Moet justitie beter gecontroleerd worden? Over de zin en onzin van een “Comité J”

Door de brief van de ouders van Julie Van Espen, waarin ze justitie met de vinger wijzen, staat de vraag naar de oprichting van een “Comité J” opnieuw hoog op de politieke agenda. Maar dat is niet de eerste keer: al meer dan tien jaar wordt er gepleit om een speciaal orgaan op te richten dat magistraten controleert en kan optreden als er grote fouten worden gemaakt. Heeft ons land dringend nood aan zo’n “Comité J”? Maar wat is dat dan precies? En wat zijn de argumenten pro en contra?

Het moet gewezen SP.A-minister Renaat Landuyt geweest zijn die tien jaar geleden als eerste het voorstel op tafel legde om een “Comité J” op te richten. Aanleiding was toen de vrijlating van een derde topgangster in zes dagen tijd. Een gevolg van procedurefouten. “Als justitie nu een procedurefout maakt, dan trekt het gerecht daar nooit lessen of structurele besluiten uit”, klonk het toen.

Tien jaar, een wetsvoorstel en verschillende pleidooien later, herhaalt SP.A-voorzitter Conner Rousseau de oproep van Landuyt. “Het is beter om te voorkomen dan te genezen. Wij willen dat er een orgaan komt dat tijdens een proces fouten kan onderzoeken en die eventueel kan rechtzetten.”

Blunders in zaak Ronald Janssen

De socialisten zijn trouwens niet de enigen die in het verleden hebben gepleit voor zo’n comité. Ook Groen en CD&V toonden zich al voorstander. Die laatste partij bijvoorbeeld in 2011, bij monde van toenmalig minister van Justitie Stefaan De Clerck. In dat jaar kwam aan het licht dat er fouten werden gemaakt in de zaak Ronald Janssen. Uit onderzoek van Comité P, dat de politiediensten controleert, bleek dat de moorden op Kevin Paulus en Shana Appeltans voorkomen hadden kunnen worden als de politiediensten beter informatie hadden uitgewisseld. De Clerck pleitte er voor om niet alleen politiediensten, maar ook (onderzoeks)rechters en procureurs te controleren.

Hoe zou zo’n “Comité J” er dan moeten uitzien? Sinds 2000 bestaat er een Hoge Raad voor de Justitie. Die raad bestaat uit 44 leden, de helft magistraten en de helft niet-magistraten (advocaten, professoren en mensen uit het middenveld). De Hoge Raad benoemt magistraten, voert audits uit en brengt adviezen uit over hoe “structurele disfuncties” binnen justitie kunnen worden opgelost. Tot het einde van vorig jaar kon de Hoge Raad zich enkel uitspreken over afgesloten dossiers, maar sinds dit jaar mag ze zich ook buigen over lopende dossiers. De wetgever was het daar vorig jaar unaniem over eens.

Parlementaire begeleidingscommissie?

Moet dit nog uitgebreid worden? Moet er bijvoorbeeld een begeleidingscommissie komen in het parlement, zoals SP.A voorstelt? Parlementsleden zouden daar minstens om het kwartaal samenkomen om zich te buigen over problemen in lopende dossiers. En moet de Hoge Raad zich ook meer uitspreken over de individuele verantwoordelijkheid van magistraten en veel sneller tuchtsancties opleggen?

“Onbespreekbaar.” Dat moet ongetwijfeld de meest gehoorde reactie zijn die de voorbije jaren te horen was bij rechters en procureurs. De magistratuur ziet dit als aan fundamentele inbreuk op hun onafhankelijkheid en de grondwettelijk gewaarborgde scheiding der machten.

De magistratuur ziet dit als een fundamentele inbreuk op hun onafhankelijkheid en de grondwettelijk gewaarborgde scheiding der machten.

Voorstanders van een sterk “Comité J” vinden dan weer dat magistraten zich te veel “verstoppen” achter die onafhankelijkheid. “De rechterlijke macht werkt onafhankelijk, maar als het niet werkt en dat kost mensenlevens, moet er ingegrepen worden”, klinkt het.

Sneller sancties voor rechters?

Dan de sanctionering van magistraten. De ouders van Julie Van Espen zeggen in hun brief dat er grove fouten werden gemaakt door magistraten en begrijpen niet dat niemand hiervoor gesanctioneerd werd. Een voorbeeld: de eerste voorzitter van het hof van beroep besliste om een beroepskamer te sluiten wegens een tekort aan raadsheren. 77 dossiers, waaronder het dossier van de moordenaar van Julie Van Espen, bleven gewoon liggen.

De ouders van Julie Van Espen begrijpen niet dat er niemand gesanctioneerd werd voor de grove fouten die volgens hen werden gemaakt.

Moeten magistraten op hun beleid strenger gecontroleerd en ook sneller gesanctioneerd kunnen worden? De magistratuur verwijst in deze naar een belangrijk principe: rechters kunnen nooit persoonlijk aangesproken worden op de inhoud van een vonnis. Als dat toch zou gebeuren, verliest die rechter zijn of haar onafhankelijkheid.

Net omwille van die gevoeligheid zijn er in 2014 twee speciale afzonderlijke en onafhankelijke tuchtrechtbanken opgericht voor magistraten en andere leden van het gerechtelijk personeel die zware fouten zouden hebben gemaakt. Die rechtbanken kunnen verschillende straffen uitspreken, van inhouding van wedde tot ontslag. De voorbije jaren ging het in deze rechtbanken vooral over het verduisteren van geld, herhaaldelijk dronken rijden en ongepast gedrag tegenover griffiers en procespartijen.

Vraag is nu of dit uitgebreid moet worden. Moeten magistraten sneller ter verantwoording kunnen geroepen voor hun beleidsdaden, zoals bijvoorbeeld het sluiten van een beroepskamer en 77 dossiers laten liggen? Of kunnen we er van uitgaan dat het huidig systeem met een speciale tuchtrechtbank en een Hoge Raad voor de Justitie die structurele problemen blootlegt, voldoende waarborgen biedt?

Bron » VRT Nieuws | Arne De Jaegere

Is deze Bruggeling de ‘killer’ van de Bende van Nijvel?

“Bruggeling Roger Beuckels (1942-1991) was de beruchte killer van de Bende van Nijvel.” Na 15 jaar onderzoek is ex-VRT-journalist Guy Bouten er 100 procent zeker van. Hij onthult een en ander in zijn nieuwe boek Bouhouche, Beijer, Beuckels en de anderen, het vierde al dat hij aan de Bende van Nijvel wijdt. “Beuckels was een meedogenloze huurling, die er prat op ging meer doden op zijn geweten te hebben dan er op het kerkhof van Assebroek begraven liggen.”

Voor de jongere generatie: de Bende van Nijvel was een groep criminelen die in de eerste helft van de jaren ’80 een reeks moorden, misdaden, diefstallen en overvallen pleegde. De officiële balans: 28 doden. Zeker de bloedige overvallen op de Delhaize-supermarkten in Overijse, Eigenbrakel en vooral Aalst zitten in het collectieve geheugen. Ondanks een onderzoek van vele miljoenen pagina’s, dat nog altijd loopt, werden de daders nooit ontmaskerd.

Ex-VRT-journalist Guy Bouten meent de zaak nu rond te hebben. De geboren Limburger woont al 39 jaar in West-Vlaanderen, het langst in Wevelgem, nu sinds enkele jaren in Brugge. Hij spitte het dossier uit en reisde de wereld af om betrokkenen te spreken. Lang niet als eerste beweert hij dat de geheimen van de Bende niet mogen worden onthuld, omdat anders hooggeplaatsten in beeld komen. Bouten is wel de eerste die de al bekende puzzelstukjes in elkaar past en er nog enkele aan toevoegt, onder wie de Brugse killer. “Daarmee is de puzzel volledig. Ik kan er niets meer aan toevoegen”, is zijn krasse stelling.

Guy Bouten situeert de Bende-overvallen tegen de achtergrond van de Koude Oorlog. Onder de vleugels van de Staatsveiligheid was toen bij ons, net als in andere Europese landen, Gladio actief. Dat was een geheim, slapend netwerk van voornamelijk militairen en rijkswachters, dat actief zou worden bij een eventuele inval van de Sovjets in ons land.

Strategie van de spanning

Maar er ontstond daarnaast ook een parallel, geheim netwerk van mensen met een extreemrechtse achtergrond. Zij lagen aan de basis van de Bende van Nijvel. Hun criminele acties kaderden in een strategie van de spanning, bedoeld om mensen bang te maken en een roep naar sterke ordediensten te doen ontstaan. Mensen uit het leger, de rijkswacht en de Staatsveiligheid – onder leiding trouwens van de Bruggeling Albert Raes – zouden betrokken zijn geweest, net als de Amerikaanse inlichtingendienst CIA. Ex-rijkswachters Madani Bouhouche en Bob Beijer vormden de logistieke spil. Maar de uitvoerders kenden elkaar niet en waren niet altijd dezelfden. Maar, zegt Guy Bouten, een figuur die vaak terugkeerde en zich ontpopte tot de meest bloeddorstige, was Roger Beuckels.

“Hij werd in 1942 in Brugge geboren in een nogal raar gezin”, weet Bouten. “Zijn officiële vader is Edward Beuckels, zijn moeder Lisette Hilderson. Maar hij was een buitenechtelijk kind. Officieel telde het gezin alleen een dochter. De vader, een verzetsstrijder, werd in 1944 geëxecuteerd door een Vlaamse SS’er. Later zou Roger beweren dat zijn vader geen verzetsman, maar een Oostfronter was. Compleet het omgekeerde, maar dat paste in het extreemrechtse imago dat hij zich wou aanmeten.”

“Al op zijn 17de gaat Beuckels voor het Belgische leger werken, als technicus bij de NAVO in Aarlen. Hij krijgt er een contract van drie jaar, maar wordt na enkele maanden afgedankt wegens psychiatrische problemen. Maar wat vreemd is: hij wordt wel verder betaald. Waarom? Hij komt nog regelmatig terug naar Brugge en veroorzaakt er een dodelijk ongeval, waardoor hij veroordeeld wordt tot een zware boete en één jaar rijverbod. Om die boete te betalen, kan hij niet anders dan vanaf 1965 als huurling in Congo te gaan werken.”

“Vanuit Congo schrijft hij gruwelijke brieven”, vertelt Guy Bouten. “Het is daarin dat hij beweert meer doden op zijn geweten te hebben dan er begraven zijn op het kerkhof van Assebroek. Hij bevrijdt missionarissen, maar slacht rebellen af en kent geen medelijden. Hij stuurt zijn nicht een foto van de lijken en raadt haar aan om die met een vergrootglas te bekijken, om de kogelgaten te tellen en te zien hoe de darmen uit hun lijf steken. In die periode merk je bij Beuckels al een manier van zijn die ook de killer van de Bende typeert. Een racist en anticommunist, maar ook een marginaal en een tabak- en alcoholverslaafde.”

Valse sporen

“Beuckels was de killer, je merkt het aan alles. Zijn verleden, zijn manier van zijn, de plaatsen waar hij woonde. Juridisch heb ik geen zekerheid, historisch wel. Er is een treffende gelijkenis met drie robotfoto’s in het Bendedossier. Beuckels werd behandeld voor een zogenaamde wonde aan de hals, maar waarschijnlijk werd hij na de overval in Aalst in 1985 geraakt door de kogel van een politieman. Opvallend: Beuckels is ondervraagd, maar alle pv’s zijn verdwenen. Ook zijn gerechtelijk dossier is niet te vinden. In een televisiereconstructie in 2010 beweren de speurders dat de killer door die politiekogel in Aalst vermoedelijk om het leven kwam. Maar Beuckels stierf pas in 1991 aan longkanker. Zo zie je dat de speurders zelf valse sporen legden. De killer was dood, het verhaaltje kon eindigen.”

“En dat gebeurde allemaal uit staatsraison”, schampert de auteur. “Er mocht niets uitkomen, want dan kwam je bij hooggeplaatsten terecht: oud-premier Paul Vanden Boeynants, Justitieminister Jean Gol. Vanden Boeyants, dat was een drugs- en wapenhandelaar. Maar het dossier van de Bende van Nijvel is nooit samen gelegd met de dossiers van drugs- en wapenhandel. Gol van zijn kant oefende druk uit bij het gerecht om de moord op Juan Mendez in 1986 niet in verband te brengen met de Bende. Mendez was kaderlid bij wapenfabriek FN en een vriend van Bouhouche en Beijer. Bouhouche werd aangehouden op verdenking van de moord, maar nooit veroordeeld. Hadden ze toen die link wel gelegd, was de zaak wellicht rond.”

De Bende van Nijvel heeft volgens Guy Bouten veel meer dan 28 doden op haar geweten. “Naar schatting een 55-tal. Maar die werden niet met dezelfde wapens vermoord. Door de feiten met andere wapens niet mee te tellen, blijven de speurders in een kringetje lopen. Ik denk ook aan majoor Jean Bougerol, duidelijk de strateeg achter alles. Die had een privélijn waarmee hij belde met Bouhouche. Hij werd ondervraagd. Maar de ex-vrouw van Bougerol vertelde mij dat haar man, toen de ondervrager binnenkwam, handjeklap met hem deed. Toch niet de houding van een speurder tegenover zijn verdachte?”

“Mijn boek is een historische reconstructie. Ik heb geen dna, geen vingerafdrukken, geen bekentenissen. Juridisch zal hier niets mee gebeuren”, maakt Bouten zich geen illusies. “Maar de Bende van Nijvel wás een destabilisering van de staat, net op het moment dat de bevolking zich massaal verzette tegen het plaatsen van Amerikaanse kruisraketten in ons land. Een waarheidscommissie? Dat zal nooit gebeuren. Dat durven ze niet. Het beste wat ze kunnen doen, is zwijgen. En mij laten schrijven. Ik werd nooit bedreigd, heel raar. Maar ik ontmoette al die mensen wel hé. Behalve Bouhouche (overleden, hoewel de auteur dat in twijfel trekt, red.). Die had mij vermoord, daar ben ik zeker van. En Beuckels? Nee, ook hem had ik niet durven opzoeken.”

Bouhouche, Beijer, Beuckels en de anderen. De Bende van Nijvel, de CIA en de Staatsveiligheid van Guy Bouten is uitgegeven bij Kritak.
Krant van West-Vlaanderen donderdag 6 februari

Bron » KW

Spijtoptantenregeling blijft overeind voor Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof heeft een reeks beroepen verworpen tegen de spijtoptantenregeling die tijdens de vorige legislatuur groen licht kreeg in de Kamer. Twee verdachten in het gerechtelijk onderzoek Operatie Zero over voetbalfraude waren naar het Hof gestapt, maar dat stelde hen in het ongelijk. Voetbalmakelaar Dejan Veljkovic is de eerste spijtoptant van ons land die met het federale parket een deal sloot. Het Grondwettelijk Hof gaf wel enkele voorwaarden mee over hoe een aantal bepalingen geïnterpreteerd moet worden.

De zogenaamde pentiti-regeling was een geesteskind van de regering-Michel. Spijtoptanten zijn mensen die in ruil voor strafvermindering uit de biecht klappen over andere verdachten of medeplichtigen bij een misdrijf. In verschillende andere landen bestond al zo’n regeling, die vruchten had afgeworpen tegen de georganiseerde misdaad en het terrorisme. De vraag om een procedure stak in ons land geregeld de kop op, bijvoorbeeld in de zoektocht naar de daders van de Bende van Nijvel.

Het was echter Dejan Veljkovic die de primeur wegkaapte. Hij legde verklaringen af bij de speurders van de federale gerechtelijke politie in ruil voor een gunstige sanctie. Hij zal vijf jaar cel met uitstel en een boete van 80.000 euro krijgen. Hij riskeert ook een reeks verbeurdverklaringen van gelden en goederen die op illegale wijze verkregen werden.

Huiszoekingen en arrestaties

De bom in het voetbalfraudedossier barstte in oktober 2018 met een reeks huiszoekingen en arrestaties van onder meer Veljkovic en Mogi Bayat. Veljkovic deed eigenaardige transacties met dertig rekeningen in een financiële instelling in Genk. Het federale parket startte eind 2017 een gerechtelijk onderzoek.

Al op 15 oktober 2018, nog voor de eerste verschijning voor de raadkamer in Tongeren, had de verdediging van Veljkovic tot het federale parket toenadering gezocht. Via zijn raadsman Kris Luyckx had Veljkovic zich ertoe verbonden om uitgebreide verklaringen af te leggen. Niet alleen over zijn eigen activiteiten als voetbalmakelaar in binnen- en buitenland, maar ook over de rol van de voetbalclubs, andere makelaars en spelers.

Indertijd kondigde hij aan dat ook de financiële constructies en geldstromen aan bod zouden komen. Tientallen uren werd Veljkovic door de speurders ondervraagd.

Van Holsbeeck

In het onderzoek rond Veljkovic waren de voorbije maanden een resem bekende zwaargewichten uit het voetbal verhoord. Denk maar aan Georges Leekens, Herman Van Holsbeeck, Peter Maes, Ivan Leko, scheidsrechters, clubbestuurders en voetballers.

Nadat bekend geraakt was dat Veljkovic gebruik maakte van de spijtoptantenregeling klonken er bezwaren bij de raadslieden van andere verdachten in het voetbalfraudedossier. Advocaten Joris Van Cauter en Frank Scheerlinck startten daarom bij het Grondwettelijk Hof een vernietigingsprocedure voor de wet inzake de spijtoptantenregeling, maar die blijft nu dus onveranderd.

Bron » Het Laatste Nieuws

Onderzoeksrechter mag toegangscode van gsm eisen

Als een onderzoeksrechter dat vraagt, moeten verdachten de toegangscode van hun telefoon, tablet of computer geven. Zo’n code is te vergelijken met vinger­afdrukken, DNA of een ademtest, luidt de redenering.

nderzoeken waarin de smartphone, computer of tablet van de verdachte niet wordt uitgelezen, zijn dun gezaaid. Maar meestal zijn die toestellen beveiligd met een toegangscode: alleen de verdachte kent ze. Een onderzoeksrechter kan hem of haar volgens de wet verplichten om die prijs te geven, zodat de info erop beschikbaar wordt voor het onderzoek. Wie de code niet prijsgeeft, riskeert een celstraf van maximaal vijf jaar.

In de praktijk lag die verplichting zeer moeilijk. Verdachten die niet meewerkten, werden op dat punt soms vrijgesproken. ‘De rechtspraak ging alle kanten op’, zegt Philippe Van Linthout, de covoorzitter van de Vereniging van Onderzoeksrechters die ook meeschreef aan Cybercrime 3.0, een handboek over de bestrijding van informaticacriminaliteit. ‘Maar een arrest van het Hof van Cassatie brengt nu duidelijkheid.’

Het Hof van Cassatie is het hoogste rechtscollege in ons land. Uitspraken daar zijn richtinggevend: ze bepalen mee de opsporing en vervolging van criminelen. Het arrest waarin dat hof nu geen probleem maakt van het bevel van een onderzoeksrechter om zo’n code te geven, gaat terug op een uitspraak van het Gentse hof van beroep uit oktober vorig jaar. Een drugs­handelaar die weigerde de toegangscode tot zijn twee gsm’s te geven, werd daarvoor vrijgesproken.

Afgeblaft

Dat je een verdachte niet zomaar kon dwingen om zijn code te verklappen, heeft ermee te maken dat hij zo aan ‘gedwongen zelfincriminatie’ zou doen: door een bevel zou hij elementen aanreiken waardoor hij zichzelf van een misdaad zou beschuldigen. Dat recht om zichzelf niet te belasten maakt deel uit van het vermoeden van onschuld en het recht op een eerlijk proces, een belangrijk gegeven in onder meer het Europees Mensenrechtenverdrag. Maar dat gaat over het behoud van ‘het recht op een eerlijk proces door het uitsluiten van onjuiste verklaringen die onder dwang zijn afgelegd’, staat in het arrest van Cassatie.

De gsm-code valt daar niet onder, besluit het hof nu. Van Linthout: ‘Zelfincriminatie gaat over zaken die je bewust met je geest kunt manipuleren, zoals een verklaring dat je feiten hebt gepleegd nadat je honderd uren bent verhoord en afgeblaft. De rechtsstaat moet verdachten daartegen beschermen. Maar een paswoord staat daar los van: het is ofwel juist ofwel verkeerd.’

Cassatie verwijst zelf naar andere soorten bewijsmateriaal dat wordt bewaard en waarvoor een verplichting bestaat om het op verzoek af te staan, zoals ‘adem-, bloed- en urinemonsters en monsters van ­lichaamsweefsel voor DNA-tests’.

‘Het is vergelijkbaar met wie blaast bij een alcoholcontrole’, zegt Van Linthout. ‘Achter het bevel om een toegangscode af te staan, zit dezelfde gedachte. We vragen de verdachte niet of hij nu wel of niet een drugshandelaar is, wel om zijn gsm open te doen. Dat kan trouwens ook elementen opleveren in het voordeel van de verdachte.’

‘Wij worden dagelijks geconfronteerd met telefoons die niet zijn uit te lezen omdat ze zijn versleuteld. Dossiers lopen daardoor vast. We kunnen die toestellen doorsturen naar gespecialiseerde bedrijven om ze te kraken, maar dat kost ongeveer 1.750 euro per telefoon. Dit arrest maakt duidelijk dat de verdachte moet meewerken of anders wel degelijk een veroordeling riskeert.’

Om dat te bekomen, zal het openbaar ministerie de rechter ervan moeten overtuigen dat de verdachte weet wat de toegangscode is.

Bron » De Standaard