Tueries du Brabant: le CD&V a déposé une proposition de loi sur les repentis

Comme l’avait indiqué le procureur général de Liège Christian De Valkeneer aux familles des victimes en octobre, les enquêteurs et magistrats en charge de l’affaire des tueries du Brabant souhaitent une modification de la loi relative aux repentis.

Les députés CD&V à la Chambre ont déposé une proposition de loi en ce sens, ont-ils indiqué mardi. Dans une brève réaction, le ministre de la Justice Koen Geens a indiqué soutenir cette idée.

L’enquête sur les tueurs du Brabant, qui ont fait 28 morts entre 1982 et 1985, est au point mort depuis plusieurs années. Alors que les faits seront prescrits le 9 novembre 2025, les enquêteurs et magistrats en charge de l’affaire plaident depuis quelque temps pour revoir la loi relative aux repentis afin de “sauver l’enquête”.

Dans la législation actuelle, seuls les indicateurs n’ayant pas participé aux faits peuvent bénéficier de largesses. Les magistrats souhaitent également plus de souplesse pour les personnes plus impliquées dans les faits, “mais pas pour les acteurs directs des tueries”. Ils soulignent également ne pas être pour l’acquittement mais uniquement pour des allégements de peines.

Les députés CD&V à la Chambre ont introduit une proposition de loi en ce sens. Celle-ci est soutenue par le ministre, CD&V lui aussi, Koen Geens.

Bron » L’Avenir

Speurders Bende van Nijvel willen nieuwe wet op spijtoptanten om onderzoek te redden

De speurders en magistraten in het dossier van de Bende van Nijvel pleiten voor een nieuwe wet op spijtoptanten “om het onderzoek te redden”. Dat schrijven de kranten van Mediahuis. Het onderzoek naar de Bende van Nijvel zit al jaren op een dood spoor. Op 9 november 2025 verstrijkt de verjaringstermijn.

De Bende van Nijvel pleegde tussen 1983 en 1985 een reeks bloedige overvallen in verschillende warenhuizen in ons land. Daarbij kwamen 28 mensen om het leven. De daders zijn nooit gevonden en het onderzoek zit al jaren op een dood spoor.

De onderzoekers vragen justitieminister Koen Geens (CD&V) nu om een nieuwe wet op spijtoptanten, “om het onderzoek te redden” voor de verjaringstermijn verstrijkt. “Wij pluizen de laatste gegevens uit waarover wij beschikken. Zonder nieuwe aanknopingspunten is het over een tot maximaal twee jaar over and out. Dan wordt dit een cold case”, klinkt het.

In de huidige wetgeving is een spijtoptant iemand die helemaal niet aan de feiten heeft deelgenomen. Als zo iemand de onderzoekers tips geeft, wordt die dan ook niet vervolgd. Maar volgens de speurders kunnen alleen mensen die op een of andere manier wél betrokken waren, nuttige tips geven. Ze pleiten daarom voor een gunstmaatregel voor tipgevers die betrokken waren, “maar geen eersterangsactoren van de misdrijven zijn”.

De speurders benadrukken wel dat ze geen straffeloosheid willen, maar wel strafvermindering of getuigenbescherming.

Of en wanneer er een nieuwe spijtoptantenwet komt, is onduidelijk. Wel wordt het speurdersteam ondertussen verder afgekalfd tot minder dan vijf onderzoekers.

Bron » Het Laatste Nieuws

“Machteloze” speurders vragen steun van Geens om onderzoek naar Bende van Nijvel te redden

De grootste kater van het Belgische gerecht, dat dreigt het onderzoek naar het bloedbad van de Bende van Nijvel meer dan ooit te worden. Tenzij de wetgever toespringt. Met een nieuwe wet op spijtoptanten, zeggen speurders en magistraten van het dossier. Anders wordt het niets.

“Wij pluizen de laatste gegevens uit waarover wij beschikken. Zonder nieuwe aanknopingspunten is het over één tot maximaal twee jaar over and out. Dan wordt dit een cold case”, zeggen de onderzoekers. Een dossier zonder speurders dus. Maar wel met 28 slachtoffers.

Een laatste beetje hoop leggen de speurders in een verandering van de wet op spijtoptanten. “Op dit moment is een spijtoptant in onze wetgeving iemand die niet aan de feiten heeft deelgenomen. Laat ons eerlijk zijn, alleen zij die op een of andere manier wel bij de feiten betrokken zijn, kunnen ons de beste tips geven. Indien het geen eersterangs actoren van de misdrijven zijn, dan moeten wij hen misschien een gunstmaatregel kunnen aanbieden om ons onderzoek vooruit te helpen. Geen straffeloosheid, maar strafvermindering, in sommige gevallen getuigenbescherming, of meer. Maar slachtoffers of nabestaanden in de kou laten staan, dat stuit ons tegen de borst.”

Tussen 1983 en 1985 werden 28 mensen neergeschoten in een reeks overvallen, vooral gericht op warenhuizen. De Bende van Nijvel dankt haar naam aan een van haar eerste doelwitten, een Colruyt-warenhuis in Nijvel op 17 september 1983. Daarbij vielen drie doden.

Riotgun

“Weten waarom dit gebeurd is, dat is voor ons het allerbelangrijkste”, zegt David Vandesteen. Hij keek op 9 november 1985 de “reus” van de Bende van Nijvel in de ogen net voor de gangster zijn heup aan flarden schoot met zijn riotgun. Dat was in de Delhaize in Aalst, de laatste overval.

“De speurders hebben ons hun onmacht bekend. In de huidige stand van het onderzoek geraken de speurders niet veel verder”, zegt Vandesteen. “Ik denk dat de piste van de politieke inmenging de goede is. Maar de hamvraag blijft wie er baat bij had en waarom. Het blijft een raadsel waarom de beloning van 250.000 euro voor een gouden tip niets heeft opgeleverd.”

Zelfs nabestaanden die het onderzoek tot op de laatste dag van de verjaringstermijn (9 november 2025, nvdr.) willen laten doorgaan, twijfelen. Patricia Finné, wiens vader in 1985 werd doodgeschoten in de Delhaize in Overijse, is een van hen. “Ik vraag al meer dan tien jaar een wet op spijtoptanten. Wanneer komt die er? Ik heb jaren gestreden. Ik raak stilaan gedegouteerd.”

Justitieminister Koen Geens (CD&V) was aanwezig op de herdenking van de laatste aanslag van de Bende van Nijvel in Aalst op 9 november 1985, de meest bloedige uit de reeks. Wanneer een nieuwe spijtoptantenwet er komt, blijft onduidelijk. Maar het speurdersteam wordt intussen wel afgekalfd. Tot minder dan de vingers op één hand.

Bron » Het Nieuwsblad

Tueurs du Brabant: faut-il protéger les repentis pour faire avancer l’enquête?

La cellule d’enquête du Brabant wallon a rencontré les familles des victimes, ce mardi, à Charleroi. Les investigations n’ont pas connu d’avancées significatives. Une enquête parallèle pour des faux procès-verbaux policiers a été menée par le Comité P mais a mené à une impasse. Les magistrats espèrent à présent une loi sur les repentis.

Le procureur général de Liège Christian De Valkeneer, le procureur du Roi du Hainaut (division Charleroi) Pierre Magnien et le procureur général de Mons Ignacio de la Serna, qui chapeautent la cellule d’enquête sur les Tueries du Brabant wallon, ont exposé aux familles des victimes les pistes suivies ces deux dernières années.

Le sac de Ronquières

Selon eux, le noeud du dossier reste ce sac jeté dans le canal Charleroi-Bruxelles à Ronquières. En novembre 1985, un témoin avait signalé des agissements suspects, ce qui avait mené à des fouilles (vaines) dans le cours d’eau. L’année suivante, les enquêteurs de la Cellule Delta avaient ordonné aux plongeurs de sonder à nouveau les lieux, ce qui avait permis de repêcher un sac contenant des objets liés aux Tueurs du Brabant.

ADN peu fiable

Parmi ces pièces figurait un morceau de gilet pare-balles présentant du sang au niveau du col. Un profil ADN a pu en être extrait mais, selon les scientifiques, ce type de trace aurait dû disparaître après quelques jours d’immersion, ce qui laisse penser que le sac a été jeté juste avant sa découverte.

Trois pistes à l’étude

“Nous étudions trois pistes: soit la couverture d’un indicateur qui s’est débarrassé de ces objets, soit une fausse piste pour abuser les enquêteurs, soit une manipulation de la part de ces derniers”, a expliqué Christian De Valkeneer en déplorant le mutisme des policiers de l’époque, réinterrogés par la juge d’instruction Martine Michel.

Faux procès-verbaux

La nouvelle cellule Brabant wallon a également constaté des divergences dans les raisons invoquées pour cette deuxième plongée dans le canal, ce qui laisse penser que des faux procès-verbaux ont été rédigés. “Un dossier parallèle a été mis à l’information et l’enquête a été confiée au Comité P”, explique Pierre Magnien. “A ce stade, les enquêteurs n’ont pas pu mettre en évidence des faux, ni des personnes susceptibles de les avoir établis”.

La piste Jean-Marie Tinck

La piste de Jean-Marie Tinck, inculpé en 2014, n’a pour l’instant plus donné de suite. On ignore s’il s’agit d’un affabulateur puisque bon nombre de ses déclarations sont aujourd’hui invérifiables.

Dernier espoir

Devant les familles des victimes, Christian De Valkeneer a reconnu que l’un des derniers espoirs restait l’élaboration d’une loi sur les repentis qui permettrait à des personnes de “seconde ligne” d’apporter des éléments en bénéficiant d’une immunité judiciaire. La plupart des proches des victimes ont quitté les lieux déçus par la faiblesse des avancées de ces deux dernières années.

Bron » 7 Sur 7

“Laat burgers terreurcel infiltreren”

Om snel en voldoende info te krijgen over terreurgroepen, zou de politie moeten kunnen werken met burgers die als ‘mol’ infiltreren. Daarvoor pleit de procureur-generaal van Brussel, Johan Delmulle.

De procureur-generaal van Brussel, de baas van het openbaar ministerie in Brussel, Vlaams- en Waals-Brabant, breekt een lans voor extra mogelijkheden voor politie en gerecht om terroristen op te sporen.

Volgens procureur-generaal Johan Delmulle is de tijd gekomen om de speurders betere instrumenten te geven. Hij pleit ervoor werk te maken van een betere informantenwerking, een regeling rond spijtoptanten en burgerinfiltranten.

Vooral dat laatste is een opvallend voorstel, want het is zeer omstreden. Nu mogen enkel daarvoor opgeleide politiemensen, gewoonlijk van de speciale eenheden, criminele milieus infiltreren.

In zijn toespraak om het gerechtelijk jaar te openen, geeft Delmulle verschillende argumenten om ook burgers te laten infiltreren in terroristische milieus én hen toe te laten indien nodig zelfs criminele strafbare feiten te plegen.

Valse naam

“Het is vandaag zeer moeilijk, vaak zelfs onmogelijk, om een politieman te vinden die het juiste profiel heeft om in een zeer gesloten en achterdochtig milieu binnen te dringen en zich er te handhaven”, zegt Delmulle. “Dat vraagt ook tijd, tijd die er niet altijd is als je ziet hoe snel verdachten soms radicaliseren en tot actie overgaan. De federale politie heeft ook te weinig infiltranten, zeker met het juiste profiel, om een antwoord te bieden aan het enorm toegenomen aantal onderzoeken.”

Terreurcellen moeten daarom nog meer van binnenuit worden bestreden, vindt Delmulle. Nu kan er wel worden gewerkt met informanten die deel uitmaken van een terroristische groepering.

“Maar er zou een volgende stap moeten worden gezet. Een burgerinfiltrant zou moeten kunnen werken onder een fictieve identiteit (iets wat een informant niet kan, red.). Hij zou meer moeten kunnen doen dan enkel passief inlichtingen verzamelen – waartoe een informant nu beperkt is.”

In bepaalde omstandigheden zou de infiltrant zelfs strafbare feiten moeten kunnen plegen, om zo zichzelf niet te verbranden.

“Uiteraard zou bij de federale politie en het Openbaar Ministerie een sluitend controlesysteem moeten bestaan”, voegt Delmulle daar nog aan toe. “Maar er wordt best niet te lang gewacht met de wettelijke creatie van de figuur van de burgerinfiltrant.”

Strafvermindering

Daarnaast stelt Delmulle ook voor om meer geld vrij te maken voor informantenwerking. Dat geld moet dienen voor de premies voor personen die informatie geven over bijvoorbeeld terroristen, maar ook voor politiemensen die de informanten beheren.

De procureur-generaal vindt ook dat het tijd is om een regeling voor spijtoptanten uit de grond te stampen, zodat verdachten die cruciale info geven in terreuronderzoeken strafvermindering of andere voordelen zouden kunnen krijgen.

Federaal procureur Frédéric Van Leeuw stelde dat ook al eens voor in een interview met De Standaard. Delmulle stond voor Van Leeuw aan het hoofd van het federaal parket, dat de terreuronderzoeken in ons land voert.

Delmulle vindt wel dat het Strafwetboek al voldoende is verbeterd voor de strijd tegen terreur. Een verdere uitbreiding van het begrip “terrorisme” is bijvoorbeeld niet meer nodig, die is de jongste maanden al sterk verruimd, zodat ook ‘lone wolves’ sneller kunnen worden aangepakt en er in het algemeen vroeger kan worden ingegrepen.

Bron » De Standaard