Ruim 150 lijken hebben geen naam

Vorig jaar kon de cel Verdwijningen van de Federale Politie op stoffelijke resten van 12 personen geen naam plakken. “Maar over de laatste 10, 12 jaar heb ik hier nog meer dan 150 openstaande dossiers”, zegt Guido Van Rillaer. Bij deze twaalf personen zijn acht mannen, een vrouw en drie mensen van wie een lichaamsdeel, zoals een dijbeen, werd gevonden.

“We hebben echt alles al geprobeerd”, zegt Alain Remue van de Cel Verdwijningen van de federale politie. In Belgische psychiatrische instellingen zitten nog eens drie mensen met geheugenverlies, van wie de Cel Verdwijningen vruchteloos heeft geprobeerd de identiteit te achterhalen.

België is volgens commissaris Van Rillaer het enige Europese land dat binnen de politie een centrale dienst heeft die systematisch gegevens over vermisten personen verzamelt en vergelijkt. “Inclusief internationale seiningen uit andere landen. Maar soms duurt het lang voor een plaatselijke dienst beslist om die uit te sturen.”

Het Belgisch systeem bewijst wel degelijk haar nut. “We kregen een jaar of twee, drie geleden een Duits bericht over een amnesiepatiënt binnen. Door onze database heb ik dat kunnen koppelen aan een verdwijning in een andere Duitse regio. Wij hebben voor een doorbraak gezorgd doordat in onze gegevens een match opdook.”

De meeste van die onbekende lichamen worden snel begraven. “Het zou me verbazen als men een lichaam lang bewaart”, zegt Van Rillaer. “Het hangt ook van parket tot parket af, zij beslissen. Als het lichaam bij een begrafenisondernemer ligt, speelt ook het kostenplaatje. Wij vragen wel een volledig post mortem onderzoek voor de begrafenis, zodat men alle details heeft die identificatie mogelijk kunnen maken, zodat er materiaal is waaruit je eventueel later DNA kunt trekken. Eigenlijk doet het er daarna niet echt toe of het lichaam nu in een mortuarium ligt of het begraven wordt.”

In de regel komt de onbekende persoon dan terecht op de begraafplaats van de gemeente waar hij of zij gevonden werd. Heel soms gaat het lichaam jaren later terug naar huis. “Vorig jaar heb ik een Albanese verdwijning uit 1998 kunnen matchen. De stoffelijke resten zijn teruggevlogen naar zijn familie. Al die dossiers zijn stuk voor stuk menselijke drama’s. Daarom ben ik keer op keer blij als we mensen het ‘slechte’ nieuws kunnen melden dat we hun naaste hebben geïdentificeerd. Dan kunnen ze tenminste aan het rouwproces beginnen.”

Bron » De morgen

DNA-gegevensbank NICC wordt uitgebreid

Volgens de algemeen directeur van het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie (NICC), Jan De Kinder, zou de DNA-bank van het NICC “binnenkort” worden uitgebreid met de genetische profielen van verdwenen personen en verdachten. Het is onder andere dankzij deze DNA-bank dat de drie verdachten van de brutale moord op Kitty Van Nieuwenhuysen opgepakt konden worden.

Momenteel beschikt het NICC over twee gegevensbanken. De DNA-gegevensbank “Criminalistiek” verzamelt 12.600 genetische profielen die werden opgesteld op basis van verdachte sporen op plaatsen van de misdaad. De gegevensbank “Veroordeelden” bevat de genetische profielen van 11.900 geïnterneerde of veroordeelde personen.

“Momenteel is de kans dat we een zaak kunnen oplossen één op zes, maar in Groot-Brittannië zitten ze aan 40 procent”, aldus Jan De Kinder. “We kunnen het systeem verbeteren door er profielen in te steken die verband houden met kleinere feiten. De evaluatiecommissie voor het DNA-onderzoek zal in de loop van de komende dagen haar rapport overmaken aan de ministerraad.”

Bron » De Morgen

“Tarieven DNA-onderzoeken blijven tijdelijk van toepassing”

De oude tarieven in verband met de gerechtelijke DNA-onderzoeken blijven tijdelijk van toepassing. Dat heeft minister van Justitie Laurette Onkelinx laten weten in een reactie op de berichten waaruit blijkt dat het gerechtelijke DNA-onderzoek dreigt stil te vallen omdat de minister de tarieven van de laboratoria tot zowat een kwart herleidde.

Onkelinx noemt die “sabotage” in een persbericht volkomen onjuist. “De tekst van het KB maakte het immers reeds mogelijk dat de minister van Justitie overschrijdingen van de honoraria toelaat, wanneer de omstandigheden van het onderzoek dit vereisen”.

Onkelinx wijst er verder op dat afgelopen woensdag overleg is opgestart met de vertegenwoordigers van de betrokken laboratoria, “om de barema’s aan te passen aan een aantal gevallen die niet werden gepreciseerd in het KB”.

De oude tarieven blijven tijdelijk van toepassing, aldus Onkelinx. Op basis van de lopende gesprekken wordt een nieuw barema-rooster opgesteld, dat zal worden voorgesteld op de volgende werkvergadering op woensdag 6 juni, besluit Onkelinx.

Bron » Het Laatste Nieuws

Zaak Dutroux definitief afgesloten

De Belgische justitie heeft de zaak Dutroux definitief afgesloten. De doofpot blijft dicht. De vele vragen en tegenstrijdigheden in het dossier zullen nooit opgelost worden. Oorspronkelijk was een genetisch onderzoek aangevraagd van de duizenden haartjes die in de woningen, de auto’s en de kleren van Dutroux waren aangetroffen.

Maar dinsdag stelde de Kamer van Inbeschuldigingstelling met een ongelooflijk cynisme dat ‘zelfs indien de analyse van de haartjes voltooid zou worden, ze nooit een nuttig element zou opleveren om de waarheid aan het licht te brengen’. Waarom is men dan ooit begonnen met het verzamelen van die haartjes? Ze hebben niets onderzocht, en ze weten toch al dat het onderzoek niets zal opleveren.

In gewone mensentaal betekent dat iets heel simpels: men wil gewoon niet verder zoeken. Men wil niet tot op het bot gaan. En daarvoor kan maar één verklaring zijn: men wil een aantal hooggeplaatste cliënten van Nihoul en Dutroux beschermen. De gemiddelde krantenlezer weet allicht niet dat een ander DNA-onderzoek wel bewijzen opleverde voor het bestaan van een netwerk. Bij het onderzoek van de kelder waar Julie, Sabine, Mélissa en Laetitia gevangen werden gehouden, vond men een veeg bloed op de muur.

Uit DNA-tests blijkt dat het bloed afkomstig is van ‘een persoon van wie het geslacht niet kon worden bepaald, maar waarvan het biologische spoor werd gedetecteerd in combinatie met dat van Julie Lejeune, en waarvan het genetische profiel met geen enkele andere persoon uit het dossier – daders, slachtoffers, anderen – correspondeert’.

Dezelfde formulering wordt gebruikt voor elk van de zestien beschreven stalen, die afkomstig zijn van stukjes beddengoed, gebruikte verbanden, bloedspatten en kledingstukken elders in het huis van Dutroux. Volgens de officiële versie van de Belgische justitie was Dutroux een geïsoleerde pervert en was er geen sprake van netwerken, kinderprostitutie of georganiseerde pedofilie. Als dat waar is, dan kunnen behalve de slachtoffers alleen Dutroux, Michele Martin en Weinstein in die kooi zijn geweest. Maar het DNA is niet van hen afkomstig. Dit komt niet uit de X-dossiers.

Het komt uit een officieel rapport van het Nationaal Instituut voor Criminologie dat gepubliceerd werd op 5 juli 2000, en dat daarna netjes in de doofpot werd gestopt. Dat rapport vermeldt niet minder dan zesentwintig ‘onbekende personen’ die in het huis van Dutroux moeten zijn geweest. Enkele daarvan waren vrouwen of meisjes. Er zijn dus waarschijnlijk niet alleen onbekende daders in het spel maar nog onbekende slachtoffers.

Bron » De Morgen