Sfeer bij Staatsveiligheid zwaar verziekt

De politiek wil opheldering over de werkomstandigheden bij de Staatsveiligheid. Het personeel van de inlichtingendienst klaagt er over een dwangregime. Dat berichtte de Franstalige krant La Dernière Heure gisteren.

Van de goed 500 personeelsleden zouden heel wat mensen kampen met problemen rond stress, pesten, depressie en alcoholisme. De beide arbeidspsychologen namen onlangs ontslag uit onvrede met de situatie en door het gebrek aan respons bij de directie.

In de zomer van 2010 bleek al uit een audit door het Comité I, de toezichthouder op de inlichtingendiensten, dat “volgens een deel van het personeel de visie, de leiding en de communicatie afwezig of op zijn minst zwaar deficiënt zijn”.

Er was ook sprake van “relationele problemen” tussen de directie en de medewerkers. “Als deze getuigenissen kloppen, moet er een onderzoek komen, zegt senator Danny Pieters (N-VA).” Justitiespecialist Renaat Landuyt (sp.a) treedt hem bij. Bij het Comité I wil men enkel kwijt “dat er geen klachten zijn van het personeel van de Staatsveiligheid.”

Bron » De Morgen

Opinie: Nu de Staatsveiligheid ter discussie staat, is het misschien tijd om een en ander te optimaliseren

Vijftien aanbevelingen om de werking van de Belgische inlichtingendiensten te verbeteren.

1.

Moeite met spionnen die politiek actief zijn? Werk een apart statuut uit voor de analysediensten van de Staatsveiligheid. De buitendiensten – de inspecteurs op het terrein – hebben al zo’n apart statuut, de analisten nog niet. Zij zijn rijksambtenaar en hebben dus het recht om een politiek mandaat op te nemen. Dat kan zo’n apart statuut voor de analysediensten verhelpen. Moedig de diensten ook aan om de deontologische code te finaliseren die in de maak is. En vul het voorziene personeelskader in.

2.

Stel wetgeving op over het declassificeren van geheime documenten. Op dit moment geldt immers: eens geheim, altijd geheim. Pas na declassificatie kan een deel van het historisch archief van de Staatsveiligheid toegankelijk gemaakt worden voor onderzoek. Zo kan er eindelijk klaarheid komen over een aantal dossiers uit de loden jaren tachtig. De kwestie moet sowieso geregeld worden, aangezien de oude Archiefwet in 2009 is gewijzigd. In de regel moeten voortaan alle historisch relevante overheidsdocumenten ouder dan dertig jaar overgedragen worden aan het Rijksarchief.

3.

Maak wetten en richtlijnen op basis van de aanbevelingen van het Comité I, dat de inlichtingendiensten controleert. Stel bijvoorbeeld regels op voor de samenwerking met buitenlandse zusterdiensten. Welke informatie mogen de Belgische inlichtingendiensten doorspelen aan de CIA, MI6 en co.? Analyses of ook persoonsgegevens? Stel daarover criteria op.

4.

Maak werk van een protocolakkoord tussen de Staatsveiligheid en de federale politie om de informatie-uitwisseling te optimaliseren, bijvoorbeeld in de strijd tegen terrorisme. Zorg ook voor een fatsoenlijk beveiligd communicatienetwerk tussen politie, parket en inlichtingendiensten.

5.

De Staatsveiligheid heeft de afgelopen jaren duidelijk inspanningen gedaan op het vlak van communicatie: interviews, persberichten, studiedagen én vier jaar op rij een activiteitenverslag. Geef ook de ADIV (de Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, de militaire tegenhanger van de burgerlijke staatsveiligheid) de toestemming om jaarlijks zo’n activiteitenverslag op te stellen – net zoals zijn Nederlandse zusterdienst MIVD dat doet.

6.

Maak een koninklijk besluit dat de evaluatie van de administrateur-generaal van de Staatsveiligheid regelt. Indien de evaluatie van Alain Winants positief is, zet dan de nodige stappen. Voor het gastland van de NAVO en de EU is het niet goed om zo’n belangrijke benoeming zo lang te laten aanslepen.

7.

Professor Rik Coolsaet noemt radicalisme het zout van de samenleving. Voer een debat over de vraag in hoeverre inlichtingendiensten radicale meningen moeten opvolgen.

8.

Neem cybercriminaliteit en -spionage ernstig. De voorbije jaren werden de ministeries van Buitenlandse Zaken, Justitie en Defensie het doelwit van gerichte cyberaanvallen, net als verschillende topfiguren binnen de Europese instellingen. Maar liefst achttien jaar geleden vestigde het Comité I de aandacht op het belang van de beveiliging van informatiesystemen. Voorzie budgetten om cyberexperts voor de inlichtingendiensten aan te trekken.

9.

Stel een wettelijk kader op om de activiteiten van privé-inlichtingendiensten te regelen. Idem dito voor het inschakelen van informanten door de Belgische inlichtingendiensten: maak daar regels voor.

10.

Hervorm het Ministerieel Comité voor Inlichtingen en Veiligheid (MCIV) en het bijbehorende college – de politieke aansturing van de Belgische geheime diensten – om de werking efficiënter te maken.

11.

Mijn archiefonderzoek in Sofia, Boekarest, Praag, Warschau, Berlijn en Boedapest leert dat België al sinds de Koude Oorlog een echte draaischijf is van buitenlandse geheime diensten. Dat is vandaag niet anders. Debatteer over wat die buitenlandse spionnen wel en niet mogen. Neem de controle op buitenlandse inlichtingendiensten ook expliciet op in de wet. En laat het Comité I een onderzoek instellen naar de vraag of de Belgische inlichtingendiensten niet te afhankelijk zijn van de Britse, Franse, Amerikaanse en Israëlische collega’s.

12.

Het antiterreurorgaan OCAD verzamelt en analyseert informatie over terrorisme afkomstig van onder meer de Staatsveiligheid, de militaire inlichtingendienst ADIV en de federale politie. Breng op dezelfde manier informatie samen over georganiseerde misdaad en witwassen, en betrek daarbij ook de Cel voor de Financiële Informatieverwerking.

13.

Breid de begeleidingscommissie van het Comité I uit met senatoren van alle fracties in het parlement, zoals in Nederland het geval is. Laat het Comité I een nota opstellen met de voor- en nadelen van veiligheidsmachtigingen voor de senatoren en voer daarover een parlementair debat.

14.

Vul de functies aan de top van de Belgische inlichtingenwereld in die al veel te lang open staan: adjunct-directeur van het OCAD, adjunct-administrateur-generaal van de Staatsveiligheid én een plaatsvervangend lid van de BIM-commissie. Die commissie van drie magistraten is zeer belangrijk, omdat ze de inlichtingendiensten de toestemming moet geven om bijzondere inlichtingentechnieken aan te wenden.

15.

Volg nauwgezet de verslagen van de BIM-commissie op en zie erop toe dat de inlichtingendiensten hun boekje niet te buiten gaan bij het afluisteren van telefoongesprekken, screenen van e-mails en de inzet van andere bijzondere inlichtingentechnieken.

Bron » De Morgen | Kristof Clerix

“Staatsveiligheid afschaffen is natte droom bepaalde partijen”

Alain Winants, de administrateur-generaal van de Staatsveiligheid, noemt de kritiek op Staatsveiligheid “onbegrijpelijk, fundamenteel onjuist en ongehoord”. Dat heeft hij gezegd in het Canvasprogramma ‘Terzake’. Hij kan er niet bij dat politici niet inzien dat er een fundamenteel verschil is tussen het werk van de Staatsveiligheid en dat van de politiediensten.

In het Comité I zetelen vijf senatoren: Sabine de Bethune (CD&V), Dirk Claes (CD&V), Armand De Decker (MR), Philippe Mahoux (PS) en Danny Pieters (N-VA). Als het van Winants afhangt, krijgen die een veiligheidsmachtiging om toegang te hebben tot geclassificeerde gegevens. “Op voorwaarde dat men zich houdt aan de geheimhouding”, voegde hij er wel aan toe. Beschikken over zo’n machtiging “wil niet zeggen dat men alles mag vertellen”.

“Fundamenteel onjuist”

De topman van de Staatsveiligheid reageerde in de studio op de storm van kritiek waar zijn dienst de voorbije twee weken aan blootgesteld werd. De uitspraken van sp.a-Kamerlid Renaat Landuyt, die pleit voor de afschaffing van de Staatsveiligheid, en oud-justitieminister Philippe Moureaux (PS), die zei dat de medewerkers van de dienst “vaak werken op basis van geruchten en altijd spelletjes aan het spelen zijn”, noemde Winants “onbegrijpelijk, fundamenteel onjuist en ongehoord”.

Hij kan er niet bij dat ze niet inzien dat er een fundamenteel verschil is tussen het werk van de Staatsveiligheid en dat van de politiediensten. “Wij speuren geen daders op. Wij doen totaal ander werk dan de politie.”

“Bijzonder gevaarlijk”

Dat het debat nu gaat over “de existentie” van de Staatsveiligheid verbaast Winants. “We hebben dit 25 à 30 jaar geleden al gehad.” Hij noemt het “de natte droom van bepaalde politieke partijen om de dienst af te schaffen” en vindt de discussies van de voorbije dagen “bijzonder gevaarlijk”. “Dit wordt en moet niet worden gezegd, maar wij lagen de voorbije 25 jaar aan de basis van het oprollen van heel wat netwerken”, verdedigde hij het werk van de Staatsveiligheid.

Winants kwam ook nog eens terug op de gelekte fenomeenanalyse van organisaties als Scientology. Hij herhaalde dat het niet de politici zijn die gevolgd worden, maar dat hun naam wel in rapporten voorkomt als ze gecontacteerd worden door die organisaties. “Ik geef toe, men kan erover discussiëren dat dat moest worden gemeld”, kwam hij enigszins aan de kritiek tegemoet.

“Zeer transparant”

De Staatsveiligheid is voor de rest zeer transparant, zei Winants. “Wij publiceren een jaarverslag waarin we uitleggen wat we doen, we nemen deel aan colloquia, we geven interviews. En als ik lees dat er onvoldoende controle is: we hebben een interne controle, het Comité I en de BIM-commissie (die toeziet op de toepassing van de wet op de Bijzondere Inlichtingenmethoden, red.).” Wel vindt Winants dus dat de vijf senatoren van het Comité I een veiligheidsmachtiging zouden moeten krijgen.

Bron » De Morgen

“Schaf de Staatsveiligheid af”

Sp.a-justitiespecialist Renaat Landuyt pleit voor een afschaffing van de Belgische inlichtingendienst. “Die harkt toch maar krantenknipsels en roddels bijeen.” PS-senator Philippe Moureaux ziet alvast geen graten in het voorstel van de Vlaamse socialist.

Landuyt is sinds begin dit jaar burgemeester van Brugge. Maar de advocaat staat vooral bekend als justitiespecialist van zijn partij. De Staatsveiligheid functioneert na enkele hervormingen volgens hem al iets beter dan vroeger. “Maar niet in die mate dat ik ervan onder de indruk ben”, klinkt het.

“Ik vraag mij echt af of we een instelling zoals de Staatsveiligheid nodig hebben. In een democratie is er nood aan transparantie. Geheime organisaties zoals onze inlichtingendienst zijn niet meer van deze tijd. De dienst dateert nog uit een tijd dat staten in de eerste plaats vijanden van elkaar waren. Concurreren met die paar inlichtingendiensten in de wereld die er wel toe doen, kunnen we niet.”

Het argument dat je een inlichtingendienst nodig hebt om gevaarlijke organisaties en potentiële terroristen op te volgen, houdt volgens de Vlaamse socialist geen steek. “Net alsof we een Staatsveiligheid nodig hebben om ons tegen terrorisme te beschermen. Dat is eigenlijk opsporingswerk. Het federale parket kan en moet dat doen.” Door de Staatsveiligheid af te schaffen, kunnen het federale parket en andere opsporingsdiensten worden versterkt. “Die zullen in elk geval nuttiger werk verrichten dan een dienst die toch maar krantenknipsels en roddels bijeenharkt.”

Moureaux, PS-senator en minister van Staat, zal naar eigen zeggen niet minder goed slapen als de Staatsveiligheid verdwijnt en het parket meer macht krijgt. “Ik ben destijds als minister van Justitie verantwoordelijk geweest voor de instelling. Veel respect heb ik nooit voor die mensen gehad”, klinkt het.

“Ze werken vaak op basis van geruchten en zijn altijd aan spelletjes te spelen. Ik heb dat eerlijk gezegd altijd een beetje miserabel gevonden.” Door een gebrek aan middelen zijn de agenten van de Staatsveiligheid eigenlijk niet meer dan veredelde scouts, stelt de Franstalige socialist. “Het beste voorbeeld daarvan is het rapport over politici die betrokken zouden zijn bij Scientology.”

Groen wil de bevoegdheden van het Comité I, dat toezicht houdt op de inlichtingendiensten, uitbreiden. “Het Comité I moet niet alleen automatisch inzage krijgen in alle rapporten van de Staatsveiligheid, maar ook onverwachte plaatsbezoeken kunnen verrichten”, benadrukt Kamerlid Stefaan Van Hecke. “Het parlement moet de Staatsveiligheid controleren en niet andersom.

Van Hecke sluit zich aan bij de vraag van N-VA om een openbare hoorzitting te organiseren met Alain Winants, de topman van de Staatsveiligheid en minister van Justitie Annemie Turtelboom (Open Vld). Volgens N-VA-Kamerlid Ben Weyts hebben “publiek en parlement het recht om minstens te weten welke regels en criteria de Staatsveiligheid hanteert bij de beslissing om politici en partijen te volgen.”

Bron » De Morgen

Groen wil bevoegdheden Comité I uitbreiden

Het Comité I, dat toezicht houdt op de inlichtingendiensten, moet automatisch inzage krijgen in alle rapporten van de staatsveiligheid en onverwachte plaatsbezoeken kunnen verrichten. Dat stelt Kamerlid Stefaan Van Hecke (Groen), die zich aansluit bij de vraag van N-VA om een openbare hoorzitting te organiseren. “Een grondig debat over de wijze waarop de controle op de inlichtingendiensten strikter kan worden georganiseerd, is noodzakelijk”, vindt Van Hecke.

“Het parlement moet de Staatsveiligheid controleren en niet andersom. De bevoegdheden van het Comité I moeten daarom worden uitgebreid. De waakhond moet scherpere tanden krijgen”, stelt het groene Kamerlid. “Alleen een slagkrachtig Comité I kan garanties leveren dat de staatsveiligheid binnen haar wettelijke opdracht blijft”.

Van Hecke wil ook dat er meer parlementsleden zetelen in de parlementaire begeleidingscommissie. Momenteel zijn enkel de grootste partijen vertegenwoordigd. “Slechts vijf senatoren van de vier grootste partijen kunnen controle uitoefenen op de inlichtingendiensten. Dat is onvoldoende om van een grondige democratische controle te kunnen spreken”, luidt het.

Bron » De Morgen