Nu er in de zomer van 2016 geen week voorbijgaat zonder bloedige aanslag, lijkt het alsof er in Europa meer terrorisme is dan vroeger. Gelukkig klopt dat niet. Onze rechtsstaten overleefden tijdens de ‘Jaren van Lood’ erger geweld. Daaruit kunnen we leren. “Elke terreurcyclus is eindig.”
Het is bijna een week geleden dat een amokmaker in München terreur zaaide in en rond shoppingcentrum Olympia. In 1972 diende het gebouw als perscentrum voor de toenmalige Olympische Spelen. Journalisten schreven er niet over sport, maar over terreur. Op 4 september gijzelde een commando van de Palestijnse terreurgroep Zwarte September elf Israëlische atleten. Allen kwamen om.
De vergelijking zal vandaag bij nabestaanden van slachtoffers uit München, Nice of de vermoorde priester van Saint-Etienne-du-Rouvray hol klinken. Toch kan ze helpen om het bredere plaatje te zien. Ja, onze broeierige zomer vol aanslagen is een vreselijk zwarte bladzijde uit de recente geschiedenis. Maar, het terrorisme in West-Europa was in de jaren 70 en 80 nog erger dan vandaag.
Toch won de rechtsstaat altijd het pleit.
Wraak en weerwraak
Alleen al in 1972 vielen er in West-Europa zowat 400 doden bij ideologisch geweld, door Palestijnse groepen, radicale groeperingen en separatisten. In Noord-Ierland pleegde het Iers Republikeins Leger (IRA) 1.300 bomaanslagen, waarbij 130 Britse militairen omkwamen.
Duitsland ging toen al gebukt onder de terreur van de uiterst linkse Rote Armee Fraktion (RAF), met als later toppunt de ‘Duitse Herfst’ van 1977, toen onder meer werkgeversvoorzitter Hans-Martin Schleyer werd vermoord. Uit steun aan de RAF kaapte een Palestijns terreurcommando een Lufthansa-vliegtuig. Bondskanselier Helmut Schmidt stond toen in de schoenen van Angela Merkel vandaag. Hij moest vermijden dat politiek geweld zijn samenleving uiteen kon rijten, zoals in Italië.
Terrorisme ontspoorde daar in een cyclus van wraak en weerwraak. Naast de Rode Brigades, die in 1978 onder meer ex-premier Aldo Moro vermoordden, waren er extreemrechtse milities actief. Samen pleegden ze van 1969 tot 1981 tijdens de Anni di Piombo (Jaren van Lood) bijna 2.000 politieke moorden. De bloedigste terreurdaad werd gepleegd door de neofascistische Nuclei Armati Rivoluzionari, die op 2 augustus 1980 het treinstation van Bologna opbliezen. Vijfentachtig mensen kwamen om, evenveel als in Nice twee weken geleden.
Zwaartepunt
Ook België leefde toen in angst: 3 doden bij een bomaanslag voor de Joodse synagoge in de Antwerpse diamantwijk in 1980, bomaanslagen door de uiterst linkse CCC (2 doden) en 28 doden door de vermoedelijk extreemrechtse Bende van Nijvel (1982-1985).
In ons land werd de bloedige aanslag op Brussels Airport en Maalbeek op 22 maart dit jaar een triest hoogtepunt, maar op Europese schaal vielen er desondanks in 2016 nog altijd minder slachtoffers dan in terreurjaar 1988, met een triest record door de bomaanslag op een lijnvliegtuig boven het Schotse dorpje Lockerbie (270 doden).
“Sindsdien kende het terrorisme in Europa een systematische achteruitgang tot 2004 (jihadistische terreuraanslag in Madrid, 196 doden), daarna steeg het terug, maar nog altijd minder betekenisvol dan vroeger. In de jaren 70 lag het globale zwaartepunt van aanslagen nog in Europa. Later, en ook vandaag nog, werd dat Azië – vooral het Midden-Oosten”, zegt professor internationale relaties Rik Coolsaet (UGent), die wijst op de lessen die we kunnen trekken uit elk terreurverleden. ”Het is van belang te onthouden dat elke terreurgolf een conjunctuur kent: ze begint, plafonneert en gaat achteruit. Dat zal vroeger dan later gebeuren met IS.”
Oude technieken
Terreurorganisaties gaan volgens onderzoek bijna allen ten onder door interne discussies over hun eigen gruwel, ook jihadistische. “Al Qaida is een goed voorbeeld. Een kantelmoment kwam er toen ze in 2005 een aanslag pleegden op een hotel in Amman, waarbij ze veel slachtoffers maakten onder de gasten van een Jordaans huwelijksfeest. In de Arabische wereld verloren ze toen aanhang en legitimiteit.”
IS is als guerrilla in het Midden-Oosten al op de terugweg. Rest nog de vraag wanneer ze hun aantrekkingskracht verliezen op westerse lone wolves. IS ronselt via sociale media jongeren uit subculturen of criminele netwerken. Voor deze aangestuurde terreur 2.0 is er door het jonge internet geen historisch precedent – al zijn hun manipulatietechnieken wel zo oud als de straat. Denk maar aan apocalyptisch sekteleider zoals Charles Manson, die zijn aanhangers in 1969 aanzette om de zwangere actrice Sharon Tate en zeven anderen te vermoorden met messen.
“We weten nog niet of en onder welke vorm jihaditerreur zal herrijzen als IS al zijn grondgebied verliest. Toch moeten de lessen uit het verleden ons hoop geven dat ook deze terreurcyclus zijn eigen gruwel niet zal overleven”, zegt Coolsaet.
“De snelheid van de neergang zal wel afhangen van de wijze waarop overheden en wij als publiek reageren. Als we nu in paniek reageren en de polarisering versterken tussen niet-moslims en moslims bestendigen we de voedingsbodem in de subculturen waarop het huidige jihadisme inplugt. Ook lopen we dan het risico van extreemrechtse tegenaanslagen. We moeten dus vooral zorgen dat we niet, zoals in het Italië van de jaren 70 en 80, een terroristische dynamiek krijgen van actie en reactie die zichzelf langere tijd in stand kan houden.”
Bron » De Morgen