Chaos dreigt bij Brusselse Justitie: benoeming van topmagistraten loopt vast

Er wordt voorlopig geen nieuwe procureur-generaal voor Brussel voorgedragen. Volgens de Franstalige leden van de benoemingscommissie liggen de Nederlandstaligen dwars. Daarmee dreigt één van de absolute topjobs bij Justitie binnenkort niet ingevuld te worden.

Vijf procureurs-generaal telt ons land: in Brussel, Antwerpen, Gent, Luik en Bergen. Ze vormen de top van het parket, en samen met de minister van Justitie bepalen ze het vervolgingsbeleid. Net als andere leidinggevenden bij Justitie worden ze voor 5 jaar benoemd, en kan hun benoeming daarna met nog eens 5 jaar verlengd worden. De huidige procureur-generaal van Brussel, Johan Delmulle, zit bijna aan het einde van die 10 jaar. En dus moet er een opvolger gevonden worden.

Aangezien Delmulle Nederlandstalig is, moet zijn opvolger Franstalig zijn. Dat ligt wettelijk zo vast. Die nieuwe procureur-generaal moet ook perfect tweetalig zijn. Enkele kandidaten hadden zich gemeld, en moesten zich gisteren voorstellen aan de Hoge Raad voor Justitie, die dan moet beslissen welke kandidaat de meest geschikte is.

Alleen is dat laatste niet gebeurd. De Hoge Raad voor Justitie meldt zelf alleen dat er niemand is voorgedragen. Maar de Franstalige leden verstuurden achteraf een persbericht, waarin ze schreven dat de Nederlandstalige leden weigerden om een nieuwe procureur-generaal voor te dragen. Volgens het persbericht zouden de Nederlandstalige leden van de Raad unaniem hebben gezegd dat ze eerst duidelijkheid willen over de eerste voorzitter van het Hof van Beroep in Brussel.

Laurence Massart: al vijf jaar in het oog van de storm

Die eerste voorzitter is Laurence Massart, die ook het assisenproces over de terreuraanslagen in Brussel leidde. Haar functie is te vergelijken met die van procureur-generaal: er zijn maar vijf eerste voorzitters van een hof van beroep in ons land. En ook voor de functie in Brussel geldt dat een Franstalige altijd moet worden opgevolgd door een Nederlandstalige en vice versa.

Maar al meteen bij de benoeming van Massart in 2018 was er veel discussie. Massart, die Franstalig is en geen Nederlands spreekt, volgde een andere Franstalige op. Volgens toenmalig minister van Justitie Koen Geens (CD&V) kon dat, omdat haar voorganger maar 5 jaar actief was geweest, en geen 10 jaar. Voor die laatste 5 jaar kon zij dus wel opgevolgd worden door een andere Franstalige. Daar volgden procedures op bij de Raad van State en het Grondwettelijk Hof, die nog altijd lopen. En intussen deed Massart haar termijn van vijf jaar uit.

Dit voorjaar schreef minister Van Quickenborne (Open VLD) dan ook een vacature uit voor een Nederlandstalige opvolger, na tien jaar Franstaligen. Maar Massart verzette zich daartegen: ze vindt dat ze recht heeft op een verlenging met nog eens vijf jaar. Voorlopig is het onduidelijk hoe dat afloopt. De rechtbank in kortgeding heeft alvast beslist dat er geen Nederlandstalige vacature mag worden uitgeschreven, zolang de Raad van State zich niet heeft uitgesproken.

Twee Franstaligen voor twee topfuncties

En daarmee zijn we terug bij de voordracht van een nieuwe procureur-generaal. Als het klopt wat de Franstalige leden van de Hoge Raad voor Justitie schrijven, willen de Nederlandstaligen geen voordracht doen, zolang er geen duidelijkheid is over het lot van Massart. Want er dreigt een situatie te ontstaan waarbij de twee Brusselse topmagistraten Franstaligen zijn. Dat is wettelijk niet verboden, maar het is wel gevoelig: ze zijn allebei immers ook verantwoordelijk voor de Nederlandstalige onderzoeken en processen in Brussel en Vlaams-Brabant. Bovendien moet de procureur-generaal wél perfect tweetalig zijn, maar de eerste voorzitter niet. En Massart zou, ondanks haar belofte in 2018 om Nederlands te leren, nog altijd niet veel vooruitgang hebben geboekt op dat gebied.

De Nederlandstalige magistraten in Brussel protesteerden daarom in 2018 al tegen haar benoeming, en maken zich nu opnieuw zorgen. Volgens verschillende mensen met wie VRT NWS sprak, was het nooit de bedoeling dat het hof van beroep 15 jaar lang door een Franstalige geleid zou worden. En daarom dreigt ook een andere benoeming nu dus vast te lopen. Geen fraai beeld van Justitie, terwijl het hof van beroep in Brussel al jaren met grote achterstand kampt.

Overigens zijn er nog wel meer problemen met benoemingen bij Justitie. Zo heeft het parket van Brussel al enkele jaren geen volwaardige procureur, ook door problemen met de taalrol.

Wel nieuwe federaal procureur

De Hoge Raad voor Justitie heeft wél een nieuwe federaal procureur voorgedragen: Ann Fransen werd de meest geschikte kandidaat bevonden om volgend jaar Frédéric Van Leeuw op te volgen. Fransen staat nu aan het hoofd van de afdeling antiterrorisme van het federaal parket. Minister Van Quickenborne moet haar voordracht nu bekrachtigen.

Ons land telt vijf hoven van beroep. Wie in beroep gaat tegen een beslissing van de rechtbank van eerste aanleg, komt bij hen terecht. Elk hof van beroep heeft ook eigen aanklagers: het parket-generaal. Zij staan dus een trapje hoger dan de gewone rechtbank en het gewone parket.

Bron » VRT Nieuws

Justitie digitaliseert: ‘We kunnen dossiers nu vinden met zoektermen’

Een forse stijging van de drugsdossiers, of een zaak die te lang aansleept? In de langverwachte nieuwe software van Justitie krijgen magistraten daar automatisch een melding van.

Ze zijn niet te tellen, de incidenten waarmee Justitie te maken kreeg doordat ze bleef hangen in de ­papiermolens van de twintigste eeuw. Lukraak enkele voorbeelden: in 2018 dreigde een drugsbende vrij te komen, omdat de rechtbank een dvd met afgeluisterde telefoongesprekken niet kon afspelen. Bleek dat men het verkeerde programma gebruikte. ­Enkele jaren voordien raakten honderden pv’s uit het onderzoek naar misbruik in de kerk verloren, onder meer doordat een poetsvrouw ze had weggegooid. Kopietjes moesten het papieren dossier weer volledig maken. Bijzonder pijnlijk was de vrijlating uit voorarrest van enkele wapenhandelaars, in 2010. De reden: het karretje met hun dossier raakte niet waar het moest zijn.

De problemen overstegen de anekdotiek. Falende informatica belemmerde een goed werkend gerecht. Daar neemt Justitie nu stap voor stap afscheid van.

Bijeen puzzelen

‘Wanneer ik ’s morgens mijn computer opstart, krijg ik meteen te zien welke nieuwe dossiers er zijn’, zegt Stephanie Vanthienen, die als Leuvense parketmagistrate ook IT-verantwoordelijke is binnen Justitie. Ze bouwde mee aan ‘JustOne’, dat een wirwar aan applicaties verenigt en eind deze maand voor alle parketmagistraten beschikbaar wordt. ‘Om een bepaald dossier op te zoeken, gebruiken we zoektermen in plaats van de functietoetsen uit het verleden. Elke magistraat heeft ook zijn eigen dashboard. Wie bijvoorbeeld refe­rentie­magistraat is voor intrafamiliaal geweld of zedenzaken, zal zo een overzicht hebben van zijn dossiers en trends sneller kunnen opmerken.’

‘We verliezen ook veel minder tijd met het zoeken naar databanken, zoals het strafregister, omdat we die rechtstreeks vanuit ons systeem kunnen oproepen. Er is gewoon veel meer mogelijk: ik kan via het systeem de administratie vragen om een bepaalde deskundige te contacteren, zien of iemand op de Ocad-lijst staat, of slachtofferonthaal is aangesteld, enzovoort. Al die stukjes informatie moest je vroeger uit papieren dossiers bijeen puzzelen.’

Om te spreken van volledig digitale dossiers is het nog te vroeg, maar die weg is wel ingeslagen. Pv’s van de politie komen meer en meer elektronisch toe in het dossier. Op het einde van het jaar zullen advocaten hun documenten digitaal kunnen toevoegen.

‘Aantekeningen bij dossiers hangen er ook niet meer op met een papieren post-it, waardoor ze verloren kunnen raken, maar zijn opgeslagen in het systeem’, zegt Vanthienen. ‘De zittingen in een bepaalde zaak waren voor magistraten een onoverzichtelijk kluwen. Nu beschikken we over een tijdlijn en kunnen we onze doorlooptijden monitoren. Wanneer iets niet binnen een bepaalde termijn gebeurt, krijgen we daarvan een melding. Heel onze informatiedoorstroming is veel beter dan vroeger.’

Zal Justitie daardoor ook efficiënter worden? ‘We kunnen in ieder geval veel korter op de bal spelen’, zegt Vanthienen.

Kater

‘Vroeger’, dat is de tijd waarin ­magistraten een handleiding naast hun computer moesten hebben om de weg niet te verliezen in systemen zoals MaCH. Die software om dossiers bij te houden mag dan robuust zijn, er door de geluidsmuur mee knallen deden magistraten niet. ‘Wie in de magistratuur kwam werken, werd teruggeslagen in de tijd’, zegt minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD). ‘De eerste handtekening voor MaCH werd gezet in de jaren 80 door (toenmalig minister van Justitie, red.) Jean Gol. Een update was broodnodig, maar we beseften ook dat één groot informaticasysteem voor heel Justitie niet de oplossing was.’

De kater na projecten als Phenix of Cheops, die één groot systeem voor heel Justitie moesten opleveren, was nog niet helemaal doorgespoeld. ‘Daarom hebben we allerlei kleinere applicaties ontwikkeld, maar wel gemaakt dat die met elkaar kunnen “praten”’, zegt ­Edward Landtsheere van de FOD Justitie.

Op dit moment is er sprake van niet minder dan 26 ­applicaties. Dat lijkt veel, maar doordat die aan elkaar zijn gelinkt, vormen ze aan de oppervlakte een geheel. ‘Het geld daarvoor is onder meer afkomstig van het Europese Herstelfonds’, zegt Van Quickenborne. ‘Daarvan gaat 137 miljoen euro naar digitalisering.’

Bron » De Standaard | Nikolas Vanhecke

Eerste “Cold Case Bureau” van het land opent in Aarschot: “Moordenaars die hun geheim meedragen, kunnen bij ons terecht”

Onderzoekscollectief Bureau Van Meerbeeck opent in Aarschot een Cold Case Bureau. In het kantoor kunnen mensen terecht die meer weten of te weten willen komen over onopgeloste misdaden.

In de Leuvensestraat in Aarschot kan je binnenkort naar het eerste “Cold Case Bureau” van het land. Het wordt een ontmoetingsplaats voor mensen die geïnteresseerd zijn in onopgehelderde misdaden of een bepaalde cold case graag opgelost zien. “Al jaren staan we nabestaanden en achterblijvers bij met het samenstellen van een dossier in de hoop dat het gerecht daar opnieuw mee aan de slag kan gaan. Onze medewerkers deden dat altijd van op verschillende locaties en er was een noodzaak ontstaan om dat onder te brengen in één bureau”, vertelt oprichter Kurt Wertelaers.

Moordenaars met wroeging

Niet alleen nabestaanden die met vragen zitten, maar ook daders die willen praten, kunnen in het kantoor terecht. “Naast moordenaars die heel lang met hun geheim zitten, zijn er vaak mensen die dat geheim delen en daar al jaren over zwijgen”, legt Wertelaers uit. “We zijn ervan overtuigd dat, hoe oud een zaak ook is, er ergens wel iemand moet rondlopen die meer weet. Die mensen kunnen bij ons terecht, in de grootst mogelijke discretie.”

In het kantoor zal niet alleen onderzoekswerk gebeuren, maar er zullen ook opleidingen en evenementen worden georganiseerd. “We willen binnenkort ook een bibliotheek openen waar je alle mogelijke boeken en andere publicaties over cold cases kunt lenen of lezen. Iedereen is vrij om daar naartoe te komen.”

Bron » VRT Nieuws

Meer dan derde van gevangenen wacht nog op straf: ‘Komt doordat korte straffen al veertig jaar niet worden uitgevoerd’

Propvol zitten de gevangenissen. Het hoge aantal mensen in voorarrest drijft mee de druk op. ‘Korte straffen uitvoeren is de enige oplossing om de situatie duurzaam onder controle te krijgen.’

Elke dag verblijven in gevangenissen zoals die van Antwerpen, Brugge of Lantin tientallen tot zelfs honderden mensen meer dan er plaats is. Over alle gevangenissen heen heerst er een overbevolking van minstens 10 procent. Gedetineerden zitten soms met acht in een cel voor vier, meer dan honderdvijftig onder hen slapen op matrassen op de grond. Dagelijkse activiteiten zoals sporten, bezoek ontvangen, de ‘wandeling’ of douchen vinden minder of zelfs niet plaats.

Die overbevolking legt al jaren een hoge druk op de gevangenissen en wie er werkt en leeft. Een belangrijke factor daarin zijn de gedetineerden in voorhechtenis, die zijn opgesloten in afwachting van een uitspraak in hun zaak. Meer dan een op de drie gevangenen zit in die situatie.

‘Met bijna 36 procent gedetineerden in voorlopige hechtenis scoort ons land hoger dan het Europese gemiddelde’, zegt N-VA-Kamerlid Sophie De Wit, die de cijfers opvroeg bij minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD). Dat Europese gemiddelde ligt op 29 procent. Ook Nederland zit daar ruim boven, Frankrijk en Duitsland zitten er (net) onder.

Succes tegen drugsmaffia

Het kabinet-Justitie is zich zeer goed bewust van de kwestie. ‘Dat hoge aantal mensen in voorhechtenis heeft in sterke mate te maken met de successen in de strijd tegen de drugsmaffia in Antwerpen’, reageert Jan Van der Cruysse, de woordvoerder van Van Quickenborne. ‘Verdachten van georganiseerde misdaad worden meer dan sommige andere profielen in voorhechtenis geplaatst. Door het succes van Sky ECC (waarbij een communicatieysteem van gangsters werd gekraakt, red.) en de volgehouden inspanningen van politie en justitie om de ­cocaïnehandel te beteugelen werden de jongste jaren en maanden veel verdachten in die dossiers opgepakt.’

Maar de successen rond Sky zijn niet de enige verklaring. De voorlopige hechtenissen worden ook steeds langer. De kiem daarvoor ligt ver in het verleden. ‘Dat komt onder andere doordat te weinig korte straffen werden en worden uitgevoerd’, is de analyse van het kabinet-Justitie. ‘In België wordt er sneller dan in de meeste andere landen overgegaan tot voorhechtenis, en dat kun je niet los zien van het feit dat sinds de jaren zeventig korte straffen in ons land niet meer worden uitgevoerd. Magistraten zijn dan sneller geneigd om daders in voorhechtenis te plaatsen, zodat mensen op die manier toch de gevolgen van hun daden ondervinden en de binnenkant van een cel hebben gezien.’

Sinds september vorig jaar worden straffen tussen twee en drie jaar uitgevoerd. Op 1 september van dit jaar komen daar de straffen tussen zes maanden en twee jaar bij. Van Quickenborne hoopt daarmee op een ‘mentaliteitswijziging’ bij Justitie. ‘De situatie zal niet van vandaag op morgen omslaan. Op korte termijn zal de uitvoering van kortere straffen nog meer druk zetten op de gevangeniscapaciteit, maar op lange termijn is het de enige oplossing om de situatie duurzaam onder controle te krijgen.’

Terugkeercoaches

Uit de cijfers die de N-VA opvroeg, blijkt ook dat ruim de helft van de personen in voorarrest niet de Belgische nationaliteit hebben. Van die groep heeft de meerderheid geen verblijfsrecht in ons land. ‘Wie illegaal in het land verblijft en op de koop toe in aanraking komt met het gerecht, hoort nochtans meteen teruggestuurd te worden naar het land van herkomst. Vandaag wordt op die repatriëring amper ingezet. Zo blijft het dweilen met de kraan open’, vindt De Wit.

Dat verwijt spreekt het kabinet-Justitie ferm tegen. ‘De organisatie van de terugkeer van ex-gedetineerden is de bevoegdheid van de staatssecretaris voor Asiel en Migratie. Vorig jaar zijn er 1.522 gedetineerden zonder recht op verblijf van het Belgische grondgebied verwijderd. Dat is vergelijkbaar met de aantallen onder de vorige regering en de vorige staatssecretaris. Het aantal terugkeercoaches van de Dienst Vreemdelingenzaken in de gevangenissen werd verdubbeld.’

Nederlandse gevangenis huren?

‘Minister Van Quickenborne pleit steeds opnieuw voor een straffere Justitie, maar dat zal nooit het geval zijn zolang onze gevangenissen uit hun voegen barsten’, zegt De Wit nog. ‘De N-VA vindt dat we een gevangenis in Nederland moeten huren, zoals de federale overheid deed in het verleden.’

Het kabinet-Justitie zegt die mogelijkheid al te hebben bekeken, maar kwam tot de vaststelling dat ze geen oplossing is. ‘Nederland kampt ook met overbevolking van de inrichtingen en heeft geen personeel meer op overschot.’

Bron » De Standaard | Nikolas Vanhecke

Opvallend veel topbenoemingen bij politie en justitie blijven uit

Er is een opvallend aantal topfuncties bij politie en justitie ad interim ingevuld. En binnenkort komen er nog tal van plaatsen vrij. Een overzicht van de stoelen die tijdelijk bezet zijn en de te verwachten benoemingen.

Aan de top van minstens vijf belangrijke organisaties bij politie en justitie, staan mensen die tijdelijk benoemd zijn. Dat is erg veel. De leidinggevenden bij het parket van Brussel, het federaal parket voor de verkeersveiligheid, het OCAD, de Staatsveiligheid en de federale politie zijn tijdelijk benoemd. Bovendien moeten nog tal van andere topfuncties tijdelijk ingevuld worden.

De redenen hiervoor verschillen van dienst tot dienst. Soms is er een erg valabele reden, ziekte bv., zoals bij de Staatsveiligheid het geval is.

Veel scherper (en ook pijnlijker) is de toestand bij het parket van Brussel, het grootste en wellicht ook het belangrijkste parket van het land. Op 1 april 2021 vertrok de toenmalige procureur en al die tijd is er een procureur ad interim benoemd. Om tot een volwaardige benoeming te kunnen overgaan is er een wetswijziging nodig. Maar de wetgever laat dat dus al ruim twee jaar na.

In het geval van de federale politie had de ex-commissaris-generaal al in december vorig jaar aangegeven zijn mandaat niet te verlengen. Men had dus in principe voldoende tijd om een nieuwe selectieprocedure op te starten.

Dat een dienst ad interim geleid wordt hoeft op zich niet problematisch te zijn. Er is geen enkele reden om te twijfelen aan de capaciteiten van de mensen die de job tijdelijk invullen.

Maar hoe dan ook geniet iemand die functioneert ad interim niet dezelfde bescherming als iemand die vast benoemd is. Bovendien zit hij of zij op een stoel die misschien iemand anders ook ambieert, maar zich geen kandidaat kan stellen. Politie en justitie zijn ook belangrijk genoeg om te werken met leidinggevenden die volwaardig benoemd zijn. En, niet in het minst: zeker voor magistraten is het wenselijk dat benoemingen gebeuren door de Hoge Raad voor Justitie, met alle waarborgen voor objectivering. Daarvoor werd dat orgaan ook opgericht.

Er zijn uiteenlopende verklaringen voor de huidige situatie, maar sommige waarnemers zien in de aanslepende kwestie van deze topbenoemingen ook een politieke factor. Door de benoemingstaart groter te maken is het ook makkelijker ieder zijn deel te geven.

Hieronder vindt u per korps of organisatie een gedetailleerde beschrijving van de toestand.

Federale politie

Marc De Mesmaeker werkte woensdag 14 juni zijn laatste dag als commissaris-generaal van de federale politie. Hij gaat vanaf september aan de slag bij het Nationaal Drugscommissariaat. Eric Snoeck neemt zijn functie ad interim over.

Eric Snoeck begon zijn carrière in 1997 bij de toenmalige rijkswacht. In mei 2019 startte hij als directeur-generaal van de gerechtelijke zuil van de federale politie zij het dat hij die functie een kleine drie jaar ad interim uitoefende. Pas in januari 2022 werd hij officieel benoemd.

Het is onduidelijk wanneer de selectieprocedure voor de functie van commissaris-generaal officieel start. In afwachting daarvan blijft Eric Snoeck de leiding van het korps nemen. Volgens onze informatie zal Eric Snoeck kandidaat zijn en is hij zelfs een groot kanshebber. Snoeck deed ook al mee bij de vorige selectieprocedure en eindigde toen als tweede kandidaat (na De Mesmaeker dus).

Eric Snoeck wordt als directeur-generaal van de gerechtelijke politie opgevolgd door Laurent Blondiau (die als directeur werkte in Bergen). Maar ook deze benoeming is, u raadt het, ad interim.

Tijdelijk benoemd is ook Wald Thielemans aan het hoofd van de Algemene Directie Bestuurlijke Politie. Hij volgde in de zomer van 2020, toch al drie jaar geleden, ad interim André Desenfants op (die als gevolg van de zaak-Chovanec een stap opzij moest zetten).

Het directiecomité van de federale politie bestaat uit vier mensen. Enkel Dominique Van Rijckeghem, als baas van de Algemene Directie van het Middelenbeheer en de Informatie, is officieel. Zij is officieel benoemd op 21 augustus 2022 (overigens nadat ze de functie al ruim drie jaar, vanaf april 2019, ad interim had gedaan).

Conclusie: het directiecomité van de federale politie is voor drie vierde tijdelijk benoemd.

Parket Brussel

Wellicht het pijnlijkst is de situatie bij het parket van Brussel. Op 1 april 2021 stapte de Brusselse procureur des Konings Jean-Marc Meilleur over naar de privésector. Sinds die periode, dat is dus al ruim twee jaar geleden, is er geen nieuwe benoeming aan het hoofd van het grootste parket van dit land waar al bij al zo’n 500 mensen aan verbonden zijn.

Tim De Wolf nam de functie ad interim over. De Wolf werkte op dat moment als eerste substituut-procureur des Konings en was adjunct van Jean-Marc Meilleur. Hij is nu nog steeds procureur des Konings ad interim.

Deze benoemingskwestie wordt bemoeilijkt door wettelijke beperkingen die betrekking hebben op taalevenwichten. Dat probleem kan opgelost worden door een wetswijziging. Maar die blijft uit.

De aanslepende kwestie werd al herhaaldelijk publiekelijk aangeklaagd, o.a. door de Brusselse procureur-generaal Johan Delmulle. Hij hekelde in zijn mercuriale, dat is de openingsrede die wordt uitgesproken bij het begin van het gerechtelijk jaar, in september 2021 in scherpe bewoordingen het uitblijven van een definitieve regeling. In september 2022 deed hij dat opnieuw. Het ziet ernaar uit dat hij zijn tekst nog eens kan herhalen in september 2023.

Federaal parket voor de verkeersveiligheid

In de zomer van 2021 keurde de ministerraad de oprichting van het nationaal parket voor verkeersveiligheid goed. Dat idee was bedoeld om de verkeersveiligheid te bevorderen. Het nieuwe parket zal ook instaan voor een uniforme afhandeling van de verkeersboetes.

Men vond lange tijd geen enkele kandidaat voor deze functie, ondanks herhaalde oproepen. Er werkten ondertussen al wel een veertigtal mensen.

Eind februari 2023 werd Michèle Coninsx aangesteld als tijdelijk procureur. Michèle Coninsx heeft er al een lange en bepaald indrukwekkende carrière opzitten. Ze werkte o.a. op het parket in Brussel, bij Eurojust en stond aan het hoofd van de directie contraterrorisme bij de Verenigde Naties.

De reden waarom haar benoeming tijdelijk is, heeft te maken met haar leeftijd. In principe geldt zo’n benoeming voor een periode van vijf jaar, maar die periode kan Michèle Coninsx niet meer volledig invullen. Hoe lang ze dan wel aan de slag kan blijven, is onduidelijk. In het Belgisch Staatsblad (van 14 februari) staat dat “zolang er geen procureur voor de verkeersveiligheid is aangewezen, neemt zij de opdrachten van de procureur voor de verkeersveiligheid waar.”

Overigens gebeurde de benoeming van Michele Coninsx door het college van het openbaar ministerie en niet, zoals gebruikelijk zou zijn, door de Hoge Raad voor Justitie (precies omdat er geen kandidaten waren en er dus ook niet geselecteerd moest worden).

Voor de functie van substituut procureur bij het federaal verkeersparket loopt er momenteel wel een officiële selectieprocedure.

Staatsveiligheid

In mei 2022 liet Jaak Raes weten om medische redenen niet langer nog aan het hoofd te kunnen staan van de Veiligheid van de Staat. Om die reden nam hij ziekteverlof. Officieel loopt het mandaat van Jaak Raes nog tot 1 april 2024.

Francisca Bostyn nam tijdelijk zijn functie over. Bostyn werkte al bij Staatsveiligheid als directeur van de dienst internationale relaties. Ruim een jaar vervult ze dus al ‘tijdelijk’ de functie van administrateur-generaal.

De verwachting is dat pas na het mandaat van Jaak Raes er officieel een selectieprocedure start. Tot dan is hij officieel nog altijd de baas van de inlichtingendienst. Hoe dan ook is er in brede kringen een consensus dat Bostyn haar tijdelijke rol invult op een wijze die haar tot de meest geschikte kandidaat maakt.

OCAD

Paul Van Tighelt vertrok in oktober 2020 als directeur bij Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse (OCAD). Hij werd adjunct kabinetschef bij Minister van Justitie Vincent Van Quickenborne. Van Tighelt nam hiervoor ontslag bij het OCAD. Hij kan dus, bv. bij het einde van de regering, niet zondermeer terugkeren naar het OCAD. Hij behoudt wel zijn statuut van magistraat.

De leiding van het OCAD werd ad interim overgenomen door Gert Vercauteren, destijds de adjunct van Van Tighelt. Gert Vercauteren is tot op de dag van vandaag tijdelijk directeur. Zijn tijdelijke benoeming is geregeld bij Koninklijk Besluit, een KB dat op zijn beurt al eens verlengd werd.

Parket Halle Vilvoorde

Ine Van Wymersch was procureur des konings van het parket Halle Vilvoorde. Maar in februari van dit jaar werd ze benoemd als nationaal drugscommissaris. Vanaf dan wordt het parket Halle Vilvoorde ad interim geleid door Carol Vercarre.

In Halle Vilvoorde gaat het wel sneller. Op 5 mei verscheen in het Belgisch Staatsblad al een nieuwe vacature. De selectieprocedure loopt nog steeds. Volgens onze informatie heeft Carol Vercarre zich kandidaat gesteld. De kans is dus reëel dat in dit geval tijdelijk ook definitief wordt al is ze niet de enige kandidaat.

Een grote benoemingsgolf op komst

Tien jaar geleden werd de organisatie van hoven en rechtbanken grondig gereorganiseerd. Veel van de mandaten die toen werden ingevuld hadden een periode van 5 jaar die één keer kon verlengd worden. Vandaar de grote benoemingsgolf die ons te wachten staat voor begin 2024.

Het zijn niet de minste functies die opnieuw moeten ingevuld worden. Zo is er een vacature uitgeschreven voor o.a. de functie van eerste voorzitter van het Hof van Cassatie, procureur-generaal bij het Hof van Cassatie, eerste voorzitter van het hof van beroep te Brussel, voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg Antwerpen en Oost-Vlaanderen, voorzitter van de arbeidsrechtbank Antwerpen, voorzitter van de ondernemingsrechtbank Antwerpen, procureur-generaal bij het hof van beroep te Antwerpen en Brussel, federaal procureur en procureur des Konings bij het parket Limburg.

Ook het mandaat van de voorzitter van de Federale Overheidsdienst Justitie, Jean-Paul Janssens, loopt eind dit jaar af.

Die vacatures werden recent allemaal gepubliceerd. Het valt af te wachten wie de nieuwe topfuncties zal invullen.

Bron » VRT Nieuws | Dirk Leestmans