Oud-speurders Bende van Nijvel met elkaar geconfronteerd

De twee oud-speurders die de afgelopen twee weken aangehouden werden voor manipulatie van het onderzoek naar de Bende van Nijvel, worden vandaag met elkaar geconfronteerd. Philippe V. (62) en François A. (70) werden intussen verschillende keren ondervraagd over hun rol in het onderzoek en hun verstandhouding met de bende-De Staerke, een groep misdadigers die al in de jaren 80 aan de Bende gelinkt werd.

Duidelijke antwoorden, voor eens en voor altijd. Die hoopt de speurderscel naar de Bende van Nijvel vandaag te rapen tijdens de confrontatie van oud-speurders Philippe V. en François A., beiden in de cel op verdenking van manipulatie van het Bende-onderzoek in 1986. Het nieuwe speurdersteam verdenkt V. en/of A. ervan een tipgever te hebben gehad.

Die zou er via één van beide speurders voor gezorgd hebben dat de toenmalige Deltacel een jaar na de laatste Bende-overval in Aalst opnieuw een duik in het kanaal Brussel-Charleroi ter hoogte van de zwaaikom van Ronquières organiseerde. Tijdens die tweede duik werden een hele resem wapens en voorwerpen bovengehaald, terwijl er een jaar eerder niets ontdekt werd. Wetenschappelijk onderzoek heeft intussen duidelijk gemaakt dat de zakken met wapens maximaal een week, maar vermoedelijk amper 24 à 48 uur voor de duik in het kanaal gedropt werden.

Zigeuners

Een verdachte vondst dus, waarover V. en A. – die in het verleden al meermaals ondervraagd werden en in 2015 al eens geconfronteerd werden – vandaag samen duidelijkheid moeten scheppen. Bovendien wil het nieuwe speurdersteam ook uitvissen hoe de verstandhouding van beide oud-speurders was met leden van de bende-De Staerke, een groep misdadigers rond een Brusselse zigeunerfamilie die in de jaren 80 al gelinkt werd aan de Bende van Nijvel.

De speurders vermoeden dat een lid van die clan de bewuste tipgever kan zijn. Normaliter verschijnt zowel V. als A. morgen voor de raadkamer in Charleroi, maar die zou door de confrontatie verplaatst kunnen worden naar later deze week.

Bron » Het Laatste Nieuws

Kwam tip om te duiken in kanaal Ronquières van misdaadclan De Staerke?

Oud-BOB’er François A. (70) is aangehouden op verdenking van het achterhouden van informatie in het onderzoek naar de Bende van Nijvel. Het nieuwe speurdersteam denkt dat A. of zijn eerder aangehouden collega Philippe V. in 1986 werd getipt door een lid van de misdaadbende rond de zigeunerfamilie De Staerke.

François A., de gepensioneerde BOB’er uit Beersel, blijft voorlopig in de cel, net als zijn oud-collega Philippe V. (62). Die gaf vorige week aan dat A. hem via processen-verbaal uit 1985 op het idee bracht om in 1986 een tweede duik in het kanaal Brussel-Charleroi ter hoogte van Ronquières te laten uitvoeren. François A. – op dat ogenblik BOB’er in Halle – fungeerde als verbindingsman tussen het onderzoeksteam in Nijvel en de Deltacel, waartoe Philippe V. behoorde. Die Deltacel moest de laatste Bende-raid in Aalst onderzoeken en wilde in 1986 initieel een ander deel van het kanaal Brussel-Charleroi doorzoeken.

Net als V. vorige week, kreeg de oud-speurder tal van gedetailleerde vragen voorgeschoteld over hoe het onderzoek naar de Bende van Nijvel destijds is verlopen. “Mijn cliënt heeft altijd correct gehandeld in zijn doen en laten”, reageert zijn advocaat Ruben Bomans. “Het is voor hem een hele schok om op 70-jarige leeftijd plots in de gevangenis te belanden.”

Opmerkelijk is dat François A. voor zijn overplaatsing naar de Halse BOB in Brussel een collega was van eerder aan de Bende gelinkte oud-rijkswachters Madani Bouhouche en Robert Beijer. Daarnaast kwamen zowel Philippe V. als François A. beiden beroepsmatig in contact met de bende De Staerke, een zigeunerfamilie die zich ophield in de regio rond Brussel en Oost-Vlaanderen en in de jaren 70 en 80 heel wat gewapende overvallen pleegde. Na de overval in Aalst linkten de Deltacel en V. de clan De Staerke aan de laatste bloedige overval, maar ook de Halse BOB voerde destijds onderzoeken naar leden van de zigeunerfamilie en haar kompanen.

Confrontatie

Het nieuwe speurdersteam wil nu zowel V. als A. ondervragen over de clan De Staerke, waarvan bepaalde leden zoals Philippe De Staerke en Apostolos Papadopoulos al tijdens de jaren 80 werden gelinkt aan de Bende van Nijvel. Een van de komende dagen zal er ook een nieuwe confrontatie plaatsvinden tussen beide oud-speurders om hun recentste verklaringen af te toetsen. Zo’n confrontatie gebeurde vier jaar geleden ook al en wees toen uit dat A. zijn collega V. moest gelijk geven over de bewuste uitwisseling van processen-verbaal in 1986. Of de nieuwe confrontatie voor meer opheldering zal zorgen, is niet duidelijk. “De duiktip voor Ronquières komt mogelijk uit de hoek van de clan De Staerke”, klinkt het in speurderskringen. “Als die hypothese blijkt te kloppen, was mogelijk iemand uit die clan betrokken bij de Bende.”

Bron » De Morgen

Getuige legt link tussen Bende van Nijvel en gangsterbende rond Philippe De Staerke

Was de Reus van de Bende van Nijvel een Griek? Die mogelijkheid is ontstaan nu een nieuwe getuige voor het eerst het verband legt tussen een feit van de Bende van Nijvel uit 1983 en de Bende van Baasrode rond gangster Philippe De Staerke. De Bende van Baasrode telde drie Grieken in de rangen, onder wie de 1,94 meter grote Apostolos Papadopoulos.

Hij was nog een twintiger toen hij op 4 september 1983 foto’s nam aan het kruispunt De Ster in Sint-Niklaas voor zijn cursus fotografie. Plots stopte een auto met vier inzittenden. Eén man stapte uit, vertelde hem dat hij van de gerechtelijke politie van Charleroi was, duwde hem ­tegen een muur en rukte het filmrolletje uit zijn camera. “Hij nam mijn identiteitskaart en zei dreigend dat hij wist wie ik was. Ik moest me kalm houden.”

De Griekse connectie

Vandaag is de getuige ervan overtuigd dat hij destijds werd afgedreigd door gangsters die op verkenning waren voor de bloedige inbraak van de Bende van Nijvel in een weverij in Temse, een week later.

Wat de fotograaf zich van die confrontatie in Sint-Niklaas herinnert, verwijst volgens speurders haast automatisch naar de Bende van Baasrode, een groep inbrekers en overvallers rond gangster Philippe De ­Staerke. De getuige zelf legt de link met de Bende van Nijvel.

“De man die mij tegen een muur drukte en fouilleerde, leek als twee druppels ­water op een van de laatste robotfoto’s van de Bende van Nijvel”, zegt de getuige. Een robotfoto waarop speurders de naam van Dominique ­Salesse kleefden, uitstekend chauffeur en notoir lid van de Bende van Baasrode.

Namen kon de getuige niet geven, maar hij noteerde wel de nummerplaat, en hoorde de rijkswacht bij zijn aangifte zeggen dat “de nummerplaat toebehoort aan een lange Griekse naam uit Brussel”. Ook dat past bij het profiel van de Bende van Baasrode, want die telde zelfs drie Grieken in de rangen.

Apostolos Papadopoulos, uit Sint-Gillis, is de bekendste van het gezelschap. Hij was nauw bevriend met De Staerke. Zijn vastberadenheid, zijn 1,94 meter grote gestalte en het feit dat hij links mankte, maakten van hem een potentiële Reus. Toch voor de overvallen in Overijse en Eigenbrakel. Voor Aalst kwam hij niet in aanmerking. Serge le Grec zat toen immers in de cel voor een overval op een postwagen in Wilsele.

Zijn broer Sotirios Papadopoulos zat eveneens in de Bende van Baasrode. “Hij was een meeloper, hij had de moed niet om deel te nemen aan een overval”, verklaarde ooit Leon De Staerke, broer van de bendeleider. Sotirios huurde wel een appartement in de buurt van het Brusselse Zuidstation, waar de bende­leden hun overvallen voor­bereidden en geregeld ook de buit verdeelden.

Derde in de rij is Nicolas ­Karafilis. Ook hij was goed bevriend met Philippe De Staerke. Maar hij bracht zijn chef wel in moeilijkheden in het onderzoek naar de Bende van Nijvel. Zo verklaarde Kara­filis dat De Staerke hem ooit in de gevangenis had toe­vertrouwd: “Ik ben 28 en ik heb 28 lijken op mijn ge­weten.” Volgens sommige bronnen zou hij de plaats hebben getoond waar wapens en ander bewijsmateriaal van de Bende in het kanaal gedumpt werden.

Voor de speurders is het de eerste keer dat een getuigenis een mogelijke link legt tussen de bloedige inbraak in Temse (waarbij conciërge Jozef Broeders voor de ogen van zijn vrouw werd vermoord) en de Bende van Baasrode. Tot dusver hebben alle leden van die bende altijd ontkend dat zij betrokken waren bij de misdaden van de Bende van Nijvel. Die betrokkenheid is ook nooit bewezen. Of deze piste door de nieuwe Bende-speurders in overweging wordt genomen, werd ons bevestigd noch ontkend.

Bron » Het Nieuwsblad

Gentse auteur Charlie Hedo publiceert met “Het Rattenkwartier” een opmerkelijk boek waarmee hij doordringt tot in het Nest van de Bende van Nijvel

Op 10 mei 1982 werd in Elsene een Austin Allegro gestolen door twee gewapende mannen. Het was de eerste wagen van de Bende van Nijvel. Daags na de wagendiefstal werd een van de dieven ondervraagd. Op 7 oktober 1982, na de dodelijke overval op wapenhandel Dekaise, werd diezelfde man aangehouden. Op 9 oktober liet men hem terug vrij. Een gemiste kans om de Bende in het begin van haar bestaan op te rollen.

In Het Rattenkwartier focust Charlie Hedo zich op deze man die samen met een kompaan de eerste wagen van de Bende stal. Hij was de leider van de Bende van Nijvel.

In 2014 werd Jean Marie Tinck aangehouden. Hij werd ervan verdacht de tweede dief van de Austin Allegro te zijn. De robotfoto van de man met de vissersmuts die gemaakt werd na de Austin-roof lijkt als twee druppels water op hem.

Tinck pochte in het zuiden van Frankrijk tegen een vriend dat hij deel uitmaakte van de Bende van Nijvel. Volgens de speurders wist hij details die wezen op daderkennis. Nog volgens de speurders was Tinck vooral actief tijdens de eerste reeks overvallen. Jean Marie Tinck werd in de zomer van 2014 vrijgelaten bij gebrek aan bewijzen.

Vergisten de speurders zich? Iemand die zichzelf beschuldigt van brutale moorden is daarom nog geen dader. Het is niet omdat Tinck in 1991 een moord pleegde dat hij in staat was tot het plegen van aanslagen zoals die van de Bende van Nijvel.

Charlie Hedo graaft in Het Rattenkwartier op een eigenzinnige manier dieper dan de speurders. Op onorthodoxe wijze, gebruik makend van nieuwe bronnen als de sociale media, ontdekt hij banden tussen de dieven van de Austin Allegro enerzijds, Philippe De Staerke en Michel Cocu anderzijds . Die ontdekkingen spitte hij verder uit. Het Rattenkwartier is de weerslag van die zoektocht.

Philippe De Staerke was aanwezig in Aalst een tweetal uur voor de bloedigste overval aller tijden. Vlakbij zijn woonplaats in Elsene was een Delhaize, maar hij reed naar die van Aalst. Indien men het onderzoek niet bij Troch had weg gehaald was De Staerke voor assisen verschenen.

De Borains met Michel Cocu als leider verschenen voor assisen in 1987 voor feiten van de Bende van Nijvel. Ze stonden daar niet zomaar. Ze hadden, los van elkaar, bekentenissen afgelegd en vertelden details die enkel daders konden kennen. Het assisenproces liep op een sisser af maar dat lag aan het openbaar ministerie dat blunderde. Niet aan het feit dat Cocu & Co hun betrokkenheid verzonnen hadden.

Op Facebook is een link te zien tussen de zus van Jean Marie Tinck en Denise Géva uit Hornu, Borinage. Zij is een volle nicht van Jacqueline Géva, gewezen minnares van Michel Cocu én Jean Claude Estievenart. Beiden Borains. Wil dit zeggen dat Tinck deze mannen kende of er mee handelde? Nee, maar wel dat er dieper moet gegraven worden. Colette Tinck heeft een 40-tal vrienden op Facebook. Een ervan is Denise Géva. Twee anderen zijn leden van de familie Quidouce.

Op Facebook heeft de zus van Tinck een vriendin uit het zigeunermilieu. Deze vriendin is ook vriendin van Philippe De Staerke. Wil dat zeggen dat de Tincks de familie De Staerke kennen of er mee handelden? Nee, maar het dient verder uitgespit te worden. Colette Tinck heeft een tweede Facebook profiel met 17 vrienden. Een ervan is Dominique Quidouce die op haar beurt bevriend is met Philippe De Staerke die een 150 Facebookvrienden heeft.

Charlie Hedo onderzoekt deze links en vele andere in Het Rattenkwartier. Hij wil de speurders uitnodigen die eveneens verder uit te spitten. Om dieper te graven. Om net als hij het verband bloot te leggen tussen de dieven van de Allegro en de grootste verdachten uit het dossier, de Borains en de bende rond De Staerke. Om zo de kern van de Bende van Nijvel, hoofd, lichaam en benen, te ontmaskeren.

De auteur was in 1985 op de dag van de bloedigste aanval aanwezig in Aalst. De Bende liet de stad in trauma achter. Charlie Hedo volgde sindsdien alle verwikkelingen in de zaak op de voet. Toen de daders na 20 jaar nog steeds vrij rond liepen besloot hij zich te verdiepen in de zaak en kwam tot verrassende ontdekkingen. Hij werkte tien jaar aan dit boek waarin hij de daders bij naam noemt.

De digitale versie van het boek is vanaf 1 september te koop bij Smashwords. In voorbestelling al verkrijgbaar bij de grote online shops als Ibooks, Bol en Kobo.

De onzichtbare hand in het Bendedossier

In september 1983 was er ineens sprake van de Bende van Nijvel. Dertig jaar en 28 roofmoorden later geraakt het ontspoorde onderzoeksdossier van nagenoeg een miljoen bladzijden begraven onder onverschilligheid, onkunde en valse beschuldigingen.

Alleen een parlementaire waarheidscommissie kan nog aan het licht brengen hoe het zwaarste criminele dossier in de geschiedenis van de Belgische justitie werd verknoeid.

“Iemand moet Danny C. hebben belasterd”, want zonder dat hij iets kwaads had gedaan, werd hij op 15 mei 2012 thuis opgepakt door leden van de Onderzoekscel Waals-Brabant en voor verhoor meegenomen naar Charleroi. En daar trad Danny C. binnen in de wereld van Kafka.

Het bevel tot medebrenging van onderzoeksrechter Martine Michel vermeldde dat er, “vu le réquisitoire du Procureur du Roi”, tegen C. ernstige aanwijzingen bestaan voor “culpabilité relatif aux faits de vol avec violences et meurtres”.

Opmerkelijk: in Charleroi werd C. niet gehoord als mededader van de roofovervallen van de Bende van Nijvel, maar als getuige. Toch blijft het bevel tot medebrenging met de verbijsterende beschuldiging tegen C. in het Bendedossier zitten.

C., die intussen een klacht wegens machtsmisbruik indiende tegen onderzoeksrechter Michel, is een gepensioneerde politieofficier met een onberispelijke staat van dienst. Als hoofd van de Deltagroep verrichtte hij destijds voortreffelijk onderzoek naar onder meer overvallen gepleegd door de bende van Philippe De Staerke. Die werd door getuigen in verband gebracht met de moorddadige overval op 9 november 1985 op een Delhaizevestiging in Aalst, de laatste raid van de Bende van Nijvel waarbij acht dodelijke slachtoffers vielen. Het onderzoek naar De Staerke, geleid door de Dendermondse onderzoeksrechter Freddy Troch, werd naderhand tot ieders verwondering overgeheveld naar Charleroi.

Dwaalsporen

Het Bendedossier, waarvan sommige stukken onlangs nog vernietigd werden, beslaat ongeveer een miljoen bladzijden en vormt een doolhof van aanwijzingen, denksporen, theorieën en evenveel dwaalsporen waar slechts enkele veteranen van het onderzoek hun weg in vinden. “Geregeld had je, zoals nu, de indruk dat een onzichtbare hand het Bendeonderzoek de verkeerde kant uit duwde”, zegt een oudgediende onder de speurders.

Het volledige onderzoeksdossier vangt aan op 13 maart 1982 in Dinant, met de winkeldiefstal van een jachtgeweer, en eindigt met de overval op de Delhaize in Aalst. En het enige wat gewezen onderzoekers met enige stelligheid durven te beweren, daarin bijgetreden door onderzoeksmagistraten en profilers van de Amerikaanse politiedienst FBI, is dat er wellicht sprake is van twee Bendes van Nijvel.

Een eerste bende zou hebben geopereerd van 1982 tot eind 1983. Op 27 september 1985 trad de tweede bende naar buiten met twee opeenvolgende roofovervallen in Eigenbrakel en Overijse, en enkele maanden later met de laatste en meteen moorddadigste aanslag, die in Aalst, telkens op Delhaize-vestigingen.

Militair opgeleid

Vooral de eerste overvallenreeks werd gelinkt met extreemrechts. De werkwijze liet vermoeden dat de daders militair opgeleid waren of rijkswachtersscholing hadden genoten. Zo lokten ze na de overval op de Colruyt in Nijvel op 17 september 1983 de gealarmeerde gendarmes in een vakkundig aangelegde hinderlaag en openden ze een kruisvuur. Voor de tweede reeks werd gedacht aan pogingen tot afpersing van Delhaize, al bestaat daar geen bewijs voor.

Het vermoeden dat bepaalde groepen in België en in Europa een klimaat van terreur wilden creëren, leefde in die dagen sterk. Gewezen premier Wilfried Martens beschreef die periode in zijn memoires. Begin augustus 1980 was er de bomaanslag op het station van Bologna, door twee extreemrechtse militanten die evenwel hun terreuropleiding in de Sovjet-Unie en in Libië hadden genoten. In West-Duitsland was de derde generatie van de Rote Armee actief. Abou Nidal pleegde moordende bomaanvallen op de luchthavens van Wenen en Rome. En in België organiseerde de CCC van Pierre Carette tussen 1984 en 1985 een tiental aanslagen.

In het Bendeonderzoek doken verdachten op van allerlei slag. Sommigen, onder wie gewezen rijkswachters, hadden banden met extreemrechts en paramilitaire organisaties, anderen bleken als informanten gelinkt aan binnen- en buitenlandse inlichtingendiensten.

Niettemin spitste een eerste onderzoek zich toe op leden van de zogenaamde bende van de Borinage, die finaal door het assisenhof van Henegouwen werden vrijgesproken.

De Staerke

In Dendermonde werd in die dagen geënquêteerd naar een reeks overvallen toegeschreven aan de bende van Philippe De Staerke. Dat onderzoek bracht begin 1986 een link met de Bende van Nijvel aan het licht. Want De Staerke zou enkele uren voor de overval in de Delhaize van Aalst zijn geweest.

In het Bendedossier zaten ook twee verklaringen van getuigen die na de overval in Aalst mannen hadden opgemerkt die in Ronquières, ter hoogte van de Large de Fauquez, zakken in het water gooiden. Er was met peilstokken vruchteloos naar die zakken gezocht. In november 1986 liet onderzoeksrechter Troch duikers aanrukken. Die haalden zakken boven met onder meer een geldkoffer en cheques afkomstig uit de Delhaize van Aalst en stukken van munitiedozen. Een jaar eerder waren langs de kanaaloever, ter hoogte van de vindplaats in het kanaal, flarden van gelijkaardige dozen gevonden van het soort munitie dat door de bende was gebruikt.

In een nota van amper elf bladzijden maken de huidige onderzoekers van Cel Waals-Brabant het Dendermondse onderzoek echter met de grond gelijk. Volgende krakkemikkig gestelde maar opmerkelijke passage komt letterlijk uit dat rapport:

“In fine: iedereen heeft zich blijkbaar ernstig vergist. Dat is trouwens niet de eerste keer, na de bende van de Borains (marginalen) de bende van Baasrode of DS [De Staerke], en laat ons eerlijk zijn, de strafmaat van 20 jaar gevangenisstraf voor de gepleegde feiten toegekend aan de ‘Bende van Baasrode”, dit eveneens voor DS [De Staerke] dewelke reeds half september vertrokken was uit de bende, en also de andere helft van de feiten niet heeft gepleegd… mag trouwens worden beschouwd als straffe tabak, nooit eerder gezien… Sorry voor de veroordeelden, maar er is geen beroep mogelijk tegen deze uitspraak, en waar zitten trouwens hun advocaten?”

Manipulatie

Het laat zich raden dat de intussen gepensioneerde Freddy Troch met verbijstering kennis nam van deze analyse die hem in januari 2012 werd voorgelegd. De Onderzoekscel Waals-Brabant veegt vandaag Trochs onderzoek naar De Staerke van tafel als een afleidingsmanoeuvre, een manipulatie om de politieke, extreemrechtse piste toe te dekken. Want uit onderzoek zou zijn gebleken dat de voorwerpen die de Delta-groep in Ronquières had bovengehaald nooit langer dan een of twee maanden in het water hebben gelegen. Voor de hand liggende conclusie: onderzoekers van de Deltagroep hebben de spullen zelf in het water gegooid.

Hoewel is gebleken dat de enquêteurs verkeerde voorwerpen lieten onderzoeken, staat de bewering nog steeds op de website van de onderzoekscel en blijft er een onterechte verdenking rusten op onbesproken politiemensen en onderzoekers.

In het verleden hebben twee parlementaire commissies zich over het onderzoek naar de Bende van Nijvel gebogen. Zonder veel resultaat, tenzij een nog grotere verwarring. Het Bendedossier verjaart in november 2015. Met hun nieuwste theorie hopen de huidige enquêteurs de verlenging van de verjaringstermijn te forceren.

Maar dit dossier is de afgelopen maanden definitief begraven onder politieke onverschilligheid, onkunde en valse beschuldigingen en dreigt zelfs te ontaarden in een communautair geschil. Alle pogingen van enkele betrokkenen om de politieke verantwoordelijken op die ontsporing te attenderen, bleven zonder gevolg.

Alleen een parlementaire waarheidscommissie kan nog aan het licht brengen hoe het zwaarste criminele dossier in de geschiedenis van de Belgische justitie werd verknoeid. Die klaarheid scheppen is wel het minste wat de overheid de nabestaanden van de 28 slachtoffers is verschuldigd.

Bron » De Tijd | Rik Van Cauwelaert