Antwerps procureur-generaal Liégeois houdt laatste mercuriale

Yves Liégeois, procureur-generaal van het hof van beroep in Antwerpen, heeft bij de start van het nieuwe gerechtelijke jaar zijn laatste mercuriale gehouden. Hij somde daarin enkele pijnpunten op, maar blikte ook vooruit op de uitdagingen voor Justitie in de toekomst.

Liégeois kaartte in zijn toespraak het nijpend tekort aan administratief personeel en magistraten aan, wat de uitvoering van de kernopdrachten van het Openbaar Ministerie in gevaar brengt. “De voorzitter van de Raad van Procureurs maakt gewag van een tekort van 20 procent en dat op een ogenblik dat er een grootscheepse hervorming van Justitie met ambitieuze doelstellingen staat aan te komen.”

Over die hervorming had hij zo zijn bedenkingen. Van arrondissementen die evenwichtig of evenredig van omvang zijn, is volgens hem geen sprake. Het arrondissement Antwerpen wordt bijvoorbeeld driemaal groter dan zijn Limburgse tegenhanger.

“Als excuus wordt onderstreept dat men de grenzen van de rechtsgebieden van de hoven van beroep niet wil veranderen. Dit heeft bijvoorbeeld tot gevolg dat de helft van de haven van Antwerpen tot het arrondissement Dendermonde behoort, wat andermaal moet opgevangen worden met samenwerkingsverbanden tussen de parketten en de politiediensten. Laat mij toe dit te betreuren omdat Justitie zich echt geen meerdere opeenvolgende hertekeningen kan permitteren.”

Liégeois haalde in zijn mercuriale ook enkele uitdagingen aan die op Justitie afkomen. Zo moet de Salduz-regeling – het recht van een gearresteerde op bijstand van een advocaat tijdens zijn eerste verhoor – verder uitgebreid worden naar elk verhoor om tegemoet te komen aan een op til zijnde Europese richtlijn.

Een tweede belangrijke uitdaging zijn de gerechtstolken. “Een nieuwe Europese richtlijn voorziet in een ruimer spectrum van vertolking en vertaling dan nu het geval is. Er is daarin ook sprake van kwaliteitscontrole en van de oprichting van een nationaal register van tolken en vertalers. Dit zal eens te meer een budgettaire inspanning eisen.”

Dat bracht de procureur-generaal naadloos bij de grootste en meest dringende uitdaging voor Justitie: het reduceren van de gerechtskosten zonder tekort te doen aan de deskundigen die nodig zijn voor de waarheidsvinding, zoals de tolken, wetsartsen, accountants, … “Ook in tijden van grote financiële en economische crisis brengen blinde lineaire besparingen zonder visie en het aanhouden van een systeem van gerechtskosten dat niet meer voldoet aan de noden van Justitie het fundament zelf en de onafhankelijkheid van Justitie in gevaar.”

Het mandaat van Yves Liégeois eindigt in april 2014. Eerste advocaat-generaal Patrick Vandenbruwaene is de enige kandidaat om hem op te volgen.

Bron » De Morgen

“Verhoren van verdachten moeten worden opgenomen”

De Salduzwet moet voorlopig niet gewijzigd worden. Er zijn geen problemen mee, behalve in Franstalig Brussel. Ook zouden de verhoren best audiovisueel worden opgenomen. Dat staat in een eerste evaluatie van de Dienst voor Strafrechtelijk Beleid.

Door de Salduzwet moet iedere gearresteerde verdachte bijstand kunnen krijgen tijdens zijn eerste verhoor door de politie. De wet is sinds 1 januari van kracht. De DSRB onderzocht de 1.505 eerste verhoren bij de politie in de eerste twee weken van januari. Wat blijkt?

Vlaanderen heeft 598 eerste verhoren (39%). Koploper is Franstalig Brussel met 313 verhoren (21%), voor Antwerpen (214 of 14%) en Luik (164 of 11%). De politie moet een callcenter bellen om een advocaat te zoeken. In 56% van de gevallen reageert dat binnen de vijf minuten, in 94% binnen het kwartier. 19% van de verdachten verklaarde schriftelijk geen advocaat te willen. In het buitenland is dit doorgaans rond de 40%.

In Franstalig Brussel werken veel te weinig advocaten mee. Dagelijks zijn er zo’n 7 voor gemiddeld 21 Salduz-gevallen. In Antwerpen heb je 16 advocaten voor 14 Salduzgevallen. 22% van de verdachten had een tolk nodig. Dat leidde soms tot problemen als de tolk zich niet onmiddellijk kon vrij maken. In de bewuste periode werden 274 verdachten aangehouden. Dat zijn er 4,28 per onderzoeksrechter.

Het aantal gerechtelijke aanhoudingen door de onderzoeksrechter is in de eerste veertien dagen van 2012 lichtjes gedaald in vergelijking met 2011: van 308 naar 274 of van 4,74 naar 4,28 per onderzoeksrechter. Maar in Antwerpen en Limburg is er een serieuze stijging (van 5,5 aanhoudingen per onderzoeksrechter in 2011 naar 6,31 in 2012).

Als je de cijfers van de eerste veertien dagen van januari doortrekt naar het hele jaar kom je aan 36.500 Salduzgevallen in 2012. Een eerdere manuele telling in opdracht van de Antwerpse procureur-generaal Yves Liégeois schatte het aantal Salduzverhoren jaarlijks op 81.561. Maar de DSRB waarschuwt voor voorbarige besluiten uit zijn studie, want “14 dagen is wat kort als observatieperiode”.

Probleem blijven: de infrastructuur van de politiezones. Er zijn klachten over “private gespreksruimtes” vanwaaruit de gesprekken tussen verdachte en advocaat toch kunnen worden afgeluisterd. De regering moet duidelijk maken hoeveel financiële middelen ze ter beschikking wil stellen voor de uitvoering van Salduz. Het rapport wijst er ook op dat de politiecellen op de meeste plaatsen niet aangepast zijn aan een opsluiting van 48 uur.

Het rapport wil dat de Salduzverhoren audiovisueel worden opgenomen. De federale politie had daarvoor een aanvraag ingediend, maar de Inspectie van Financiën gaf een negatief advies. Toch stelt het rapport voor om audiovisuele opnames mogelijk te maken. In tegenstelling tot wat de Orde van Balies beweert, moet de wet niet veranderd worden volgens de Europese rechtspraak en volgens de betrokkenen, zo stelt het rapport.

Bron » Gazet van Antwerpen

Cassatie herleidt Salduz-advocaat tot bloempot

Het Hof van Cassatie herleidt de rol van een advocaat tijdens een gerechtelijk verhoor tot die van een bloempot. Dat is de conclusie die zich opdringt na het eerste arrest van Cassatie over de interpretatie van de Salduz wet. Sinds 1 januari hebben verdachten van een misdrijf in ons land recht op bijstand van een advocaat tijdens een verhoor door de politie of een onderzoeksrechter. Dat wordt opgelegd door de Salduz wet. De wet is een gevolg van een arrest van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.

In België ging de invoering van de wet gepaard met veel controverse. Daarnaast bestaat er onenigheid tussen de parketten en de advocaten over de interpretatie van het begrip ‘bijstand’. Mag een advocaat tijdens een verhoor tussenkomen en advies geven, zoals de Orde van Advocaten betoogt, of blijft de rol van de raadsman beperkt tot toeschouwer, zoals de parketten het graag zien.

Precies over deze interpretatie maakte de West-Vlaamse advocaat Jean Marie De Meester een zaak aanhangig bij het Hof van Cassatie. De Meester vond dat de onderzoeksrechter tijdens het verhoor van zijn cliënt een veel te beperkte invulling gaf aan zijn recht op bijstand. Het Hof van Cassatie heeft nu voor het eerst duidelijk stelling genomen. Uit het arrest valt af te leiden dat de rol van de advocaat tijdens een verhoor beperkt blijft tot een bloempotfunctie.

“Artikel 6 EHRM, zoals uitgelegd door het Europees Hof van de Rechten van de Mens, bepaalt niet dat de raadsman tijdens het verhoor bij de onderzoeksrechter advies mag geven aan de verdachte of inspraak krijgt in het verhoor door de onderzoeksrechter,” zegt het Hof in het arrest.

Volgens Cassatie mag de advocaat aanwezig zijn tijdens een verhoor maar beperkt zijn functie zich tot het vaststellen dat er geen geweld wordt gebruikt – dat een bekentenis dus niet wordt afgedwongen – en tot het vaststellen dat het zwijgrecht van de verdachte wordt gerespecteerd. De advocaat mag dus niet tussenkomen, geen vragen stellen, geen advies geven en zijn cliënt niet aanraden om iets wel of niet te zeggen.

“Wat is dan het nut van zijn aanwezigheid?” vraagt Jean Marie De Meester zich af. “Waarom moet een advocaat drie uur of langer bij een verhoor aanwezig zijn als hij al die tijd niets mag zeggen? Dan kunnen we toch beter een webcam op elk verhoor zetten. Volgens mij is dit een verkeerde interpretatie van de wet. Na overleg met mijn cliënt ga ik met dit arrest naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Ik ben ervan overtuigd dat zij de invulling van het recht op bijstand toch ruimer zien. Dit arrest zal volgens mij de toetsing door het EHRM niet doorstaan.”

De Meester had in dezelfde zaak ook aangeklaagd dat een onderzoeksrechter wel een laptop mag meenemen naar het verhoor van een gedetineerde in de gevangenis en een advocaat niet. ‘Dat betekent dat de verdediging niet met gelijke wapens kan strijden als de aanklager. Ze hebben blijkbaar schrik dat advocaten met hun laptop een gat in de muur slaan.’ Ook in deze klacht geeft het Hof van Cassatie De Meester geen gelijk.

Bron » Knack

“Salduz-wet is ideologische ingreep in ons rechtssysteem”

“Het Salduz-arrest van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens dwingt een Angelsaksisch rechtsmodel af dat haaks staat op ons bestaande rechtssysteem. De noodzakelijke aanpassingen kunnen jaren kosten”, zegt Frank Schuermans, advocaat-generaal bij het hof van beroep in Gent. “Weinigen lijken zich ervan bewust, maar sinds minstens twee decennia stuurt het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) met haar rechtspraak steeds meer aan op de invoering van een Angelsaksisch rechtssysteem.

Dat geldt ook voor het Salduz-arrest, dat ons land in de toekomst nog met zeer veel problemen zal opzadelen.” Dat zegt Frank Schuermans, advocaat-generaal bij het hof van beroep in Gent, die de kritiek op het EHRM niet schuwt. Het EHRM dwong België om zijn drie jaar oude Salduz-arrest te vertalen naar Belgische wetgeving. België voerde de Salduz-wet in op 1 januari 2012.

“Precies zoals Frankrijk en Nederland kennen we historisch een inquisitoir systeem. Dat komt erop neer dat de politie en de onderzoeksrechter of het parket voorafgaandelijk – voor het komt tot een vervolging en een proces – een geheim en niet-tegensprekelijk onderzoek voeren. Het zwaartepunt van de controle ligt daarbij bij de rechter ten gronde. Dat staat haaks op het Angelsaksische systeem. Dat werkt zonder de tussenkomst van een onderzoeksrechter, maar bedeelt – tijdens het vooronderzoek – een veel grotere rol toe aan de advocaat. Dat is ook zo bij de Salduz-wet, die vereist dat een advocaat van bij het eerste verhoor geconsulteerd moet worden.”

“Als de justitiële en politionele capaciteit ongewijzigd blijft, is het onmogelijk om dat systeem consequent in de huidige wetgeving in te passen”, aldus Schuermans. “Dat betekent dat we op termijn verplicht zullen worden om naar een Angelsaksische rechtspleging over te stappen. De lidstaten worden met andere woorden de facto door het EHRM gedwongen om hun rechtssysteem grondig om te gooien. Men kan zich afvragen of de betrokken rechters wel de legitimiteit hebben om dat te doen.”

De gevolgen van de omwenteling zullen alvast niet gering zijn. “We zullen genoopt zijn om bijvoorbeeld de functie van onderzoeksrechter en de rol van de raadkamer en de kamer van inbeschuldigingstelling volledig te herbekijken.” Schuermans concludeert dat de toestand er weinig rooskleurig uitziet: “Om allerlei redenen is onze strafrechtspleging al een decennium lang onwerkbaar. Met de Salduz-wet erbovenop wordt de toestand nog veel penibeler.”

Erger nog wordt het als ook de Europese richtlijn, waarover momenteel zwaar wordt gedebatteerd, zou worden goedgekeurd. “Onder protest van Frankrijk, België, Nederland, het Verenigd Koninkrijk en Ierland wil de Europese Commissie de toepassing van de Salduz-wet nog verruimen. Zo wil ze dat een verdachte juridische bijstand krijgt, niet alleen voor het eerste maar voor élk verhoor. Het Verenigd Koninkrijk en Ierland lieten al weten te gaan voor een opt-out voor deze richtlijn. Anders dan voor België laat het Verdrag van Lissabon hen dat toe.”

Bron » Knack

Justitie steeds minder toegankelijk voor armen

Sinds jaar en dag kampen de balies in ons land met klachten van pro-Deoadvocaten die voor een appel en een ei mensen met een zeer bescheiden inkomen moeten bijstaan. Het globale budget dat de staat daarvoor uittrekt, is in de loop der jaren meermaals lichtjes opgetrokken en bedraagt momenteel 68 miljoen euro. Maar ook het aantal dossiers neemt almaar toe, met als gevolg dat de uitkeringen van de pro-Deoadvocaten nauwelijks zijn toegenomen.

Daarbij komt dat het aantal behoeftigen in ons land als gevolg van de crisis toeneemt. Officieel is het cijfer van mensen die onder de armoedegrens leven in de voorbije jaren ongeveer stabiel gebleven: 14,6 procent in 2010 (net als in 2009). Maar OCMW’s rapporteren een blijvende stijging van het aantal mensen die niet rondkomen. Het gevolg is dat meer mensen vragende partij zijn voor gratis of gedeeltelijk gratis juridische bijstand.

Maar aangezien juridische bijstand – een pro-Deoadvocaat, een pro-Deodeurwaarder, notaris, expert, bemiddelaar – in ons land alleen verleend wordt aan mensen met een bepaald maximaal maandloon dat lager ligt dan de armoedegrens, vallen heel wat mensen uit de boot. Voor een alleenstaande, bijvoorbeeld, is het maximaal toegestane loon om gratis rechtsbijstand te kunnen krijgen 907 euro. De armoedegrens voor een alleenstaande ligt op 973 euro.

“Het aantal rechthebbenden dat daardoor in de kou blijft staan, neemt dan ook toe”, zegt Stephane Boonen, voormalig voorzitter van de Commissie voor de Rechtsbijstand in Brussel, die zich al jaren inzet voor een verbetering van de rechtsbijstand in ons land.

“De nieuwe regering heeft beloofd om de rechtsbijstand en de rechtshulp te hervormen, maar of dat ook effectief gebeurt, valt af te wachten. Het in werking treden van de Salduz-wet (die de aanwezigheid van een advocaat verplicht van bij het eerste verhoor, nvdr.) op 1 januari eist al 44 miljoen euro extra van Justitie. Of er dan nog geld beschikbaar is voor de rechtsbijstand voor de steeds grotere groep hulpbehoevenden is maar de vraag.”

Ook zou het budget voor de gratis dossiers die wel worden afgehandeld moeten verhogen. “Tegen de huidige tarieven wordt het steeds moeilijker om nog pro-Deoadvocaten te vinden”, aldus Boonen. “Omdat ze betaald worden op basis van punten toegekend per dossier, en er steeds meer dossiers worden afgesloten, daalt de waarde per punt. Het globale budget van de overheid dat nauwelijks stijgt, wordt immers gedeeld door het totale aantal punten die pro-Deoadvocaten hebben verzameld.

Eén punt is vandaag 25,39 euro waard. Voor een dossier voor de correctionele rechtbank krijgt een pro-Deoadvocaat 20 punten, ongeacht de grootte van het dossier. Dat betekent dat hij 507 euro bruto krijgt voor de zaak. Als twee advocaten erop moeten werken, moeten ze de som delen door twee. Als dat niet wordt bijgestuurd, zal de toegankelijkheid van justitie steeds afnemen.”

Bron » Knack