Kan verfijnde DNA-techniek doorbraak brengen?

Geven de weinige DNA-sporen in het onderzoek naar de Bende van Nijvel binnenkort alsnog hun geheimen prijs? Het gerecht krijgt alvast groen licht om buitenlandse technieken toe te passen.

Het type huid, de haarkleur, het risico op erfelijke ziekten, de exacte leeftijd: het zijn slechts enkele van de interessante parameters die verscholen zitten in het DNA van een persoon. In het jargon heet zoiets ‘gecodeerd DNA’.

In tal van buurlanden wordt DNA dat in beslag wordt genomen tijdens een gerechtelijk onderzoek, al op die verregaande manier geanalyseerd. De resultaten die daarbij in cold cases behaald worden, zijn opmerkelijk.

Zo’n analyse is, gezien de privacywet­geving, aan strikte voorwaarden gebonden. In ons land mag het gerecht voorlopig alleen ‘ongecodeerd DNA’ analyseren. Het gerecht kan zo potentiële daders identificeren en nagaan wat het geslacht is van de dader. Maar niet welke haarkleur of leeftijd die dader bijvoorbeeld heeft.

Of een lid van de Bende nu 32 dan wel 38 jaar was op het ogenblik van de feiten? Was hij een tikkeltje kalend, dan wel volledig kaal? Speurders hebben er het raden naar.

Laboratorium in Lyon

Omdat het hier wettelijk niet is toegelaten, is de technologie in België nog niet beschikbaar. Maar in een laboratorium in het Franse Lyon kan het wel. En daar had het nieuwe onderzoeksteam in de zaak van de Bende van Nijvel zijn zinnen op gezet.

Volgens onze informatie is daarvoor, na lange discussies over de wettelijke beperkingen, uitzonderlijk het licht op groen gezet. Al wilde noch het kabinet van minister van Justitie Koen Geens (CD&V) noch het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie (NICC) of het federaal parket daar vrijdag informatie over kwijt. De zaak ligt gevoelig. Het gerecht wil in alle rust en discretie het onderzoek voortzetten, zonder bij nabestaanden hoge verwachtingen te creëren.

Dat de technieken van het Franse laboralorium in Lyon in strijd zouden zijn met de Belgische wet, zoals enkele Franstalige kranten schreven, spreken bronnen tegen. Of de resultaten gebruikt kunnen worden in de rechtbank, is nog onduidelijk.

In het beste geval krijgen de speurders een beter zicht op het profiel van enkele daders. Want over hoe meer details ze beschikken, hoe nauwgezetter een nieuwe robotfoto kan worden opgesteld. En hoe groter de kans om bij een verdachte te komen. Die kan dan weer aan een kruisverhoor onderworpen worden.

Nieuwe onderzoeksdaden

Een zaak is zeker, bevestigt een gerechtelijke bron: achter de schermen is er sprake van een heropleving van het onderzoek, met tal van nieuwe onderzoeksdaden.

De Bende van Nijvel maakte tussen 1982 en 1985 28 dodelijke slachtoffers. De meesten werden neergeschoten tijdens een overval op een warenhuis. De Bende dankt haar naam aan een van haar eerste overvallen, op een Colruyt-warenhuis in Nijvel in september 1983. De laatste overval van de Bende, op het Delhaize-warenhuis in Aalst, was met acht doden de bloedigste. De daders blijven tot vandaag onbekend.

Bron » De Standaard | Pieter Huyberechts

Zorgt wettelijk verboden DNA-onderzoek eindelijk voor doorbraak in dossier Bende van Nijvel?

De speurders in het dossier van de Bende van Nijvel hebben de toestemming gekregen gebruik te maken van zogenaamd coderend DNA om een doorbraak te forceren in het onderzoek. Dat is opmerkelijk want het is wettelijk eigenlijk niet toegelaten om gebruik te maken van coderend DNA in strafonderzoeken. Dat melden de kranten La Dernière Heure en La Libre Belgique. Het federaal parket, dat het onderzoek naar de Bende van Nijvel recent heeft overgenomen, geeft geen commentaar op de berichtgeving.

Het (menselijke) genoom bestaat uit coderende en niet-coderende stukken DNA-volgorde. Sequenties zijn coderend als ze genen bevatten met informatie voor de synthese van RNA (ribonucleïnezuur) en/of eiwitten. Daaruit kan de leeftijd, haarkleur, oogkleur en huidtype van een persoon opgemaakt worden, net als zijn aanleg om kaal te worden of een bepaalde ziekte te ontwikkelen. Het grootste deel is niet-coderend DNA, waarmee enkel de identiteit en het geslacht van een persoon kunnen worden bepaald.

In België kan enkel het niet-coderend DNA gebruikt worden in strafrechtelijke onderzoeken, maar in andere Europese landen, zoals Frankrijk of Groot-Brittannië, mogen speurders ook gebruikmaken van het coderende DNA.

Volgens La Libre Belgique en La Dernière Heure hebben de onderzoekers van het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie (NICC) recent de toestemming gekregen analyses van coderend DNA uit te voeren in het Bende-dossier. Hoe de Belgische wetgeving daarbij precies omzeild is en of er al analyses uitgevoerd zijn, konden de kranten niet achterhalen.

Het federaal parket wenste geen commentaar te geven over de berichtgeving in de pers.

Bron » Het Laatste Nieuws

Lossen we misdaden straks via de stamboom op?

In het buitenland wordt de ene na de andere cold case opgelost met verwantschapsonderzoek en de hulp van stamboomwebsites. Maar in België is dat taboe als gevolg van de strenge privacy­wetgeving. Daardoor mist onze recherche een krachtig instrument om doorbraken te forceren.

In Nederland is het sinds 2012 toegestaan dat bloedverwanten van onbekende daders worden opgespoord via DNA-onderzoek. Dat heeft de voorbije ­jaren in tal van vastgelopen zaken tot een beslissende doorbraak geleid. Zo kon eind vorige maand Jos Brech, de (vermoedelijke) moordenaar van Nicky Verstappen, twintig jaar na de feiten worden geïdentificeerd en gearresteerd.

Het allereerste grootschalige verwantschapsonderzoek kwam er al snel na de invoering van de wet. In 2012 werd in een dorp in Friesland aan meer dan zevenduizend mannen gevraagd om vrijwillig een staal wangslijmvlies af te staan. De speurders waren op zoek naar een match met het DNA-spoor dat was gevonden op het lichaam van de in 1999 verkrachte en vermoorde Marianne Vaatstra. Hun verwachting was dat de uitgebreide DNA-analyse hen zou leiden naar een broer of neef van de dader. Bizar genoeg deed de dader zelf mee aan het ­onderzoek, waardoor de rechercheurs meteen een perfecte match hadden.

Golden State Killer

De strafste doorbraak vond plaats in Californië in de Verenigde Staten, waar eind april de ­Golden State Killer werd opgepakt. Decennialang had de politie niets kunnen aanvangen met het DNA van de seriemoordenaar- en verkrachter, dat tussen 1976 en 1986 was teruggevonden op de ­lichamen en kleren van tientallen slachtoffers. Het DNA-spoor kwam met geen enkel profiel overeen in de enorme DNA-databank van de FBI.

Tot enkele speurders het genetische profiel van de dader invoerden op een genealogische website en de algoritmen lieten zoeken naar zowel naaste als verre familieleden. Dat leverde één gemeenschappelijke voorouder op met mensen die uit onschuldige interesse hun DNA-profiel hadden geüpload. De speurders tekenden een stamboom uit en kwamen zo uit bij Joseph DeAngelo, een gepensioneerde politieman. Zijn identiteit kon uiteindelijk worden bevestigd door een een-op-een-match.

Geneticus Maarten Larmuseau (KU Leuven) kent de zaak heel goed. ‘Ik merk dat de ongerustheid bij mensen die hun stamboom onderzoeken met behulp van online DNA-tests sindsdien is toegenomen. Ook in Vlaanderen’, zegt hij. ‘Ze zien dat hun genetische gegevens niet alleen worden gebruikt om verre familieleden op te sporen, maar ook om misdrijven op te lossen.’

De laatste jaren is de markt van de genetische genealogie geëxplodeerd. Bedrijven zoals 23andMe, Ancestry en MyHeritage bieden klanten aan hun volledige DNA te analyseren. Dat gaat heel makkelijk: je bestelt een kit, spuwt wat speeksel in een buisje en stuurt het op. De prijs varieert van 150 tot 1.500 euro, naargelang je iets heel specifieks laat testen of je ­hele genoom in kaart laat brengen. In ruil krijg je een profiel waarin te lezen staat hoeveel kans je maakt op een bepaalde ziekte, in welk continent je prehistorische roots liggen en hoeveel neanderthaler-DNA je bezit.

Genetische astrologie

Maar de online profielen worden (vooral) ook gebruikt om verre familieleden te identificeren. ‘In de meeste gevallen zijn online DNA-tests nog genetische astrologie’, zegt Larmuseau, die anderhalf jaar geleden met zijn eigen DNA en dat van een collega de vijf populairste bedrijfjes tegen het licht hield. ‘Maar in één aspect zijn ze heel goed: het vinden van nabije familiebanden, met een horizon van maximaal honderdvijftig à tweehonderd jaar.’

Bij dit soort online DNA-tests wordt het volledige kern-DNA gescand. Er wordt ingezoomd op een paar miljoen puntmutaties, variaties van slechts één letter in de DNA-code. De software kijkt dan hoeveel van die mutaties je gemeen hebt met de andere profielen in de (online) databank. Met je ouders is dat natuurlijk vijftig procent, met je neef of nicht uit dezelfde overgrootouders nog altijd drie procent.

Larmuseau zond ook zijn eigen profiel naar GEDmatch, de Amerikaanse genealogische website die vooral gebruikt wordt door mensen die op zoek zijn naar familie­leden, maar dus ook de identiteit van de Golden State Killer verraadde. ‘Tot mijn stomme verbazing vond ik een ver familielid in de VS terug met wie ik twee overgrootouders deel.’ Intussen zouden er bijna een miljoen profielen op GEDmatch staan, waardoor de website kan wedijveren met de DNA-databank van de FBI.

Belgische beperkingen

Ook bij ons wint de genetische genealogie aan populariteit. Duizenden tot tienduizenden Vlamingen hebben intussen hun DNA laten analyseren, en velen bezitten een online genetisch profiel. ‘Zo’n profiel kan bijvoorbeeld zeer handig zijn voor mensen die weten dat hun grootmoeder of -vader een vondeling was, en die hun biologische verwanten willen opsporen’, zegt Larmuseau.

Toch mogen Belgische speurders verwantschapsonderzoek niet gebruiken om een misdrijf op te lossen. De beleidsmakers en ­juristen moeten eerst nog afbakenen wat wel en niet kan in een DNA-onderzoek. ‘In België laat de wet alleen een DNA-onderzoek toe als er een duidelijke aanleiding is (lees: de speurders hebben een verdachte, red.)’, zegt Charlotte Aelbrecht van de DNA-afdeling van het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie (NICC). Dan wordt een sporenprofiel vergeleken met een profiel van een verdachte, of met dat van een individu of een ander spoor in de Belgische DNA-databank.

De privacywet verbiedt tevens dat het eiwitcoderende deel van het DNA wordt doorzocht, het stuk waarin de genen liggen die (mee) ons uiterlijk en ons karakter bepalen. Ook dit is in Nederland anders. Aelbrecht: ‘Daar mogen speurders sinds kort ook de oog- en haarkleur van de persoon achter een niet-geïdentificeerd spoor bepalen.’

Bende van Nijvel

Kan verwantschapsonderzoek een doorbraak betekenen in de beruchtste Belgische cold case? Aan de Bende van Nijvel konden maar twee DNA-sporen worden gelinkt: een afkomstig van een sigarettenpeuk, een ander van de bebloede kraag van een kogelvrij vest. ‘De speurders hebben gezocht naar een match met opgeslagen profielen in nationale en internationale databanken’, zegt Peter Callebaut, advocaat van nabestaanden van enkele slachtoffers van de Bende. ‘Zonder resultaat. En inmiddels weten we dat het DNA ook niet overeenkomt met dat van Chris B. (de ex-rijkswachter die op zijn sterfbed zou hebben toegegeven dat hij ‘de Reus’ was, red.).’

Callebaut gelooft er niet meer in dat de twee sporen nog tot een doorbraak zullen leiden. ‘We zijn er zelfs niet zeker van dat ze effectief van Bendeleden afkomstig zijn. Bovendien is een uitgebreid DNA-onderzoek in ons land niet toegestaan. Laat staan dat de speurders de DNA-profielen mogen uploaden naar een genealogische website.’

Ook al zouden alle middelen uit de kast van de forensische genetica worden gehaald – zoals een uitgebreid verwantschapsonderzoek – dan nog is een doorbraak onzeker. ‘In het Bendedossier is het niet meteen duidelijk in welke geografische streek de vermoedelijke daders moeten worden gezocht’, zegt Larmuseau. ‘Dat was in de zaken rond de moorden op Marianne Vaatstra en Nicky Verstappen wel het geval.’

Toch wil de Leuvense geneticus de identificatie van een van de Bendeleden via een verwantschapsonderzoek niet uitsluiten, al voegt hij er meteen aan toe dat dit dan wel op zeer grote schaal zou moeten plaatsvinden. ‘Dit is een juridisch, bijna ethisch en moraal dilemma.’

Maar de recente ontwikkelingen in de VS, waar de voorbije twee maanden niet minder dan acht vastgelopen zaken werden opgelost met verwantschapsonderzoek, tonen aan dat het een nuttig instrument is. ‘En er komen nog meer doorbraken aan’, voorspelt Larmuseau. ‘Eigenlijk sta ik ervan versteld dat dit nu allemaal pas gebeurt. In de genealogie wordt al jaren onderzoek gedaan met online DNA-profielen.’

Bron » De Standaard

N-VA en CD&V willen uw DNA in databank, critici waarschuwen voor “ernstige schendig van privacy”

Houden we in de toekomst van elke pasgeboren baby een DNA-staal bij in een enorme databank? Wel als het afhangt van N-VA en CD&V. Daarmee staan ze op dezelfde lijn als de procureur van Veurne, die pleit voor een algemene DNA-databank voor Belgen. Maar zowel de liberalen als experts zijn kritisch. “Buiten proportie en een ingrijpende schending van de privacy”, klinkt het.

“Waarom niet van bij de geboorte een DNA-staal nemen en al die gegevens bewaren in een databank? Zo zou je heel wat misdrijven vroeger kunnen oplossen, wat heel wat menselijk leed zou besparen.”

Filiep Jodts, de procureur van Veurne, smeekte eerder deze week om een nationale DNA-databank, waarin elke Belg van bij de geboorte wordt geregistreerd. Hij kreeg meteen de steun van strafpleiter Walter Damen. “Onze telefoon wordt al permanent geregistreerd en op elke snelweg staan camera’s. Een DNA-staal afgeven maakt echt niet veel verschil meer.”

Ze staan lang niet alleen, zo blijkt nu, want ook meerderheidspartijen N-VA en CD&V zijn gewonnen voor het principe. “Een databank met het DNA van elke burger is belangrijk voor onze veiligheid, zeker gelet op de tijdgeest”, zegt Kristien Van Vaerenbergh (N-VA). Het zou bovendien zorgen voor een ontradings­effect. Wie weet dat zijn of haar gegevens ergens liggen opgeslagen, denkt twee keer na vooraleer een misdrijf te begaan, zo luidt de redenering.

De Vlaams-nationalisten maken daarmee een grote bocht. Zo staat op de N-VA-website nog te lezen dat de partij vanwege privacyredenen “radicaal tegen een databank voor alle burgers is”.

Ook CD&V is het idee niet ongenegen, en beroept zich eveneens op de veranderende tijdgeest. “In deze decennia primeert veiligheid op privacy”, vindt CD&V-Kamerlid Raf Terwingen. “Zolang de gegevens veilig zijn opgeslagen, en niet zomaar iedereen er toegang toe heeft, vind ik dat we een nationale databank moeten over­wegen.”

Haartjes van de kapper

Niemand staat echter te springen om concrete wet­gevende stappen in die richting te zetten. Dat ligt grotendeels aan het njet van de liberalen. “Verder gaan dan de huidige databanken is niet nodig”, zegt Carina Van Cauter (Open VLD). “Een DNA-staal afnemen bij geboorte is een ­ingrijpende daad in het privéleven, en schaadt de persoonlijke integriteit.”

Ook professor strafrecht Frank Verbruggen (KU Leuven) is kritisch. “In enkele zaken kwam er inderdaad een doorbraak dankzij DNA, denk maar aan de zaak-Hardy”, zegt hij. “Maar een ­algemene databank is ­buiten proportie, en zou de ­privacy danig schenden. Net daarom heeft het Europees Hof voor de Rechten van de Mens zich al tegen het principe uitgesproken.”

Volgens Verbruggen is het ook niet praktisch. “Een misdadiger zou haartjes kunnen verzamelen bij een kapper, en ze rondstrooien op de crime scene om verwarring te scheppen”, zegt hij. “Geen enkel systeem is helemaal waterdicht.”

Bron » Het Nieuwsblad

‘Alle Belgen in DNA-bank? Volstrekte onzin’

De procureur van Veurne breekt een lans voor een databank met daarin de DNA-gegevens van alle Belgen. ‘Je zou heel wat strafonderzoeken vroeger kunnen oplossen’, meent Filiep Jodts. In werkelijkheid zou zo’n gegevensbank veel minder krachtig zijn dan we denken. En vooral veel duurder.

Procureur Jodts deed zijn uitspraak naar aanleiding van de arrestatie van een jarenlange serieverkrachter in de Belgisch-Franse grensstreek. Sinds 1988 al pleegde een man aan weerszijden van de grens tientallen zedenfeiten, in België zou het gaan om minstens zeven slachtoffers tussen 2006 en 2013. Ook in Frankrijk liep een onderzoek. Op basis van DNA-sporen en de handelswijze van de verkrachter kon het gerecht in Frankrijk en België de feiten aan elkaar linken, maar een concrete verdachte kwam nooit in beeld. Tot speurders op basis van een gefilmde nummerplaat op het spoor kwamen van Dino Scala, een 56-jarige man die woont in Frankrijk, op dertig kilometer van de Belgische grens. Scala kwam nooit eerder in aanraking met het gerecht.

‘Dit soort zaken zou sneller opgelost geraken met behulp van een DNA-databank waarin van bij de geboorte gegevens van alle burgers terechtkomen’, vindt Jodts. Niet voor het eerst oppert een openbaar aanklager het idee. Ruim vier jaar geleden kwam de toenmalige procureur-generaal van Antwerpen, Yves Liégeois, met een soortgelijk voorstel. ‘Een databank met al het DNA zou heel wat onderzoeken veel gemakkelijker maken. Je moet durven nadenken hoe je de burger in de toekomst beschermt’, zei Liégois in een interview met De Standaard (DS 16 november 2013). ‘Voor die bescherming moet je iets durven prijs te geven. Uiteraard moeten er strikte wettelijke criteria komen over het gebruik van DNA-gegevens.’

De oproep van Liégeois werd ‘bekroond’ met een Big Brother Award van de Liga voor Mensenrechten.

Hardy hadden we sneller kunnen stoppen

Ook Jodts beseft dat er bij zo’n databank veel gevoeligheden rond privacy komen kijken. ‘Ik zal nooit zo’n databank gebruiken om iemands DNA rechtstreeks op te vragen. We zouden vertrekken vanuit sporen die we aantreffen op een plaats delict, of op het lichaam van een slachtoffer. Sperma bij een verkrachting, bijvoorbeeld. Die sporen zouden we kunnen toetsen aan de algemene databank om de dader te vinden. Nu blijven veel zaken onopgelost omdat we een DNA-spoor aan niemand kunnen linken.’

Volgens Jodts leeft de vraag naar zo’n DNA-databank vrij algemeen binnen de magistratuur. In speurderskringen wordt ook verwezen naar de zaak rond seriemoordenaar Renaud Hardy, die momenteel terechtstaat voor het hof van assisen in Tongeren voor twee moorden en twee moordpogingen.

Bij een aanval op actrice Veerle Eyckermans verloor Hardy in februari 2015 zijn muts, waardoor een DNA-profiel van de toen nog onbekende dader kon worden opgesteld. Als speurders zo’n profiel via een DNA-databank hadden kunnen linken aan een naam, zou de moord op Linda Doms in september 2015 mogelijk zijn vermeden, is de theorie.

11 miljoen mensen in een databank…

‘De inbreuk op de privacy lijkt altijd klein ten opzichte van het voordeel dat zo’n databank schijnt op te leveren’, zegt advocate Kati Verstrepen, voorzitter van de Liga voor Mensenrechten. ‘Sinds de aanslagen van 11 september in New York zien we hoe de maatschappij mensenrechten zoals privacy stap voor stap via veiligheidsmaatregelen inperkt. Zo’n databank is op zich misschien niet zo ingrijpend, maar komt bovenop allerlei andere maatregelen. De combinatie van al die kanalen heeft een verregaande impact.’

Het beheer van de bestaande DNA-databanken is in handen van het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie (NICC). Een DNA-databank met daarin sporen uit strafzaken, een met DNA-stalen van veroordeelden en een met die van verdachten, vallen onder hun hoede.

‘Wij zijn zeker geen vragende partij om van elke Belg een DNA-profiel te hebben’, zegt Bieke Vanhooydonck, gerechtelijk deskundige DNA-databanken. ‘De databank die we vandaag hebben, werkt goed. Bij één op de vijf nieuwe sporen die we ingeven, hebben we een match. In 80 procent van de gevallen kunnen we dat koppelen aan een persoon.’

In de gegevensbank met DNA van veroordeelden zitten zo’n 48.000 profielen. Het gaat om de genetische gegevens van moordenaars, zedendelinquenten, terroristen, maar ook inbrekers moeten hun DNA afstaan. Omdat het NICC bij een vergelijking slechts een stukje van het DNA onder de loep neemt, is snel duidelijk of er overeenkomsten zijn met de DNA-profielen van bekende daders. Dat maakt het ook goedkoper om analyses uit te voeren.

‘Maar wanneer we het DNA van 11 miljoen mensen in zo’n databank stoppen, dan zouden we heel veel overeenkomsten hebben wanneer we een spoor van een plaats delict erdoor jagen’, zegt Van Hooydonck. Bepaalde stukken DNA komen terug bij verschillende mensen – denk maar aan families. ‘Een uitgebreidere analyse zou veel meer kosten en veel langer duren’, voorspelt Van Hooydonck. ‘Het sop zou de kool niet waard zijn.’

Privacycommissie heeft bedenkingen

Die praktische bezwaren doen de Privacycommissie het voorstel zelfs omschrijven als ‘volstrekte onzin’. ‘Men slaagt er nu al niet in om op Europees niveau namen van mensen die veroordeeld zijn voor een zwaar misdrijf, uit te wisselen. Er zijn onvoldoende mensen en middelen om dat in orde te brengen. De regering zou beter daar iets aan doen’, klinkt het.

‘Dit voorstel creëert meer problemen dan het oplost. Als gewone burgers hun DNA moeten afstaan, zal de politie binnenkort een hoop extra werk hebben. De politie zal dan DNA-materiaal terugvinden van alle mensen die op de plaats van het delict zijn geweest. De mensen van wie het DNA is gevonden, moeten dan stuk voor stuk worden ondervraagd.’

‘Het DNA-materiaal van baby’s is pas over pakweg twintig jaar bruikbaar, want in hun eerste levensjaren zullen ze uiteraard geen misdaad begaan. Op korte termijn is dit voorstel dus geen oplossing, en op lange termijn creëert het problemen. Bovendien draagt het systematisch inzamelen van DNA bij tot de Big Brother-samenleving die we stilaan worden’, vindt de commissie nog.

Bron » De Standaard