Voor het eerst sinds 2006 duidelijke daling aantal klachten tegen politiemensen

Het Vast Comité van Toezicht op de politiediensten heeft vorig jaar bijna vier procent minder klachten over politiemensen ontvangen. Dat blijkt uit het jongste jaarverslag van het Comité P. Het gaat voor het eerst sinds 2006 om een duidelijke daling van het aantal klachtendossiers.

Het Comité P kreeg vorig jaar 2.771 klachten, terwijl het in het recordjaar 2013 nog 2.885 klachtendossiers ontving. Sinds 2006 steeg het aantal klachten elk jaar, afgezien van een minimale daling van 2.686 klachten in 2011 naar 2.680 klachten in 2012.

Het aantal strafonderzoeken dat aan de Dienst Enquêtes van het Comité P werd overgemaakt, daalde ook van 128 in 2013 naar 115 vorig jaar, een daling van 12 procent. Het gaat om het laagste aantal overgemaakte strafonderzoeken in tien jaar. Het Comité P zegt zelf echter dat daaruit niet besloten kan worden dat er effectief minder strafonderzoeken tegen politieambtenaren zouden voorkomen en erkent dat het daarop geen zicht heeft.

‘Gewelddaden tegen personen’

De top vier van de door de gerechtelijke overheden aan de Dienst Enquêtes P overgemaakte strafonderzoeken bleef ongewijzigd ten opzichte van 2013, zegt het rapport. “In 2014 was er bij een derde van de aan de Dienst Enquêtes P toevertrouwde strafonderzoeken sprake van ‘gewelddaden tegen personen’. Bij 17 strafonderzoeken werd onderzocht of er sprake was van valsheid uit hoofde van een ambtenaar in dienst. Bij 17 overgemaakte strafonderzoeken was er sprake van ‘schending van het beroepsgeheim’ en bij 8 strafonderzoeken was er sprake van ‘daden van willekeur’.”

Meeste klachten in Brussel/Elsene

De politiekorpsen waarover de meeste klachten binnenliepen, waren Brussel/Elsene met 216 klachten, Antwerpen met 161 klachten, Zuid (Anderlecht, Sint-Gillis, Vorst) met 75 klachten en Gent met 71 klachten.

Meer dan driekwart van de klachten ongegrond

Meer dan driekwart van de klachtendossiers tegen politiemensen bij het Comité P in 2014 is na onderzoek volledig of gedeeltelijk ongegrond gebleken.

Het Comité P berekende uit hun gegevens dat in 78 procent van de dossiers het ging om “ongegronde klachten of klachten die geleid hebben tot een beslissing van afwezigheid van fout in hoofde van de aangeklaagde politieambtenaren”. In 13 procent van de dossiers was er een tekortkoming of een fout in hoofde van een politieambtenaar en in 10 procent van de dossiers konden de dossiers strafrechtelijke inbreuken inhouden.

Tuchtstraffen

Voor de betrokken politiemensen werden in 18 dossiers tuchtstraffen uitgesproken. In zeven dossiers werd de zwaarste sanctie, het ontslag van ambtswege, opgelegd. “Het gaat om een beeld per dossier”, aldus het jaarrapport. “Het is immers niet altijd mogelijk om, op basis van de beschikbare informatie, te bepalen welke leden van de geïntegreerde politie precies bestraft zijn op tuchtrechtelijk vlak wanneer meerdere van hen betrokken zijn in eenzelfde dossier.”

Verder ging het om een blaam (1 dossier), inhouding van wedde (2 dossiers), schorsing (5 dossiers) en “terugzetting in weddeschaal” (4 dossiers).

Bron » De Morgen

4 dagen verhoord over pv uit 1986

Terwijl terreurspeurders handen tekortkomen in hun onderzoeken, is het Comité P al weken bezig met speurders te ondervragen over een mogelijk vals proces-verbaal uit 1986. De ondervragingen kaderen in de politie-oorlog rond het dossier van de Bende van Nijvel. Eén speurder stortte in na een zoveelste marathonverhoor. Gewezen onderzoeksrechter Freddy Troch wil dat deze heksenjacht stopt.

De politie-oorlog tussen de speurders van Charleroi en Dendermonde begon in 1986. De cel Delta van Dendermonde vond toen in het water van het hellend vlak van Ronquières een zak vol bewijzen naar de Bende. Daaronder bankcheques van de overvallen Delhaize in Aalst en kogelvrije vesten. De vondst stak de speurders van Charleroi de ogen uit, want zij hadden het jaar voordien al op dezelfde plaats gezocht en niets gevonden.

Bijna dertig jaar later krijgen de speurders van Dendermonde ineens het Comité P op hun dak. Zij zouden de zak met bewijzen zelf in het water hebben gegooid en zo het onderzoek hebben gemanipuleerd. De procureur-generaal Christian De Valkeneer van Charleroi klaagt hen aan in een onderzoek wegens schriftvervalsing en heeft het Comité P opdracht gegeven dit tot op het bot uit te zoeken. Hij is nu al overtuigd van zijn gelijk. In een interview met Le Soir Magazine beweerde hij dat het Bende-onderzoek opgelost wordt zodra de speurders uit Dendermonde hun stilzwijgen doorbreken.

Gewezen onderzoeksrechter Freddy Troch ontbond woensdagavond zijn duivels tijdens een debatavond over 30 jaar na de Bende van Nijvel. “Het is werkelijk onvoorstelbaar waarmee het Comité P zich bezighoudt. Eén van mijn speurders van toen is vier dagen aan een stuk ondervraagd. Die man is ingestort. Het Comité P wilde vorige week een tweede speurder aan zo’n marathonverhoor onderwerpen. Gelukkig heeft zijn advocaat Walter Damen daar een stokje voorgestoken door te eisen dat hij de speurder bij elk verhoor mag bijstaan. Zelfs dan is hij dagen na mekaar ondervraagd en komen er volgende week nog verhoren. De man is er ziek van.”

Laatste hoop

Troch is al jaren gepensioneerd rechter, maar het onderzoek naar de Bende van Nijvel fascineert hem nog altijd. Hij moest zijn dossier in 1990 afstaan aan de Franstalige collega’s van Charleroi. Zij konden de bendeleden nooit ontmaskeren. Troch: “De mensen van Dendermonde worden nu ondervraagd over hun speurwerk van 30 jaar geleden.”

“Natuurlijk worden zij dan betrapt op foutjes of zaken die zij zich niet juist herinneren. Het Comité P voert de druk op om die mensen te breken. Wat hoopt procureur-generaal De Valkeneer zo te bereiken? Als dit de enige piste is die de Bende-speurders van Charleroi nog hebben, laat ons er dan dringend mee ophouden. Dan zijn er wel belangrijkere dossiers te onderzoeken.”

Bron » Het Laatste Nieuws

Tueries du Brabant: encore du rififi

Les tueurs du Brabant ont-ils ou n’ont-il pas jeté leurs armes et une partie de leur butin dans le canal, à Ronquières, la nuit du 10 au 11 novembre 1985, le lendemain de l’attaque du Delhaize d’Alost, la plus sanglante de toutes avec huit morts?

Cette question est le point de départ de l’enquête publiée dans la dernière édition de Paris Match. L’hebdomadaire est parti des récentes déclarations des procureurs généraux qui chapeautent les investigations judiciaires sur les tueries, Christian De Valkeneer (Liège) et Ignacio de la Serna (Mons), selon lesquels les pièces à conviction retrouvées à Ronquières en novembre 1986, au lieu dit “Large de Fauquez”, n’ont pas été jetées dans les eaux du canal Bruxelles-Charleroi un an plus tôt comme on l’a toujours pensé.

Les hauts magistrats parlent d’une manipulation autour de la découverte de 1986, à laquelle auraient pris part les enquêteurs de l’ex-cellule Delta de Termonde, ceux-là même qui sont à l’origine de cette découverte. D’après les deux procureurs qui se sont exprimés à ce sujet il y a peu, soit ces policiers (en charge à l’époque du braquage du Delhaize d’Alost) ont pris une part active à la manipulation, soit ils ont été eux-mêmes manipulés. Une manipulation visant à établir artificiellement le lien entre les deux vagues de tueries (1982-1983 et 1985), affirment les magistrats.

Ces derniers disent s’appuyer sur un rapport scientifique de l’INCC (Institut National de Criminalistique et de Criminologie) qui apporterait la preuve que les pièces à conviction immergées à Ronquières ne l’ont pas été plus d’un mois avant leur mise au jour en 1986. Ce qui, de surcroît, rendrait suspecte à leurs yeux la “pêche miraculeuse” réussie par Termonde à l’endroit où, un an plus tôt, leurs collègues de Nivelles n’avaient rien trouvé.

Cette “certitude scientifique”, l’enquête de Paris Match tend à la nuancer fortement. Pour le magazine, les procureurs généraux feraient dire aux conclusions de l’INCC ce qu’elles ne disent pas exactement. D’autre part, Paris Match souligne l’incompatibilité entre l’éventualité d’une immersion des pièces en 1986 et les témoignages circonstanciés de deux riverains qui rapportent ces mêmes faits un an auparavant.

L’hebdo détaille ces témoignages et produit un procès-verbal du 12 novembre 1985, rédigé par la gendarmerie de Soignies, au travers duquel il apparaît que les recherches entreprises alors pour retrouver armes et butin au fond du canal, ont été très sommaires. Ce qui expliquerait pourquoi rien n’a été trouvé à l’hiver 85. Enfin, Match croit savoir que les anciens enquêteurs de la cellule Delta sont actuellement interrogés sur ces faits par le Comité P, à la demande du Procureur du Roi de Chaleroi, Pierre Magnien.

Bron » La Libre

Topman terreurbestrijding stapt op na kritiek

André Vandoren (65), de topman van het anti-terreurorgaan Ocad, legt zijn mandaat neer. Hij lag onder vuur sinds in juli een kritisch rapport over zijn dienst in het parlement werd besproken.

André Vandoren staat sinds 2008 aan het hoofd van het Ocad, voluit het ‘coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse’. Zijn mandaat bij het Ocad liep normaal tot eind 2016, maar hij liet vorige week in een brief aan de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken weten dat hij eind dit jaar al weg gaat. Vandoren schrijft dat hij weggaat om ‘persoonlijke redenen’.

De anti-terreurorganisatie Ocad – een dienst die uniek is in Europa – heeft als taak om op basis van inlichtingen die het krijgt van diensten zoals politie, inlichtingendiensten en douane, te analyseren hoe ernstig de terroristische en extremistische dreiging in ons land is. De dienst bestaat sinds 2006 en werd de jongste jaren door verschillende politici vermeld als één van de belangrijkste verwezenlijkingen in ons land op het vlak van de bestrijding van terreur.

Het Comité P en het Comité I – de diensten die de politie- en inlichtingendiensten controleren – stelden in juli aan het parlement echter een kritisch rapport over de werking van het Ocad voor. De dienst zou te veel in het vaarwater van de Staatsveiligheid en de Militaire Veiligheidsdienst (ADIV) komen en Vandoren werd een eigengereide houding verweten. Zo werden er vragen gesteld bij zijn nauwe contacten met verschillende buitenlandse veiligheidsdiensten.

De ministers van Justitie Koen Geens (CD&V) en van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) bevestigen het ontslag van Vandoren. Ze wilden niet zeggen of het kritische rapport daar voor iets tussen zit. Vandoren zelf ontkende gisteren tegenover De Standaard dat zijn plotse ontslag iets te maken heeft met het rapport.

Bron » Het Nieuwsblad

Agenten krijgen lichtere straf dan burgers

Volgens de beschikbare gegevens van het Comité P krijgen politiemensen vaker dan anderen een lichte straf als ze voor de rechter komen. Dat schrijft De Standaard zaterdag. Van de 172 rechterlijke uitspraken over politiemensen die het comité dat jaar ontving, waren er 29 opschortingen van veroordeling. Dat zijn uitspraken waarbij de rechter de feiten wel bewezen acht, maar beslist om geen straf op te leggen. De beklaagde behoudt daarmee zijn blanco strafblad. Voor politiemensen is dat cruciaal om bij het korps te kunnen blijven werken.

Zo kregen twee inspecteurs die aangehouden minderjarigen hadden aangerand vorig jaar opschorting. Ook voor stalking en schriftvervalsing werden opschortingen uitgesproken. Het aantal opschortingen voor politiemensen ligt de laatste jaren tussen de 16 en 27 procent. Bij alle uitspraken van de correctionele rechtbanken samen ligt het aantal opschortingen echter veel lager, op 6,5 procent.

“Als rechters in sommige gevallen politiemensen lichter zouden straffen, kan dat zijn omdat ze ervan uitgaan dat er binnen het korps nog een disciplinaire sanctie komt”, aldus Yves Keppens, voorzitter van het Comité P. “En omgekeerd wachten de korpsoversten op een gerechtelijke uitspraak, waardoor de agent in kwestie er van beide kanten soms gemakkelijk mee wegraakt. Maar om zeker te weten of politiemensen stelselmatig een voorkeursbehandeling krijgen, zouden we dat grondiger moeten uitzoeken.”

De Gentse criminoloog Brice De Ruyver vindt dat politiemensen met sommige feiten te vlot wegraken. “Voor iets als diefstal van inbeslaggenomen zaken kun je dat soms zeggen, voor geweldfeiten niet. Maar ik vind ook dat Justitie de politie soms te weinig verdedigt wanneer iemand slachtoffer is van bedreigingen of intimidatie. Politiemensen moeten veel meer slikken dan de gewone burger.”

Bron » De Standaard