Nieuwe zoekactie naar wapens Bende van Nijvel

De speurders die de misdaden van de Bende van Nijvel onderzoeken, zijn gisteren in Haacht begonnen met een grootschalige zoekactie in een natuurgebied. Ze zijn er vooral van overtuigd dat daar een aantal wapens of minstens wapenonderdelen van de Bende verstopt liggen. Ze hopen er ook een lijk te vinden van één van de daders wat voor een doorbraak in het onderzoek kan zorgen.

Het gerecht zette gisteren de grote middelen in voor een nieuwe zoekactie in het onderzoek naar de Bende van Nijvel. De Civiele Bescherming en de federale politie reden ’s ochtends vroeg al met grote graafmachines, kranen en kettingzagen naar de Wilde Heide, een bosrijk gebied in het Vlaams-Brabantse Haacht. De hele dag werden bomen omgezaagd en ook een vijver werd gedregd.

Wat de speurders er precies toe geleid heeft om in dit natuurgebied te beginnen zoeken naar nieuwe sporen van de Bende van Nijvel is niet helemaal duidelijk. Maar gerechtelijke bronnen bevestigen wel dat ze goede aanwijzingen hebben dat daar een deel van de wapens – of minstens een aantal wapenonderdelen – van de Bende verstopt liggen.

Bij eerdere zoekacties, in 1985 en 1986, werden op de oever van het kanaal in Ronquières al een groot aantal wapens gevonden. De speurders, die de reeks overvallen en 28 moorden van de Bende onderzoeken, troffen toen het in water twee grote zakken aan. Daarin stak onder meer een deel van de wapens, een hoop munitie én de brandkast van de Delhaize van Aalst.

Hoewel die spullen duidelijk toebehoren aan de Bende volstond het voor de onderzoekers niet om ze te identificeren. Ze zochten daarom twee jaar geleden met beter zoekmateriaal opnieuw het kanaal af naar de rest van de wapenonderdelen en nieuwe sporen. Maar dat was zonder enig succes.

Deze keer is het gerecht er wél van overtuigd dat ze goed zitten. Dat getuigt de grootschaligheid van de zoekactie in de bossen in Haacht, die maar liefst twee weken in beslag kan nemen. De speurders hebben nu onderzocht waar – de eerder gevonden – wapens vandaan kwamen en wie daar mogelijk ooit mee in contact is gekomen. En daarbij zijn ze dus uitgekomen in de Wilde Heide in Haacht.

Mogelijk ligt daar ook een lijk van één van de daders begraven, al is dat voor de speurders eerder ijdele hoop dan iets waar ze echt op rekenen. Toch zou de vondst van een lichaam en de rest van het wapenarsenaal van de Bende een doorbraak in het onderzoek betekenen.

Het staat in elk geval vast dat het speurdersteam naar de Bende van Nijvel niet stilzit. Vier maanden geleden maakte de bevoegde onderzoeksrechter Martine Michel nog bekend dat er een nieuw DNA-spoor werd ontdekt dat behoort aan ‘killer’. Ook dat spoor werd aangetroffen op een voorwerp dat in het kanaal van Ronquières werd opgevist. Maar of het DNA een rol gespeeld heeft in de nieuwe zoekactie in Haacht is niet duidelijk.

In de omgeving van het natuurgebied daar wordt wel verrast gereageerd op de nieuwe zoektocht. Buurtbewoners herinneren zich dat er op het perceel waar nu gezocht wordt – en intussen helemaal overwoekerd is – een tiental jaar geleden vreemde mensen woonden. Maar een link met de Bende lijkt er niet echt.

“Het ging om een aantal mannen en vrouwen die zichzelf Druïden noemden. Ze hielden zich vooral bezig met het onderhouden van een kruidentuintje. Al droegen ze wel vaak wapens en andere wapens bij zich. Maar plots waren ze verdwenen”, aldus een buurman.

Bron » Het Nieuwsblad

Opnieuw graven naar wapens Bende van Nijvel

De speurders die de misdaden van de Bende van Nijvel onderzoeken, zijn gisterenochtend begonnen met graafwerken aan de Wilde Heide in Haacht. De Wilde Heide is een bosrijk natuurgebied in Haacht waar vooral vakantiehuisjes staan. De speurders zouden op zoek zijn naar wapens die ooit gebruikt werden door de Bende.

Een deel van die wapens werd aangetroffen in zakken die in november 1986 in Ronquières door duikers uit het kanaal Brussel-Charleroi werden opgevist. Ook de brandkast die de Bende meenam na de overval op de Delhaize in Aalst, werd toen uit het kanaal gevist. Waarom de speurders nu menen dat een ander deel van die wapens in Haacht zou kunnen liggen, is onduidelijk.

Sinds begin dit jaar heeft het onderzoek naar de Bende van Nijvel wel een nieuw elan gekregen. De speurders maakten in maart ter gelegenheid van een ontmoeting met de slachtoffers onder meer bekend dat ze een DNA-spoor gevonden hadden aan de binnenkant van een kogelvrij vest die in Ronquières uit het water werd gehaald. Ze deden ook een reeks huiszoekingen in het extreem-rechtse milieu rond de voormalige pseudomilitaire organisatie Westland New Post. WNP zou volgens sommigen meer weten van de aanslagen van de Bende van Nijvel.

Bij de aanslagen die aan de Bende worden toegeschreven vielen in de jaren 80 van de vorige eeuw in totaal 28 doden. De Bende van Nijvel sloeg vooral toe in warenhuizen. Het huisje waar de zoektocht gisteren begon, werd volgens omwonenden laatst bewoond door een aantal mannen en vrouwen uit het Brusselse die zichzelf druïden noemden. Het staat ondertussen al een paar jaar leeg. Officieel gaf het parket van Charleroi gisteren geen commentaar over de zoektocht.

Bron » De Standaard

Leugendetector steeds vaker gebruikt

In 2011 werden 508 mensen ondervraagd met een leugendetector en dat is een absoluut record. Tien jaar eerder, in 2001, werden er nog maar 60 testen uitgevoerd. De cijfers komen van minister van Justitie Annemie Turtelboom (Open VLD) op vraag van Inge Faes (N-VA). In 98% van de gevallen was het een verdachte die aan de leugendetector moest.

Maar uitzonderlijk werd ook het verhaal van een slachtoffer gecontroleerd. 192 ondervraagden spraken de waarheid volgens de leugendetector. 74 kregen de stempel “ongeloofwaardig” en 31 keer was het resultaat onduidelijk. Een test met een leugendetector is in ons land onvoldoende bewijs om iemand eventueel te veroordelen maar kan in overeenstemming met andere bewijzen nieuwe perspectieven openen voor speurders.

Bron » VRT Nieuws

Hoge Raad voor Justitie: “Zaak Van Uytsel toont nut aan DNA-databank van verdachten”

Senatoren van N-VA, Open Vld en MR schaarden zich woensdag achter de aanbeveling van de Hoge Raad voor Justitie (HRJ) om zoals in de omringende landen ook het DNA-profiel van verdachten van zware misdrijven in een nationale databank op te nemen.

Inge Faes (N-VA) verwees in de commissie Justitie naar haar wetsvoorstel om een DNA-databank voor verdachten op te richten. De Hoge Raad voor Justitie (HRJ) lichtte woensdag het verslag van het onderzoek naar de werking van de gerechtelijke overheden in de zaak Annick Van Uytsel toe in de commissie Justitie van de Senaat.

Het verslag stelt dat de onderzoeksrechter en de parketmagistraten niets te verwijten valt. Zij waren niet op de hoogte van de fouten die er bij politioneel onderzoek gebeurden, zoals gebleken uit een onderzoek van het Comité P.

Toch doet de Hoge Raad een aantal aanbevelingen aan de politieke overheden en het college van procureurs-generaal. Zo pleit de raad voor het veralgemenen van het draaiboek voor de afscherming van de plaats delict. Nu hebben enkele parketten dergelijk draaiboek, maar het college van procureurs-generaal moet dat verplichten, aldus de HRJ.

Naast Faes schaarden ook Martine Taelman (Open Vld) en commissievoorzitter Alain Courtois (MR) zich achter de aanbeveling van de Hoge Raad. Advocaat-generaal Jean-Luc Cottyn, die het verslag toelichtte, zei dat twee of drie doden hadden vermeden kunnen worden als het DNA van Ronald Janssen beschikbaar was.

Cottyn vond persoonlijk dat men bij de geboorte DNA zou moeten afstaan. “Dat zou betekenen dat telkens er iets gebeurt, ook ik verdacht zou zijn”, vond PS-fractieleider Philippe Mahoux. Het wetsvoorstel van Faes houdt in dat binnen het Nationaal Instituut voor Criminologie en Criminalistiek een nieuwe DNA-databank wordt opgericht met het DNA van verdachten van ernstige misdaden.

Vandaag houdt de politie reeds de vingerafdrukken van verdachten onder elektronische vorm bij in een centrale databank, merkt de N-VA op. Om de rechten van de verdachten te garanderen staat de procedure onder toezicht van het openbaar ministerie en worden de stalen van codenummers voorzien zodat enkel de Nationale DNA-cel de identiteit kent.

Cottyn wees er ook op dat de relatie tussen pers en gerecht soms ontspoort. Er circuleren cd-roms met het volledige dossier van de zaak-Janssen, inclusief de autopsiefoto’s van de slachtoffers. Hun ouders zijn ongerust over wat hiermee zal gebeuren, aldus Jean-Luc Cottyn.

Bron » De Standaard

Moordenaar van miljardair zal nooit worden gestraft

Het doek valt vandaag over een van de meest spraakmakende moordzaken in België. Jarenlang probeerde het gerecht te achterhalen wie op 17 november 1983 baron Paul Cams (45) thuis doodschoot. Wat een eenvoudige zaak leek, raakte nooit opgelost. Vandaag is de moord definitief verjaard.

“Op de avond van zijn dood was Paul erg depressief.” Dat vertelde zijn moeder Yvonne aan een journalist. Paul Cams – miljardair, ereconsul en een graag geziene gast in de hoogste kringen – was die dag teruggekeerd uit de Verenigde Staten, waar hij zijn dochter had opgezocht. Hij dineerde ‘savonds in zijn zwaarbeveiligde villa in Ganshoren met zijn vriendin Odile (43) en zijn moeder. Odile had konijn klaargemaakt.

Maar de baron was zichzelf niet. Het koppel kibbelde. “Plots riep Paul: Binnenkort zal er geen Cams meer zijn. Daarna liep hij naar de keuken. We zijn hem achterna gelopen. Paul stond te huilen in de keuken, maar hij stuurde ons weer weg.” Er kwam geen uitleg.

Na het vertrek van zijn moeder viel Cams in slaap voor de televisie. Odile keek boven in de slaapkamer naar een film. Om 22uur werd de slapende miljardair verrast door zijn moordenaar. Die schoot drie kogels achteraan in zijn hoofd, en dan drie kogels vooraan. Alsof het een ritueel was. Odile, die opgeschrikt door de schoten naar beneden rende, zag alleen nog de voordeur dichtklappen.

Paul Cams werd geboren in Hasselt en verhuisde als kleine jongen naar de hoofdstad, waar zijn ouders een slagerij openden. Als deur-tot-deurverkoper werd hij de eerste die in de jaren60 in Brussel haarlak verkocht. Het fortuin dat hij daarmee bijeengaarde, investeerde hij in een medisch laboratorium. Daarnaast bezat hij een schoonmaakbedrijf en het bekende restaurant Carlton.

In geen tijd drong de slagerszoon door tot de hoogste kringen. Zo was hij lid van het financieel comité van de Vlaamse liberale PVV en werd hij een persoonlijke vriend van kopstuk Willy De Clercq. Hij mat zich de titel van baron aan en werd in 1981 ereconsul van Senegal in België.

Na de moord kwam het hoofd van de Brusselse gerechtelijke politie persoonlijk naar de villa om het onderzoek in goede banen te leiden. Vriendin Odile was meteen de hoofdverdachte. Ze was als enige in huis en een van de weinigen die wisten dat Cams die dag vroeger dan verwacht zou thuiskomen. Ze bezat een wapen, ze volgde schietlessen. Na de moord belde ze niet meteen de hulpdiensten maar de huisdokter.

Haar verklaringen gaven de doorslag: Odile zei dat ze na het eerste schot naar beneden rende, naar het lichaam van Cams. Daar had ze 17 seconden voor nodig, zo bleek uit de reconstructie. Maar in die tijdspanne kon de dader onmogelijk de moord plegen, zes kogelhulzen oprapen in de duistere kamer én vluchten. Bij gebrek aan tastbaar bewijs moest de recherche Odile na een nacht in de cel vrijlaten. Kort daarna vertrok ze naar het Spaanse Marbella. Ze keerde nooit meer naar België terug.

De speurders ontdekten andere sporen toen ze Cams’ levenswandel uitplozen. Zo werd gangster Yvan Somville vlak voor de deur van Cams neergeschoten. De baron zou vaak in illegale casino’s hebben vertoefd, in bedenkelijk gezelschap. Tot op vandaag geloven sommigen dat er een verband is met de Bende van Nijvel. In de maanden voor zijn dood kreeg Cams anonieme doodsbedreigingen. Volgens sommigen werd Cams afgeperst.

In 1986, bijna drie jaar na de moord, stapte de trouwe rechterhand van Cams naar het gerecht. Daniël, zijn chauffeur en manusje-van-alles, wees Odile aan. Maar ook een radioloog die voor Cams werkte én een garagehouder die volgens intimi een van Cams’ beste vrienden was. Het motief was eenvoudig: geld. Maar ook voor deze denkrichting werden nooit bewijzen gevonden.

“Ik weet zeker dat mijn stiefmoeder Odile niets met de moord te maken heeft”, zo sprak zijn enige dochter Michèle vorig jaar nog. Ze heeft haar eigen idee over wie de moordenaar is. “Ik kan alleen hopen dat hij het leven of het lot heeft gekregen dat hij verdient.”

Het moordonderzoek werd in 2006 officieel stilgelegd. Alleen als iemand met een gouden tip zou afkomen, of als de moordenaar zelf plots zou bekennen, kon het onderzoek weer worden opgestart. Het Brusselse parket laat weten dat de moord vandaag, op 2juli 2012, officieel verjaard is. De moordenaar kan niet meer worden gestraft.

Bron » Het Nieuwsblad