Speciale Turkse gevangenis voor Belgische wapenhandelaar

De Belgische wapenhandelaar Jacques Monsieur, die tien dagen geleden in Istanboel werd gearresteerd en tegen wie Interpol op vraag van België en Frankrijk een internationaal arrestatiebevel had uitgeschreven, is naar een zwaar beveiligde gevangenis overgebracht.

Monsieur werd op 11 mei gearresteerd op de internationale luchthaven van Istanboel. Hij kwam van Iran en wou een vlucht naar België nemen. Monsieur had geen paspoort bij zich, wel een hem door het Belgisch consulaat in Teheran bezorgd reisdocument.

De wapenhandelaar werd op 12 mei opgesloten in de Metris-gevangenis, maar het voorbije weekeinde “uit veiligheidsoverwegingen” overgebracht naar de maximaal beveiligde gevangenis van Kartal in het Aziatische gedeelte van Turkije. Kartal bevat cellen voor één of drie gedetineerden, aldus het persagentschap Anatolia.

Volgens het agentschap kan de voorlopige hechtenis van Monsieur, conform de Europese Conventie over de uitlevering van misdadigers, verlengd worden tot veertig dagen in het geval de uitleveringsprocedure naar België niet tijdig rond raakt.

Nog steeds volgens Anatolia, hadden de Franse autoriteiten Monsieur in 1999 opgepakt en, op vraag van de VS die Monsieur beschuldigen van wapenverkoop aan Iran, een gerechtelijke procedure tegen hem opgestart. Monsieur verdween evenwel en dook vervolgens op in Iran. Teheran bevestigde dat de Belg was gearresteerd op verdenking van spionage en stond Monsieur niet toe, Belgische diplomaten te ontmoeten.

Het internationale arrestatiebevel was tegen Monsieur uitgevaardigd op 25 oktober 2001, nadat hij bij verstek tot vijf jaar cel was veroordeeld door de correctionele rechtbank in Brussel. Monsieur kreeg die celstraf en een boete van 9.915 euro voor wapenhandel naar landen onder embargo (onder meer Iran, China, Ecuador, Burundi en Kroatië), oplichting, misbruik van vertrouwen, valsheid in geschrifte en witwaspraktijken tussen 1986 en 2000.

Bron » De Standaard

Belgische wapenhandelaar in Turkije opgepakt

Jacques Monsieur, een 49-jarige Belg die betrokken is bij internationale wapentrafiek, is zaterdag in Turkije gearresteerd. Dit meldde Le Soir, het bericht wordt bevestigd door Buitenlandse Zaken.

Tegen de man werd op 25 oktober 2001 een internationaal aanhoudingsbevel afgeleverd na zijn veroordeling bij verstek tot vijf jaar cel door de correctionele rechtbank in Brussel. Monsieur kreeg die celstraf hoofdzakelijk voor wapenhandel naar landen onder embargo (onder meer Iran, China, Ecuador, Burundi en Kroatië). Ook in Frankrijk loopt tegen hem een onderzoek.

Monsieur was vorig jaar in Iran veroordeeld wegens illegale wapenhandel, maar had zijn straf kunnen afkopen. Hij heeft een document ondertekend waarin hij zich ter beschikking stelt van de Belgische gerechtelijke autoriteiten en kreeg in ruil een vrijgeleide naar België.

Monsieur was via Istanbul onderweg naar Brussel en werd in Turkije bij een identiteitscontrole opgepakt omdat hij internationaal geseind stond. Het Belgische gerecht wachtte hem op Zaventem op, het is niet duidelijk of de Turkse autoriteiten ingelicht waren.

Bron » De Standaard

Belgische wapenhandelaar veroordeeld in Iran

De Belgische wapenhandelaar Jacques Monsieur is wegens onder meer onwettige wapenhandel door een militaire rechtbank in Iran veroordeeld tot tien jaar gevangenisstraf. Monsieur, die al meer dan een jaar in voorarrest zat, gaat wellicht niet in beroep en zou zijn celstraf afkopen. De wapenhandelaar is recent in ons land bij verstek tot vijf jaar opsluiting veroordeeld.

De uitspraak van de Iraanse rechtbank viel al een week geleden, maar raakte nu pas bekend. Monsieur was een jaar geleden gearresteerd. Volgens goed ingelichte bronnen werd hij aangehouden tijdens een vergadering met legerofficieren in de Oost-Iraanse stad Mashad.

De Iraanse autoriteiten zijn steeds bijzonder karig met informatie geweest. Lange tijd werd alleen gezegd dat “een Belg” met de naam “sjeik Monser” wegens spionage was aangehouden. De Iraanse autoriteiten verantwoordden de geheimhouding met het argument dat het om een militaire affaire ging.

De wapenhandelaar Jacques Monsieur heeft geen onbesproken reputatie. Een Belgische rechtbank heeft hem op 25 oktober tot vijf jaar gevangenisstraf veroordeeld, onder meer wegens illegale wapenhandel.

Monsieur woonde op het ogenblik van zijn veroordeling in Frankrijk, maar ook daar liep een onderzoek tegen hem. De Franse autoriteiten hadden daarom zijn Belgisch paspoort in beslag genomen. Toen hij in Iran gearresteerd werd, had hij een Ivoriaans paspoort op zak.

In Frankrijk was Monsieur verwikkeld in het Elf-Aquitaineschandaal waarin onder meer ook gewezen minister Roland Dumas werd vernoemd. Monsieur zou in opdracht van Elf de wapens hebben geleverd waarmee de president van Congo-Brazzaville, Pascal Lissouba, in een bloedige staatsgreep ten val werd gebracht. Volgens Lissouba werd hij afgezet omdat hij een akkoord had gesloten met Amerikaanse oliemaatschappijen.

De Iraanse rechtbank heeft Monsieur veroordeeld wegens onder meer illegale wapenhandel, samenzwering en het onwettelijk bezit van vertrouwelijke documenten. Het zou gaan om bestekken en lastenboeken van het Iraanse leger of van wapenfabrieken. De militairen die samen met hem gearresteerd werden, zijn voor gelijkaardige feiten veroordeeld en ondertussen weer vrijgekomen.

Monsieur had erg nauwe contacten met Iran. Hij was een verbindingsman voor de export van de Iraanse wapenindustrie en zou ook geprobeerd hebben Teheran aan Stinger-raketten te helpen. Mogelijk is hij het slachtoffer geworden van een afrekening tussen hervormers en behoudsgezinden, een tegenstelling die in Iran ook binnen het leger speelt.

De militairen waarmee Monsieur samenwerkte, zouden aangeleund hebben bij de hervormers. Er zou ook sprake zijn van steekpenningen die de behoudsgezinden de andere groep niet gunden.

De Belgische wapenhandelaar kreeg tien jaar cel. Hij zat voor zijn proces al één jaar in de gevangenis. Volgens de Iraanse wet kan hij de rest van zijn straf vrijkopen. Monsieur moet hiervoor 400.000 dollar betalen, een bedrag dat hij zonder veel moeite op tafel zou kunnen leggen.

Als Monsieur vrijgelaten wordt, zal hij normaal gezien naar België uitgewezen worden. Daar wacht hem de gevangenisstraf wegens zijn veroordeling. Monsieur zou daarom in beroep willen gaan tegen de uitspraak in België.

Bron » De Standaard

Opgepakte Belgische spion mogelijk terecht

De Belg-Ivoriaan die al enkele maanden in een Iraanse cel zou zitten maar nooit geïdentificeerd kon worden, is mogelijk Jacques Monsieur. Le Soir citeert de Franse publicatie Lettre du continent.

Bronnen bij de Franse inlichtingendienst omschrijven de 48-jarige voormalige militair als een vertrouweling van de Belgische militaire inlichtingendienst. Hij zou ook in het bezit zijn van een Ivoriaans diplomatiek paspoort, wat de verwarring rond zijn nationaliteit zou kunnen verklaren.

Buitenlandse Zaken in Brussel zal de Iraanse overheid vragen of ze de identiteit kan bevestigen.

Bron » De Standaard

Wapensmokkelaar met legerconnecties

Terwijl ons land zijn soldaten op vredeszending stuurt naar Afrika of de Balkan, zijn er Belgen die in diezelfde gebieden het oorlogsgeweld instandhouden door massale illegale wapenverkoop. Tegen een van de belangrijkste onder hen, Jacques Monsieur, is het Brusselse parket sinds 1980 al minstens zeven strafonderzoeken begonnen. Niet één daarvan bracht Monsieur in de voorbije twintig jaar voor de rechtbank.

Toch leverden het parket van Brussel en de speurders telkens bewijzen van de illegale wapentransacties van Monsieur. Het was boter aan de galg. Al een half dozijn onderzoeksrechters beet zijn tanden stuk op Monsieur, maar de man blijkt onaantastbaar – en dat is lang niet alleen de fout van de justitie. Die werkt in Brussel allang met een chronisch tekort aan manschappen, vooral in financiële dossiers zoals die over de wapenhandel.

Jacques Monsieur is een jurist uit Halle. Hij is ook een kapiteincommandant van de reserve bij de Belgische pantsertroepen. Kort na zijn opleiding als officier, in het begin van de jaren tachtig, dook hij meteen in de wapenhandel. Zijn militaire connecties speelden daarbij duidelijk een belangrijke rol. Hij was namelijk ook bijzonder goed thuis bij de spionagediensten van het leger, meer bepaald de SDRA in Evere. Hij was tevens vertrouwd met de aankoopdiensten van het leger.

Tot Monsieurs eerste zakenrelaties behoorde onder anderen commandant Jos Van Tichelen, een man die na een carrière in de aankoopdiensten van het leger overstapte naar Krauss-Maffei, de Duitse producent van de Leopard-tanks van het Belgische leger. Van Tichelen stapte zelf in de wapenhandel en werd nadien trouwens ook gerechtelijk veroordeeld.

Door zijn relaties wist Monsieur in twintig jaar tijd op te klimmen tot een van de allergrootste private dealers op de internationale wapenmarkt. Erg belangrijk daarbij was zijn vertrouwensrelatie, opgebouwd in de loop van de jaren tachtig, met de SDRA, de inlichtingendienst van de Belgische legerstaf. In die tijd had Brussel zich ontpopt tot voorname internationale draaischijf van de transithandel in wapens en munitie bestemd voor de oorlogvoerende landen Iran en Irak.

Als legerofficier van de reserve kon Monsieur op die markt enkel een rol van betekenis spelen omdat de Belgische en nog andere pro-westerse militaire inlichtingendiensten (waaronder vooral Israël) daar ook hun voordeel mee deden. Zij kregen immers van figuren die tot dezelfde Atlantische club behoorden, zoals wapenhandelaar Monsieur, kostbare inlichtingen over belangrijke politieke en militaire ontwikkelingen in het Midden-Oosten.

Men mag niet vergeten dat Monsieur in ’85 zowel aan de Libanese falangisten als aan Teheran wapens leverde, meestal onder het waakzame oog van de Mossad. Datzelfde jaar verrichtte de Belgische justitie een eerste huiszoeking in het kantoor in Brussel van Monsieur. Dat viel toen samen met het uitlekken van president Reagans geheime operatie Irangate (de wapens-in-ruil-voor-gijzelaarsdeal). Na die eerste huiszoeking schreef de BOB in haar rapport aan onderzoeksrechter De Ruyver dat “Monsieur en zijn vrienden, samen met een Israëlische firma, duidelijk betrokken waren in de verkoop van 6.000 Amerikaanse TOW-raketten” aan de ayatollahs in Teheran. Kostprijs volgens de BOB: 83 miljoen dollar.

Dat de clandestiene activiteiten van kapitein-commandant Monsieur toen al op een hoger echelon in de westerse militaire hiërarchie naar waarde werden geschat, blijkt uit het relaas dat ons werd gedaan door enkele vroegere officieren met een lange staat van dienst bij de SDRA. Volgens hen ondernam Jacques Monsieur vlak voor de val van de Berlijnse Muur, op het einde van de jaren tachtig, in overleg met de SDRA een reeks reizen naar Polen.

Hij voerde toen gesprekken met belangrijke verantwoordelijken van het Poolse ministerie van Defensie. Polen liep toen voorop in de toenadering met het Westen. Een deel van de legerleiding in Warschau ging toen in West-Europa op zoek naar apparatuur om de communicatielijnen van het ministerie van Defensie met de Poolse ambassades in het buitenland te beveiligen tegen de afluisterinstallaties van de sovjets. De vraag van de Polen werd ernstig genomen in Navo-kringen en ook nader onderzocht. De conclusie was dat alleen de Zwitsers zonder problemen de gevraagde coderings- en decoderingsapparatuur aan de Polen konden leveren.

De affaire illustreert dat een man als Monsieur op het einde van de Koude Oorlog in Atlantische kringen een respectabele insider was, in elk geval net iets meer dan een anonieme medewerker. In dezelfde periode bleef hij ook als illegale wapenhandelaar actief deelnemen aan zijn wederoproepingen als kapitein van de reserve. Daarbij mag men niet uit het oog verliezen dat er in ’89 al vier strafonderzoeken tegen Monsieur liepen op vermoeden van grootschalige wapensmokkel.

Dat de militaire inlichtingendiensten van verschillende Navo-landen en in de eerste plaats de Belgische SDRA in Evere daarover toen uit eerste hand geïnformeerd waren lijdt geen twijfel, maar toch behielden ze een blindelings vertrouwen in Monsieur. “Hij behoorde bij ons al die jaren als het ware tot het meubilair”, zo zei ons een officier met bijna tien jaar dienst bij de SDRA.

Die situatie van dienst en wederdienst bleek ook niet zonder gevolgen. Vroeg of laat zou Jacques Monsieur het vertrouwen verzilveren dat hij in westerse militaire kringen al die jaren had opgebouwd. De clandestiene protectie die hij daar zo lange tijd genoten had, kreeg een prijs. Monsieur aarzelde niet om oud-gedienden bijna mee te sleuren in zijn avonturen.

Zo werd een luitenant-kolonel van de SDRA met meer dan twintig jaar dienst er twee jaar geleden door BOB-speurders van verdacht dat hij als compagnon van Monsieur in de illegale wapenhandel was gestapt. En ook bij de concurrentie van de SDRA, de Belgische staatsveiligheid, liep het mis met Monsieur.

Bron » De Morgen | Walter De Bock