Het dossier van de Bende van Nijvel mag niet gesloten worden

In een artikelenreeks met merkwaardige uitspraken over de moorden door de Bende van Nijvel verklaarden federale procureurs dat het onderzoek binnenkort gesloten wordt. In geen geval is het maatschappelijk aanvaardbaar om dit dossier te sluiten.

Daar zijn verschillende redenen voor. Gedurende al die jaren zijn er via kranten en websites heel wat elementen bekend geraakt die wijzen op de piste van de ontwrichting van de staat. Voor verder onderzoek naar dit maatschappelijk erg belangrijk gegeven is er geen verjaring. Wat er naar buiten is gekomen, heeft ook het geloof van de bevolking in justitie en politie sterk aangetast.

Wat er kan aan toegevoegd worden, kan je uit de boeken halen die over de Bende werden geschreven. Maar ook de kranten hebben nuttige elementen ter kennis gebracht. Zo is er de recente artikelenreeks in De Morgen. Deze reeks is grotendeels ingegeven door de verklaringen van Etienne Delhuvenne. Dat is op zich al merkwaardig. In La Dernière heure van 14 december 2018 gaf Delhuvenne al het hele verhaal en zelfs meer dan nu wordt verteld.

In 2018 vertelde Delhuvenne dat de eerste Bendemoord bij de wapenroof in Waver bij wapenhandel Dekaise door Bruno Vandeuren en Jean-Luc Piaveaux werd gepleegd. Delhuvenne deed het hele verhaal aan Francis Dossogne, de leider van de extreemrechtse organisatie Front de la Jeunesse. Dossogne deed op zijn beurt het verhaal aan de commissaris van de gerechtelijke politie Yves Zimmer.

Delhuvenne deed het verhaal ook aan de BOB in Brussel. Hij voegde er aan toe dat Vandeuren een bewondering had voor Michel Anthemus (ook genoemd als mogelijke mededader). De rijkswachtkapitein zei nooit meer die naam uit te spreken omdat het een indicateur was. Een toenmalige adviseur van justitieminister Jean Gol vroeg informatie over Jean Bultot, adjunct-directeur van de gevangenis in Sint-Gillis. Bultot beweerde dat Vandeuren tijdens zijn opsluiting in Sint-Gillis aan hem bekend had een van de overvallers te zijn.

Levens vernietigd

Het leven van alle betrokkenen werd vernietigd. Delhuvenne werd negen keer in verdenking gesteld. Bultot vluchtte. De raadgever van Gol werd opgesloten. Piaveaux werd in Congo vermoord. Vandeuren werd afgemaakt met een schot naast het linkeroor.

De recente artikelen in De Morgen voegen er namen aan toe. Zoals die van Madani Bouhouche, in die tijd rijkswachter bij de drugssectie bij de BOB in Brussel. Zijn collega-rijkswachter van de BOB in Waver Bernard Sartillot verklaarde: “Ik heb toen het gezicht van de man op de passagiersstoel in me opgenomen. Hij stond maar enkele meters van me. En jaren later heb ik hem ook herkend. Over Bouhouche kan ik niets zeggen, ik heb zelf maar twee van de drie gezichten in mijn geheugen zitten en van een van de drie ben ik zeker. Dat was de enkele jaren later vermoorde FN-wapeningenieur Juan Mendez-Blaya.”

Waarom zou Delhuvenne liegen en zou de herkenning door Sartillot niet zeker zijn? Uit de afgelegde verklaringen heb je de namen van de daders van de eerste overval van de Bende. En wat in die verklaringen staat, werd in een vroeg stadium van het onderzoek zowel aan de gerechtelijke politie als aan de rijkswacht ter kennis gebracht.

Wat heeft het onderzoek daarmee gedaan? Het gaat maar over één overval? Als je naar de website van De Bende van Nijvel gaat, krijg je allerlei nuttige gegevens en besprekingen over de andere moorden. Kan je daar zo maar aan voorbijgaan door het onderzoek af te sluiten zodat wat er in staat voor de toekomst wordt vergrendeld?

Onbestrafte misdaden

“Niets wist de schaamte uit van 31 jaar straffeloosheid”, sprak minister van Justitie Koen Geens (CD&V) tijdens de herdenking van de gruweldaden van de Bende van Nijvel in Aalst. Kan er na al die jaren dan nog een doorbraak komen? Absoluut. U weet dat ik vorig jaar de verjaringstermijn voor zware misdrijven heb verlengd van dertig naar veertig jaar”, zei Geens. “Ik besef dat sommige families liever hadden gezien dat het onderzoek afgesloten zou worden en ik heb alle begrip voor hun verzuchtingen tot rust. Als maatschappij kunnen we echter niet toelaten dat dergelijke zware misdaden onbestraft blijven.”

Dat deze misdaden onbestraft zullen blijven, lijkt nu een feit. Als maatschappij kunnen wij echter niet toelaten dat het dossier over dergelijke misdaden gesloten wordt.

Tegenover de verklaring van de justitieminister moeten nu de verklaringen van de federale procureurs worden gesteld. “Heel veel aspecten zijn onderzocht, zonder resultaat”, zegt Eric Van Duyse van het federaal parket. “De tijd gaat snel, de verjaring nadert en de coronapandemie heeft dit onderzoek ook nog eens twee jaar gekost. Indien er tegen het einde van dit jaar geen nieuwe elementen opduiken, zullen we het onderzoek moeten stoppen en het dossier sluiten. De bevoegde magistraat Marianne Cappelle is van mening dat de termijnen om het dossier nog voor de verjaring voor de rechtbank te kunnen brengen te kort zijn.”

Je kan er niet onderuit dat een proces over de Bendefeiten ondoenbaar is geworden. Indien zij nog in leven zijn, zijn de mogelijke verdachten en getuigen oude mensen geworden. Hoe over de duizenden bladzijden een assisenprocedure kan gevoerd worden, is even onwezenlijk. Dergelijk proces houdt in dat zowel de speurders, de getuigen, de experten en niet in het minst de verdachten en hun advocaten op openbare en tegensprekelijke wijze gehoord worden en het gehele onderzoek op de zitting kan worden overgedaan. Dat daardoor ook niet meer aan de vereisten van het eerlijk proces kan voldaan worden en dat juist de reden is voor de verjaring van de strafvordering is evident.

Maatschappelijk belang

Dat het dossier daardoor ook moet gesloten worden, is een geheel ander besluit. De commissie-Franchimont, die na het eerste parlementaire bendeonderzoek werd opgericht om de knelpunten in de procedure weg te nemen, had er al een andere kijk op. Op het advies van deze commissie, samengesteld uit advocaten, professoren en magistraten, werd aan de procureur en aan de advocaat van de verdediging de mogelijkheid gegeven om zelfs tijdens het onderzoek mededelingen te doen indien het openbaar belang dat vereist. Daar is nooit gebruik van gemaakt om ook maar één dienstige mededeling te doen. Het bleef bij een bijna jaarlijkse opstoot met evenmin duidelijk beantwoorde onthullingen.

Dat het strafrechtelijke aspect niet meer behoorlijk kan beantwoord worden, betekent niet dat het maatschappelijke belang er moet bij inboeten. Er mag ook getwijfeld worden aan de beweerde verzuchtingen tot rust van sommige families. Zonder een behoorlijk antwoord op wat is kunnen gebeuren, is die rust niet mogelijk. Buiten het leed van de slachtoffers en de nabestaanden is er ook het maatschappelijke belang. De mislukking van zowel de gerechtelijke als de parlementaire onderzoeken blijft als een erfelijke belasting op de werking van justitie en politie wegen.

Buiten alle andere disfuncties kan niet worden ontkend dat er behoorlijk wat gemanipuleerd werd om het ontdekken van de waarheid te voorkomen. Anderzijds heeft het onderzoek naar de Bende ook een sterke invloed gehad op de werkwijze van politie en justitie en werden daardoor nieuwe methoden gewettigd.

Het is nu de formele vraag of al deze disfuncties en manipulaties zonder meer kunnen vergeten worden door het afsluiten van het dossier. Afsluiten betekent immers dat er niemand nog door kan geraken. In die zin is de door de federale magistraten voorgestelde afsluiting van het Bendedossier maatschappelijk onaanvaardbaar. De enige manier om het wél te doen is het open te stellen voor wetenschappelijk onderzoek. Want verborgen disfuncties verdwijnen niet, 28 doden verjaren niet en het openbaar belang evenmin.

Bron » Apache | Walter De Smedt

Walter De Smedt is gewezen raadslid van Comité I en Comité P. Hij bracht in juni 2020 het boek ‘Het land van de onbestrafte misdaden. Waarom faalt justitie?’ uit bij uitgeverij Kritak.

Slachtoffers automatisch gebrieft bij vrijlating dader

Als slachtoffers dat willen, zal justitie hen auto­matisch een brief sturen wanneer een veroordeelde penitentiair verlof krijgt of definitief de gevangenis mag verlaten. Bij zware misdrijven contacteert een justitiehuis hen.

In mei kwam ex-bokser en ex-militair Hicham Diop vrij uit de gevangenis. Hij was veroordeeld tot een celstraf van vijftien jaar voor de mesaanval op een koppel politiemensen, die de aanslag met veel ­geluk overleefden. Na een derde van zijn straf kwam Diop in aanmerking voor een voorwaardelijke invrijheidstelling.

Het koppel dat hij had aangevallen wist niets van zijn vrijlating. ‘Wij zijn niet op de hoogte ­gebracht’, zei slachtoffer Filip De Pauw enkele weken geleden, nadat hij en zijn partner het nieuws ­hadden vernomen. ‘We hebben het per toeval gehoord. Dit is voor ons een slag in het gezicht.’ Hij vond dat justitie hen met de vrijlating van Diop in de steek had gelaten. In een reactie verwees het Gevangeniswezen naar de griffie van de rechtbank als verantwoordelijke om slachtoffers te verwittigen.

Zaak-Dutroux

Het incident maakt duidelijk hoe het gerecht het moeilijk blijft hebben met de opvolging van slacht­offers van misdrijven. Dat komt doordat het strafrecht in ­oorsprong draait om een proces van de maatschappij, vertegenwoordigd door het openbaar ­ministerie, tegen een persoon die een misdrijf heeft gepleegd.

Door de zaak-Dutroux (over de ontvoering, opsluiting en dood van jonge meisjes door Marc Dutroux) kwam er meer aandacht voor slachtoffers, maar dan vooral in de fase van onderzoek en proces. Griffies kunnen hen wel op de hoogte brengen over de strafuitvoering van een veroordeelde dader, maar de systematiek daarachter ­verschilt per gerechtelijk arrondissement. Daardoor gebeurt het niet altijd.

‘De emotionele impact van een uitspraak door een rechter is voor veel slachtoffers en nabestaanden bijzonder groot’, beseft minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD). ‘Slachtoffers zullen voortaan systematisch ­geïnformeerd worden over hun rechten tijdens de strafuitvoering.’

Die automatisatie gaat op donderdag 1 september van start. ­Nadat de rechter een vonnis met een gevangenisstraf heeft uitgesproken, zullen de ­burgerlijke partijen altijd een brief toegestuurd krijgen waarin hun rechten staan uit­gelegd. Daar zal ook een ‘slachtofferfiche’ bij zitten, waarmee ze kunnen aangeven hoe ze die rechten willen uitoefenen. In de eerste plaats gaat het om informatie krijgen wanneer de veroordeelde vraagt om onder voorwaarden vrij te komen, zoals bij een verlof uit de gevangenis, met een enkelband of bij een definitieve vrijlating. De burgerlijke partijen kunnen ook vragen om voorwaarden, zoals een contactverbod of het verbod voor de ­veroordeelde om zich in een ­bepaalde regio te begeven.

Herwerkte brief

Zo’n ‘slachtofferfiche’ bestaat al langer binnen justitie, zelfs in twee verschillende vormen, maar is ­herschreven om de inhoud duidelijker te maken. De fiche begint met een uitleg over de procedure van strafuitvoering. Als ze eenmaal is ingevuld, komt ze terecht in het strafuitvoeringsdossier. De veroordeelde en zijn advocaat zullen wel geen toegang hebben tot het adres van het slachtoffer.

Voor de slachtoffers en de nabestaanden van zware misdrijven komt daar nog bij dat de justitiehuizen hen spontaan zullen ­contacteren over hun rechten. De justitiehuizen, die in Vlaanderen bevoegd zijn voor slachtoffer­onthaal, zullen daarvoor automatisch een melding krijgen. Het gaat om opzettelijke en onopzettelijke feiten die de dood van een slacht­offer hebben veroorzaakt, waar­onder vergiftiging en foltering, en om verkrachting. Ook na veroordelingen bij ‘pogingen tot’ dat soort misdrijven, zullen justitieassistenten de slachtoffers contacteren. De diensten werden daarvoor versterkt.

‘Dit is een nieuwe, belangrijke stap in een verwaarloosde kerntaak van justitie: het slachtoffer op de eerste plaats zetten’, vindt Vlaams minister van Justitie en Handhaving Zuhal Demir (N-VA), die bevoegd is voor de justitie­huizen. ‘Een menselijke aanpak, respect voor trauma´s, begeleiding in de juridische procedure en up-to-date informatie over de straf van de dader zijn een basis om te kunnen helen na een misdrijf. Het is geen service, het is een recht.’

Bron » De Standaard | Nikolas Vanhecke

Interview Anne Beeckman: “Ik had een stempel: bitch”

Anne Beeckman (61) was een van de eerste vrouwelijke rechercheurs in België. Ze begon in de loden jaren 80. ‘Ik werd er vaak bij geroepen als een zaak in het slop zat.’ Portret van een flik en een tijd.

Ze spreekt voor het eerst met een journalist. Na veertig jaar dienst, aan de vooravond van haar pensioen. Behoedzaam wijst ze naar mijn telefoon. ‘Je neemt dat op? Dit is toch voor jezelf? Je gaat dit toch wissen?’ Ik moet het twee keer beloven.

‘Beroepsmisvorming’, excuseert ze zich naderhand, het ijs half ontdooid. Een foto bij het artikel stelde ze eerst al helemaal niet op prijs. Ze is toch zeker Sarah Lund of Saga Norén niet? ‘Moet mijn gezicht daar echt op? Neem je niet beter een foto van de affiche die Nicole Van Goethem tekende voor het allereerste congres van de Belgische politievrouwen in 1994?’

Ze trok altijd al mee aan die kar. ­Redigeerde in 2002 met twee mannelijke coauteurs, onder wie de progressieve criminoloog Lode Van Outrive, het boek Gender en politie. ‘Weet je wat een van de vele redenen is waarom het zo lang duurde voor er meer politievrouwen waren? Toen ik bij de gerechtelijke politie begon, moesten we nog dezelfde sportproeven afleggen als de mannen. Daardoor alleen al vielen veel vrouwen af.’

In 1982 sprong ze toch over de fysieke­ lat. Een beetje de Marianne Vos ­onder de flikken? Ze schudt het hoofd. ‘Ik heb het eerder te danken aan een duwtje in de rug van de man die de proeven superviseerde, Roger Moens (veertienvoudig Belgisch kampioen sprint en lange afstand, later commissaris-generaal bij de gerechtelijke politie, red). Je moest onder meer 3,60 meter ver springen­. Roger heeft de lat stilzwijgend gelegd op de plek waar ik afzette, zodat ik toch aan die 3,60 kwam.’

‘Belangrijker dan een goede fysiek, is dit hier.’ Ze wijst naar haar hoofd. Ze studeerde criminologie. De professor die haar had aangespoord om bij de ­politie te gaan, Patrick Hebberecht, vroeg haar na twee jaar actieve dienst om voor de studenten te komen praten over beroepsmogelijkheden. ‘Ik zei dat ik niet wist wat voor velen bij de politie nu het ergste was, dat ik een vrouw was of dat ik criminoloog was. (lacht) De lat lag niet altijd even hoog om bij de politie­ te komen. Naderhand zijn de toegangsvoorwaarden verstrengd en moest je voor de gerechtelijke politie minstens een diploma van niet-universitair hoger onderwijs hebben. Dat heeft er ook toe geleid dat er meer vrouwen kwamen­. (knipoog) Vrouwen waren nu eenmaal betere studenten.’

Niet dat ze zich beter achtte dan de rest, man of vrouw. ‘In die tijd zat de ­gerechtelijke politie niet in het politiekantoor, maar in het justitiepaleis bij het parket. Het gebeurde weleens dat we chauffeur moesten spelen voor een magi­straat, of het justitiepaleis ’s nachts moesten bewaken omdat de conciërge met vakantie was. De job kwam met voor- en nadelen.’

Mossel

Pas in 1978 verscheen de wet op de gelijke toegang voor mannen en vrouwen tot het openbaar ambt in het Staatsblad. Het resultaat na het eerste, in 1980 ge­organiseerde examen voor wat toen nog bekendstond als de Gerechtelijke Politie bij de Parketten (GPP)? ‘Enkele vrouwen op meer dan duizend mannen. Bij de jeugdpolitie had je wel al meer vrouwen. Ik nam deel aan de examens voor de tweede lichting in 1981.’

In maart van dit jaar tekende de top van de federale politie een samenwerkingsakkoord met het Belgisch Netwerk van Politievrouwen met als doel ‘ervoor te zorgen dat de geïntegreerde politiedienst een afspiegeling is van de samenleving’.

‘Het werd zoetjesaan tijd, zeker?’ glimlacht Beeckman, die in 1994 mee aan de wieg van de Belgische Vereniging van Politievrouwen stond. Veertig jaar je m/v moeten staan, dat gaat je niet in je koude kleren zitten. ‘Aan mijn eerste chef in Antwerpen hebben ze vooraf ­gevraagd of hij bereid was om een vrouw op te nemen in zijn team. Ze wisten­ wel waarom ze het aan hem vroegen, hij was ook criminoloog en een van de meest progressieve, een crème van een vent. Er was ook eens een gast die toen hij bij mij op de afdeling kwam werken zei: “Ik heb er geen bezwaar tegen­, hoor, om onder een vrouw te werken­.” Hoe genereus. (lacht)’

Na twee jaar in dienst nam ze deel aan het examen voor officier. Ze slaagde. ‘Probleem. Ik was nog maar 23 jaar en je kon pas vanaf je 25ste officier worden. Ik heb uiteindelijk tot mijn 28ste moeten­ wachten.’

En toen werd ze zwanger. ‘Ik liet ­weten dat ik geen nachtdiensten meer zou doen, dat was ook zo voorzien in de wet. Toch werd ik op het matje geroepen bij de procureur. Ik kan er nu mee lachen, maar op het moment zelf vond ik dat intimiderend. Het is de enige keer in mijn leven dat ik gehyperventileerd heb van de stress.’

Jaknikken zat niet in haar DNA. Het gevolg? ‘Ik had het verder kunnen schoppen als ik wat tactischer was ­geweest. Misschien had ik eens vaker moeten zeggen tegen mannen hoe goed ze wel waren. (lacht) Ik had een stempel: bitch.’

Twee keer in haar carrière heeft ze formeel mannelijke collega’s aangeklaagd. De ene voor een zeer grove seksuele opmerking, de andere omdat hij haar onder meer voor mossel had uit­gescholden. ‘De tweede keer waren er omstanders bij, die ook wilden getuigen. Het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen steunde mijn zaak.’ Ze verloor. ‘Een getuige zei dat mijn collega ook tegen mannen “mossel­” zei, waardoor het een gewone belediging werd en geen seksistische. Onzin, natuurlijk.’

Snorren

Ze begon haar carrière in de zogenaamde loden jaren 80. Rijkswachters waren mannen met snorren. Er was de CCC, de ontvoering van Paul Vanden Boeynants en de Bende van Nijvel. Bij dat laatste dossier was ze wel betrokken, maar niet bij het onderzoek zelf. ‘Ik werkte bij de GPP in Aalst toen de Bende toesloeg. Ik ben in de weken voordien nog mee de wacht moeten gaan ­optrekken voor de deur van de Delhaize en de Colruyt. Met een aftandse Ford Taunus.’

Tot diep in de jaren 90 was harde ­criminaliteit vooral een mannenzaak. ‘Op het Europese congres van de politievrouwen in 1994 heb ik dat proberen te doorbreken door ook “harde” thema’s op het programma te zetten. Vrouwen werden tot dan toe vooral op “zachtere” terreinen ingezet, de jeugdpolitie of slachtofferhulp. Terwijl: ik wilde doen wat de mannen deden.’

We moeten haar niet verkeerd begrijpen. Voor slimme mannen heeft ze een boon en zij voor haar. De beste herinneringen bewaart ze aan raadsheer-onderzoeksrechter Henri Heimans, in 2015 bekroond met de Prijs voor Mensenrechten voor ‘zijn niet-aflatende strijd voor de rechten van geïnterneerden’.

Aan zijn zijde dook ze onder andere in het Lernout & Hauspie-dossier en ­later ook Fortisgate. Er groeide een vertrouwensband. ‘Als ze Henri vroegen of hij deze of gene zaak wilde aannemen, zei hij weleens: “Alleen als ik Beeckman meekrijg”’, zegt ze met gepaste trots. ‘Ik werd er vaak bij geroepen als een zaak in het slop zat.’

Heimans wordt steevast omschreven als eerder een teddybeer dan een pitbull. Een ‘rechtvaardiger wereld’ vond hij een levensdoel. Beeckman stond als studente ook op de barricaden. Ze betoogde­ tegen ‘de 10.000’, want was die verhoging van het inschrijvingsgeld naar 10.000 frank geen verraad aan de democratisering van het onderwijs en dus 1968?

Pandy’s dagboek

Drie jaar na die betogingen ging ze bij de politie. Ook met het doel om de wereld te verbeteren? ‘Nee,’ zegt ze droog, ‘het bood werkzekerheid. Mijn man was werkloos, we hadden geen cent. Het was crisis, het was de tijd van de jongerenmarsen voor werk.’

Dus stapte ze maar over naar de ­andere kant van de barricaden? Protesteerden mei 68’ers niet ook tegen de ­politiestaat? Ook dat ziet ze anders. ‘Wij waren van de gerechtelijke politie, hè. We moesten de orde niet handhaven of verkeersboetes uitschrijven. We hadden ook geen uniform. Alleen mijn armband, die heb ik altijd op zak. En wie kan er iets op tegen hebben dat je misdrijven­ oplost?’

Dat lukt niet altijd. In details kan ze niet treden, maar ze werkte mee aan de zijde van de dit jaar vroeg gestorven ­Peter De Waele in Operatie Kelk. ‘We hebben alles uit de kast gehaald, maar we moesten opboksen tegen verjaring en de bijna-onmogelijkheid om schuldig verzuim te bewijzen. Heb je ooit al eens opgezocht wat schuldig verzuim strafrechtelijk betekent? Nee? Er moet ogenblikkelijk gevaar zijn, je moet de mogelijkheid gehad hebben om op te treden en het toch nagelaten hebben. Bij iemand die letterlijk aan het verdrinken is, is dat makkelijk te bewijzen. Maar bij seksueel misbruik, jaren later?’

De ene zaak kleeft meer aan de ribben dan de andere. Cold cases, natuurlijk. Zeker voor de slachtoffers is dat altijd­ een echec. ‘Ook zaken waar ik niet bij betrokken was, blijven hangen. De moord op rechercheur Simon Poncelet, bijvoorbeeld, in 1996 in de kantoren van de gerechtelijke politie in Bergen, of de moord op rijkswachter Peter De Vlees­chauwer in Sint-Niklaas in hetzelfde jaar.’

‘Maar het is niet omdat een zaak ­opgelost raakt, dat je het makkelijker verteert. Ik heb alle dagboeken van ­Andras Pandy geanalyseerd. Ik ken daar nog altijd passages van uit het hoofd. Of er was het onderzoek naar een babymoord in het Gentse waaraan ik meewerkte­, nooit vergeet ik die zaak.’

Duizend schandalen

Van de spreekwoordelijke duizend schandalen – zie Het land van de 1000 schandalen. Encyclopedie van een kwarteeuw Belgische affaires van Dirk Barrez – kan ze er behoorlijk wat afvinken. Ze zag de criminaliteit evolueren, maar ook de politie. Beeckman is van de generatie van het carbonpapier en de telex. Boeven ontdekten al cybercriminaliteit toen de politie nog met de fax werkte.

‘Wat is nieuw onder de zon? Fiscale criminaliteit?’ Ze haalt de schouders op. ‘Ik heb hier nog ergens de samenvatting liggen van een opleiding die ik 35 jaar geleden bij de Bijzondere Belasting­inspectie gevolgd heb. Natuurlijk evolueert dat. Wij worden slimmer, de criminelen ook. Wij moeten ons aan regels houden, zij niet, zij zijn dus altijd in het voordeel.’

‘Ik was de enige vrouw die deelnam aan de examens voor de topfuncties bij de eengemaakte politie. Ik kreeg een brief: “Mijnheer, u bent niet geslaagd.” Daarna kreeg ik opnieuw een brief: ­“Mevrouw, u bent niet geslaagd” Met excuses’

Zoals met de aanslagen van 2016 groeit nu ook met het narcoterrorisme de roep om meer menskracht. Beter genoeg­ volk dan te weinig, natuurlijk, maar volgens Beeckman is de crux van het politiewerk toch eerder kwaliteit dan kwantiteit. ‘Knappe knoppen zijn er, kijk maar naar de Sky ECC-operatie of de inbeslagname in Gent van NFT’s. Maar zoals ik al zei: wij worden beter, de boeven ook.’

De oprichting van de eengemaakte politie, twintig jaar geleden, had voor­delen, vooral dan wat informatiedoorstroming betreft, maar ook nadelen. ‘De spoeling werd al eens te dun bij het ­rekruteren. De lat om bij de gerechtelijke te komen is lager gelegd.’

Ze schreef het ten tijde van de politiehervorming in een vaktijdschrift: ‘Is kwaliteit een vies woord?’ Ze doelde daarmee zowel op de kwaliteit van onderzoek als het ethisch kompas. ‘Bij Henri Heimans lag die lat hoog, maar ik heb het meegemaakt dat een kandidaat op een examen de vraag kreeg wat hij zou doen als iemand hem een cadeau wilde geven. Hij zag er geen graten in.’

De juiste vragen

‘Wat ik ook niet snap, is dat je op een examen gevraagd wordt naar artikel zoveel­ van wet zus of zo, wat je gewoon op internet kunt opzoeken. Geef kandidaten liever een bundel complexe info en test hoe snel en hoe goed ze daaruit de relevante info kunnen halen. Ik heb hier ten tijde van Lernout & Hauspie weekends zitten turven in achtergrondlectuur. Dat moet om de juiste vragen aan de juiste mensen te kunnen stellen. Dát is mijn job.’

In De Morgen stak ze ten tijde van de politiehervorming nog verder haar nek uit met een open brief: ‘Aan de politiemannen van de macht.’ ‘Ik was de enige vrouw die deelnam aan de examens voor de topfuncties bij de eengemaakte politie. Een van de weinigen ook die konden deelnemen. Ik kreeg een brief: “Mijnheer, u bent niet geslaagd.” Ik verwees daarnaar in dat artikel in de krant. Daarna kreeg ik opnieuw een brief: ­“Mevrouw, u bent niet geslaagd.” Met excuses erachteraan voor de verkeerde aanspreking. (lacht)’

Daags na ons gesprek belt Beeckman. Ze geeft haar fiat voor publicatie. Ze springt toch, 3,60 meter. En de fotograaf is ook welkom. Ze trekt er zelfs een speciaal jasje voor aan. ‘Dat heb ik laten maken. Het is mijn manier om met dingen om te gaan.’

Bron » De Standaard

Als doorbraak komende maanden uitblijft, zal onderzoek naar Bende van Nijvel eind november onherroepelijk stoppen

Als er de komende maanden geen doorbraak komt in het onderzoek naar de Bende van Nijvel, dan zal het onderzoek naar wie achter de bloedige aanslagen in de jaren 80 zat, onherroepelijk stoppen. Dat heeft onze redactie vernomen bij bronnen dicht bij het onderzoek.

Het onderzoek naar de verantwoordelijken voor de aanslagengolf, onder meer op de Delhaize van Aalst in 1985, loopt intussen al 37 jaar. Bij die golf van aanslagen, overvallen en diefstallen vielen in totaal 28 doden en 40 gewonden. Al bijna vier decennia regent het hypothesen over de identiteit van de daders.

De ultieme deadline om die daders definitief – in eerste aanleg en eventueel in beroep – te berechten ligt op 2025. Het is dus stilaan money time in een oud dossier dat de voorbije vier jaar door het federaal parket nieuw leven werd ingeblazen. Er kwam een totale revisie, er volgden tal van opgravingen in de hoop via doorgedreven DNA-onderzoek alsnog het nodige bewijsmateriaal te vergaren. Sommigen hoofdverdachten zijn nog in leven, anderen zijn al jaren overleden. Het federaal parket heeft volgens onze informatie een zeer grondig hypothese over wie verantwoordelijk is, maar bewijslast vergaren is na al die jaren haast een onmogelijke klus gebleken.

Te weinig tijd

Dat de datum om het onderzoek stop te zetten dit najaar ligt, heeft het federaal parket altijd zo in het achterhoofd gehouden. Waarom? De nodige juridische procedures om mogelijke verdachten veroordeeld te krijgen, nemen heel wat tijd in beslag. En die tijd is stilaan op. Voor alle duidelijkheid: dit is nog geen officiële stellingname van het federaal parket. “Er is nog geen beslissing genomen”, klinkt het bij woordvoerder Eric Van Duyse. “Wat wel zo is, is dat mevrouw Cappelle, de magistraat die het onderzoek leidt, meent dat er tegen eind dit jaar een doorbraak moet zijn om de zaak tegen de verjaringstermijn van 2025 alsnog voor de rechter te krijgen.” Van Duyse duidt op de procedures voor de raadkamer, in eerste aanleg voor een strafrechter alsook eventueel beroep. “Als we eind 2022 geen doorbraak hebben, wordt die periode te kort. Dat heeft mevrouw Capelle altijd al gezegd.”

Opmerkelijk aan de deadline is dat de verjaring van het onderzoek in 2014 al eens vooruitgeschoven werd met tien jaar, door toenmalig minister van Justitie Koen Geens (CD&V). In september 2020 sprak hij zich op de openbare omroep nog uit over die deadline, naar aanleiding van de 35ste ‘verjaardag’ van de raid op een Delhaize-filiaal in Overijse waar in 1985 vijf doden vielen. “Voor de slachtoffers en hun familie wil ik benadrukken dat er alles aan wordt gedaan om de waarheid boven te halen. Ik heb er vertrouwen in. Dit dossier is honderd procent in orde, elk document is nagekeken en DNA-sporen worden nog steeds gecontroleerd.”

“Niet op de hoogte”

De raid in Overijse was niet eens het meest dodelijke ­wapenfeit van de Bende van Nijvel. De dodelijkste overval vond in 1985 plaats in Aalst, alweer aan de plaatselijke Delhaize. Op zaterdag 9 november 1985 vielen de daders kort voor sluitingstijd het warenhuis binnen nadat ze eerst al enkele klanten op de parking hadden doodgeschoten. In het warenhuis werd ook de 9-jarige David Van de Steen neergeschoten. Hij overleefde als bij wonder. Van de Steen reageerde gisteravond verrast op het nieuws over de deadline. Hij liet aan onze redactie weten er niet van op de hoogte te zijn.

Bron » Het Nieuwsblad

De stille dood van het Bende-onderzoek? ‘Zonder nieuwe elementen sluiten we eind dit jaar het dossier’

40 jaar Bende van Nijvel: ‘Covid heeft het onderzoek nog eens twee jaar gekost’

In zijn wedren met de verjaring van het Bende-dossier in 2025 leek het federaal parket de voorbije jaren meer en meer in te zetten op het rollenspel. Zonder resultaat, helaas. ‘Behoudens nieuwe elementen sluiten we eind dit jaar het dossier.’

Op 30 september 1982 pleegde de Bende van Nijvel haar eerste roofmoord in Waver. In deze zesdelige reeks gaat De Morgen op zoek naar nieuwe puzzelstukjes in het grootste Belgische criminele enigma ooit. Vandaag het slot: het federaal parket lijkt de handdoek te gooien.

Het is al tien jaar onderwerp van homerische polemieken en op 30 oktober 2018 zei federaal parketwoordvoerder Eric Van der Sypt bij Faroek (VTM) alle twijfels te kunnen wegnemen: “Het is onmogelijk dat die voorwerpen daar een jaar kunnen hebben gelegen. Op basis van het wetenschappelijk onderzoek kunnen we duidelijk stellen dat ze er zelfs niet langer dan zes of zeven dagen hebben gelegen. De vondst in Ronquières was een poging tot manipulatie.”

Enkele dagen voor de cel Delta van de Dendermondse onderzoeksrechter Freddy Troch in november 1986 de zwaaikom van Fauquez ging doorzoeken, zou iemand daar zakken met wapens en Bende-attributen in hebben gedropt. Wat zou betekenen dat getuigen Franc O. en de dame aan de overkant van de zwaaikom nooit hebben bestaan en er binnen het toenmalige speurdersteam iemand was die toegang had tot de wapens. En een motief om de boel in de war te sturen. Nu deed het parket een oproep aan het publiek. Heeft iemand destijds rond de zwaaikom iets verdachts opgemerkt?

‘Papa?’

Die avond zit de 70-jarige François Achten thuis met zijn dochter naar Faroek te kijken. Achten was destijds de adjudant bij de BOB Halle die de pv’s met de getuigenissen van O. en de dame doorspeelde aan speurder Philippe Vermeersch van de cel Delta, waarna die er duikers op afstuurde. Achtens dochter vraagt na afloop: “Papa, wat weet jij hiervan?”

François Achten: “Ik weet er niet meer over dan wat we net te zien kregen.”

Wat de gepensioneerde politieman niet weet, is dat er in zijn woning afluisterapparatuur is geplaatst. Tenminste, dat zegt zijn advocaat Pierre Chomé, die het strafdossier kon inkijken: “De hele uitzending was een provocatie. Men wou de reactie zien van mijn cliënt. En ja, die leverde niet op wat men er blijkbaar van had verwacht.”

Chomé gaat ervan uit dat er ook bij Vermeersch microotjes zijn geplaatst, in de hoop dat die een schoen naar zijn tv-scherm zou gooien of zo. Maar ook ten huize Vermeersch is blijkbaar niets van die strekking gebeurd.

Eind januari 2019 worden Achten en Vermeersch op vraag van het federaal parket aangehouden op beschuldiging van manipulatie. Al na een week worden ze weer vrijgelaten, en in die week gebeurt iets ongewoons.

Pierre Chomé: “In de gevangenis werd mijn cliënt uit zijn cel gehaald door twee speurders die zich voorstelden als Jean en Roger. Zij namen hem mee naar een hotelkamer in Leuven. Daar stelden ze hem voor om spijtoptant te worden. Het gesprek heeft tien minuten geduurd, want mijn cliënt had niks te vertellen. Er is geen sprake van manipulatie.”

Volgens Chomé betaalden Jean en Roger ter plekke 123 euro voor de hotelkamer.
Oud-leden van de cel Delta kijken al jaren verbaasd naar de obsessie van hun jongere collega’s voor de wapenvondst. “Het onderzoek waar het parket naar verwees was niet zo wetenschappelijk”, zegt een ex-speurder. “Men heeft vergelijkende watertests gedaan, onder meer met papieren cheques, terwijl die in 1985 geplastificeerd waren. Men stelde zich vragen over het feit dat de uit de zwaaikom opgeviste muntjes van een halve frank niet waren verroest. Bij gebrek aan zulke muntjes hebben ze de test uitgevoerd met stukjes van 5 eurocent. Ja, die roestten. Halve frankjes zijn van koper, eurocentjes van verkoperd staal. Koper roest niet, staal wel.”

Er is al drie jaar niks meer gehoord van het onderzoek tegen Achten en Vermeersch.
Pierre Chomé: “Wij verwachten in het najaar een datum voor een zitting van de raadkamer in Charleroi. Iedereen is het er intussen over eens dat de verdenkingen van manipulatie op geen enkele manier hard kunnen worden gemaakt, en dat de raadkamer de buitenvervolgingstelling zal uitspreken.”

Oligarch

In haar laatste boek Het complot van de stilte wijst Humo-journaliste Hilde Geens oud-rijkswachter en topcrimineel Robert Beijer aan als bron van de manipulatiethesis: “Zo is Beijer erin geslaagd om het enige succesverhaal in het dossier in de soep te draaien.”

Vanuit Pattaya reageert Beijer per mail: “Zij suggereert dit omdat ik in 1979 bij de BOB heb gewerkt, bij François Achten. Het is complete onzin.”

Het leven van Robert Beijer (70), zoals hij dat zelf beschreef in zijn boek De laatste leugen, heeft iets van een James Bond zonder dat je er ooit achter komt wie M is. De cover toont een tot een schaakbord herschapen aardbol met zo gigantisch veel stukken dat geen enkel overzicht nog mogelijk is. Beijer schrijft over de met Madani Bouhouche gepleegde moorden en diefstallen dat hij handelde in opdracht van ‘mijn Meesters’. Dat zou dan het Moskou van voor de implosie van het communisme zijn.

Na de moord op de Libanese diamantair Ali Suleiman in Antwerpen in 1989 vlucht Beijer naar Azië en belandt in Pattaya. In 1991 levert Thailand hem uit aan België. Na zijn proces en acht jaar doorgebracht te hebben in de gevangenis keert hij in 1999 terug. Daar woont hij sindsdien met zijn Thaise echtgenote en drie kinderen.

“Hier in Pattaya kent men Beijer als de Russische oligarch Alexy”, zegt een Belgische expat die een tijdje met hem optrok. “Hij spreekt en schrijft ook vloeiend Russisch. Hij is de buurman van queen mother Sirikit Kitiyakon, de eerste echtgenote van koning Bhumibol. Dat klinkt misschien anekdotisch, maar hier in Thailand, waar het koningshuis heilig is, levert zoiets prestige op.”

Beijer bezit in de Phra Tamnak, Soi 5, in het duurdere deel van de stad, een groot domein vlak bij de zee waar hij drie kolossale villa’s op liet bouwen. Volgens meerdere Belgen in Pattaya kan het niet anders of de aankoop is gebeurd vóór een wetswijziging die eind jaren 80 bezit van onroerend goed voor buitenlanders begon te bemoeilijken. “Als je daarvoor had gekocht zonder Thaise vennoot, zoals hij blijkbaar deed, had je de jackpot gewonnen”, zegt de expat.

Het is maar een van de drie villa’s die Beijer oorspronkelijk bezat. “Enkele jaren geleden wou hij een ervan aan me verkopen”, zegt P., een in Pattaya wonende Belg. “Hij heeft me rondgeleid. Binnenzwembad, immense slaapkamers, decadente luxe. Hij vroeg 75 miljoen bath (2 miljoen euro, DDC) en vond ook een koper.”

Beijer onderhield een tijdlang – onder een valse naam – een Facebook-pagina zodat Belgische volgers zich een impressie konden vormen van zijn nieuwe leven. Slechts eenmalig bezigde hij er zijn eigen naam: bij zijn inschrijving voor de plaatselijke marathon in 2015, waarvoor je als niet-Thai een geldig paspoort moet voorleggen.

In 2005 werd de in Pattaya ondergedoken Nederlandse topcrimineel John Mieremet geliquideerd. In die dagen was Job, een Nederlandse expat (Job is niet zijn echte naam), fixer voor enkele Nederlandse misdaadjournalisten. Een van hen mailde hem achteraf met een vraag om info over een andere resident, Robert Beijer.

“Ik begon Belgen in Pattaya aan te spreken”, zegt Job. “Een paar dagen later zat Beijer twee tafeltjes van me verwijderd op het jaarlijkse haringfeest voor de Nederlandse expats. Een paar dagen daarna kreeg ik telefoon. Een Nederlandse stem: ‘Hoelang wil jij nog leven, jochie? Laat die Belg met rust.’ Het voelde als een bedreiging.”

In 2007 liet Beijer vanuit Pattaya weten dat hij “belangrijke informatie” had over de Bende en bereid was te praten in ruil voor een nieuwe identiteit. Justitieminister Laurette Onkelinx (PS) weigerde. Drie jaar geleden kondigde Beijer een tweede boek aan. Een vervolg op het eerste, dat eindigde met de zin: “Een nieuw spelletje schaak begint…”

Het boekproject staat sinds de oorlog in Oekraïne on hold, laat Robert Beijer ons nu weten: “Ik heb niet de nodige autorisaties om details vrij te geven en daardoor zou mijn relaas niet erg uitgebreid en minder geloofwaardig zijn. Momenteel leent de internationale situatie zich er totaal niet voor. Ik hoop dat u dat begrijpt.”

Sancho Panza

Bende-speurders hadden er jaren voor geijverd, en na de postume biecht van oud-rijkswachter Christiaan Bonkoffsky, als zou hij zelf tot de Bende hebben behoord, verscheen op 7 augustus 2018 in het Staatsblad de spijtoptantenwet. Die lijkt op maat geschreven van het Bende-dossier, zoals François Achten mocht ervaren. Wie kan helpen bij het ontmaskeren van de Bende kan op straffeloosheid rekenen.

Kort voor het in voege treden van de nieuwe wet kwam federaal magistrate Marianne Cappelle aan het hoofd te staan van een nieuw speurdersteam. Ze heeft tot november 2025, de definitieve verjaring, om verdachten voor de rechtbank te brengen. Cappelle maakte naam door de Limburgse drugsclan Aquino veroordeeld te krijgen door microfoontjes te plaatsen in auto’s. Creatieve onderzoeksmethoden lijken ook het recente Bende-onderzoek te kleuren.

Op kerstdag 2021 post oud-gangster Alain Moussa (75) op Facebook dat hij naar een afspraak is gegaan met mensen van productiehuis Sancho Panza Productions in een hotelkamer in Zaventem: “Een ploeg met een cameraman en twee meisjes waren daar. Ze stelden me vragen over de Bende van Nijvel.”

Moussa pleegde ooit met gangster Philippe De Staerke, jarenlang hoofdverdachte voor de aanslag in Aalst, overvallen op warenhuizen en postkantoren. Nu post Moussa dat Sancho Panza hem geld aanbood in ruil voor “onthullingen”, en dat hij het een “louche” situatie vindt. Korte tijd later worden hij en zijn neef twee dagen lang aangehouden. Tijdens een ondervraging wordt Moussa gesommeerd publieke excuses aan te bieden voor zijn post.

Op het adres van Sancho Panza Productions, boulevard Franklin Roosevelt 15 in Luxemburg-stad, treffen we het fiscaal adviesbureau Fiduciaire Fernand Faber. Normaal zou op dit adres een jong en dynamisch tv-productiehuis moeten zitten, volgens de website gespecialiseerd in ‘freelance news gathering and working on deadlines’.

“Ze zijn nu niet hier”, zegt de dame aan de receptie, die wil weten of we een afspraak hadden. “Met Lana Raepers”, proberen we. Antwoord: “Lana is er niet.”

Lana Raepers wordt op sanchopanzaproductions.com vermeld als executive producer, samen met CEO’s Raphael Lebron en Patrick Colinet, reporters Greg en Alisson, producer Mathijs, cameraman Jean en geluidsman Baba. Een stevige bezetting voor een productiehuis dat sinds mei 2018 vier filmpjes realiseerde. Over de kerstmarkt in Hasselt (56 seconden), een Limburgse brouwerij (87), een boksmatch in Wevelgem (128) en een Leuvense straatmuzikant (158).

Op de website vind je enkel karikatuurtjes van de acht teamleden. Geen enkele foto. Er valt ook nergens een spoor terug te vinden van enige vorige media-activiteit van deze mensen. De domeinnaam van Sancho Panza is op 23 april 2018 in Nederland geregistreerd bij de bv The Register Company. Bij alles wat de eigenaar traceerbaar kan maken – naam, adres, telefoon – staat ‘redacted for privacy’.

Op de Facebook-pagina van Sancho Panza verscheen op 14 augustus 2020 met #comingsoon een filmpje met een optrekkende auto, een pistool, een bebloede hand en een beslissende zet in een schaakspel: ‘Coup de maître’. De witte koning ligt horizontaal.

Als we eind 2021 het Luxemburgse nummer van Sancho Panza bellen, krijgen we een dame aan de lijn die zich uitgeeft voor Lana Raepers. “We hebben Alain Moussa geïnterviewd”, legt ze uit. “Hij vroeg geld, maar daar zijn we niet op ingegaan. In het interview zei hij niks wereldschokkends.”

Het opzet is volgens Raepers wel degelijk de Bende te ontmaskeren. “Wij hopen in de loop van volgend jaar (2022, DDC) klaar te geraken”, zegt ze. “Nee, we hebben nog geen overeenkomst met een tv-zender. We zijn daar niet afhankelijk van, maar willen de documentaire wel verkopen aan een tv-zender. Wij hopen eerst scoops te pakken te krijgen.”

Ook van Sancho Panza is niets meer gehoord. Een laatste post op de Facebook-pagina wenst ons op 31 december 2021 ‘a lot of joyful moments and memories’.

Het federaal parket wenst niet in te gaan op onze vraag of het de regie voerde over het erg nep lijkende productiehuis. En ook niet op die naar een eventuele geactualiseerde stellingname omtrent François Achten en Philippe Vermeersch.

“Wij hebben in deze zaak inspanningen in alle richtingen gedaan”, zegt woordvoerder Eric Van Duyse van het federaal parket. “Heel veel aspecten zijn onderzocht, zonder resultaat. De tijd gaat snel, de verjaring nadert en covid heeft dit onderzoek ook nog eens twee jaar gekost. Indien er tegen het einde van dit jaar – ik bedoel 2022 – geen nieuwe elementen opduiken, zullen we het onderzoek moeten stoppen en het dossier sluiten. De bevoegde magistrate (Marianne Cappelle, DDC) is van mening dat de termijnen om het dossier nog voor de verjaring voor de rechtbank te kunnen brengen te kort zijn.”

Bron: De Morgen | Douglas De Coninck