Nieuwe kroongetuige in Bende-onderzoek: ex-militair duidt overste aan als ‘De Reus’

Het team speurders dat de Bende van Nijvel moet ontmaskeren, heeft deze week een nieuwe potentiële kroongetuige verhoord. De man, een ex-militair, contacteerde hen enkele maanden geleden vanuit het buitenland en zette hen op het spoor van de extreemrechtse organisatie Westland New Post (WNP). Na bijna veertig jaar heeft hij dan toch besloten om uit de biecht te klappen: “De technieken die de Bende van Nijvel gebruikte, komen overeen met wat ons bij WNP werd aangeleerd.”

Als jonge militair was de man jarenlang lid van de ­organisatie. De Westland New Post was een extreemrechtse paramilitaire organisatie die zich naar eigen zeggen klaarstoomde voor het ‘rode communistische gevaar’, komende uit het toenmalige oostblok. Ze trainden onder meer in het Zoniënwoud en kregen er allerlei gevechts- en camouflagetechnieken aangeleerd. De man werd ­gerekruteerd in het leger door zijn toenmalige overste Michel Libert.

Inbraken en op verkenning in supermarkten

Na een tijdje bleef het niet bij oefeningen in bossen, zo vertelt de man hoe hij op verkenning gestuurd werd. De getuige bekende overigens dat hij op vraag van Libert inbraken pleegde in ­kazernes. Hij zou daarbij militair materiaal en documenten ontvreemd hebben. In 1981 stapte hij uit WNP na een incident met eretekens. Hij kreeg er toen een dasspeld opgespeld met een adelaar en een hakenkruis. “Toen besefte ik dat wat we ­deden, niet in het belang van de Belgische Staat was.”

Dat was enkele maanden voor de Bende haar eerste aanslagen zou plegen.

De getuige is ervan overtuigd dat hij, net zoals enkele andere mannen, werd klaargestoomd om deel te nemen aan de overvallen. In de methodes die de Bende van Nijvel hanteerde, herkent hij de technieken die hij aanleerde bij WNP. In zijn toenmalige overste ­Michel Libert herkent hij de Reus, zoals die op de beruchte robotfoto nummer 19 staat geportretteerd.

“WNP-piste is niet nieuw”

Het federaal parket wenste niet te reageren op de nieuwe ontwikkelingen in het onderzoek. “De door deze man aangehaalde onderzoekspiste in een van de lopende pistes, dat is geen geheim: ze is niet nieuw”, klink het. Het gerecht heeft de schimmige organisatie in het verleden al onderzocht, maar is nooit het zwijgzame ‘cordon’ geraakt dat de leden ophielden. “We hopen nu dat onze getuigenis een eerste aanzet kan zijn voor andere leden, om ook hun medewerking te verlenen.”

Libert zelf ontkent tegenover Het Nieuwsblad dat hij jongeren opleidde voor de Bende: “We hielden ons enkel klaar voor een Sovjetinval.”

Bron » Het Nieuwsblad

Was Michel Libert (61) de Reus van de Bende van Nijvel? Speurders onderzoeken nieuwe getuigenis

In het onderzoek naar de Bende van Nijvel is een oud-lid van het extreemrechtse Westland New Post de voorbije week ondervraagd. De man beweert dat Michel Libert – de voormalige nummer twee van WNP – de Reus van de Bende van Nijvel zou zijn. De speurders willen deze nieuwe informatie over Libert, die in het verleden zelfs al even gearresteerd werd voor mogelijke betrokkenheid, ‘verder bestuderen’. “We zullen dit spoor onderzoeken, net als verscheidene andere”, klinkt het.

Het voormalige lid van de WNP werd afgelopen week ontvangen door het speurdersteam naar de Bende van Nijvel. De man zou tijdens dat gesprek informatie overgemaakt hebben over de voormalige nummer twee van de extreemrechtse groepering, Michel Libert.

“Dat is een naam die al geruime tijd in het dossier zit”, klinkt het bij enkele bronnen bij het onderzoek. “Deze nieuwe informatie zullen we verder bestuderen en indien er bijkomende onderzoeksdaden nodig zijn, zullen die volgen.” Naast deze recente ‘nieuwe’ tip blijven de speurders verschillende pistes openhouden zoals onder meer de betrokkenheid van ex-rijkswachters.

Libert, zo’n 30 jaar geleden een fors gebouwde kerel van 1,91 meter, wordt al sinds 1984 onderzocht als één van de mogelijke Reuzen in het Bende-mysterie. Naast zijn lengte kwam Libert destijds in het vizier van de speurders omdat hij sterk gelijkt op vier verschillende robotfoto’s – nummers 15, 17, 19 en 21 – die na de verschillende aanslagen van de Bende gemaakt werden op basis van verschillende getuigenissen.

In de jaren negentig gaf Libert toe meermaals voor de aanslagen van de Bende van Nijvel supermarkten verkend te hebben in opdracht van een onbekende opdrachtgever. Wie dat exact was, werd nooit duidelijk, al zou de WNP wel banden gehad hebben met bepaalde leden van de toenmalige Staatsveiligheid. Die combinatie leidde toen en nu nog steeds tot complottheoriëen rond een georchestreerde staatsgreep via het creëren van een angstklimaat door de aanslagen van de Bende en Cellules Communistes Combattants in de jaren tachtig.

Toen Libert in oktober 2014 door de toenmalige onderzoeksrechter gedurende 48 uur werd vastgehouden, kwam er over de opdrachtgever van supermarktspionage ook geen duidelijkheid en mocht hij uiteindelijk als een vrij man opnieuw huiswaarts keren.

“Een van de speurders heeft me toen gezegd dat ik de laatste was op hun lijstje van mogelijke daders”, verklaarde Libert vorig jaar in de Franstalige media. “Na mij was er het grote niets.” Tot de intussen ook al geschrapte rijkswachter Chris Bonkoffsky opdook. Intussen blijft het voor de nabestaanden afwachten of er ooit duidelijkheid komt over de ware toedracht van de Bende.

Bron » De Morgen

40 jaar na de moord op Aldo Moro, de Italiaanse politicus die moest sterven

De lente van 1978 is warm in meer dan één betekenis in Italië. Het land beleeft zijn loden jaren, de anni di piombo, waarin zowel extreem-rechts als extreem-links terreur zaaien. Italië zwalpt al sinds de Tweede Wereldoorlog van de ene crisis naar de andere, met nauwelijks een regering die erin slaagt het een volle legislatuur uit te houden.

Op 16 maart 1978 ontvoert de linkse terreurgroep Rode Brigades op klaarlichte dag Aldo Moro, de voorzitter van de grootste Italiaanse partij, de christen-democraten. 13.000 agenten kammen Rome uit, zelfs de Siciliaanse maffia zou haar diensten aanbieden om Moro terug te vinden, maar uiteindelijk wordt hij pas 55 dagen later, op 9 mei, dood teruggevonden in de koffer van een auto, op een bijzonder symbolische plek.

De christen-democraten waren toen de onbetwiste machtspartij, ze zaten al sinds de oorlog onafgebroken in de regering. Aldo Moro was zelf ook zes jaar premier geweest, maar ging vooral de geschiedenis in als de man die voor een zeer controversieel, maar historisch compromis gezorgd had in de Italiaanse politiek.

Voor het eerst sloegen de twee grootste partijen – de christen-democraten en de communisten – de handen in elkaar, in de hoop stabiliteit in het land te brengen. De communisten zouden een minderheidsregering van christen-democraten vanuit de oppositie steunen, in ruil voor allerlei toegevingen. De communisten van hun kant beloofden met Moskou te breken. Maar Moro zou een zware prijs betalen voor dat “historische compromis”.

De ontvoering

Donderdag 16 maart 1978 is een warme lentedag. Om 9 uur ‘s ochtends verlaat Aldo Moro zoals elke dag zijn huis in de Via Fani in Rome. Zoals altijd staan zijn dienstwagen en die van zijn lijfwachten voor de deur. Moro stapt in en neemt op de achterbank wat documenten door, terwijl de auto’s vertrekken. Maar even verderop moeten ze plots de remmen dichtgooien, omdat een auto met diplomatieke nummerplaat achterwaarts op hen af komt gereden.

De auto met Moro’s lijfwachten kan niet meer stoppen, en botst op die van Moro zelf. Op dat moment springen een man en een vrouw uit de diplomatieke wagen, richten hun machinegeweer op Moro’s chauffeur en lijfwachten, en openen het vuur, twee lijfwachten komen daarbij om. Twee andere mannen sleuren Moro uit de auto, duwen hem in een Fiat 132 en scheuren weg.

Moro wordt naar een appartement gebracht in de Via Montalcini, en opgesloten in een krappe strook achter een valse wand in de woonkamer. In de ruimte staan een veldbed, een tafeltje en een ladekast. De volgende dag krijgt een journalist van de Romeinse krant Il Messagero een envelop met een foto van Moro erin, en een briefje van de Rode Brigades, die de ontvoering opeisen.

Ze kondigen aan dat hij voor een “Volksrechtbank” zal worden berecht. Vanaf dan verschijnt er elke dag een foto in de kranten: Moro zit voor een vlag met de vijfpuntige ster van de Rode Brigades, en houdt een krant vast waarop de datum van die dag staat, als bewijs dat hij nog leeft. Miljoenen Italianen, en ook Belgen, volgen de ontvoering op de voet.

De zoektocht

Vanaf dag 13 krijgt Moro van zijn ontvoerders de toestemming om brieven te schrijven aan zijn familie en zijn politieke vrienden. Moro gebruikt die brieven om de politici over te halen over zijn vrijlating te onderhandelen. Maar de Italiaanse premier Andreotti houdt voet bij stuk en weigert “te onderhandelen met terroristen”.

Naarmate Moro’s ontvoering vordert, worden de brieven steeds wanhopiger, en ook dreigender van toon. “Ik ben bij mijn volle verstand en breng mijn meningen zonder dwang tot uiting”, schrijft Moro, “eerlijk gezegd voel ik mij danig in de steek gelaten door u allemaal”. Moro suggereert ook dat hij onfrisse geheimen over de partij zou kunnen prijsgeven.

De Italiaanse politie en pers krijgen intussen allerlei tips die moeten leiden naar de plek waar Moro vastgehouden wordt. Maar ondanks het feit dat 13.000 politieagenten op de zaak zitten en de tips napluizen, wordt Moro niet gevonden. Naar verluidt zou zelfs de Siciliaanse maffia aangeboden hebben om in de gevangenissen contact te zoeken met veroordeelde Rode Brigade-leden, om zo Moro te vinden.

Maar dat zou de Italiaanse regering van de hand gewezen hebben. Intussen gaat het zogenaamde proces van de “Volksrechtbank” van de Rode Brigades door. Moro wordt “ter dood veroordeeld”, maar nog niet meteen terechtgesteld. De ontvoerders ondernemen nog verschillende pogingen om de Italiaanse regering onder druk te zetten om toch te onderhandelen. Uiteindelijk proberen ze het zelfs via een telefoontje aan Moro’s vrouw. Maar de regering zwicht niet.

De moord

Op dag 55, 9 mei 1978, dwingen de ontvoerders Moro om zich in de kofferbak van een rode R4 te wurmen. De leider van Rode Brigade-cel die de ontvoering uitvoert, Mario Moretti, trekt zijn wapen en schiet Moro met verschillende kogels dood. Later vindt de politie de R4 met het lichaam van Moro in de koffer terug in de Via Caetani, precies halverwege het hoofdkwartier van de christen-democraten en dat van de communisten. De boodschap is duidelijk.

Moro’s vrouw Eleonora is woest omdat de politiek ondanks alle smeekbedes, tot bij de Paus toe, niets heeft ondernomen om haar man te redden. Ze weigert een staatsbegrafenis en wil geen enkele politicus in de kerk toelaten. Ook veel Italianen – en heel wat onderzoekers – vragen zich nog altijd af of de politiek, en met name premier Andreotti, niet meer hadden kunnen doen, en bovenal: waarom ze dat niet deden.

De nasleep

In de jaren na Moro’s dood worden de meeste daders opgepakt en veroordeeld tot jarenlange gevangenisstraffen. De legendarische generaal van de carabinieri die erin slaagde om de Rode Brigades te ontmantelen, generaal Dalla Chiesa, is daarna naar Sicilië gestuurd, en werd daar kort na zijn aankomst vermoord door de maffia. Velen denken dat zijn overplaatsing naar Palermo een valstrik was, omdat hij te veel wist over de zaak-Aldo Moro.

Het ‘historische compromis’ is nooit uitgevoerd. In 1991 – enkele jaren na de val van de Berlijnse Muur – werd de communistische partij opgeheven. Een jaar later implodeerde ook de Democrazia Cristiana, de partij van Moro zelf, net als de derde grote Italiaanse partij, de socialisten, na het grote corruptieschandaal van de Mani Pulite, de Schone Handen.

Giulio Andreotti, de onwrikbare premier die geweigerd had te onderhandelen over Moro’s vrijlating, werd naderhand vervolgd vanwege zijn banden met de Siciliaanse maffia, en voor de moord op een journalist die had gesuggereerd dat Andreotti meer wist over de ontvoering van Moro.

De dood van Aldo Moro is nog altijd voer voor onderzoek en ook voor allerlei samenzweringstheorieën in Italië. Het is één van die vele donkere dossiers in een land waarover een boutade zegt: Italië is het land waar samenzweringstheorieën vaak gewoon waar zijn.

Bron » VRT Nieuws | Mieke Strynckx

Tueries du Brabant : le ministre Geens s’explique en commission de la Justice

Koen Geens a répondu aux parlementaires en commission de la Justice. L’occasion d’éclairer les propos qu’il a tenu il y a quelques semaines dans la presse. Koen Geens avait déclaré sur une chaîne flamande qu’un procès devrait se tenir d’ici trois ans.

Suscitant du même coup pas mal d’interrogations sur le sens de ses propos et sur l’état d’avancement de l’enquête. De nouvelles pistes étaient-elles à l’ordre du jour? D’anciennes auraient-elles été réactivées? Fallait-il s’attendre à des arrestations rapides de suspects?

Rien de tout cela a indiqué Koen Geens dans sa réponse, sans dévoiler les éléments de l’instruction, notamment en refusant de confirmer ou d’infirmer l’abandon de la piste de l’ancien gendarme Bonkoffsky. Dans sa déclaration, il s’agissait selon Koen Geens de préciser une ligne d’horizon réaliste concertée avec le chef d’enquête afin d’aboutir si l’on tient compte de la prescription en 2025.

S’adressant aux parlementaires, le ministre a précisé:

“Vous n’êtes pas sans savoir que l’un de nos premiers projets de loi, le pot pourri “un” était l’allongement du délai de prescription pour ce type de délits. C’était fin 2015 et si nous souhaitons aboutir à une décision de justice définitive pour la fin 2025, étant donné les procédures judiciaires existantes en ce compris les délais de prescription, le procès doit être introduit endéans les trois ans.”

Une nouvelle équipe d’enquêteurs avec une stratégie et une méthode de travail

Et Koen Geens d’insister sur le sérieux avec lequel la nouvelle “team” d’enquête travaille. Trente enquêteurs composent la cellule d’enquête et sont opérationnels à plein temps.

“Il y a un responsable de l’enquête et un adjoint qui travaillent avec cinq équipes. Les quatre premières se voient attribuées certaines parties de l’enquête qu’elles sont chargées d’examiner pleinement et chaque équipe connait donc parfaitement une partie du dossier”.

Et le ministre d’ajouter que l’ordre dans lequel les investigations sont menées est déterminé par le juge d’instruction en concertation avec les chefs d’équipe des différents groupes. La cinquième équipe qu’on appelle l’équipe d’appui se penche plus précisément sur l’analyse des pièces à conviction et sur l’énumération des indications qui parviennent aux enquêteurs. Outre ces cinq équipes, il y a deux analystes et deux assistants analystes qui viennent en appui de la cellule.

Pour finir, il y a aussi ce qu’on appelle les “experts”, il s’agit de chefs d’enquête pour des pans d’enquête qui ont été menés à l’époque mais qui ont été clôturés tout en présentant toujours un lien étroit avec le dossier. Ces experts examinent donc le dossier en fonction des constats ou des conclusions qui avaient été traitées ou tirées à l’époque. A Charleroi, désormais sous l’égide du parquet fédéral, un vaste plan d’investigation a été élaboré et une stratégie ciblée est suivie.

Le ministre Geens a précisé aux parlementaires qu’il avait pleine confiance dans la nouvelle équipe. “Les équipes d’enquête abattent un travail incroyable pour parvenir à des résultats et c’est après une analyse approfondie des différents éléments de l’enquête qu’il sera possible d’adapter en connaissance de cause la taille des différentes équipes. Dans la foulée de la stratégie qui a été développée, il est donc question de faire le maximum pour mettre en évidence la réalité des faits et c’est dans ce contexte qu’il m’a été m’a dit qu’il serait possible de mener un procès d’ici trois ans”.

Sur les pistes suivies, le ministre de la justice a rappelé les limites imposées par le secret de l’instruction

En ce qui concerne le contenu, les progrès et les résultats des actes d’enquête et de l’instruction en cours le ministre a indiqué qu’il ne pouvait pas s’exprimer, pas plus en ce qui concerne les informations récemment parues dans la presse, car non seulement cela violerait le secret de l’instruction mais cela mettrait à mal la stratégie et la progression de l’enquête a indiqué Koen Geens.

“Le nouvel élan donné à l’enquête ne peut en aucun cas se trouver hypothéqué par la révélation d’éléments d’instruction secrets. L’enquête mérite toute la sérénité qui sera à même de garantir une bonne issue”.

Concernant l’ancien gendarme Bonkoffsky, les parlementaires n’ont dès lors rien appris de neuf. Koen Geens déplorant les récentes fuites dans la presse. Elles ne proviendraient pas des enquêteurs a-t-il indiqué.

Bron » RTBF

Geens: “Ik geloof echt dat het proces rond Bende van Nijvel zal plaatsvinden”

Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) is ervan overtuigd dat het proces rond de Bende van Nijvel zal plaatsvinden. “Maar ik kan geen garanties geven”, voegt Geens eraan toe. Dat heeft hij gezegd in de Kamercommissie Justitie. De Bende pleegde in de jaren tachtig een reeks gewelddadige overvallen. In 2025 zullen de feiten verjaard zijn, de bendeleden moeten dus binnen de zeven jaar veroordeeld zijn.

In de Kamercommissie Justitie moest minister van Justitie Koen Geens (CD&V) vandaag enkele vragen beantwoorden over de stand van zaken in het onderzoek naar de Bende van Nijvel. Zo moest hij onder meer tekst en uitleg geven over zijn uitspraak enkele weken geleden, dat “er binnen dit en drie jaar een proces komt over de Bende van Nijvel.”

Die uitspraak zorgde voor heel wat commotie, maar vanmiddag heeft Geens verduidelijkt wat hij daarmee bedoeld heeft. “Als we tot een definitieve gerechtelijke beslissing willen komen tegen het einde van het jaar 2025, gelet op de gerechtelijk procedures en verjaringstermijnen, dan moet het proces ingeleid worden binnen de drie jaar.” Om tegen te gaan dat het dossier rond de Bende van Nijvel zou verjaren – en dat de bendeleden niet meer veroordeeld zouden kunnen worden – is in 2015 beslist om de verjaringstermijn voor dergelijke misdrijven op te trekken van 30 naar 40 jaar. Dat betekent dat de feiten in 2025 verjaard zullen zijn, als er geen nieuwe beslissing wordt genomen.

Geens heeft geen intentie om valse hoop te geven, zo zegt hij zelf, maar hij gelooft wel echt met overtuiging dat het proces rond de Bende van Nijvel zal plaatsvinden. De reden? Een dynamisch en competent onderzoeksteam. “Het onderzoeksteam en het gerecht werken met nieuwe energie bijzonder hard om tot resultaten te komen. Want er is de wil en de overtuiging om de waarheid aan het licht te brengen. We moeten dus vertrouwen hebben in dit team.”

En als zij dit dossier niet kunnen oplossen, zal het volgens Geens misschien moeten opgelost worden via de spijtoptantenregeling. Momenteel wordt er namelijk gewerkt aan een regeling waarbij daders of mededaders strafvermindering krijgen als ze belangrijke informatie geven aan de speurders.

Maar de minister besluit ook duidelijk en formeel dat “een proces rond de Bende van Nijvel garanderen, een andere zaak is.” Geens kan dus geen garantie geven dat er binnen dit en drie jaar een proces van start gaat.

Bron » VRT Nieuws