Daar is het spook van de rijkswacht opnieuw

De grote hervorming van de politie is nog niet voor meteen. Ze zal allicht ook niet zo drastisch zijn als commissaris-generaal Catherine De Bolle graag had gewild.

Commissaris-generaal van de federale politie Catherine De Bolle tijdens de generale repetitie voor het defilé. Haar hervormingsplan voor de federale politie – en ook het compromisvoorstel van minister van Binnenlandse Zaken Joëlle Milquet (CDH) – zal pas na de nationale feestdag worden besproken in het kernkabinet.

Commissaris-generaal van de federale politie Catherine De Bolle tijdens de generale repetitie voor het defilé. Haar hervormingsplan voor de federale politie – en ook het compromisvoorstel van minister van Binnenlandse Zaken Joëlle Milquet (CDH) – zal pas na de nationale feestdag worden besproken in het kernkabinet. Bert Van den Broucke/photo news

Premier Elio Di Rupo (PS) en zijn topministers zouden normaal vrijdag in het kernkabinet de knoop doorhakken over het plan dat minister van Binnenlandse Zaken Joëlle Milquet (CDH) op tafel had gelegd over de hervorming van de federale politie. Maar het kernkabinet hakte de knoop niet door. Op het kabinet-Milquet klonk het vrijdag dat er over bepaalde aspecten van het plan nog verder moest worden gediscuteerd door de ministers.

Directeursfuncties

Vooral het voorstel van de commissaris-generaal van de federale politie, Catherine De Bolle, om per gerechtelijk arrondissement één politiedirecteur aan te duiden stuit op weerstand. Vandaag zijn er twee directeursfuncties per arrondissement: één gerechtelijke en een bestuurlijke directeur.

Maar om die discussie te voeren, was vrijdag geen tijd meer. En dus komt het hervormingsplan volgende week terug op tafel.

Catherine De Bolle legde in januari al haar oorspronkelijk 73 pagina’s dikke plan ‘Optimalisatie federale politie’ aan de minister voor. De Bolle, die op 1 maart 2012 Fernand Koekelberg opvolgde aan het hoofd van de federale politie, koos niet voor de weg van de minste weerstand.

Integendeel, ze schrapte in haar plan met één pennentrek 55 van de meer dan 80 directeursfuncties bij de federale politie die haar voorganger Koekelberg mee had uitgetekend. Bij de vorige grote politiehervorming, die in 1998 werd doorgevoerd na de zaak-Dutroux, werd met hoge posten en directiefuncties gestrooid. Dat was toen de manier om het personeel de samensmelting tussen de voormalige rijkswacht en de gerechtelijke politie (GPP) te doen slikken.

Catherine De Bolle ging voor haar optimalisatieplan te rade bij een hele plejade van specialisten. Onder anderen professor en veiligheidsexpert Brice De Ruyver, ex-rijkswachtofficieren zoals Willy Bruggeman – ook professor in de politiewetenschappen – en Jean-Marie Brabant. Maar ook de federaal procureur Johan Delmulle en Christian De Valkeneer, de procureur-generaal van Luik, kregen hun zeg.

Rijkswacht

Maar bij het kabinet van Joëlle Milquet was er veel weerstand tegen het originele plan-De Bolle. Onder anderen de voornaamste adviseur van Milquet in politiezaken, de oud-fraudebestrijder bij de GPP en ex-directeur van de federale politie in Charleroi Jean-Pierre Doraene, vond het plan te veel een terugkeer naar de structuur van de oude rijkswacht van voor 1998.

Een zeer verticaal, dirigistisch systeem met één kolonel die per district alles te zeggen had. En bij het Octopus-akkoord in 1998 was net gekozen om af te stappen van dat model en te gaan voor een systeem van een gerechtelijke én een bestuurlijke directeur in plaats van die ene kolonel die alles te zeggen had – zo vonden Milquet en Doraene.

Centrale diensten

Daar kwam ook nog eens bij dat in het plan-De Bolle succesvolle centrale diensten als de fraudebestrijders van CDGEFID (Centrale Dienst voor de bestrijding van de Georganiseerde Economische en Financiële Delinquentie), het FAST (de dienst die de voortvluchtige criminelen opspoort) en de Federal Computer Crime Unit (FCCU) zou decentraliseren en verspreiden over de verschillende arrondissementen.

Milquet en haar kabinet vreesden dat die diensten in de nieuwe structuur hun werk niet meer naar behoren zouden kunnen doen. In het compromis dat Milquet volgend week aan het kernkabinet voorstelt, blijven die diensten gewoon waar ze zijn. Maar Milquet laat haar collega’s wel nog ruimte voor debat om te kiezen tussen het systeem-De Bolle – met één directeur per arrondissement – of het systeem-Milquet met twee directeurs.

Bron » De Standaard

DNA-databank “kan doorbraak betekenen in sommige dossiers”

De oprichting van een DNA-databank Vermiste Personen zal helpen eindelijk een naam te plakken op sommige van de 81 niet-geïdentificeerde lichamen waarover de Cel Vermiste Personen nog in het duister tast. Dat zegt Alain Remue, hoofd van de cel, vrijdag. Remue toonde zich vrijdagochtend op Radio 1 tevreden met de beslissing van de Senaat om daags voordien het licht op groen te zetten voor de databank.

“Achter elk dossier zit een familie, die soms al jaren wacht op nieuws. Maar met de klassieke systemen van identificatie komen we niet altijd vooruit”, verduidelijkte Remue. “Dit systeem zal hopelijk een aantal linken leggen en voor die mensen hopelijk na jaren alsnog een oplossing brengen.”

Een systematische inzameling van DNA bij de hele bevolking komt er echter niet, beklemtoonde Remue. Pas na een onrustwekkende verdwijning, wanneer het slachtoffer hoogstwaarschijnlijk is omgekomen, zal eventueel een DNA-profiel worden opgesteld. Dat kan bijvoorbeeld via het wangslijmvlies van de moeder. De medewerking blijft wel vrijwillig.

Remue hoopt zo het aantal onopgeloste zaken te verkleinen. De Cel Vermiste Personen tast momenteel nog over 81 lichamen in het duister, al telt ons land vermoedelijk nog meer niet-geïdentificeerde lichamen. “We komen af en toe nog een ‘cold case’ tegen”, verduidelijkte Remue nog aan Belga. “Het is immers pas sinds de oprichting van de cel in 1995 dat alles systematisch wordt bijgehouden.”

Hoe snel de databank concreet van start kan gaan, hangt onder meer af van de snelheid waarmee het wetsvoorstel door de Kamer raakt. “De expertise is er alvast”, verwees Remue nog naar de sporendatabank en de databank Veroordeelde Personen die al bestaan bij het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie.

Bron » De Standaard

Kamer keurt hervorming gerechtelijk landschap goed

De plenaire Kamer heeft woensdagavond de hervorming van het gerechtelijk landschap goedgekeurd. Ondanks enkele kritische geluiden drukten alle meerderheidspartijen op de groene knop. N-VA, Vlaams Belang, FDF en LDD stemden tegen, terwijl Ecolo-Groen zich onthield. Na het zomerreces buigt de Senaat zich nog over het ontwerp.

Door de – “historische”, dixit Justitieminister Annemie Turtelboom – hervorming zal het aantal arrondissementen dalen van de huidige 27 naar 12. Ze laat de nieuwe arrondissementen samenvallen met de provincies. Wel wordt rekening gehouden met de specificiteit van Brussel en Eupen. In Henegouwen komen er op het niveau van het openbaar ministerie twee zetels met elk een procureur des konings.

De hervorming moet meer autonomie aan de magistraten geven en de mobiliteit van magistraten doen toenemen. Als er ergens een achterstand dreigt te ontstaan door een toename van dossiers, zijn er nu weinig middelen voorhanden om daar een mouw aan te passen.

De hervorming moet het mogelijk maken korter op de bal te spelen. Een volgende stap in de hervorming slaat op het beheer van Justitie. Die teksten worden na de zomer besproken. Over dit luik van de hervorming is al heel wat inkt gevloeid. De meeste kritiek klonk dan ook bekend in de oren.

Binnen de meerderheid vond voormalig Justitieminister Stefaan De Clerck (CD&V) het jammer dat er geen zestien arrondissementen overblijven en dat er geen eenheidsrechtbank komt, al benadrukte hij meermaals het belang van de hervorming.

Marie-Christine Marghem (MR) was dan weer scherper. Ze had kritiek op het “gebrek aan coherentie” bij een geografische indeling die grote verschillen laat bestaan tussen de arrondissementen. Ze meent ook dat een aantal bepalingen op het vlak van de mobiliteit van magistraten teveel macht bij de korpschef legt. Wel geeft ze de minister “het voordeel van de twijfel”.

Haar partijgenote Kattrin Jadin, de enige Duitstalige verkozene in het halfrond, was dan weer verheugd met de hervorming voor Eupen. Christian Brotcorne (cdH) wilde het belang van de hervorming niet ontkennen, maar merkte toch op dat die geen revolutie inhield. Hij blikt vooral vooruit naar de tekst over het beheer.

Bron » De Standaard

Belgische laboratoria verliezen DNA-analyse

Een bedrijf uit München zal de ongeveer 8.000 DNA-stalen per jaar van veroordeelden analyseren. Belgische laboratoria begrijpen niet waarom dat in Duitsland moet gebeuren, schrijft De Standaard vandaag. De beslissing van de regering om het Duitse laboratorium Eurofins Medigenomix Forensik vanaf volgend jaar alle stalen van veroordeelden te laten ontleden, moet een flinke besparing opleveren: 30 euro in plaats van de huidige 300 per analyse.

De jongste jaren schommelde de totale kost van DNA-analyses op vraag van het gerecht telkens tussen 8 en 10 miljoen euro. Doordat verschillende labs geaccrediteerd zijn en er te weinig controle is op het werk dat ze leveren, liggen de bedragen voor een analyse in ons land minstens drie keer hoger dan in de omringende landen.

Omdat vanaf volgend jaar de DNA-databank van veroordeelden bovendien sterk wordt uitgebreid, dreigden de kosten voor de genetische analyses nog verder op te lopen. Nu komt in die database enkel het genetisch materiaal van criminelen die een straf hebben gekregen voor zware gewelddelicten zoals gijzeling, aanranding of moord of brandstichting. Daar komt straks het DNA van onder meer inbrekers bij.

Het aantal DNA-analyses zal door die uitbreiding toenemen van 4.000 naar 8.000 per jaar. Om te voorkomen dat de uitgaven mee stijgen, organiseerde minister van Justitie Annemie Turtelboom een openbare aanbesteding op Europees niveau.

Het laboratorium Eurofins Medigenomix, dat gevestigd is in de buurt van München, haalt nu de opdracht binnen. “Wij vinden het spijtig dat de analyses naar het buitenland gaan”, vindt Jan De Kinder, directeur-generaal van het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie.

Bron » De Standaard