Comité P: “Tuchtreglement politie té moeilijk hanteerbaar”

Er zijn bij de politie de voorbije jaren heel wat tuchtprocedures niet opgestart, simpelweg omdat het huidige tuchtreglement te moeilijk hanteerbaar is en de kansen te klein zijn om de hele procedure tot een goed einde te brengen. Dat zegt Comité P-voorzitter Bart Van Lijsebeth in een interview met de Juristenkrant.

Het Comité wil ook strikter toezien op de uitvoering van zijn aanbevelingen. Over het ontslag van topman Fernand Koekelberg of andere specifieke gevallen willen Van Lijsebeth en ondervoorzitter Guy Cumps het in de Juristenkrant niet hebben.

Wel willen ze kwijt dat heel wat tuchtprocedures “die hadden moeten gestart worden” uiteindelijk nooit zijn aangevat, “omdat men terugschrikt voor de problemen die dat met zich meebrengt”. “Dat is werkelijk een probleem”, benadrukt Van Lijsebeth.

Zeker de hoogste politiemensen moeten voor hem “van onberispelijk gedrag zijn”, omdat het anders zeer moeilijk wordt ervoor te zorgen dat gewone agenten die in de fout gaan hun sanctie nog aanvaarden.

Voorts dringen Cumps en Van Lijsebeth aan op “meer professionaliteit” bij de politie. Meer structuur, standaardisatie en technische ondersteuning moet fouten zoals in het dossier-Van Uytsel vermijden, maar sommige politiemensen hechten ook gewoon teveel belang aan hun imago.

“Er wordt misschien onvoldoende rekening gehouden met het algemeen belang”, aldus Cumps. Om een en ander recht te trekken, wil het Comité P in de toekomst strikter gaan toezien op de uitvoering van zijn aanbevelingen, via het vastleggen van concrete verantwoordelijkheden en timing. Want momenteel verdwijnen evidente aanbevelingen nog te vaak in de schuif, besluit Van Lijsebeth.

Bron » De Morgen

Comité P wil draaiboek voor moordonderzoeken

Er moet dringend een draaiboek komen voor moordonderzoeken. Dat zegt het Vast Comité van toezicht op de politiediensten (Comité P) in zijn rapport over het politioneel onderzoek in het strafdossier-Annick Van Uytsel.

Het Comité P ging na hoe de politie het onderzoek naar de moord op Annick Van Uytsel heeft gevoerd. Het rapport lekte al uit in de pers en geeft aan dat Ronald Janssen al kort na de moord verschillende keren als mogelijke dader in beeld kwam. Met de informatie werd uiteindelijk niets gedaan. Later werden ook Shana Appeltans en Kevin Paulus nog vermoord.

In zijn aanbevelingen – die te lezen zijn op de website van het Comité P – stelt het Vast Comité onder meer dat er dringend een draaiboek voor moordonderzoeken moet komen. Daarin dienen richtlijnen te staan over het afstappen ter plaatse, checklists, het leiden van het onderzoek, het gebruik van misdrijfanalyses, het omgaan met tips, …

Daarnaast benadrukt het Comité P ook het belang van informatiebeheer, het voorzien van opleidingen en aandacht voor misdrijf- en profielanalyse. Tot slot pleit de politiewaakhond voor het doorbreken van de “hegemonie van de onderzoeker”.

Het Comité P stelt vast dat onderzoekers nu geen enkele inmenging in “hun” onderzoek dulden en dat dit in heel wat gevallen negatieve gevolgen heeft voor het strafonderzoek. Daarom breekt het een lans voor controle vanuit het hiërarchisch gezag binnen de politiedienst.

Bron » De Standaard

Comité P: “Politie steelt met gemak inbeslagnames”

Politiemensen kunnen gemakkelijk inbeslaggenomen geld, drugs, juwelen en andere luxeproducten stelen. Dat blijkt uit een nieuw ‘observatoriumrapport’ van het Comité P, dat de politie controleert. Het comité waarschuwt dat het geregeld onderzoeken voert naar verdwenen inbeslagnames. In de meeste dossiers is geld verdwenen, soms zelfs tienduizenden euro’s.

Daardoor slaat justitie een mal figuur. Zo vond het parket in een bepaald dossier onvoldoende bewijzen tegen een verdachte bij wie duizenden euro’s in beslag waren genomen. Toen het geld teruggegeven moest worden, bleek het nooit te zijn gestort op de rekeningen van het orgaan voor inbeslagnames. Intussen was het geld ook verdwenen uit de kluis van de politie.

Al te vaak worden de daders niet gevonden, stelt het Comité P vast. De diefstallen worden vaak pas na jaren ontdekt. “Problemen met inbeslagnames zijn in bepaalde politiediensten al lang bekend, maar het duurt lang voordat er een oplossing is”, luidt het.

Bij de lokale politie Brussel/Elsene bijvoorbeeld zijn al in 2005 lacunes ontdekt. Het Comité P stuurde daarover heel wat brieven, maar er zijn nog altijd geen waterdicht richtlijnen.

Het Comité P klaagt over allerlei organisatorische disfuncties in de rest van het land. Sommige politiekorpsen hebben helemaal geen kluizen of meerdere politiemensen hebben toegang tot de kluizen. Of de registers worden niet goed bijgehouden.

In zijn rapport somt het Comité P nog meer wanpraktijken bij de politiediensten op. Zoals de sirene opzetten om files te ontwijken of parkeren op het trottoir van de Wet- straat om persoonlijke inkopen te doen. Of een steekpartij waar door nalatigheid geen patrouille noch een ambulance naartoe is gestuurd. Ook zijn niet alle werkstations voor 101-oproepen bemand.

Een meer structureel probleem is het misbruik van de politiedatabanken. In 2009 zijn verschillende politiemensen vervolgd voor het schenden van hun beroepsgeheim. Uit pure nieuwsgierigheid hebben politiemensen vertrouwelijke informatie over de zelfmoord in juni 2009 van zangeres Yasmine opgezocht. Meestal wordt gezocht naar privégegevens over ‘ex-partners’ of ‘kandidaat-partners’.

Het Comité P controleert ook de ‘bijzondere inspectiediensten’, waarvan de inspecteurs de bevoegdheden van een ‘officier van de gerechtelijke politie’ hebben. Uit onderzoek door de Algemene Directie Controle & Bemiddeling, de vroegere economische inspectie, blijkt dat de inspecteurs onvoldoende weten wat hun bevoegdheid precies inhoudt.

Het Comité P kreeg het voorbije jaar 2.401 klachten over politiemensen, een recordaantal. Maar slechts 15 procent van de klachten blijkt gegrond. De meeste klachten gaan over onjuiste vaststellingen of agressie.

Topman Comité P. buiten vervolging gesteld voor lasterlijke aangifte

Henri Berkmoes, directeur-generaal van de dienst Enquêtes van het Vast Comité P., is woensdag door de raadkamer in Gent buiten vervolging gesteld voor lasterlijke aangifte. Dat vernam Belga uit goede bron.

De klacht was ingediend door Walter Demoerloose, voormalig lid van de dienst Enquêtes en speurder in onder meer de zaak rond Freddy Horion en de Bende Van Nijvel. De 63-jarige Demoerloose werd op 17 maart 2008 afgezet als lid van de dienst Enquêtes, nadat hij de politievakbond VSOA had gemeld dat er een gerechtelijk onderzoek liep naar een van de leden van het Vast Comité.

Volgens Demoerloose werd hij buitengewerkt door directeur-generaal Berkmoes, omdat hij bepaalde wantoestanden aan het licht bracht. Berkmoes stelde een pv op waarin hij aangaf dat Demoerloose zijn beroepsgeheim had geschonden, door het lekken van een brief van Horion en van details over verschillende gerechtelijke onderzoeken.

Demoerloose moest zich verantwoorden voor de correctionele rechtbank van Gent, maar werd eind vorig jaar vrijgesproken van schending van het beroepsgeheim.

Hij diende op zijn beurt klacht in tegen Henri Berkmoes wegens lasterlijke aangifte. Volgens Demoerloose mocht Berkmoes als betrokken partij niet zomaar een pv opstellen om hem proberen de mond te snoeren. De raadkamer in Gent oordeelde woensdag echter dat Berkmoes niet vervolgd moet worden voor de correctionele rechtbank.

Bron » De Morgen

Comité P wil vanaf nu ook proactief optreden

Comité P, dat toezicht houdt op de politiediensten, wil niet langer een louter repressieve rol spelen. Het comité is van plan om proactief op te treden en een meer constructieve rol te gaan spelen, meldt La Dernière Heure vandaag.

“In de komende jaren zal Comité P op systematische wijze zoeken naar de disfuncties en slechte gewoonten die zich geïnstalleerd hebben in de tientallen politiediensten in het land”, zo staat in de krant. Voortaan zal het comité bij klachten over twijfelachtige praktijken in de eerste plaats de disfuncties identificeren en remedies voorstellen.

Bron » De Morgen