Ex-BOB’er ontmaskert twee leden van de Bende van Nijvel

Ex-BOB’er Jean-Pierre Adam is ervan overtuigd dat nummer 18 van de Bende van Nijvel Michel Piro, een restauranthouder uit Charleroi, is. Al bijna twintig jaar spaart de nu gepensioneerde rijkswachter tijd noch moeite om de gegevens die hij jaren geleden verzamelde over te maken aan de diensten waarvoor ze van nut zijn: het parket en de cel Waals-Brabant. Tot op vandaag kreeg hij nooit enige reactie, laat staan een antwoord dat zijn piste om een welbepaalde reden niet de juiste zou zijn.

Had de Bende van Nijvel al eerder ontmaskerd en gevat kunnen worden? Hadden tal van mensenlevens gespaard kunnen worden? Voor Jean-Pierre Adam, ex-lid van de BOB van Marche-en-Famenne en in die functie gedetacheerd naar de onderzoekscel Neufchâteau, is dit geen vraag maar een wetenschap. Voor hem zijn het geen uiterst rechtse sympathieën, geen behoefte om de staat te destabiliseren en allerminst de voorbereiding van een staatsgreep. De resultaten van zijn onderzoek wijzen in de simpele richting van een bende psychopathische criminelen die niets ontziend enkel uit zijn op materieel gewin.

Julie en Melissa

Drie maanden na het losbarsten van de zaak-Dutroux, werd de belangstelling van de onderzoekscel Neufchâteau gewekt door een moord die in de nacht van 4 op 5 december 1996 op een parking langs de A54 Charleroi-Brussel gepleegd werd. Een zekere Michel Piro werd koelbloedig doodgeschoten. Enkele weken voor zijn dood had hij luidkeels verkondigd aan iedereen die het wilde horen dat hij een boekje zou opendoen over de zaak Julie en Melissa. Met de familie Lejeune had hij een paar dagen voor zijn overlijden nog afspraken gemaakt over een benefietavond die hij in zijn restaurant in de buurt van Charleroi zou organiseren en waarvan de opbrengst naar de vzw Julie & Melissa zou gaan. Tijdens die bewuste avond zou hij een en ander onthullen.

Broer

De twee vermeende uitvoerders van de moord belandden in Frankrijk in de cel. Ze verschenen voor het hof van assisen van Char- maar ze werden vrijgesproken. “Omdat Piro onthullingen had aangekondigd in de zaak-Dutroux, kregen wij aandacht voor de beide Franse verdachten, voornamelijk voor Thierry Sliman,” legt Jean-Pierre Adam uit. “De vraag was immers gerezen of Piro wegens zijn aangekondigde onthullingen geliquideerd was. Al snel bleek uit ons onderzoek dat deze Thierry Sliman in de jaren 80 samen met zijn broer Xavier een hele reeks uiterst gewelddadige feiten had gepleegd in Frankrijk.”

Adam trok voor meer informatie naar zijn Franse collega’s: “In mijn aanwezigheid haalden zij de dossiers van de broers Sliman uit de archieven. Wij vonden een Belgisch opsporingsbericht van 4 oktober 1982 over de overval op een wapenhandel in Waver op 30 september 1982 met daarbij gevoegd een robotfoto. Bij het opsporingsbericht bevond zich ook de foto van Xavier Sliman.” Die overval op de wapenhandel van Daniel Dekaise wordt tot op vandaag toegeschreven aan de Bende van Nijvel.

Uit het Franse dossier bleek verleville-Mézière, der dat de broers Sliman samen met hun mededaders in Frankrijk verdacht werden van ettelijke hold-ups. “De commandant in Charleville deelde ons onomwonden mee dat Thierry Sliman als meedogenloze killer te boek stond. Hij beweerde dat Sliman iemand kon doden alsof hij een appel at. Zo eenvoudig. Thierry Sliman werd destijds in Frankrijk gezocht in meerdere moordzaken, maar het was hem tot dan toe altijd gelukt, door de mazen van het net te glippen.”

Uit de Franse dossiers bleek dat de broers Sliman in de jaren tachtig opereerden in een min of meer vaste ploeg van zes criminelen, onder wie een zekere Pierre M. “Het ligt voor de hand dat we met de info die we tot dan toe hadden vergaard een vergelijking gingen maken met de robotfoto’s van de vermeende daders van de Bende van Nijvel. De overval in Waver, waarbij een politieagent om het leven kwam en waarbij tal van dure wapens gestolen waren, staat bij ons bekend als derde wapenfeit van de Bende.”

Gelijkenis

Bij het vergelijken van de tekeningen op de bekende gele affiche met de foto’s van de broers Sliman en hun entourage, waren de speurders toch wel enigszins verrast: tekening nummer 18 op de affiche lijkt sprekend op de foto die in 1982 van de vermoorde Michel Piro werd gemaakt. Tekening nummer 4 toont dan weer ontzettend veel gelijkenis met de foto van Pierre M., één van de trawanten van de gebroeders Sliman.

“Maar dat is nog niet alles”, gaat Jean-Pierre Adam verder. “Als we een chronologie maken van de 21 feiten die worden toegeschreven aan de Bende van Nijvel, stellen we vast dat de eerste reeks gepleegd werd tussen 13 maart 1982 en 1 december 1983. Daarna gebeurt er 21 maanden niets. Laat het nu toevallig zo zijn dat de broers Sliman in die periode weer eens achter de tralies belandden: Xavier op 19 maart 1984 en Thierry op 30 september van datzelfde jaar.

Brein van de Bende

De tweede reeks misdrijven begon met de diefstal van een Volkswagen Golf GTI in Erps-Kwerps op 22 september 1985 en deze reeks eindigde met de zeer gewelddadige raid op de Delhaize in Aalst op 9 november 1985, waarbij acht dodelijke slachtoffers te betreuren vielen. Deze overval zou de laatste zijn die aan de Bende van Nijvel wordt toegeschreven. De reden lijkt duidelijk: tussen begin 1986 en eind 1990 belandde Thierry Sliman zeven keer in de gevangenis. Jean-Pierre. “Thierry Sliman werd door de Franse collega’s niet enkel gezien als een meedogenloze killer, maar ook als het brein van de bende. Als hij niet beschikbaar was, gebeurde er niets.”

Ook wil Jean-Pierre Adam iets kwijt over de buit die de Bende van Nijvel maakte. In tegenstelling tot wat algemeen aangenomen wordt, was die aanzienlijk. Er werden onder meer vier auto’s, 26 dure wapens, een partij juwelen en een totaal van 5.425.341 oude Belgische frank (134.490 euro) buit gemaakt.”

Nihoul en Weinstein

“Natuurlijk staat geen enkele buit in verhouding tot de mensenlevens die verloren gingen bij deze gruwelijke aanvallen. De brutaliteit waarmee deze gangsters te werk gingen is nauwelijks voor te stellen, maar in mijn ogen pleegden ze deze feiten wel degelijk voor het materiële voordeel.” Of Michel Piro nu vermoord werd omdat hij onthullingen zou doen die te maken hadden met de Bende van Nijvel of met de zaak-Dutroux, zullen we nooit weten. Feit is dat Michel Nihoul en Bernard Weinstein (de handlangers van Dutroux) vaste klanten van hem waren en dat hij Thierry Sliman, die ook wekelijks in zijn etablissementen kwam, al kende van in 1982.

Pittig detail nog: uit stukken die onze redactie kon inkijken, blijkt dat Thierry Sliman in de lente van 1996 samen met een kompaan twee bars opende; één in Libin en een andere in Bertrix, het stadje waar Laetitia Delhez enkele maanden later door Dutroux zou worden ontvoerd.

De bars van Sliman kwamen zowat onmiddellijk in het vizier van justitie. Dat resulteerde in een onderzoek door onderzoeksrechter Connerotte naar drugs en prostitutie. Van zodra Dutroux gearresteerd werd op 13 augustus 1996, sloten de clubs en verdwenen Sliman en zijn kompaan met de noorderzon.

Bron » Het Belang van Limburg | Nancy Vandebroek

Oog in oog met de Bende van Nijvel: “Hij deed wat ze vroegen. Toch schoten ze hem dood”

Hij was directeur bij Colruyt, had dertig filialen onder zich. Toen hij de Bende van Nijvel zijn vriend Walter zag doodschieten, was er voor Jules Knockaert enkel nog een voor en een na. “In die tijd bestond het woord slachtofferhulp niet eens. Je moest het zelf invullen. Of niet invullen, zoals ik.”

Hij was er niet maandag, op de bijeenkomst van Bende-slachtoffers met de procureurs-generaal in Brussel. De radio adviseerde iedereen al van ’s ochtends heel vroeg om geen nodeloze verplaatsingen te maken. Als je je al bijna 35 jaar vastklampt aan elke sprankel hoop en je die daarna altijd weer ziet vervliegen, is het lastig oordelen over het nut van een verplaatsing.

“Ik heb het lang willen ontkennen, maar ik heb een ander leven gehad door de Bende van Nijvel”, zegt Jules Knockaert (75). “Ik ben in 1965 bij Colruyt begonnen, in de eerste vestiging aan de Universiteitslaan in Elsene. Het was een kleine firma die snel groeide. Ideaal voor iemand als ik: geen diploma, maar bereid om hard te werken. Colruyt groeide met 30 tot 40 procent per jaar. Ik ben begonnen als magazijnier, verder opgeklommen tot gerant, in 1969 tot directeur magazijn en transport en in 1979 werd ik adjunct-directeur verkoop voor Brussel. Ik had dertig filialen onder me, de meeste in Brussel, maar ook in Leuven, Heverlee en Sint-Truiden. De vestiging in Halle was nog altijd de grootste. Daar zat ook de directie. Walter was daar de gerant.”

Het schot

De Bende van Nijvel werd nog niet zo genoemd toen ze op donderdag 3 maart 1983 toesloeg in de Colruyt van Halle. Naam en reputatie zouden pas volgen na de diefstal van zeven ultrageheime kogelvrije vesten van de rijkswacht in Temse en de raid op de Colruyt in Nijvel, waar de Bende drie mensen vermoordde.

“Ik had Walter ’s middags op de hoofdzetel gezien. Ik had hem gevraagd om aan het eind van de werkdag op mij te wachten, dan zouden we nog een probleem met de bakkerij bespreken. Ik moest ’s namiddags naar de opening van onze nieuwe winkel in Anderlecht, aan Veeweide. Dus ik daar naartoe.”

“Daarna reed ik naar de Gentsesteenweg in Molenbeek, waar bouwvakkers aan het werken waren aan een nieuwe vestiging. Maar die mannen waren al weg, dus ik kon er niks doen. Ik denk nog altijd: wat als ik tien minuten langer in Anderlecht was gebleven? Wat als die bouwvakkers in Molenbeek er nog waren geweest? En wat als ik Walter niet had gevraagd om op mij te wachten? Waarom moest ik zonodig een pintje gaan drinken?”

“Walter ziet die twee mannen binnenkomen, allebei met een bivakmuts. Hij roept: ‘Het is niet waar hè!’ Dat zijn de laatste woorden die ik van hem heb gehoord. Ik probeer die woorden sinds die dag te interpreteren. Wat bedoelde hij? Had hij een van de daders ondanks die bivakmuts herkend? We hadden bij de Colruyt instructies voor wat we moesten doen als ze ooit kwamen. Doen wat ze vragen. Niet tegenpruttelen, de brandkoffer openmaken.”

“Wij zaten met ons drieën in dat bureau: Walter, ikzelf en een jonge gast. Die ene gangster, de mens van wie ze zeggen dat hij de reus was, riep: ‘L’argent! L’argent! Par terre!’ Ik wankelde, probeerde me vast te houden aan een bureautafel. Hij moet hebben gedacht dat ik naar de telefoon wou grijpen en sloeg op mijn hand. Alle botjes in mijn rechterhand waren gebroken. Hij sloeg met een afgezaagde biljartkeu, aan het uiteinde verstevigd met metaal. Ik kreeg nog een slag op mijn hoofd en ging neer.”

“Walter namen ze mee naar het andere bureau, twintig meter verder in de gang. Daar stond de brandkoffer, die hij moest openmaken. In een reflex heeft die jonge gast met zijn benen een zware tafel tegen de deur van ons bureau geduwd. Dat was heel slim. We waren gebarricadeerd. Die twee gangsters moesten op hun terugtocht nog voorbij ons kantoor, maar ze konden niet meer bij ons binnen.”

“Ik weet nog dat ik daar lag, op de grond in dat bureau. Het enige waar ik me van bewust was, was de plas bloed rondom mijn hoofd die altijd maar groter werd. Ik dacht: dit is nu toch geen moment om te sterven?”

“Toen viel het schot.”

Patrick Haemers

De Bende van Nijvel stal in Halle 1.182.115 Belgische frank, ruwweg 29.550 euro. De helft in cash, de andere helft in nooit verzilverde cheques. Walter Verstappen was de vierde dode in wat een lijst van 28 zou worden.

“Walter heeft nog een dag geleefd”, merkt Jules op. “Nu ja, geleefd.”

“Er was in die tijd in Halle maar één ziekenwagen. Daarmee hebben ze Walter naar het ziekenhuis gebracht. Ik kwam achterna in een wagen van de gendarmen. Op de spoed waren er maar drie bedden, dus ik lag naast Walter, met een gordijn tussen ons in. Daar lag ik, met mijn gebroken vingers en een hersenschudding. Er kwam iemand, die zei: ‘We gaan ons eerst met je kameraad bezighouden.’”

“Aan wat de dokters tegen elkaar zeiden, had ik genoeg om te begrijpen dat er geen enkele hoop was voor Walter. De helft van zijn hersenen was uit zijn hoofd. Zijn vrouw en zijn kinderen mochten hem niet meer zien. Walter was een goede vriend. We waren een jaar eerder nog samen, met de twee gezinnen, op vakantie naar Frankrijk geweest.”

“Ik heb mezelf na een week uit het ziekenhuis ontslagen. Te snel, besefte ik achteraf. Ik had nog veel hoofdpijn, ik vergat de hele tijd namen, iets waar ik daarvoor nooit last van had gehad. Ik heb daar nog lang mee rondgelopen. Op dat moment wou ik absoluut op de begrafenis van Walter zijn.”

“Enkele maanden na de aanslag kregen we met vier mensen van de Colruyt een oproep om bij de gerechtelijke politie in Brussel achter een verduisterd raampje te gaan kijken naar een verdachte. ‘U kunt hem zien, maar hij kan jullie niet zien’, zeiden ze. Ja, en bij het verlaten van het gebouw kruisten we dezelfde kerel toen hij werd weggeleid. Achteraf zijn we ook zijn naam te weten gekomen: Patrick Haemers. Of hij leek op de man in Halle? Tja, we zagen enkel een bivakmuts.”

“Ik weet dat ze zeggen dat de eerste golf Bende-overvallen van 1982 en 1983 anders was dan die van 1985, dat het eerst banditisme was en daarna terrorisme. En toch: ik heb in het leger gezeten, ik herken dingen. Voor mij hadden die gasten iets militairs. Ze handelden zo snel, zo vastberaden, als een commando. Walter deed precies wat ze hem vroegen, de brandkast openen. En toch schoten ze hem dood. Wat was de logica? Er was ook iets in hun manier van lopen dat mij deed denken aan iets militairs. Maar je kon dat in die tijd niet hardop zeggen.”

Boetes

Het was niet zozeer de hoofdpijn of de angst die hem een jaar na de overval deed besluiten ontslag te nemen bij Colruyt. Het was het knagende besef dat het nooit meer zou zijn zoals het was.

“We kregen altijd veel verkeersboetes. Vrachtwagens die aan onze hoofdzetel in Halle slecht geparkeerd stonden. Klachten van buren over lawaai. Ik was met de rijkswacht overeengekomen dat ze al die processen-verbaal niet meer zouden opsturen. Ik ging elke vrijdagnamiddag naar de rijkswacht in Halle, ik kende die mensen. Ik kon gewoon binnengaan en doorlopen tot aan het bureau waar mijn pv’s lagen. Er was ook een kantine, waar ik achteraf nog pintjes met die mannen dronk. Dat heeft jaren zo gefunctioneerd.”

“Na de aanslag niet meer. Ik mocht niet meer doorlopen. Alles moest opeens volgens het boekje. Ik had het eerst niet door, maar ergens moet iemand gedacht hebben dat ik iets met de aanslag te maken had. Tijdens de verhoren stelden ze mij vragen over De Zwarte Kat (stripteasebar in Halle, DDC). Walter en ik gingen daar weleens naartoe, dat klopt. Het was een van de weinige cafés in Halle die tot na middernacht openbleven. We gingen daar niet naartoe voor de mokskes of zo. We hadden bij Colruyt een goede pree, Walter en ik. We konden het ons veroorloven om daar iets te gaan drinken.”

“Ik neem nu wel aan dat het de job van de speurders was om met alle pistes rekening te houden, maar het besef dat ik opeens zelf als een verdachte werd gezien, was voor mij zonder meer een koude douche.”

Vluchten

Zonder plan of heldere afspraak reist Jules in 1984 naar Frankrijk, met het idee er een camping te gaan uitbaten.

“Ik dacht: schoon weer, in een korte broek rondlopen en alleen maar in de zomer echt moeten werken. Het idee sprak me aan. Nu besef ik dat het vluchten was. Je doet dingen zonder erbij na te denken. De camping ging niet door, dus nam ik een bar in Oostende over.”

“Na twee jaar trok ik toch weer naar Frankrijk. Daarna toch weer naar Oostende. Mijn huwelijk is er mee aan kapotgegaan. Mijn vrouw moest niet werken toen ik nog bij Colruyt zat. Nu moest ze mee achter de toog staan.”

Jules Knockaert woont sinds 1984 aan zee en de laatste jaren in Klemskerke, met zijn huidige partner.

“Ik heb jarenlang gebukt gelopen onder al die ‘wat als?’-vragen, maakte mezelf verwijten. Maar ik sprak er met niemand over. Ik had niet het gevoel dat er iemand was die me zou begrijpen. Er was ook niemand die zei: ‘Zeg, waarom doe je dit nu?’ Je leefde maar, je probeerde het zo ver als mogelijk van je weg te houden.”

“Ik ben pas in 1997 voor het eerst over die zaak beginnen te spreken, bij de tweede Bendecommissie in het parlement. In al die jaren daarvoor was het alsof de veer kapot was. Ik had carrière gemaakt, alles ging goed, Colruyt bleef groeien. Nu denk ik soms: hoe stom ben je geweest om daar weg te gaan? Daar was geen reden voor. Had ik toen maar met een psychiater of zo gesproken. Nu is er slachtofferhulp. In die tijd bestond dat woord niet eens. Je moest het zelf invullen. Of niet invullen, zoals ik.”

Na afloop van de bijeenkomst met Bende-nabestaanden kondigde Lieve Pellens van het federaal parket maandag aan dat traumapsychologen die eerder werden ingezet na de busramp in Sierre en de aanslagen van 22 maart zelf actief contact gaan zoeken met mensen die een aanslag van de Bende van Nijvel hebben meegemaakt. Volgens Lieve Pellens is traumaverwerking ook meer dan 30 jaar na de feiten nog zinvol.

Bron » De Morgen | Douglas De Coninck

Regering keurt regeling voor spijtoptanten goed

De ministerraad heeft donderdag het licht op groen gezet voor een wettelijke regeling voor zogenaamde spijtoptanten. Dat zijn mensen die bijvoorbeeld in ruil voor strafvermindering uit de biecht klappen over andere daders of medeplichtigen bij een misdrijf. Bedoeling is zware criminelen of terroristen die anders onder de radar zouden blijven, toch te kunnen vatten, of om zware misdaden te voorkomen.

Verschillende landen hebben al een dergelijke regeling die vruchten heeft afgeworpen in de strijd tegen de georganiseerde criminaliteit en het terrorisme. Ook in ons land rees al vaker de vraag om een pentiti-regeling, bijvoorbeeld in de zoektocht naar de daders achter de Bende van Nijvel. Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) merkt wel op dat de beslissing reeds viel in mei van dit jaar, dus voor het onderzoek naar de Bende van Nijvel opnieuw op het voorplan trad.

Aan de inzet van de spijtoptanten worden strenge voorwaarden gekoppeld. De regeling kan enkel gebruikt worden om informatie te verkrijgen bij zeer ernstige vormen van criminaliteit. Ze zal ook gelden voor terrorisme, weliswaar onder een afwijkend regime.

Het openbaar ministerie beslist over de noodzaak om een beroep te doen op een spijtoptant in het concrete dossier. Het aan de spijtoptant toegekende voordeel moet steeds proportioneel zijn met de eigen gepleegde misdrijven en met de informatie die wordt aangeleverd. Er worden steeds voorwaarden opgelegd, die worden opgenomen in een memorandum. Zo moet de spijtoptant onder andere een waarheidsgetrouwe verklaring afleggen, een volledige bekentenis afleggen over de eigen betrokkenheid en maatregelen nemen om de schade te vergoeden.

De strafvermindering of -verschoning kan enkel worden uitgesproken door de rechter, die de proportionaliteit van het voordeel nagaat. Er wordt hierbij ook een vervangende straf uitgesproken, die van toepassing wordt indien de spijtoptant zich niet aan de voorwaarden houdt. Voor gedetineerden waarvoor een strafvermindering of het toepassen van een modaliteit in de strafuitvoering niet wenselijk is, kan in sommige gevallen een beperkte faciliteit worden geboden over de detentieomstandigheden.

Verklaringen van spijtoptant mogen alleen als bewijs in aanmerking komen als ze in belangrijke mate worden gestaafd door andere bewijsmiddelen. Omdat ze gevaar kunnen lopen door het afleggen van een verklaring, kunnen spijtoptanten in sommige omstandigheden gebruik maken van bepaalde beschermingsmaatregelen.

Bron » Het Nieuwsblad

Komt Nederlandse topexpert zaak-Bende Van Nijvel oplossen?

De nabestaanden van de slachtoffers van de Bende van Nijvel willen dat Peter van Koppen, een gerenommeerde Nederlandse expert in cold cases, het onderzoek naar de Bende overdoet. Dat hebben ze gevraagd aan justitieminister Koen Geens op de jaarlijkse bijeenkomst van Bende-slachtoffers. De CD&V’er zou het idee niet ongenegen zijn.

“Geen nieuws. We zoeken verder in de entourage van de reus Christian Bonkoffsky. En ook het oude spoor van de rijkswachters die betrokken zouden zijn, wordt verder uitgespit. Bouhouche en Beyer, ja. En anderen. Maar het is nog te vroeg om er meer over te zeggen.”

Dat is kort gezegd wat procureur-generaal Ignacio de la Serna kwam meedelen op de bijeenkomst met de slachtoffers van de Bende van Nijvel. Zij reageerden ontgoocheld, maar lieten zich niet doen: de slachtoffers en nabestaanden willen dat een onafhankelijke expert het onderzoek opnieuw analyseert.

“We gaan volgende week een verzoekschrift indienen bij de onderzoeksrechter om professor Peter van Koppen aan te stellen als expert”, zegt Johan Heymans, advocaat op het kantoor van Walter Vansteenbrugge. Hij komt op voor Diederik Palsterman, die zijn vader verloor bij de aanslag in Aalst.

“Van Koppen is niet de eerste de beste: hij is als cold case-expert erg gerenommeerd in Nederland. Hij heeft een team van tien experten ter beschikking op twee universiteiten, Amsterdam en Maastricht. We hopen dat hij de daders kan vinden of dat hij toch de goede onderzoekspiste kan blootleggen. Van Koppen is een nuchtere Nederlander. Iemand die niet verkrampt als je het woord rijkswacht laat vallen.”

De slachtoffers beklagen zich dan ook al jaren dat de speurders het nooit aangedurfd hebben om het “rijkswachtspoor” deftig te onderzoeken. Er is in het verleden zelfs meermaals geopperd dat het onderzoek gesaboteerd werd wanneer te kort in de rijkswachtentourage gezocht werd.

“We hebben het al doorgesproken met Van Koppen. Hij wil het doen”, zegt Heymans. “De minister liet ons verstaan dat de kosten daarvoor door justitie kunnen gedragen worden. Het enige wat we nog nodig hebben, is de toestemming van de onderzoeksrechter.”

Expert in Parachutemoord

Misdaadexpert Peter van Koppen loste in Nederland onder meer de Schiedammer Parkmoord op – de moord op een tienjarig meisje in het Beatrixpark in Schiedam. Hij toonde aan dat justitie dwaalde en dat ze een verkeerde man veroordeeld had. De zaak werd heropend en de echte dader veroordeeld.

Van Koppen is ook opgeroepen als expert in de Parachutemoord, op vraag van de advocaten van beklaagde Els Clottemans. Hij bestempelde de zaak als “een slecht gevoerd onderzoek”. Clottemans werd uiteindelijk toch veroordeeld voor de moord op liefdesrivale Els Van Doren.

Bron » Het Nieuwsblad

Waarom zou een Nederlandse prof de Bende van Nijvel wel kunnen ontmaskeren? We vroegen het hem zelf

Twee jaar heeft hij nodig om het dossier van de Bende van Nijvel te doorploegen, zegt rechtspsycholoog Peter van Koppen (64). Maar waarom zou een Nederlandse professor slagen waar honderden Belgische speurders 30 jaar lang hebben gefaald? “Vergeet die robotfoto’s. Vergeet die bekentenissen en die nieuwe getuigenissen”, aldus van Koppen. “We beginnen opnieuw.”

Onderzoeksrechter Martine Michel moet binnenkort beslissen of ze Peter van Koppen de toestemming geeft om het lijvige onderzoeksdossier te bestuderen. Maar informeel zou Michel maandag al haar akkoord hebben gegeven, nadat Justitieminister Koen Geens (CD&V) tijdens een ontmoeting met de slachtoffers aangaf dat hij niet afkerig staat tegenover het idee.

Het was advocaat Walter Van Steenbrugge die op vraag van enkele nabestaanden voorstelde om de Nederlander in te schakelen. “Ik heb lang met hem gesproken, en ik was onder de indruk. Hij hanteert een compleet andere aanpak om een zaak te bekijken.”

Van Koppen is in Nederland een autoriteit. Zo’n 15 jaar geleden richtte hij het ‘Project Gerede Twijfel’ op, waarbij hij samen met studenten dossiers onderzoekt van mensen die beweren dat ze onschuldig in de cel zitten. “We bekijken zo’n vier dossiers per jaar”, zegt Van Koppen. “En ja, af en toe kan er wel eens iemand naar huis.”

Het bekendste voorbeeld is de Schiedammer Parkmoord. Vier jaar lang zat Cees B. in de cel, verdacht van de moord in 2000 op de 10-jarige Nienke Kleiss. Het team van Van Koppen toonde aan dat het onderzoek “broddelwerk” was. Cees B. werd vrijgelaten, en in 2005 werd Wik H. veroordeeld. Sinds zo’n zeven jaar onderzoekt Van Koppen ook oude cold case-dossiers, op vraag van de Nederlandse politie.

Frisse blik

“Het onderzoek naar de Bende is een bijzondere zaak”, zegt Van Koppen. “Ik ken het dossier niet, behalve wat ik af en toe eens in de krant las.” Speurders vragen zich vooral af wannéér de professor het lijvige dossier zal lezen. In 1996 becijferde de Belgische professor Adrien Masset dat, als hij per uur 50 pagina’s zou lezen, het hem vier jaar zou kosten om alles door te nemen. Intussen is het dossier nog eens in omvang verdubbeld.

Van Koppen: “Wie zegt dat we alles moeten lezen? We zullen uiteraard een selectie maken. In zo’n dossier zitten veel verdachtmakingen en roddels.”

Hij wil niet starten met de recente tips, of de bekentenissen van “Reus” Chris Bonkoffsky. “Ik begin bij de vaststellingen op de plek zelf. We moeten de feiten verzamelen, die tegen elkaar afwegen, en dan op een wetenschappelijke manier een scenario opbouwen. We moeten vooral tunnelvisie vermijden. Speurders hebben vaak één piste in hun hoofd, en gaan dan alles daarrond onderzoeken. Andere pistes laten ze links liggen.”

In een hoek gedreven

“Vergeet die robotfoto’s”, zegt Van Koppen ook. “Die zijn pas jaren na de overvallen opgesteld, door de getuigen onder hypnose te brengen. Dat is onzin.”

Van Koppen heeft weinig ­ervaring met de Belgische justitie. Eén van de weinige keren was toen hij tijdens het proces van de Parachutemoord opgevoerd werd als expert. Ook toen noemde hij het onderzoek “slecht gevoerd” en verweet hij de speurders “tunnelvisie.” Tot de openbare aanklager hem in een hoek dreef, en Van Koppen moest toegeven dat hij het dossier maar vluchtig gelezen had.

Jef Vermassen, advocaat van een slachtoffer van de Bende, was er toen ook bij, als advocaat van de nabestaanden van slachtoffer Els Vandoren. “Ik was die professor eigenlijk al vergeten”, zegt Vermassen. “Hij heeft geen onvergetelijke indruk nagelaten.”

Bron » Het Nieuwsblad