Politici krijgen na 20 jaar inzicht in geheime gegevens Staatsveiligheid

Binnenkort krijgen de Belgische parlementsleden die toezicht houden op de werking van de Staatsveiligheid ook inzicht in de geheime en geclassificeerde gegevens ervan. Dat weet de krant De Tijd.

Het is het comité I, dat bestaat uit gespecialiseerde magistraten en onderzoekers, dat toezicht houdt op de werking van de inlichtendiensten als de Staatsveiligheid en de militaire inlichtendienst ADIV. Het comité wordt begeleid door een bijzondere parlementaire commissie.

Die commissie verhuist nu van de afgeslankte Senaat naar de Kamer en wordt samengesmolten met de commissie die ook het comité P begeleidt, dat toezicht houdt op de werking van de politiediensten in ons land. Maar naast de samensmelting komen er nog wijzigingen.

Zo zullen bijna alle partijen in de toekomst een afvaardiging mogen sturen naar de bijzondere commissie. Nu zijn dat enkel de grotere partijen. Belangrijker echter is dat de parlementsleden ook inzage zullen krijgen in geheime, geclassificeerde gegevens. Daarvoor hebben ze een zogenaamde veiligheidsmachtiging nodig die ze krijgen na een screening.

Tot nu toe lag de kwestie gevoelig vanwege het gevaar dat geheime gegevens zouden kunnen uitlekken. Vooral de buitenlandse inlichtendiensten zijn daar gevoelig voor. De informatie die zij delen met de Belgische Staatsveiligheid moet in veilige handen blijven, vinden ze.

Maar Stefaan van Hecke, parlementslid voor Groen, zegt dat de politici het vertrouwen dat ze krijgen, niet zullen beschamen: “We zullen als politici verantwoordelijk omspringen met de inzage in geclassificeerde gegevens. We nemen onze taak ernstig”.

Bron » De Morgen

“Staatsveiligheid is zich bewust van massale datacaptatie”

De Staatsveiligheid geeft gehoor aan het strenge rapport van het Comité I over de houding ten aanzien van de massale spionage door de Amerikaanse inlichtingendienst NSA. De Staatsveiligheid zal het rapport “met een kritische blik analyseren en er de nodige conclusies uit trekken”, luidt het in een persbericht. Niettemin vormen “strategische zusterdiensten” als de NSA een belangrijke informatiebron, merkt de Staatsveiligheid op.

Verschillende kranten schrijven vandaag dat de Staatsveiligheid en de militaire inlichtingendienst ADIV volgens het Comité I te passief reageerden op de massale spionage.

De Staatsveiligheid belooft conclusies te trekken uit het rapport. “Op basis daarvan zullen de prioriteiten van de dienst in deze materie bepaald worden”, klinkt het. “Deze zullen vertaald worden in een actieplan dat zal voorgelegd worden aan het Ministerieel Comité voor Inlichtingen en Veiligheid.”

De Staatsveiligheid is zich naar eigen zeggen bewust van de “massale datacaptatie” door “strategische zusterdiensten”. Ze onderstreept echter “dat deze diensten voor ons ook een toeleverancier van belangrijke operationele informatie zijn”.

De samenwerking met ADIV verloopt in elk geval “zeer vruchtbaar en efficiënt”, merkt de Staatsveiligheid nog op. “In de toekomst kan deze vanzelfsprekend nog uitgebreid en verbeterd worden.” Meer wil de Staatsveiligheid over de kwestie in de pers niet kwijt, luidt het nog.

Bron » De Morgen

Jaak Raes aan het hoofd van Staatsveiligheid

Jaak Raes (53), de directeur-generaal van het crisiscentrum van Binnenlandse zaken, wordt de nieuwe administrateur van de Staatsveiligheid. Dat heeft de ministerraad zonet beslist.

Jaak Raes (53), de directeur-generaal van het crisiscentrum van Binnenlandse zaken, wordt de nieuwe administrateur-generaal van de Staatsveiligheid. Dat heeft de ministerraad zonet beslist.

Als adjunct krijgt Raes Pascal Petry naast zich. Petry is de huidige veiligheidsadviseur van premier Elio di Rupo (PS). Isabelle Mazzara komt aan het hoofd van de FOD Binnenlandse Zaken.

Raes werd door de ministerraad verkozen boven Alain Winants, de huidige administrateur-generaal. Cédric Visart de Bocarmé, oud-procureur-generaal van Luik, was de derde kandidaat. Maar hij haakte op het laatste moment af.

Jaak Raes studeerde rechten in Gent en begon zijn loopbaan midden jaren tachtig als speurder bij de gerechtelijke politie, op de afdeling zware criminaliteit en financiële misdrijven. Hij klom op in de hiërarchie en kwam in 1992 aan het hoofd van de School voor Criminologie en Criminalistiek.

Daarna had hij verschillende bestuursfuncties bij de directie van de gerechtelijke politie, om uiteindelijk in 2003 chef te worden bij het nieuw opgerichte Crisiscentrum van de regering. Hij leidde onder meer het recente bezoek van de Amerikaanse president Barack Obama in goede banen.

Bij de Staatsveiligheid zal Raes in budgettair moeilijke omstandigheden verder moeten werken aan een modernisering van de dienst, bijvoorbeeld wat betreft cyberspionage.

Voor Alain Winants is het een bittere pil. Hij kwam net als Raes als geschikt uit de selectieprocedure. Winants stond in totaal zeven jaar aan het hoofd van de Staatsveiligheid. Zijn mandaat liep af in oktober 2011. De laatste twee jaar voerde hij zijn functie ad interim uit.

Dat Raes na de selectie de voorkeur kreeg boven Winants is niet echt een verrassing. Een herbenoeming van Winants lag politiek moeilijk. Nadat twee vorig jaar uitgelekte rapporten van de Staatsveiligheid leken te suggereren dat de inlichtingendienst politici in de gaten zou houden, lag Winants onder vuur.

Een doorlichting van het Comité I, de waakhond van onze inlichtingendiensten, oordeelde dat de Staatsveiligheid zijn boekje niet te buiten was gegaan, maar dat kon de negatieve perceptie niet doen keren. De relatie tussen Winants en zijn politieke oversten verliep bovendien ook niet altijd even vlot.

De nieuwe administrateur-generaal krijgt ook voor het eerst in de geschiedenis een niet-jurist als adjunct. Toen de ministerraad in december vorig jaar een nieuw KB goedkeurde dat het profiel bepaalde waaraan de volgende administrateur en zijn adjunct moesten beantwoorden, bleek dat de adjunct voor het eerst in de geschiedenis geen jurist meer moest zijn. Op het lijf geschreven van PS’er Pascal Petry.

Bron » De Standaard

Europese geheime dienst krijgt vrij spel in Brussel

Brussel herbergt een Europese inlichtingendienst die volstrekt onbekend is bij het grote publiek en ontsnapt aan controle. De Europese dienst Intelligence Center (Intcen) heeft 70 personeelsleden en werkt zelfs met twee analisten van de Belgische Staatsveiligheid en personeel van andere Europese geheime diensten. Dat schrijft De Tijd.

Het Europees Parlement, noch de Belgische toezichthouder Comité I kan het werk van Intcen controleren. Nochtans behandelt de dienst, die valt onder buitenlandchef Catherine Ashton, hoogst vertrouwelijke informatie en stelt hij “top secret”-rapporten op. De topman van Intcen, Ilkka Salmi, is de vroegere chef van de Finse staatsveiligheid.

In een gesprek met De Tijd reageert hij op de “misverstanden” die bestaan over de Europese geheime dienst. “We zamelen zelf geen inlichtingen in. We analyseren enkel de informatie die landen ons doorspelen.” Het mag volgens De Tijd verwonderen dat zo’n uit de kluiten gewassen inlichtingendienst gevestigd is op Belgisch grondgebied en al jaren onder de radar kan blijven. De Belgische toezichthouder Comité I ziet twee heikele kwesties.

Griffier Wouter De Ridder: “Je kan vragen stellen over de juridische grondslag van deze Europese dienst en het democratisch toezicht erop. Nu ja, daar kunnen wij als Belgische toezichthouder niet in interveniëren. Maar er is zeker ook een probleem op Belgisch niveau. Want de Staatsveiligheid kreeg van de regering nog altijd geen richtlijnen om met deze en andere buitenlandse diensten samen te werken. Dat is een probleem dat het Comité I al meermaals signaleerde.”

Bron » De Morgen

Staatsveiligheid kent parlementairen niet

De Staatsveiligheid stelde de voorbije drie jaar 350 verslagen en nota’s op waarin de naam van een parlementslid werd vermeld. Toch werd de minister van Justitie slechts uitzonderlijk ingelicht. ‘Men wist niet altijd dat het om parlementairen ging.’

Het Comité I, dat toezicht houdt op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, heeft zijn definitief rapport gepubliceerd over de manier waarop de Staatsveiligheid informatie verzamelt over politici. Het onderzoek werd begin dit jaar opgestart op vraag van minister van Justitie Annemie Turtelboom (Open Vld). Het kwam er onder meer nadat was uitgelekt dat de inlichtingendienst opvolgde welke politici in contact kwamen met bewegingen als Scientology.

Meldingsplicht

Het controleorgaan stelde vast dat de meldingsplicht aan de minister van Justitie niet nageleefd wordt. Sinds mei 2009 moet de minister op de hoogte worden gebracht telkens als de naam van een actief federaal parlementslid in een verslag van de Staatsveiligheid voorkomt.

“Echter, sinds juni 2010 zijn ongeveer 350 verslagen en nota’s opgesteld waarin de naam wordt vermeld van op dat ogenblik actieve federale parlementsleden. Het betreft dus gemiddeld een tiental gevallen per maand die gemeld dienden te worden. Slechts uitzonderlijk is ook effectief melding gemaakt aan de minister op de wijze zoals voorgeschreven door de richtlijn”, stelt het verslag.

“Dat de instructie nauwelijks werd nageleefd, is blijkbaar nooit opgemerkt, gemeld, gecontroleerd en/of geproblematiseerd”, klinkt het verder. De richtlijn kon ook niet volledig worden nageleefd. De Staatsveiligheid beschikt immers niet eens over een permanent geüpdatete lijst van politieke mandatarissen. “Gevolg was onvermijdelijk dat soms verslagen werden opgesteld over parlementsleden zonder dat men wist dat het om parlementsleden ging.”

De Staatsveiligheid laat weten dat ze ondertussen “technische ingrepen heeft gepleegd”. Daardoor kunnen met een druk op de knop alle nieuwe documenten worden opgeroepen waarin politieke mandatarissen opduiken.

Banaal

Volgens het Comité I zijn geen aanwijzingen gevonden dat de Staatsveiligheid politieke mandatarissen viseerde “om redenen buiten de wettelijke opgesomde belangen en bedreigingen om”. Toch wordt het nut van een pak verzamelde gegevens in vraag gesteld.

“Ook al bevatten bepaalde verslagen zeker pertinente gegevens, toch kan het Comité niet voorbij aan het feit dat een deel van de verzamelde informatie eerder ‘banaal’ is. Soms is de link met een van de wettelijk omschreven belangen en dreigingen op het eerste gezicht dan ook onduidelijk”, besluit het controleorgaan.

Het rapport is slecht nieuws voor Alain Winants, de administrateur-generaal ad interim van de inlichtingendienst. Pascale Vandernacht, die door de PS is gepolst om de Staatsveiligheid te leiden, liet woensdag weten “de job niet te ambiëren”.

Bron » De Morgen