Afluisteren telefoons kost 20 miljoen euro

De federale en lokale politie maken steeds meer gebruik van de mogelijkheid om telefoongesprekken af te luisteren. Vorig jaar werden er 3.600 afluisteroperaties geregistreerd, goed voor een globale kostprijs van ruim 16 miljoen euro. Voor dit jaar zal het cijfer wellicht oplopen tot meer dan 4.000 operaties.

Aftredend minister van Justitie Jo Vandeurzen maakte in de Kamercommissie Justitie bekend dat de kosten voor de telefoontap dit jaar tot ruim 20 miljoen euro zullen stijgen. Een groot deel daarvan gaat naar vertaalwerk, want de afgetapte gesprekken verlopen in bijna veertig talen.

Bron » De Morgen

Staatsveiligheid mag binnenkort afluisteren

Ook Belgische inlichtingendiensten mogen binnenkort bijzondere opsporingsmethodes gebruiken. Het Ministerieel comité voor Inlichtingen en Veiligheid heeft een wetsontwerp goedgekeurd dat de Staatsveiligheid en de militaire inlichtingendienst ADIV de mogelijkheid geeft bijzondere opsporingsmethodes (BOM) te gebruiken.

Dat betekent niet alleen het aftappen van telefoonverkeer en andere communicatie, maar ook infiltratie met undercoveragenten, het opzetten van dekmantelfirma’s, inkijk- en afluisteroperaties in woningen zonder dat de bewoners daar weet van hebben, controle van bankverrichtingen en het binnendringen in informaticasystemen.

Terwijl de federale politie en vrijwel alle buitenlandse inlichtingendiensten al enige tijd gebruik mogen maken van bijzondere opsporingsmethodes, mag de Staatsveiligheid dat nog altijd niet. De militaire geheime dienst beschikt wel al over afluistermogelijkheden, maar dan enkel in het kader van buitenlandse militaire opdrachten om de eigen troepen of geallieerden te beschermen.

Minister van Justitie Laurette Onkelinx (PS) had in het begin van de legislatuur een wettelijk initiatief aangekondigd om de inlichtingendiensten meer armslag te geven. “In vergelijking met de buitenlandse diensten begon onze Staatsveiligheid een beetje op een verwaarloosd kind te lijken”, stelde minister Onkelinx. In het kader van de strijd tegen het terrorisme oordeelt de minister dat het zo niet verder kan.

Om eventuele misbruiken te voorkomen bouwt de regering een reeks waarborgen in. Zo moet elke toepassing van de BOM eerst de goedkeuring krijgen van een speciale commissie, bestaande uit drie magistraten, die werkt onder het gezag van de ministers van Justitie en Landsverdediging.

De nieuwe technieken kunnen enkel worden gebruikt als er “ernstige bedreigingen zijn voor de inwendige veiligheid van de staat en het voortbestaan van de democratische en grondwettelijke orde, de uitwendige veiligheid van de staat en de internationale betrekkingen, het wetenschappelijk en economisch potentieel” en indien die bedreigingen te maken hebben met spionage, terrorisme, extremisme, proliferatie, schadelijke sektes of criminele organisaties. De geheime diensten moeten rekening houden met het beroepsgeheim van advocaten en geneesheren en het bronnengeheim van journalisten.

Bron » De Morgen

Van CD&V mag Staatsveiligheid afluisteren

De CD&V-kamerfractie dient een wetsvoorstel in dat de Staatsveiligheid de mogelijkheid geeft om telefoongesprekken af te luisteren. “Het is godgeklaagd dat de minister van Justitie, na de aanslagen in New York, Madrid en Londen, blijft aarzelen met het wetsontwerp dat ze al zo lang heeft aangekondigd”, zegt volksvertegenwoordiger Tony Van Parys.

Die zegt de regering met dit wetsvoorstel “een zweepslag” te willen geven. “Het is ongehoord dat de inlichtingendienst nog niet beschikt over het meest elementaire instrument om inlichtingen te verzamelen en hiervoor dus nog steeds een beroep moet doen op buitenlandse geheime diensten.”

Minister van Justitie Laurette Onkelinx (PS) heeft de afgelopen jaren herhaaldelijk een initiatief aangekondigd om telefoontap, zowel door de militaire inlichtingendienst Adiv als door de Staatsveiligheid, wettelijk te regelen. De aarzeling van Onkelinx valt volgens Van Parys te verklaren door interne weerstanden binnen de PS.

Volgens insiders is de blokkering echter vooral te wijten aan de houding van de federale politie, de enige dienst die momenteel telefoongesprekken mag afluisteren in ons land. Een maand geleden kondigde minister van Binnenlandse Zaken Patrick Dewael (VLD) aan dat hij de politie nog meer armslag wil geven door in het kader van terrorismebestrijding ook proactieve telefoontap toe te staan, dus vooraleer er strafbare feiten zijn gepleegd.

Dat lijkt erop te wijzen dat de federale politie haar eigen inlichtingendienst wil uitbouwen en rechtstreeks in concurrentie wil gaan met de Staatsveiligheid.

Het wetsvoorstel van CD&V voorziet de mogelijkheid van telefoontap “wanneer er ernstige aanwijzingen zijn dat de activiteit van degene waarop het inwinnen van de inlichtingen betrekking heeft een ernstige bedreiging vormt voor de binnenlandse veiligheid van de Staat en het voortbestaan van de democratische en grondwettelijke orde, de buitenlandse veiligheid van de Staat en de internationale betrekkingen, of het wetenschappelijk en economisch potentieel van het land”.

Om misbruiken te voorkomen moet elke afluisteroperatie goedgekeurd worden door een commissie bestaande uit de voorzitter van de Kamer, de eerste voorzitter van het Hof van Cassatie en de voorzitter van het Arbitragehof. Over het Comité I, dat in opdracht van het parlement toezicht houdt op de werking van de inlichtingendiensten, rept de tekst met geen woord.

“Mijnheer Van Parys is nogal ongeduldig”, reageert de woordvoerster van minister Onkelinx. “Alle ideeën en initiatieven zijn welkom, maar de redactie van bedoeld wetsontwerp neemt zijn tijd omdat we willen vermijden dat het Arbitragehof bezwaren zou maken.”

Van Parys vindt dat er ook dringend werk gemaakt moet worden van interceptie van telefoongesprekken via het internet. Onkelinx verklaarde onlangs in de kamercommissie Justitie dat dergelijke intercepties om technische redenen pas ten vroegste vanaf 2007 mogelijk zijn.

“Men is op Europees niveau bezig met het uitwerken van gestandardiseerde normen die het technisch mogelijk moeten maken voor de inlichtingendiensten om internettelefonie af te luisteren”, preciseert de woordvoerster van minister Onkelinx.

Bron » De Morgen

Flikkenoorlog over terreurbestrijding laait weer op

In het kader van de bestrijding van het terrorisme wil minister van Binnenlandse Zaken Patrick Dewael (VLD) de federale politie meer armslag geven om telefoongesprekken af te luisteren. Momenteel kan de politie enkel reactief afluisteren, dus nadat er strafbare feiten zijn gepleegd en in het kader van een gerechtelijk onderzoek.

Dewael wil dat de politie ook proactief kan tappen, in een fase waarin er enkel sprake is van aanwijzingen van strafbare feiten. Dewael wil de politie in die proactieve fase ook andere bijzondere politietechnieken laten gebruiken, zoals observaties met technische middelen en inkijkoperaties. De nieuwe maatregelen dreigen slecht te vallen bij de staatsveiligheid, die al jaren vraagt om afluisterbevoegdheid te krijgen.

Het wetsontwerp van Dewael komt er op vraag van de federale politie en het federaal parket, zo preciseert het kabinet van minister Dewael. Minister van Justitie Laurette Onkelinx (PS), onder wie de staatsveiligheid ressorteert, gaat akkoord met het initiatief van Dewael. Senator Hugo Vandenberghe (CD&V), lid van de parlementaire begeleidingscommissie die toezicht houdt op de inlichtingendiensten, reageert verrast.

“Indien dit plan doorgaat, wordt de oorlog tussen de politie en de staatsveiligheid georganiseerd”, meent Vandenberghe. “Preventief onderzoek is de taak van de inlichtingendiensten, niet van de politie. Preventieve afluisteroperaties toelaten, creëert ook een groot legaliteitsprobleem. Indien de politie dezelfde taken mag uitvoeren als de inlichtingendiensten, ga je onvermijdelijk naar conflicten.”

Volgens het kabinet-Dewael mogen eventuele territoriumconflicten tussen de politie en de inlichtingendienst niet gedramatiseerd worden. “We hebben begrip voor die bezorgdheid”, zegt een kabinetsmedewerker. “Er bestaat inderdaad een grijze zone tussen de werkterreinen van beide diensten, maar in concrete dossiers zal het federaal parket trancheren en de bevoegdheid van elke dienst afbakenen. Er is ook een protocolakkoord in de maak tussen de federale politie en de staatsveiligheid, waarin de taakafspraken zullen worden vastgelegd. Op het terrein werken de diensten goed samen. Het komt erop aan het wederzijdse wantrouwen weg te werken.”

Minister Onkelinx legt momenteel de laatste hand aan een apart wetsontwerp dat een wettelijke basis moet verschaffen voor afluisteroperaties door de staatsveiligheid. Maar zelfs indien zowel het wetsontwerp van Dewael als dat van Onkelinx worden goedgekeurd, dreigt de federale politie een informatievoorsprong te verkrijgen ten opzichte van de inlichtingendienst.

In het jongste jaarverslag van het Comité P, dat namens het parlement de politiediensten controleert, staat bovendien het voorstel om binnen de federale politie een bijzondere algemene directie op te richten, “die zich uitsluitend zou bezighouden met de strijd tegen het terrorisme en die onder meer zou belast zijn met de coördinatie, het informatiebeheer en de geïntegreerde werking in al zijn facetten” van de activiteiten van de politiek op het vlak van terrorismebestrijding.

Het Comité I, dat in opdracht van het parlement toezicht houdt op de werking van de inlichtingendiensten, waarschuwt voor het heropflakkeren van oude stammentwisten tussen de diensten. In een reactie op het jaarverslag van het Comité P schreef het Comité I een nota over de bestrijding van het terrorisme, die gisteren werd verspreid. “Overlappingen dienen vermeden te worden”, stelt de nota, waarin gewezen wordt op “de onproductieve gevolgen van het benadrukken van het korpsbelang van iedere afzonderlijke dienst”.

“Uit eigen onderzoek, maar ook uit de internationale vaststellingen, voornamelijk sinds de aanslagen van 11 september 2001 in de VS, blijkt dat de kern van het probleem zit in de wijze waarop informatie wordt verkregen, verwerkt en gerapporteerd. Die informatieproblematiek kan niet langer binnen één bepaalde dienst bekeken worden. Het informatieprobleem overstijgt de betrokkenheid van iedere dienst en verplicht tot het samenbrengen van de in iedere dienst voorhanden zijnde informatie.”

Bron » De Morgen

Informanten, snelle telefoontap, schaduwen: alles mag

De moord op de Nederlandse columnist Theo van Gogh en de daaropvolgende incidenten krijgen een verlengstuk in ons land. Het federale parket onderzoekt momenteel bedreigingen uit vermoedelijk fundamentalistische hoek tegen vijf parlementsleden, onder wie federaal minister van Justitie Laurette Onkelinx (PS) en voormalig vice-premier Philippe Moureaux (PS). De regering-Verhofstadt reageerde met een pakket maatregelen om de antiterreurdiensten te versterken, en er zitten nog bijkomende maatregelen in de pijplijn.

Zo kondigde justitieminister Laurette Onkelinx (PS) aan dat er eindelijk werk wordt gemaakt van een wetsontwerp dat de staatsveiligheid moet toelaten om “administratieve telefoontap” en andere “bijzondere onderzoekstechnieken” toe te passen, zoals schaduwen, observaties en het gebruik van informanten.

De staatsveiligheid, de militaire inlichtingendienst en de antiterreurafdeling van de federale politie krijgen meer mensen en middelen, zo werd vorige week al bekendgemaakt. De twee geheime diensten hebben een nieuw samenwerkingsprotocol afgesloten inzake terrorismebestrijding. De bestaande Antiterroristische Gemengde Groep (AGG) werd omgevormd tot het centrale zenuwknooppunt voor terrorisme en extremisme, met de nieuwe naam Algemene Inlichtingendienst Veiligheidsdreiging (AIV).

Het Comité I, het parlementaire orgaan dat de inlichtingendiensten controleert, en de begeleidingscommissie van het Comité I in de Senaat reageren aangenaam verrast. “Plots zit een hele reeks dossiers waar we al jaren op aandringen in een stroomversnelling”, zegt een insider. “Het kan ineens niet rap genoeg gaan. De regering heeft het blijkbaar eindelijk begrepen.” Zelfs de meest rabiate tegenstanders van het inzetten van de inlichtingendiensten tegen het moslimfundamentalisme, zoals Philippe Moureaux, hebben hun verzet gestaakt. Senator Hugo Vandenberghe (CD&V), lid van de parlementaire begeleidingscommissie, spreekt van “een plotse doorbraak”, mogelijk versneld door de gebeurtenissen rond Van Gogh.

Volgens justitieminister Onkelinx is het echter “toevallig” dat een reeks maatregelen gefinaliseerd werd in de dagen en weken na de moord op Van Gogh. “De minister streeft een langetermijnvisie na en heeft niet de gewoonte om te reageren op de actualiteit”, zegt haar woordvoerster.

“Misschien kan de indruk ontstaan dat we plots in actie schieten, maar dat is slechts een indruk. In werkelijkheid werden een reeks dossiers onafhankelijk van elkaar geprogrammeerd. Neem het samenwerkingsprotocol tussen staatsveiligheid en militaire inlichtingendienst. Zoiets doe je niet in één week. Daar is een lange voorbereiding aan voorafgegaan. Dat inlichtingendiensten meer mensen en middelen zouden krijgen, sleepte minister Onkelinx al begin oktober bij de begrotingscontrole uit de brand.”

Bron » De Morgen