Ministers blijven hun tanden breken op justitie. De zaak-Julie Van Espen legt een open zenuw bloot. De politiek vindt rechters lastpakken die elke hervorming tegenhouden, rechters halen hun neus op voor politici die door slechte wetten en besparingen de rechtsstaat ondergraven. Komt het nog goed?
Pol Van Iseghem is de ‘Mister Excel’ van justitie. De voorzitter van het College van Hoven en Rechtbanken, de koepel boven alle 1.621 actieve rechters en 6.000 personeelsleden, beheert de tabellen met het aantal magistraten dat per rechtbank voorzien is, hoeveel er effectief werken, de stand van de vacatures en de rekrutering. Van Iseghem klopt maandelijks met justitie minister Koen Geens (CD&V) af welke vrije plekken prioritair ingevuld worden, volgens het beschikbare budget. ‘Vroeger was er alleen overleg als er geld beschikbaar was’, vertelt hij.
Het klinkt allemaal weinig spectaculair, maar bij justitie is het een omwenteling. Bovendien heeft het volgens Van Iseghem een belangrijk manco opgelost. Er is eindelijk zicht op wie er bij welke rechtbanken werkt. Excuseer? Kent justitie haar eigen volk niet? ‘De federale overheidsdienst (FOD) Justitie weet alleen bij benadering het aantal magistraten’, klinkt het. Dat komt omdat hun lonen uitbetaald worden door een afdeling die geen onderdeel is van de FOD.
Blinde vlek
Zieke magistraten zijn ook een blinde vlek, omdat ze doorbetaald worden, waardoor de overheid vaak niet weet dat ze ziek zijn. En hen vervangen kan niet zomaar, want rechters zijn voor het leven benoemd. Tijdelijk aanwerven is onmogelijk en een nieuwe rekruut veroorzaakt bij de terugkeer van een magistraat uit ziekteverlof meteen een overtal in het korps. Pensioenen zijn ook een moeilijke kwestie. De vacature voor wie op pensioen gaat, wordt pas geopend na zijn vertrek. Met als gevolg dat veel vrijgekomen zitjes bijna een jaar leeg blijven. Het wordt binnen justitie geduid als een slinkse besparingsmaatregel.
Het gerecht vonnist onafhankelijk. Dat is de regel van het spel in de rechtsstaat. Maar in zijn werking en financiering is het allerminst autonoom. Het geld om de rechters te betalen, maar ook om de lampen te doen branden, de laptops te betalen of de rollen wc-papier te kopen, loopt via het kabinet en de ambtenarij.
Mini-kmo’s
Op de tekentafel liggen revolutionaire hervormingsplannen die moeten verzekeren dat de hoven en rechtbanken niet langer direct aan het infuus liggen bij de politiek. Het totaalbudget zou tussen de minister en de magistratuur worden afgeklopt, waarna het gerecht zelf personeel en middelen verdeelt over de rechtbanken.
Die krijgen dan als mini-kmo’s het beheer over hun eigen personeelsbeleid, informatica, werkingskosten en gebouwen, met een externe manager als chef. ‘Het vastgoedbeheer gebeurt nu door de Regie der gebouwen’, zegt Van Iseghem. ‘Er zijn dure, nieuwe justitiegebouwen gezet, zoals in Kortrijk. Mooi gebouw, daar niet van, maar in de zomer wordt het er 40 graden omdat er niet eens zonnewering is.’
De bestaande gebouwen zijn aan renovatie toe. ‘In Antwerpen konden assisenzittingen niet doorgaan omdat er geen zaal meer was. In de zaal van het Luikse hof van beroep hangen netten omdat stukken plafond naar beneden vallen. En zo zijn er nog veel voorbeelden.’ De magistratuur wil komaf maken met de ‘brokkeljustitie’ door het heft in eigen handen te nemen. Maar de hervorming is afgeblazen. De parketten wilden niet meedoen, de rechters aanvankelijk wel. Maar die zijn intussen ook afgehaakt. Na een koehandel over centen kwam een akkoord uit de bus over de budgetten, maar het beloofde extra geld is nooit op tafel gelegd.Van Iseghem: ‘Wij stappen niet mee in scenario’s waar wij de miserie moeten verdelen in de plaats van de minister.’
Het is de evergreen op justitie. Er heerst een structureel wantrouwen tussen de magistraten en de minister. ‘Ik herinner me dat ik in mijn beginperiode als minister een brief stuurde naar een hof van beroep met grote achterstand om er wat vaart achter te zetten’, zegt Stefaan De Clerck (CD&V), justitieminister tussen 2008 en 2011. ‘Er werd meteen geëist dat ik ontslag nam omdat ik de scheiding der machten had geschonden.’
Marsen
Geens krijgt net als zijn voorgangers bakken kritiek. Het gerechtelijke apparaat loopt storm tegen Geens’ hakbijl. Magistraten en advocaten in toga, griffiers, secretarissen en gerechtspersoneel houden marsen op het ministeriële kabinet om ‘justitie te redden’. Ze zijn het bloedbad aan besparingen beu, zeggen ze.
Het grootste punt van kritiek is dat Geens bespaart door het magistratenkorps op maar 90 procent te houden van wat wettelijk afgesproken is. In sommige rechtbanken ligt dat percentage nog lager door een hoog aantal burn-outs, ziekte verzuim en vacatures die bij gebrek aan kandidaten maar niet ingevuld raken. De griffies – de secretariaten – zouden zelfs maar op 70 tot 80 procent van hun afgesproken bemanning draaien.
De voorzitter van de Brusselse ondernemingsrechtbank trok pas nog aan de alarmbel. Hij stelde dat hij zestien magistraten nodig heeft om alle dossiers te kunnen bolwerken, er wettelijk elf zouden moeten zijn, en er in realiteit zes werken.
Besparingen en onderbemanning worden genoemd als reden voor de dramatische dood van Julie Van Espen. Haar moordenaar liep ondanks een veroordeling tot vier jaar cel vrij rond door een uitblijvend vonnis bij het Antwerpse hof van beroep. Dat kwam volgens het hof door de sluiting van kamers door een tekort aan rechters. Daardoor bleef het dossier onderaan de stapel liggen. De sluiting van kamers is zeker niet beperkt tot Antwerpen. Ook in Henegouwen en Luik gingen delen van de rechtbank onlangs dicht. Maar in Antwerpen kende het besluit wel een dramatische uitkomst.
Het was de afspraak in de regering-Michel om op alle departementen 12 procent te besparen op personeel. En er is 28 procent gesnoeid in de werkingsmiddelen. Justitie is in heel wat begrotingsrondes ontzien, maar dat betekent niet dat geen enkele afdeling moest besparen. Er kwam extra geld bij voor de aanpak van terrorisme, maar bij de rechtbanken moest wel degelijk bespaard worden.
Geen massale besparingen
De cijfers duiden ook niet op massale besparingen. Uit een navraag blijkt dat het budget van justitie stabiel is gebleven. In 2014 kreeg het 1,92 miljard euro, dit jaar is dat 1,93 miljard. Het budget voor personeel is dit jaar 694 miljoen, tegenover 645 miljoen in 2016.
Per inwoner geeft België 102,1 euro uit aan de rechterlijke macht. Dat is meer dan Frankrijk, Finland, Italië, Spanje of Denemarken, maar minder dan Nederland, Oostenrijk of Duitsland. Dat blijkt uit de cijfers van de Europese statistiekdienst Eurostat. Ons cijfer is bijna gelijk aan het gemiddelde van de eurozone (104 euro). ‘In het Belgische cijfer zit wel nog niet het budget voor de Raad van State, het Grondwettelijk Hof en onze administratieve rechtbanken’, stelt Benoît Allemeersch, advocaat en rechtenprofessor aan de KU Leuven. ‘In realiteit geven we dus een goeie 108 euro per inwoner uit, wat ons boven het gemiddelde van de eurozone brengt, maar nog net onder de kopgroep.’
Een gebrek aan rechters lijkt ook niet het probleem te zijn. Met 14 rechters per 100.000 inwoners telt België er minder dan Duitsland (24,18), maar meer dan Nederland (13,65) en Frankrijk (10,44). Bovendien heeft ons land 7,61 parketmagistraten per 100.000 inwoners, meer dan Duitsland (6,7), Nederland (5,43) en Frankrijk (2,92).
Taboe
In de strijd over besparingen blijft één taboe onbesproken: de werklastmeting. Die zou objectief moeten vastleggen hoeveel dossiers rechtbanken en individuele magistraten verwerken en daar middelen aan koppelen. De afgesproken ‘personeelskaders’ gaan nog terug op de situatie in de jaren 60. ‘De invulling ervan had niets met objectieve werklast te maken, wel met gesjacher, vaak via gelobby bij een minister of parlementslid uit hun arrondissement’, zegt Allemeersch.
De werklastmeting spookt rond in elke discussie over een efficiënte justitie. Maar door heroïsche tegenkanting vanuit de parketten en de rechters is ze nog altijd niet ingevoerd. ‘Omdat iedereen weet dat de middelen en het personeel onjuist verdeeld zijn over de rechtbanken en de parketten. Het is geen geheim dat Antwerpen fors benadeeld is tegenover Brussel. Daarom wordt vanuit de hoofdstad ook zo tegengesparteld’, zegt een insider. Het College van Hoven en Rechtbanken zegt dat het metingen gaat invoeren. ‘Ik geloof niet meer dat het vanuit justitie zelf gaat komen’, stelt een ex-magistraat. ‘Ik heb in mijn carrière meer inspanningen gezien om het te torpederen dan het te doen slagen. Zonder het te outsourcen komt het er nooit van. En in tussentijd vaart de tanker blind. Het gevolg is bekend. Heel veel rechters werken zich de pleuris en anderen – gelukkig een minderheid – doen het kalmpjes aan.’
Collectief falen
Het collectieve falen van politie en justitie in de Dutroux-affaire trok midden jaren 90 een cascade aan hervormingen in gang. Twintig jaar later klonken met de terreuraanslagen dezelfde echo’s. De moord op Julie is niet zomaar af te doen als een uiterst ongelukkige samenloop van omstandigheden. Daarvoor waren er de voorbije jaren te veel incidenten die de publieke opinie schokten. Met beelden van juichende bendeleden die vrijkomen door proceduremissers of fraudeurs en criminelen die na hun veroordeling of door verjaring van de feiten geen dag in de cel moeten.
Behalve Vlaams Belang reageert de politiek omzichtig op de dood van Julie. Twee weken voor de verkiezingen is de vrees groot om beschuldigd te worden van politieke recuperatie. Voorzichtig wordt gewag gemaakt van organisatorisch wan beheer en een gebrek aan efficiëntie.
Niemand kan goed de vinger leggen op waar het nu precies hapert. De meeste bronnen wijzen op een combinatie van mankementen die een efficiënte werking blokkeren. En er is de blijvende overbevolking in gevangenissen, waardoor heel wat straffen niet uitgevoerd worden. Een verzachtend element is dat geplande nieuwe gevangenissen vertraging oplopen in de Belgische vergunningsjungle.
Koterij
Bovendien is justitie nog altijd een koterij. Allemeersch: ‘Ons land telt te veel rechtbanken en hoven. Er zijn nog 200 vredegerechten, tegenover 50 in Nederland. Overal in ons land zijn nog afdelinkjes van rechtbanken, vaak in slecht geïsoleerde gebouwen waar maar een paar zittingen per week zijn. Dat verslindt geld, aan onder meer energie- en transport kosten. Onder voormalig minister van Justitie Annemie Turtelboom (Open VLD) waren er wel fusies, maar die hadden minder om het lijf dan het werd voorgesteld. De meeste lokale afdelingen zijn gewoon blijven bestaan, onder druk partijpolitiek gelobby om de rechtbanken te behouden.’
Het grootste drama is de digitalisering. Vele pogingen ten spijt blijft justitie een computerwoestijn. De overheid vergooide vanaf 2001 tientallen miljoenen euro’s aan het totaal geflopte Phenix-project. Dat trauma hypothekeerde nieuwe initiatieven, omdat het veel tegenkanting opriep om één systeem van bovenaf op te leggen.
Geens was de volgende in de rij die het gerecht eindelijk de 21ste eeuw in zou loodsen. Er zijn stappen vooruit gezet. Advocaten kunnen hun conclusies – argumenten in een zaak – elektronisch indienen. De faillissementsrechtbanken werken met een volledig elektronisch dossier. Het zijn sterretjes in een donkere poolnacht. Justitie wordt nog altijd omschreven als een Holle Bolle Gijs die papier verslindt.
De rechtbanken werken vandaag met dertien IT-systemen los van elkaar. Die draaien vaak nog op software uit de jaren 90. ‘Er is geen digitale mindset’, zegt Hugo Lamon, de woordvoerder van de Orde van de Vlaamse Balies. ‘Het is de aard van het beestje. Justitie leefde tot tien jaar geleden in ‘splendid isolation’. De boodschap was: we zijn onafhankelijk en aanvaarden geen pottenkijkers. Bovendien waren er veel kleine eilandjes, waar iedereen wel de baas was van iets. Probeer dan maar eens tot een uniforme werking te komen. Die mentaliteit is er bij de nieuwe generatie wat uit, maar het blijft moeilijk om de zware erfenis uit het verleden op te kuisen.’
Octopus
Justitie is nog het best te omschrijven als een octopus waarvan elke poot het liefst zijn eigen leven leidt. Die mentaliteit maakt de magistratuur tot een slangenkuil met evenveel ruzies als meningen. Dat maakt het moeilijk onderling consensus te vinden, laat staan akkoorden te sluiten met een minister.
Er is een nieuwe poging bezig om met één IT-systeem te werken. Het College van Hoven en Rechtbanken had een eigen ontwikkeling voorgelegd aan Geens, maar die koos uiteindelijk voor Mach. Dat is de applicatie voor de vredegerechten, die zou worden overgezet naar andere rechtbanken. Maar bij de correctionele rechtbanken draaide ze al flink in de soep.
Justitie moet tegen begin 2020 een grote databank met alle arresten en vonnissen klaarhebben. ‘Maar daar is geen geld voor’, zegt Van Iseghem. ‘Er is voor IT dit jaar een budget van 42 miljoen. Na aftrek van 28 miljoen kosten en prioriteiten van het kabinet blijft er dit jaar precies 1,2 miljoen euro over om zelf te besteden.’
Black-out
Het schrijnende symbool van die malaise is de black-out voor statistieken die al even bezig is. Niemand – de parketten noch de rechtbanken of de hoven van beroep – kan door computerproblemen nog statistieken publiceren over het aantal rechtszaken en vonnissen.Geens brak net als zijn voorgangers zijn tanden op de digitalisering. Hij hield daarnaast wel een strak hervormingstempo aan met als doel de werking van justitie te verbeteren, waarbij de modernisering van wetboeken eruit sprong. Het kroonjuweel, het nieuwe strafwetboek dat onder meer zedenfeiten veel strenger bestraft, strandde wel met zicht op de meet. Geens kwam overhoop te liggen met de topjuristen die de wetteksten opstelden.
Hij probeerde ook met rechters te schuiven. Na de dood van Julie was Geens boos dat het hof in Antwerpen paste voor de optie om met één in de plaats van drie raadsheren te zetelen in beroepszaken. Dat had capaciteit kunnen vrijmaken.
Geens had geen geld om voor meer magistraten te zorgen, dus ging hij voor minder rechtszaken. Lamon: ‘Hij bemoeilijkte de toegang tot de rechter door een verhoging van de proceskosten. En hij ging voor ‘quick wins’, kleine technische ingrepen om de werklast te verminderen. Maar dat is geen onverdeeld succes omdat het onoverzichtelijk werd.’
Geens mikte voor een vonnis op twee jaar, inclusief beroep. Die belofte kon hij niet waarmaken, zoals de tragische feiten in Antwerpen duidelijk maken. ‘Hij was te veel de professor die wetteksten herschreef en te weinig de vennoot bij het advocatenkantoor (Geens heeft een verleden bij het advocatenkantoor Eubelius, red.) die zich bezighield met management. À décharge: je kunt moeilijk kritiek hebben op een CEO als die bijna niets te zeggen heeft over zijn personeel.’
Bron » De Tijd |