Cel Waals Brabant zoekt Bende bij terroristen

Voortaan zoekt de Cel Waals Brabant vooral in terroristische kringen naar daders en opdrachtgevers van de overvallen van de Bende van Nijvel. Dat bevestigde advocaat-generaal Claude Michaux gisteren na de bijeenkomst van de speurders met nabestaanden van de Bende-slachtoffers.

“Wij hebben met DNA en ander vergelijkend materiaal heel de traditionele criminele wereld binnenste buiten gekeerd. Wij hebben geen aanknopingspunt gevonden. Een gangster van formaat heeft ons ooit gezegd, ‘Wat jullie zoeken, ligt niet bij ons, maar bij jullie’. Hij kan gelijk hebben.”

De advocaat-generaal treedt daarmee de analyse bij van Michel Graindorge, advocaat van enkele nabestaanden: “Dit is een politieke zaak, die bij uiterst-rechts aanleunt. De daders mochten rekenen op steun van infiltranten in het staatsapparaat en voelden zich geruggesteund door Amerikaanse inlichtingendiensten, zoals de CIA.”

Na de bijeenkomst bevestigde minister van Justitie Marc Verwilghen dat hij voorstander is om misdaden, zoals die van de Bende, niet meer te laten verjaren. Enkele uren voordien had de raadkamer in Charleroi Philippe De Staerke officieel buiten vervolging gesteld in het Bende-dossier.

Bron » De Standaard

Bende van Nijvel, een verborgen terreur

De raadkamer in Charleroi heeft gisteren de laatste officiële verdachte in het onderzoek naar de Bende van Nijvel, Philippe De Staerke, buiten vervolging gesteld. Dat betekent voorlopig dat het onderzoek in deze beruchte affaire uit de jaren 80, waarbij 28 mensen brutaal werden vermoord, nu helemaal op een dood spoor zit.

Philippe De Staerke was destijds de leider van een criminele bende die brutale diefstallen pleegde, met name in Oost-Vlaanderen. Op 9 november 1985 sloeg in die regio ook de Bende van Nijvel toe. In de Delhaize van Aalst werden die dag verschillende klanten in koelen bloede vermoord.

Opmerkelijk detail: Een van de bendeleden sprak die dag perfect Nederlands zonder enig accent. De Staerke werd in juni 1987 door onderzoeksrechter Troch uit Dendermonde voor de feiten in Aalst in verdenking gesteld. Er waren aanwijzingen dat hij daags voor de overval in en rond de Delhaize op verkenning was geweest. Bovendien had zijn bende wapens gebruikt die volgens sommigen ook tijdens vroegere Bende-overvallen waren gebruikt.

Vandaag moet men vaststellen dat de Bende van Nijvel bewust en systematisch zowel voor als na de door haar gepleegde feiten valse sporen heeft aangelegd met de duidelijke bedoeling om het gerechtelijk onderzoek op een dwaalspoor te zetten. Bijna iedereen die in de loop van de jaren met dit onderzoek is vertrouwd geweest onderstreept dan ook het uitzonderlijk hoge professionele gehalte van de daders en hun medeplichtigen.

Nagenoeg alle echt belangrijke criminele bendes uit de eerste helft van de jaren 80 werden de een na de andere verdachten of zelfs hoofdverdachten in het Bende-onderzoek: eerst Cocu en zijn kompanen uit de Borinage en later de bende-De Staerke en ten slotte ook nog de bende van Patrick Haemers. Telkens doken sporen op (wapens, kogels, zelfs voertuigen en garageboxen) die de criminele bendes linkten met de Bende van Nijvel. Op die manier werd uiteraard het onderzoek door een veelvoud van vaak doodlopende sporen onvermijdelijk gemanipuleerd.

Iedereen weet dat die techniek een hoge graad van specialisatie veronderstelt vanwege de daders en hun logistieke ondersteuning. Het toppunt van verwarring in het onderzoek werd uiteindelijk bereikt toen in het Waalse Ronquières in een aantal zakken onderdelen van wapens en buit werden teruggevonden, waarbij zelfs linken werden blootgelegd met feiten waarvan de justitie tot op dat moment het verband met de Bende niet eens kende.

Een andere manier om het onderzoek naar de Bende van Nijvel deskundig te bezoedelen was een reeks feiten die met de Bende op het eerste gezicht geen uitstaans hadden, maar die onmiskenbaar toch als stukjes van een puzzel mooi op hun plaats vielen. In de eerste plaats gaat het om de grondige destabilisatie van de Belgische Staatsveiligheid zowel van binnenin als van buitenaf. Daarbij speelden Belgisch gezinde extreem-rechtse kringen (bijvoorbeeld de nazi-militie West Land New Post) maar ook personen uit de omgeving van Paul Vanden Boeynants (denk aan baron de Bonvoisin en minister van Justitie Wathelet) ook een rol.

Ten slotte mag ook de groep ex-rijkswachters rond Bouhouche, Beijer en Lekeu met hun talrijke relaties bij de rijkswacht niet vergeten worden. Al die personen hebben wellicht niets met de feiten van de Bende van Nijvel te maken maar hun tussenkomst behoorde wel tot het kader en het klimaat waarin de Bende is opgedoken. Een ding is voor de overgrote meerderheid van speurders en magistraten in dit onderzoek duidelijk: de Bende was een terreurgroep en geen louter criminele bende. Daarom is het vrijwel zeker dat de laatste getuigen nog aan het woord zullen komen, ook al kan dat nog lang duren.

Bron » De Morgen | Walter De Bock

Onderzoek Bende van Nijvel sleept zich naar roemloos einde

Voor de nabestaanden van de slachtoffers van de Bende van Nijvel is de pil bijzonder bitter. Zolang iemand officieel werd verdacht in het Bende-dossier hoopten zij dat de speurders bij die verdachte een aanknopingspunt zouden vinden om het raadsel alsnog op te lossen. Met de buitenvervolgingstelling van Philippe De Staerke door de raadkamer wordt die hoop vandaag definitief de grond ingeboord.

Was het de Bende om geld te doen, om politieke invloed of om pure afpersing op grote schaal? Zijn bepaalde denksporen niet onderzocht? Werd het onderzoek gedwarsboomd? Waren er hoge omes in het spel, die een nooit eerder geziene doofpotoperatie tot een goed einde hebben gebracht? Zijn de seksfuiven van de Roze Balletten verbonden met het bloedbad in de warenhuizen?

“Het is ongehoord dat daar na al die jaren nog niets over is uitgelekt”, beweert een getuige uit het milieu van het zwaar banditisme. “Doorgaans hoor je links of rechts wel een echo over de daders van overvallen. Van die Bende-toestanden wordt met geen woord gerept. Misschien wordt het wachten tot iemand op zijn sterfbed bekentenissen aflegt of na de verjaring eindelijk eens uit de biecht wordt geklapt.”

Het verloop van het onderzoek werd ongetwijfeld in grote mate beïnvloed door het eerste deel ervan, dat plaatsvond in Nijvel. Procureur des konings Jean Deprêtre hield onvoorwaardelijk vast aan zijn theorie van de prédateurs , de roofmoordenaars die uit waren op snel verdiend geld, dat ze meteen verpatsten en snel moesten aanvullen.

Het Nijvelse gerecht bracht in dat kader trots de Boraings van Michel Cocu en co. voor het assisenhof van Bergen. De trots verdween als sneeuw voor de zon toen op het proces bekend geraakte dat een voor het gerecht ongunstig ballistisch verslag in een lade was blijven liggen. De Borains werden vrijgesproken.

Alle hoop was nog gericht op de Delta-cel rond de Dendermondse onderzoeksrechter Freddy Troch. Hij voerde de druk op de bende rond Philippe De Staerke op omdat hij dacht uitvoerders van de Bende-opdrachten te hebben gevonden. Die zouden hem tot bij de opdrachtgevers kunnen leiden. Het heeft niet mogen zijn.

De toenmalige minister van Justitie, Melchior Wathelet, besloot dan heel het onderzoek te centraliseren in Charleroi. Daar werden twee teams van onderzoekers samengesteld. Een eerste team zou zich concentreren op het politieke denkspoor van de destabilisering van het land om een rechtser regime in het zadel te helpen, het tweede team zou het traditionele spoor van het grote banditisme bewandelen.

Kosten noch moeite werden gespaard. Rogatoire commissies werden naar alle uithoeken van de wereld gestuurd. Gelijkaardige fenomenen in het buitenland werden onder de loep genomen. Voor het eerst in België werd geëxperimenteerd met de leugendetector. Dat toestel hielp andere feiten oplossen, maar bracht geen opheldering in het Bende-onderzoek. Niet-officiële verdachten zoals de ex-rijkswachters Madani Bouhouche en Robert Beijer hebben er zelfs hun voorwaardelijke vrijheid aan te danken.

Er werd ook een beroep gedaan op hypnose om het geheugen van de getuigen en nabestaanden te polsen naar de beelden, die ze in 1985 hebben gezien. Het leidde tot twee reeksen van robotfoto’s, veel aanwijzingen, maar geen nieuwe verdachten.

Zoals het er nu naar uitziet zal de Bende van Nijvel nooit worden ontmaskerd. “Er zal mettertijd nog een permanentie blijven werken aan de laatste elementen. Tot de definitieve verjaring in november 2005”, klinkt het ietwat gelaten in Charleroi.

Bron » De Standaard

Philippe De Staerke buiten vervolging gesteld

De raadkamer van Charleroi heeft Philippe De Staerke buiten vervolging gesteld in het dossier Bende van Nijvel. Philippe de Staerke, kopman van de gelijknamige Brusselse gangsterbende, was de laatste verdachte in dit dossier. Het onderzoek naar de bende die begin de jaren tachtig verantwoordelijk was voor de dood van 28 mensen zit daarmee op een dood punt, zo stelde de advocaat van de burgerlijke partijen na afloop.

De Staerke werd in juni ’87 door de Dendermondse onderzoeksrechter Troch in verdenking gesteld, kort na zijn veroordeling tot twintig jaar cel door het Gentse beroepshof voor een reeks overvallen. De inverdenkingstelling volgde op partiële bekentenissen van de gangster, maar die trok zijn verklaringen kort daarop in.

Volgens de Dendermondse speurders zou De Staerke onder meer verkenningsopdrachten hebben uitgevoerd voor de uiterst bloedige aanslag op een Delhaize in Aalst op 9 november 1985 en bezat hij wapens die konden gebruikt zijn bij de overvallen.

Na de overheveling van het dossier naar Charleroi werden geen nieuwe elementen meer gevonden die de medeplichtigheid of mededaderschap van De Staerke konden staven. Zijn advocaten drongen overigens als geruime tijd aan op een buitenvervolgingstelling.

Hun stelling luidde dat De Staerke een zware jongen is die zijn straf heeft uitgezeten en dat er geen bloed aan zijn handen kleeft. Zijn zogenaamde bekentenissen waren niets meer dan een samenraapsel van losse gegevens uit krantenartikels en brachten niets relevants bij voor het onderzoek, zo stelde meester Delobel tijdens een eerdere zitting van de raadkamer.

De beslissing van de raadkamer werd betreurd door meester Callebaut, de raadsman van de burgerlijke partijen. Hij blijft er bij dat De Staerke minstens banden had met de moordenaarsbende en dus een spilfiguur is in het onderzoek.

De zogenaamde Bende van Nijvel was actief in de periode 1982-1985. De misdadigers pleegden meerdere uiterst gewelddadige overvallen waar bij in totaal 28 slachtoffers vielen. Behalve De Staerke werden geen verdachten opgepakt, ondanks de inzet van tientallen onderzoekers.

Dit falen had politieke gevolgen. Twee parlementaire onderzoekscommissies legden de oorzaken van deze mislukkingen vast. Er volgden evenveel rapporten waarin de basis werd gelegd van de demilitarisering van de rijkswacht (Pinksterplan) en de politiehermvorming die momenteel wordt gefinaliseerd.

Bron » De Standaard

Bende-onderzoek heeft geen verdachten meer

Het parket van Charleroi vorderde gisteren de buitenvervolgingbrenging van Philippe De Staerke, de laatste en enige verdachte in het dossier van de Bende van Nijvel. Daarmee is de kans groot dat België nooit een antwoord krijgt op de vraag wie achter de Bende van Nijvel schuilging. De magistraten die het dossier leiden, zeiden gisteren dat zij met een beperkte speurdersploeg blijven voortzoeken naar de Bende, die in de jaren 80 bij een reeks bloedende overvallen ten minste 28 mensen heeft gedood.

Philippe De Staerke, de enige verdachte in het dossier van de Bende van Nijvel, bepleitte woensdag voor de raadkamer van Charleroi zijn buitenvervolgingbrenging. Het parket treedt die stelling bij. De advocaten van de nabestaanden vorderen zijn verwijzing naar het assisenhof. De verwanten van de slachtoffers kunnen krachtens de wet-Franchimont tijdens het vooronderzoek als burgerlijke partij stelling nemen. De raadkamer zal op 30 mei een beschikking nemen.

Voor Marie-Jean Callebaut, één van de verwanten van de 28 slachtoffers, zou de buitenvervolgingstelling de crematie van het dossier betekenen. De doodsteek aan het dossier werd volgens haar gegeven toen het gerecht de overheveling van het dossier van het parket van Dendermonde naar het parket van Charleroi beval.

Het was de Dendermondse onderzoeksrechter Freddy Troch die De Staerke, die eind de jaren 80 van het Gentse beroepshof 20 jaar gevangenisstraf kreeg voor een lange reeks gewelddadige overvallen, in verdenking bracht voor zijn aandeel bij de bloedige raid op het Delhaize-warenhuis in Aalst op 9 november 1985. Daar vielen acht doden. Zijn inverdenkingbrenging steunt op één enkele getuige. Die houdt vol dat hij De Staerke enkele uren voor de overval heeft vergezeld naar het Aalsterse grootwarenhuis. De speurders leidden daaruit af dat De Staerke op verkenning was getrokken.

Volgens De Staerkes raadsman, Thierry Delobel, houdt dat geen steek. De Staerke is een zware jongen die inderdaad in dezelfde periode een reeks overvallen pleegde. Maar volgens zijn advocaat kleeft er geen bloed aan zijn handen. Desondanks werd hij na een jaar voorarrest in 1988 in verdenking gesteld van de overval in Aalst. In die periode zat hij overigens als vast voor andere feiten. Pas in juni 2000 werd hij vervroegd in vrijheid gesteld.

De zogenaamde Bende van Nijvel was actief in de periode 1982-1985. De misdadigers pleegden meerdere uiterst gewelddadige overvallen waarbij in totaal 28 slachtoffers vielen. Buiten De Staerke werden geen verdachten opgepakt. Nadat een tweede parlementaire onderzoekscommissie zich over het dossier had gebogen, werd de speurdersploeg tot maximaal een honderdtal mensen uitgebreid. Nu bestaat het team nog uit 15 personen.

Bron » De Tijd