Staatsveiligheid mag weldra burgers afluisteren

Minister van Justitie Laurette Onkelinx (PS) legt het parlement binnenkort een wetsontwerp voor dat de inlichtingendiensten de mogelijkheid geeft om burgers af te luisteren. Dat heeft ze gezegd in de bevoegde kamercommissie. Zowel VLD als SP.A reageerden eerst afwijzend op de plannen, maar stelden na afloop van Onkelinx’ uiteenzetting gerustgesteld te zijn omdat de minister voorwaarden voorziet voor de afluisterpraktijken.

De Staatsveiligheid is al een tijd vragende partij om burgers te mogen afluisteren. In tegenstelling tot de militaire inlichtingendienst ADIV heeft ze daarvoor echter niet de bevoegdheid. In het kader van buitenlandse missies mag ADIV wel allerlei vormen van communicatie onderscheppen, en dat om veiligheidsredenen of om de eigen of geallieerde troepen te beschermen.

De vorige justitieminister, Marc Verwilghen (VLD), had ook een ontwerp klaar om de Staatsveiligheid en ADIV dezelfde mogelijkheden te bieden om afluisterpraktijken uit te voeren. Toen kantten de socialisten zich fel tegen zo’n regeling. PS-minister Onkelinx wekte twee weken geleden dan ook verbazing toen ze een gelijkaardig pleidooi hield. Er zou zelfs geen aanknopingspunt met een misdrijf moeten bestaan om iemand te mogen afluisteren.

Dat voornemen zette de kamerleden Karel Pinxten (VLD), Hilde Claes (SP.A) en Marie Nagy (Ecolo) aan om de minister hierover aan de tand te voelen. Claes zei haar bedenkingen te hebben bij het voorstel. Pinxten ging een stap verder en waarschuwde voor Big Brother-toestanden in het hele land.

In haar antwoord verklaarde Onkelinx met het ontwerp een identiek juridisch kader te willen scheppen voor de twee inlichtingendiensten. Ze heeft daarover al overleg gepleegd met haar collega van Defensie André Flahaut (PS). Bedoeling is dat het kader min of meer een doorslag wordt van de telefoontapwet waar het gerecht nu beroep op kan doen.

De minister benadrukte dat het afluisteren enkel onder bepaalde voorwaarden kan. Zo moeten de belangen van de staat in het gedrang gebracht worden door onder meer spionage, terrorisme, extremisme, georganiseerde misdaad of gevaarlijke sektes. Het gaat om voorwaarden die ingeschreven staan in de organieke wet van 30 november 1998.

“Doel is dus dat er een strikt juridisch kader komt voor de afluisterpraktijken, met controlemaatregelen en garanties voor de burger. Zij kunnen een klacht indienen als ze zich door een afluisterprocedure geschaad voelen”, dixit Onkelinx, die eraan toevoegde snel naar het parlement te willen komen met een concreet ontwerp.

Bron » De Morgen

Staatsveiligheid moet kunnen afluisteren

De staatsveiligheid moet de mogelijkheid krijgen om telecommunicatie te intercepteren, zoals bijvoorbeeld telefoongesprekken afluisteren en e-mails lezen, zij het enkel in het kader van onderzoeken naar georganiseerde misdaad, terrorisme en de bescherming van het economisch en wetenschappelijk potentieel van ons land. Dat staat in de aanbevelingen die gisteren aan de regering werden overgemaakt door de parlementaire opvolgingscommissie van het Comité I, het orgaan dat namens het parlement de inlichtingendiensten controleert.

Volgens de opvolgingscommissie moet de staatsveiligheid een aparte en onafhankelijke dienst blijven, onder voogdij van de minister van Justitie. Het idee van een fusie met de federale politie of met de militaire veiligheidsdienst wordt afgewezen. Voortaan zou de dienst wel maandelijks moeten vergaderen met het Ministerieel Comité voor Inlichting en Veiligheid, dat wordt voorgezeten door de premier en verder bestaat uit de ministers van Justitie, Defensie, Binnenlandse Zaken en Buitenlandse Zaken. Dat comité, dat momenteel een slapend bestaan leidt, zou “duidelijke strategische instructies” moeten geven aan de staatsveiligheid.

Opmerkelijk is dat de opvolgingscommissie ook voorwaarden formuleert waaraan de nieuwe administrateur-generaal van de staatsveiligheid moet voldoen, voorwaarden die strenger zijn dan diegene die de regering liet publiceren in het staatsblad. De nieuwe baas van de burgerlijke inlichtingendienst moet volgens de opvolgingscommissie een “strategische visie” hebben, zin voor organisatie en voor human-resourcesbeleid, maar ook een grondige kennis van de beide landstalen. Bovendien moeten de uitverkoren kandidaat ook voor zijn benoeming een veiligheidsattest behaald hebben. Met die bijkomende voorwaarden willen de parlementsleden een politieke benoeming vermijden.

Van de zes kandidaten die zich gemeld hebben om de ontslagnemende Godelieve Timmermans op te volgen als chef van de staatsveiligheid zijn er drie cabinetards. Jean-Claude Leys, momenteel advocaat-generaal in Bergen en gewezen onderzoeksrechter in Brussel, staat dan weer niet bekend om zijn grondige kennis van het Nederlands.

Bron » De Morgen

Staatsveiligheid mag niet ‘proactief’ afluisteren

De staatsveiligheid krijgt voorlopig geen bevoegdheid om proactief telecommunicatie af te luisteren. Ze had dat gevraagd naar aanleiding van de terroristische aanslagen in de Verenigde Staten op 11 september. Justitieminister Marc Verwilghen (VLD) vindt dat niet hij maar het parlement moet beslissen over het aanwenden van dat soort technieken.

Verwilghen deed zijn uitspraken over de staatsveiligheid gisteren in de gemengde kamercommissie Justitie-Binnenlandse Zaken. Daar werd onder meer gesproken over de terrorismebestrijding in België. De minister herinnerde eraan dat de wetgever (het parlement dus) zich in 1994 en 1998 ook al boog over de vraag of de staatsveiligheid proactief telefoongesprekken, etcetera zou mogen afluisteren in dit soort omstandigheden (terroristische dreiging). Beide keren werd die keuze echter niet gemaakt.

Niettemin luidt een van de opdrachten van de staatsveiligheid volgens Verwilghen ‘het inwinnen van informatie die de inwendige of uitwendige veiligheid van de staat bedreigd of zou kunnen bedreigen’. “Dat laatste wil zeggen dat de staatsveiligheid proactief moet kunnen werken en over een proactief wapen moet beschikken. De vraag is echter hoe ver dat wapen moet gaan.” Voor een antwoord op die vraag is volgens de minister een parlementair debat nodig. Dat debat kan volgens hem vrij gemakkelijk gehouden worden op basis van teksten die in 1998 werden gemaakt.

“Het debat zal zich moeten richten op een afweging van de belangen van de burgers (essentiële rechten en vrijheden zoals privacy en onaantastbaarheid van de woning) en die van de veiligheid van de staat. Dit is een aangelegenheid bij uitstek waar het parlement zijn verantwoordelijkheid moet nemen. De regering kan essentiële rechten van de burgers immers niet doorbreken zonder steun van het parlement”, aldus Verwilghen.

Ook het verzoek van de staatsveiligheid om bijkomende instrumenten (waaronder de mogelijkheid om gebruik te maken van bijzondere opsporingstechnieken) kan volgens Verwilghen niet ingewilligd worden. De oorzaak ligt volgens hem opnieuw bij het parlement. “Het werken met bijzondere politietechnieken vereist een wettelijk kader dat er nog altijd niet is.” De aanwerving van extra mensen voor de buitendiensten van de staatsveiligheid, onder andere voor het garanderen van de veiligheid tijdens EU-toppen, is volgens Verwilghen evenmin mogelijk. “Ik stel vast dat het wettelijke kader van vijfhonderd man momenteel niet is volzet. Zolang dat niet gebeurt, kan van extra aanwervingen geen sprake zijn.”

De staatsveiligheid vroeg om uitbreiding van de bevoegdheden naar aanleiding van de arrestatie van drie vermeende moslimfundamentalisten in Ukkel, medio september. Eén van de drie wordt verdacht van het beramen van aanslagen op Amerikaanse doelwitten in Europa. De arrestaties bewezen volgens de staatsveiligheid de nood aan systematische inzameling en analyse van informatie. In functie van dat eigen inlichtingenwerk werden de afgelopen jaren tachtig inspecteurs aangeworven maar niet alle vacatures werden ingevuld.

Bron » De Morgen

Chef staatsveiligheid dringt aan op gebruik telefoontap

De 47-jarige juriste Godelieve Timmermans, die na een lange tijdelijke betrekking zopas Bart Van Lijsebeth opvolgde aan het hoofd van de Belgische staatsveiligheid, komt er rond voor uit dat de veiligheidsdienst dringend behoefte heeft aan de bevoegdheid om telefoongesprekken af te luisteren.

Sedert 6 juni wordt de staatsveiligheid voor het eerst in de Belgische geschiedenis geleid door een vrouw. Zij heet Godelieve Timmermans en is 47. Door onze redactie gevraagd naar haar prioriteiten, liet de nieuwe administrateur via haar woordvoerster weten dat zij onder meer voor haar dienst het recht opeist om telefoongesprekken af te luisteren in alle materies waarvoor de staatsveiligheid bevoegd is.

De woordvoerster verduidelijkte dat de taps die de dienst wil verkrijgen vooraf goedgekeurd moeten worden door de bevoegde overheid en ook achteraf aan controle onderworpen moeten zijn. Ze zouden ook complementair moeten blijven aan de informatie die door menselijke bronnen worden geleverd.

Zoals bekend is telefoontap in België wettelijk verboden, behalve onder bepaalde voorwaarden in een strafonderzoek. Alleen in dat gerechtelijk kader kan een onderzoeksrechter aan de politiespeurdiensten machtiging verlenen om telefoongesprekken op band op te nemen.

Op onze vraag hoe administrateur-generaal Timmermans een nieuwe wetgeving tot stand ziet komen die naast de gerechtelijke ook zogenaamde veiligheidstaps zou toelaten ten gerieve van de inlichtingendiensten, verwees de woordvoerster naar een interministeriële werkgroep die in al 1993, onder premier Dehaene, de opdracht had om de organieke wet op de inlichtingendiensten op te stellen. In veiligheidstaps was toen al voorzien.

Het nieuwe hoofd van de staatsveiligheid rekent er blijkbaar op dat die teksten van een vorige coalitie door de huidige regering ter goedkeuring aan het parlement voorgelegd zullen worden. De Belgische militaire veiligheidsdienst (Adif) heeft tot nog toe ook geen bevoegdheid gekregen om telefoongesprekken af te luisteren.

De Adif beschikt echter wel over de bevoegdheid om internationale telecommunicatie te onderscheppen maar dat heeft te maken met de externe en niet de interne veiligheid van de staat. Godelieve Timmermans (PRL) is juriste en was enkele jaren ook advocaat. Sinds1980 is zij ambtenaar op Justitie.

In 1988 werd zij een medewerkster van minister van Justitie Jean Gol. Van 1989 tot 1994 was zij juridisch adviseur van de secretaris-generaal op het departement. Toen in september vorig jaar Bart Van Lijsebeth als hoofd van de staatsveiligheid afzwaaide om procureur te worden in Antwerpen, nam Timmermans ad interim die functie van hem over.

Van Lijsebeth was erin geslaagd de politieke overheid er opnieuw van te overtuigen dat de staatsveiligheid belangrijke nieuwe opdrachten toevertrouwd konden worden, zoals de observatie van de georganiseerde misdaad en wat men nu officieel ‘de bescherming van het economisch en wetenschappelijk potentieel van het land’ noemt.

Daarmee wordt eigenlijk industriële spionage bedoeld. Als gevolg daarvan vroeg en verkreeg Van Lijsebeth ook een aanzienlijke uitbreiding van het extern kader van deze civiele inlichtingsdienst. Zo is het aantal personeelsleden van de buitendiensten recent gestegen met 70, tot een totaal van 350 man.

Ook voor de komende jaren vraagt de dienst nog personeelsuitbreiding. De expansie wordt normaal ook de komende vier jaar nog voortgezet. In die periode komen er nog eens 100 nieuwe personeelsleden bij in de buitendiensten en 80 in de administratie.

Bron » De Morgen

Georganiseerde misdaad luistert familie Bende-slachtoffers af

De telefoon van een nabestaande van de overleden Bende-speurder Willy Acke uit Dendermonde is begin dit jaar afgeluisterd. De vrouw kreeg flarden te horen van een gesprek dat ze voerde met een familielid van een van de slachtoffers van de Bende van Nijvel. Volgens haar zit de georganiseerde misdaad erachter en zijn er linken naar zowel de Bende zelf als naar het milieu van collaborateurs uit de Tweede Wereldoorlog.

De persoon die werd afgeluisterd is Lieve Acke uit Lommel. Ze is de nicht van wijlen substituut Willy Acke. Hij leidde in de jaren tachtig met onderzoeksrechter Freddy Troch vanuit Dendermonde het onderzoek naar de Bende van Nijvel. Acke pleegde om onbekende redenen zelfmoord. Zijn nicht is bevriend met Marie-Jeanne Callebaut uit Aalst. Deze laatste was getrouwd met Jan Palsterman. Hij werd in november 1985 doodgeschoten tijdens de raid die de Bende uitvoerde op de Delhaize-supermarkt in Aalst.

Marie-Jeanne Callebaut bracht in april vorig jaar met andere nabestaanden een bezoek aan Jumet. Daar zitten de speurders die zich bezighouden met het Bende-onderzoek. Omdat veel vragen onbeantwoord bleven, trok de vrouw begin januari opnieuw naar de onderzoekscel. Daarna bracht ze telefonisch verslag uit aan haar vriendin Lieve Acke. Beide vrouwen spraken af elkaar de week nadien te ontmoeten in Lommel.

De nacht die voorafging aan de ontmoeting kreeg Lieve Acke telefoon. “Ik hoorde flarden van het gesprek met Marie-Jeanne over haar bezoek aan Jumet. Daarna zei een onbekende man dat ze me volgden.” Toen begreep de vrouw hoe het kwam dat informatie uit eerdere gesprekken met Marie-Jeanne Callebaut telkens was uitgelekt en verschenen in kranten. Acke meldde het voorval aan de gerechtelijke politie in Brussel. Die onderzocht de zaak en bevestigde dat haar telefoon werd afgeluisterd.

De afluisteraars zijn volgens Lieve Acke nazaten van collaborateurs. Die kregen na de Tweede Wereldoorlog nieuwe identiteiten. Hiervoor werden vaak persoonsgegevens gebruikt van familieleden die clean waren gebleven, zoals Lieve Acke, haar man en zijn ouders. Achter hun namen staan in het Rijksregister telkens twee nummers. Lieve Acke heeft ook een handelsregisternummer terwijl ze altijd huisvrouw is geweest. De dubbele identiteiten zijn volgens haar de link naar de Bende van Nijvel.

“Het misbruik van identiteiten is nooit rechtgezet. België heeft collaborateurs, in tegenstelling tot de buurlanden, geen amnestie verleend. De georganiseerde misdaad ontdekte de dubbele identiteiten en zag er een ideaal chantagemiddel in. Zo geraakten gangsters uit het extreem-rechtse milieu binnen bij solide bedrijven. Onder die dekmantel konden ze ongestoord handelen in wapens, drugs etcetera. Hieruit ontstond de Bende van Nijvel.”

Bron » De Morgen | Caspar Naber