en zegt: “Persoon X van de Groep Diane maakte deel uit van de Bende van Nijvel.” Wat kunnen onze speurders dan concreet doen? Ze kunnen proberen te verifiëren of de persoon op die dag 35 jaar geleden in de buurt van de feiten kan zijn geweest. Dat op zich is al niet gemakkelijk. En stel dat wij die man dan verhoren, als hij nog leeft. Zul je hem dan klem kunnen zetten met niets in de handen? Om politiemensen te verhoren, heb je harde elementen nodig. Die weten te goed hoe het spelletje werkt.’
U draagt een zware erfenis uit het verleden mee?
‘Uiteraard. In de jaren 80 waren er geen DNA-sporen, er waren geen telefoontaps. Er was geen cultuur van het grondig doorzoeken van de crime scene. Er was helemaal niks. In dit dossier van 2 miljoen pagina’s zijn welgeteld twee DNA-sporen. Een spoor op een sigarettenpeuk in de taxi van de in 1983 vermoorde taxichauffeur Constantin Angelou. En één gemengd spoor op een kogelvrije vest die in 1986 in Ronquières werd gevonden. Dat is mager.’
Twee reuzen
Advocaat Jef Vermassen betwijfelt dat u uw werk goed doet. Hij zegt dat u maar in uw dossier moet kijken om te weten wie er achter de Bende zit. Dat de Staatsveiligheid er mee achter zit. Hij insinueert dat u het ook weet, maar dat u dat niet wilt zeggen.
‘Ik vind het jammer dat Vermassen niet naar ons is gekomen met zijn probleem. Ik weet niet waar zijn wantrouwen tegenover mij vandaan komt. Ik heb hem nooit ontmoet. Maar hij blijft welkom in mijn bureau.’
U weet toch wel waar dat wantrouwen vandaan komt? Er circuleren anonieme brieven waarin exact gezegd wordt wat Vermassen nu beweert. Dat zijn gedetailleerde brieven, met de namen van vermoedelijke daders erin, duidelijk geschreven door mensen met kennis van het dossier.
‘Die brieven bestaan inderdaad. Ze gaan over het extreemrechtse Westland New Post dat in de jaren 80 actief was en ook verschillende keren verdacht werd van betrokkenheid bij de Bende-overvallen. In die brieven worden WNP-voorman Michel Libert en twee anderen als de daders van de overvallen aangewezen.’
‘Wij hebben Libert twee jaar geleden opgepakt. Dat is uitgebreid in de pers verschenen. Er was een reeks aanwijzingen tegen hem. Maar onderzoeksrechter Martine Michel heeft hem vrijgelaten, met mijn volle goedkeuring, omdat ze oordeelde dat die aanwijzingen niet zwaar genoeg wogen.’
‘De speurders die dat spoor onderzochten, waren daar zeer boos over. Ze schreven brieven naar minister van Justitie Koen Geens (CD&V) en naar de topmensen van de federale politie, Catherine De Bolle en Claude Fontaine. Ze zeiden dat Michel en ik de piste-WNP in de doofpot wilden stoppen en dat wij mensen van de vroegere Staatsveiligheid beschermden die achter WNP zaten.’
‘Ik ben het met de briefschrijvers eens dat het spoor WNP-Michel Libert zeer interessant is en blijft. Het duo Bouhouche-Beier, WNP, de Staatsveiligheid: daar waren banden tussen in de jaren 80, dat is geen geheim. Maar nogmaals, er waren geen aanwijzingen genoeg om Libert en co. aan te houden.’
Maar het is wel op die brieven dat Vermassen zich baseert om zijn wantrouwen in het onderzoek uit te spreken?
‘Die indruk heb ik in elk geval. Maar dat hij dan naar Charleroi komt en als een professional het onderzoek inkijkt om te zien wat klopt en niet klopt in de brieven. Dat soort dingen verziekt het dossier, ze zijn een poging tot destabilisering.’
‘Weet u wat vooral raar is? Die WNP-speurders hadden hun hele redenering opgebouwd rond het feit dat Libert wel “De Reus” moest zijn, omdat hij zo goed op robotfoto 19 lijkt. Wel, ook Chris B. lijkt er goed op. Maar slechts een van die twee kan “De Reus” zijn, niet allebei. Dat moet Vermassen toch ook weten?’
Gelooft u dat het spoor naar Chris B. en de nieuwe wapenvondst de Bende van Nijvel kunnen helpen ontmaskeren?
‘Ik werk niet op basis van geloof, maar op basis van aanwijzingen. Maar je moet natuurlijk ook een beetje geloven. En ons optimisme is gestegen, ja. Het zijn de meest beloftevolle sporen die ik al gezien heb sinds ik hier ben. Maar we moeten voorzichtig blijven. Het is perfect mogelijk dat we over zes maanden nog op hetzelfde punt staan.’
Bron » De Standaard