Hubert Defourny, medeoprichter van diverse Franstalige extreem-rechtse partijen, is gisteren veroordeeld tot vier maanden gevangenisstraf wegens aansporing tot rassenhaat. De correctionele rechtbank van Luik bevestigt eveneens dat de extreem-rechtse beweging REF en de partij Bloc Wallon racistische organisaties zijn.
Het Bloc Wallon zag het levenslicht in april 2000 en werpt zich op als tegenhanger van het Vlaams Blok in Wallonië. REF, opgericht in 1995 door Defourny, staat voor Référendum en is een verwijzing naar de partij REX van Léon Degrelle.
Defourny (44) is veroordeeld wegens een racistisch artikel dat verscheen in het tijdschrift van REF en wegens een racistisch pamflet dat het Bloc Wallon verspreidde voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2000.
Oud-provincieraadslid Defourny was de verantwoordelijke uitgever van beide geschriften. Hij kreeg vier maanden effectieve gevangenisstraf en een geldboete van 4.957 euro. Het Centrum voor Racismebestrijding en de Franstalige Liga voor Mensenrechten, die met een klacht de strafzaak tegen Defourny in gang hadden gezet, kregen telkens een euro morele schadevergoeding.
Defourny, ook oud-vice-voorzitter van Agir, betwistte dat de correctionele rechter bevoegd was en ontkende dat de publicaties racistisch waren.
Volgens het centrum-Leman veroordeelde de correctionele rechter Defourny wegens rassenhaat, omdat hij in de bewuste publicaties vreemdelingen omschreef als dieven en profiteurs van de sociale zekerheid. Ook in de term ‘neger’ zag de rechter een aansporing tot rassenhaat.
Het is de tweede veroordeling van Defourny op grond van de anti-racismewet van 1981. De vorige veroordeling dateert van 1998. Toen werd Defourny enkel schuldig bevonden aan “het aanzetten tot discriminatie” (op grond van artikel 1 van de anti-racismewet).
Nu hoorde hij zich eveneens veroordelen wegens lidmaatschap van een vereniging die rassenhaat propageert (artikel 3). Meteen heeft de rechtbank de twee Franstalige groeperingen REF en Bloc Wallon aangemerkt als racistische groeperingen.
“Dit is zeldzaam”, zegt stafmedewerker Patrick Charlier van het Centrum-Leman. “Meestal ontwijkt de rechter de vraag of een (extreem-rechtse) groepering racistisch is en beperkt hij zich tot een veroordeling van het individu wegens rassenhaat. Daarom zijn we verheugd over de uitspraak.”
Het Centrum-Leman en de Liga voor Mensenrechten probeerden zo’n (morele) veroordeling ook al te verkrijgen tegen het Vlaams Blok, maar de correctionele rechter verklaarde zich telkens (in 1994 en 2001) onbevoegd, omdat het om een politiek of een persmisdrijf zou gaan – waarvoor het hof van assisen bevoegd is.
Volgens stafmedewerker Charlier zijn de volgehouden juridische klachten tegen Franstalige extreem-rechtse politici een van de redenen waarom extreem-rechts in Wallonië niet van de grond komt.
Charlier: “Maar het is niet de enige reden. Extreem-rechts is in Franstalig België enorm versplinterd. Bovendien zijn de leiders ervan geen sterke persoonlijkheden, zoals dat het geval is bij het Vlaams Blok.”
Toch is het Centrum-Leman ervan overtuigd dat de juridische klachten tegen extreem-rechtse politici en partijen hun nut hebben.
Charlier: “Het heeft de groei van Franstalig extreem-rechts zeker afgeremd. En tijdens het proces tegen kopstukken van het Vlaams Blok was duidelijk dat deze erg verveeld zaten met de mogelijkheid dat hun partij door een rechter racistisch zou worden bevonden. Maar dergelijke juridische acties volstaan niet in de strijd. Het is slechts een element van een hele strategie tegen extreem-rechts.”
Bron » De Standaard | Filip Verhoest