Journalisten overnachten in justitiepaleis en kijken dossiers in

Een cameraploeg van de RTBF is erin geslaagd een nacht door te brengen in het Brusselse justitiepaleis. Dat blijkt uit een reportage van de Franstalige omroep, die vanavond wordt uitgezonden. Ook in Namen kon een journalist de griffie binnenwandelen en dossiers inkijken. De cameraploeg liet zich opsluiten in het Brusselse justitiepaleis.

Om 19 uur werd het licht gedoofd en werden de deuren gesloten, waarna de journalisten ongestoord hun gang konden gaan. In de griffie konden ze allerlei dossiers gewoon inkijken. Vijf jaar geleden slaagde de RTBF daar ook al in, aldus de VRT-nieuwsredactie. Philip Hendrickx van Justitie geeft toe dat er nog werk aan de winkel is.

“De laatste jaren zijn er ontzettend veel inspanningen geleverd om de beveiliging van de gerechtsgebouwen op een behoorlijk niveau te brengen, maar er zijn toch nog gebouwen waar die inspanningen nog niet ver genoeg gevorderd zijn.”

In Brussel is intussen wel veiligheidspersoneel aangeworven. Justitie wacht echter al een jaar op een advies van de Dienst Monumenten om er camera’s te mogen hangen.

Bron » De Morgen

Koning kende 1.094 keer een strafvermindering toe

De afgelopen vier jaar heeft koning Albert 6.241 genadeverzoeken voor een strafvermindering ontvangen. In 17,5 procent van de gevallen ging het staatshoofd daar ook op in. Dat antwoordde minister van Justitie Stefaan De Clerck op een parlementaire vraag van N-VA-Kamerlid Els De Rammelaere, zo berichten de Corelio-kranten vandaag.

Tot begin deze eeuw werden jaarlijks meer dan tweeduizend aanvragen om genade ingediend. Sinds 2005 lag het aantal telkens lager. Een genademaatregel moet nooit worden gemotiveerd omdat het een voorrecht is dat door de grondwet aan de koning is toegekend. Voor de toekenning van genade wordt rekening gehouden “met de sociale, familiale en professionele situatie van de verzoeker”, zei De Clerck wel.

Veel genadeverzoeken zouden niet uitgaan van gedetineerden, maar van personen die door politierechtbanken zijn veroordeeld tot boetes en rijverboden. De minister verdedigt het systeem als onderdeel van een “coherente strafuitvoeringspolitiek, waarin de sanctie maximaal aan de veroordeelde is aangepast ten einde het risico op recidive te verminderen”. De N-VA vindt het echter een “middeleeuwse praktijk” en vraagt dat het genaderecht wordt afgeschaft.

Bron » De Morgen

Staatsveiligheid nuanceert in gaten houden van politici

De Staatsveiligheid bevestigt dat ze wel degelijk dossiers heeft over Belgische politici, maar nuanceert de informatie. Ze benadrukt dat het gaat om dossiers over burgers en niet over de politieke activiteit van die burgers. De krant De Morgen schreef dat de Staatsveiligheid ongeveer tweehonderd dossiers heeft over Belgische politici, van wie een vijftigtal ministers of parlementsleden in functie.

De informatie kwam uit een vertrouwelijk rapport van het Comité I, dat toezicht houdt op de inlichtingendiensten, en wordt op een “verdraaide manier voorgesteld”, zegt de Staatsveiligheid in een mededeling. De Staatsveiligheid is inderdaad in het bezit van een beperkt aantal “dossiers” van burgers die een activiteit hebben waarvan de opvolging kadert in de Wet houdende regeling van de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten van 30 november 1998, luidt het.

“De ‘dossiers’ waarvan sprake is, hebben betrekking op burgers en niet op de eventuele politieke activiteit van deze burgers. Meestal werden de ‘dossiers’ zelfs geopend voordat deze personen lid werden van een politieke partij.” De Staatsveiligheid voegt daar aan toe dat de uitdrukking “gereserveerde dossiers” die door de pers gebruikt wordt, een slecht beeld van de werkelijkheid geeft: het gaat veeleer om “beschermde dossiers”.

“Als het werk van de Staatsveiligheid betrekking heeft op een burger die later voor een overheidsmandaat verkozen wordt, wordt zijn dossier uit de normale archieven gehaald om zeer strikt en beschermd geklasseerd te worden. Het gaat hier dus om een veiligheidsmaatregel en een maatregel om de privacy te beschermen.”

Bron » De Morgen

Staatsveiligheid houdt 200 ‘extremistische’ politici in de gaten

De Staatsveiligheid bezit ongeveer 200 dossiers over Belgische politici, van wie een vijftigtal ministers of parlementsleden in functie. Dat staat in een vertrouwelijk rapport van het Comité I dat De Morgen kon inkijken. De geheime dienst houdt vooral groene en extreem rechtse politici in de gaten.

Dossiers over politici worden al sinds 1973 bijgehouden en bestaan tot vandaag, zo blijkt uit het rapport, dat onlangs werd bezorgd aan de parlementaire begeleidingscommissie die de inlichtingendiensten controleert. Het gaat om zogenaamde ‘gereserveerde’ dossiers, die buiten de normale informatiehuishouding vallen van de Staatsveiligheid. Ze kunnen enkel geraadpleegd worden door de top van de geheime dienst.

De reden daarvoor is volgens het rapport “het risico op eventueel misbruik door personeel van de Staatsveiligheid zoveel mogelijk te beperken”. Wie de geviseerde politici zijn, vermeldt het rapport niet. Eerder raakte al bekend dat de Staatsveiligheid vooral belangstelling heeft voor mandatarissen van Groen!, Ecolo en extreem rechtse partijen zoals Vlaams Belang. Minister van Justitie Stefaan De Clerck ziet geen probleem. “Wat is er vreemd aan het feit dat de vertegenwoordigers van de bevolking worden doorgelicht?”, vraagt de woordvoerder van de minister zich af.

Het bestaan van de politieke dossiers werd begin 2006 toevallig vastgesteld door het Comité I, tijdens een huiszoeking in het kader van een ander onderzoek. Het controlecomité ontdekte toen “dat er een tweehonderdtal papieren dossiers een speciaal regime genoot”. Het ging om individuele dossiers op naam van politici en niet-politici, opgeborgen in een afzonderlijke, slotvaste kast in het vroegere kantoor van Albert Raes, de legendarische chef van de Staatsveiligheid in de jaren zeventig en tachtig.

Een deel van de dossiers was spoorloos verdwenen. “Het consultatieregister dat moest worden ingevuld bij elke raadpleging van een dossier was gewoonweg blanco”, stelde het Comité I vast. Naar het hoe en waarom van die praktijken uit de tijd van Raes deed het controlecomité geen verder onderzoek, “aangezien eze definitief tot het verleden behoren”.

Daarnaast bleken er ook 95 andere ‘gereserveerde’ dossiers te bestaan over niet-politici, door het controlecomité omschreven als “personen met mogelijke sociaaleconomisch-politieke gevoeligheid, zoals mandaathouders van belangrijke bestuurlijke of gerechtelijke functies, en familieleden van Staatsveiligheidspersoneel”. Voorts vond het Comité I dertien thematische dossiers die niet in het normale circuit zaten, over extremistische stromingen of bewegingen.

Eind jaren negentig begon de Staatsveiligheid ook gedigitaliseerde informatie over politici bij te houden, een systeem dat vanaf 2000 werd veralgemeend. Onlangs stelde het Comité I vast dat er nog altijd 193 ‘gereserveerde’ dossiers bestonden, zowel in papieren als in digitale versie.

Daarvan waren er 108 actieve dossiers, dit zijn dossiers die gebruikt worden voor inlichtingenactiviteiten of spionagewerk. Van die 108 staan er 56 op naam van “mandaathouders”, lees: politici die op dat moment (februari 2008) een mandaat als minister of parlementslid hadden. De overige 85 dossiers zijn afgesloten.

Meer dan 90 procent van de politieke dossiers werd aangelegd omwille van mogelijke extremistische activiteiten van de betrokken politici of in het kader van veiligheidsonderzoeken met het oog op het afleveren van een veiligheidsmachtiging. In sommige gevallen gaat het om zeer uitgebreide dossiers van meer dan vijfhonderd documenten.

In 9 procent van de gevallen werd informatie uit dossiers over politici door de Staatsveiligheid overgemaakt aan buitenlandse inlichtingendiensten, bijvoorbeeld omdat die vroegen om een bepaalde auto te identificeren.

Bron » De Morgen