Jacht op lekkende politici geopend

De Wetstraat mest de stal uit. Na de mandatenkoningen komen nu de al te loslippige parlementsleden in het vizier. Zowel de onderzoekscommissie 22/3 als die naar Kazachgate kreeg al te maken met perslekken. Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) herhaalde begin deze maand in Knack zijn voornemen om lekken strenger te bestraffen. “Zij kunnen de veiligheid van de staat in gevaar brengen.”

De PS wil nog een stap verder gaan. Kamerfractieleidster Laurette Onkelinx – zelf lid van de commissie 22/3 – pleit voor een ander statuut voor parlements­leden die in een onderzoekscommissie zetelen. “Het lijkt me niet meer dan logisch dat de commissarissen in kwestie hun parlementaire onschendbaarheid of immuniteit verliezen voor de duur van de onderzoekscommissie, wel alleen voor zaken die betrekking hebben op het onderzoek. Ze moeten dan ook de eed afleggen, zodat ze in het geval van lekken vervolgd kunnen worden voor meineed.”

De onderzoekscommissie 22/3 besliste begin deze week om de vaste toezichtscomités P (politie) en I (inlichtingendiensten) een onderzoek te laten voeren naar recente perslekken van documenten die verband houden met de aanslagen in Zaventem en Maalbeek. Volgens de leden van de commissie zijn die immers contraproductief en misleidend.

De RTBF toonde vorige vrijdag fragmenten uit het geheime rapport over de veiligheidsarchitectuur dat momenteel in de commissie wordt besproken, fragmenten die intussen (deels) achterhaald zouden zijn. Maandag besliste de commissie om de oorsprong van deze lekken te onderzoeken, “gezien zij geclassificeerde informatie bevatten”. De bedoeling is vooral om een ‘signaal’ te stellen, luidt het.

Bron » De Standaard

Kamer keurt uitbreiding bijzondere methoden inlichtingendiensten goed

De Staatsveiligheid zal binnenkort ook uitzonderlijke methodes, zoals hacking of telefoontaps, kunnen gebruiken voor het opvolgen van extremistische groeperingen of haatpredikers en voor contraspionage. De Kamer heeft vandaag het wetsontwerp goedgekeurd dat de bijzondere inlichtingenmethodes (BIM) uitbreidt. PS en cdH onthielden zich, terwijl de groenen en PVDA tegen stemden.

Het wetsontwerp van minister van Justitie Koen Geens (CD&V) en minister van Defensie Steven Vandeput (N-VA) geeft de inlichtingendiensten – de Staatsveiligheid en de ADIV, de militaire inlichtingendienst – meer slagkracht. ADIV krijgt daardoor een duidelijkere rol in de strijd tegen terreur.

Concreet zullen ze onder bepaalde voorwaarden ook bijzondere methodes kunnen gebruiken in het buitenland. Telefoontjes naar het buitenland zullen bijvoorbeeld ook afgeluisterd kunnen worden.

De inlichtingendiensten krijgen de mogelijkheid om gebruik te maken van fictieve identiteiten om hun agenten te beschermen. Er wordt een nieuwe specifieke methode ingevoerd om de inlichtingendiensten de mogelijkheid te bieden om vervoers- en reisgegevens te vorderen.

Voorts wordt het arrest van het Hof van Cassatie dat telecomproviders die in België actief zijn verplicht zijn mee te werken door het wetsontwerp wettelijk verankerd.

Kritiek

Bij de oppositie rezen vragen over de wetswijziging waardoor de inlichtingendiensten informatie pas na 50 jaar aan het Koninklijk Archief moeten overmaken. Die termijn lag al op 50 jaar voor ADIV, maar zal nu ook gelden voor de Staatsveiligheid. Momenteel geldt daar nog een periode van 30 jaar.

Stefaan Van Hecke (Groen) verwees naar het onderzoek naar de Bende van Nijvel. Door een wetswijziging verjaart dat onderzoek pas na veertig jaar. “Tel daar nog eens vijftig jaar bij en je zit aan negentig jaar. Dat is wel wat lang”, aldus Van Hecke.

Het belangrijkste probleem is voor Van Hecke dat geklassificeerde documenten al die tijd niet toegankelijk zijn voor onderzoekers. Minister van Defensie Steven Vandeput preciseerde dat dit wel het geval is, mits een veiligheidsmachtiging.

De groenen stellen daarom voor een nieuwe wet in het leven roepen die de deklassificatie regelt. Zo zou bijvoorbeeld op het moment van de opmaak van een document een termijn worden vastgelegd, afhankelijk van de graad van geheimhouding. Die zou bij het aflopen van de termijn eventueel kunnen worden verlengd.

De oppositie stelde zich ook vragen bij de mate waarin het Comité I, dat de inlichtingendiensten controleert, zijn controlefunctie met de huidige middelen zal kunnen waarmaken, eens de nieuwe methoden helemaal ingeburgerd zijn.

Bron » Het Laatste Nieuws

Geens geeft ‘mollen’ Staatsveiligheid meer speelruimte

De informantenwerking wordt een aparte specialisatie binnen de Staatsveiligheid. Inspecteurs moeten zich exclusief focussen op de zoektocht naar informanten. Die ‘mollen’ zullen ook verder mogen gaan dan nu.

In de strijd tegen terreur zijn menselijke bronnen vaak van cruciaal belang voor de Staatsveiligheid. ‘Maar de inspecteurs die werken rond ‘human intelligence’ (inlichtingen verzamelen via personen, red.) moeten te veel tijd besteden aan andere activiteiten’, vindt minister van Justitie Koen Geens (CD&V). ‘De zoektocht naar informanten die kwaliteitsvolle informatie kunnen aanbrengen, de echte rekrutering én de behandeling is eigenlijk een permanente activiteit.’

De informantenwerking wordt dan ook een aparte specialisatie binnen de Staatsveiligheid. De inlichtingendienst wordt daarvoor hervormd. De inspecteurs die exclusief rond informanten werken, krijgen een extra opleiding. Geens komt daarmee tegemoet aan de problemen die de Staatsveiligheid heeft gekend met informanten. De vorige baas van de Staatsveiligheid maakte in de parlementaire onderzoekscommissie naar de aanslagen van 22 maart duidelijk dat de informantenwerking een ondergeschoven kind was. Ook het Comité I, dat toezicht houdt op de inlichtingendiensten, had zich daar al kritisch over uitgelaten.

Strafbare feiten

Er moet ook meer duidelijkheid komen over de grijze zone waarin informanten nu dikwijls werken.

Die ‘mollen’ komen uit extremistische milieus. De Staatsveiligheid rekruteert die mensen dus wanneer er (nog) geen sprake is van criminele feiten, zoals aanzetten tot geweld of ronselen van strijders. Maar de inlichtingendienst merkt hoe snel die extremistische groeperingen kunnen afglijden naar een terreurgroep die bijvoorbeeld terrorisme financiert, jongeren rekruteert of in het ergste geval een aanslag beraamt. De informant én de inspecteur van de Staatsveiligheid met wie hij in contact staat, begeven zich dan op glad ijs.

‘In principe zijn ze dan strafrechtelijk aansprakelijk voor hun betrokkenheid bij die criminele feiten. Vaak is de enige oplossing de informant terug te trekken uit het netwerk waarin hij was geïnfiltreerd’, klinkt het bij Geens. Maar daardoor mist de Staatsveiligheid ook informatie over een terreurgroep. Daarom komen er soepeler regels over hoe ver de informant mag gaan.

‘Het is een afweging tussen de noodzaak voor een informant om in een netwerk te blijven en de ernst van criminele feiten die hij pleegt’, aldus Geens. De toelating voor informanten om te mogen deelnemen aan criminele activiteiten ligt wel zeer delicaat. ‘We zullen nu bekijken hoe we dat evenwicht kunnen vinden en dan met een wetsvoorstel naar het parlement gaan.’

Bron » De Standaard

Comité P weerlegt financiële problemen: “Wij zitten niet in geldnood”

Het Comité P, dat de politiediensten controleert, zit niet in geldnood. Dat staat in een persbericht te lezen. Het controleorgaan verzekert zelfs dat het voldoende middelen heeft voor de uitvoering van zijn kernopdrachten. Bovendien heeft het naar eigen zeggen “begrepen dat er voor de toekomst garanties zijn dat die kernopdrachten onverminderd zullen kunnen worden uitgevoerd”.

De krant ‘De Tijd’ schrijft vandaag dat het Comité P in geldnood verkeert en bepaalde wettelijke opdrachten daardoor niet meer kan uitvoeren. De krant citeert onder meer Kamervoorzitter Siegfried Bracke, die in een verslag van de Kamercommissie zegt dat “de toestand na 2017 problematisch is”.

Het Comité P (VCP) heeft in een kort persbericht gereageerd. “Het VCP bevestigt dat de dotaties die voor 2017 zijn voorzien en ingeschreven, voldoende zijn voor de uitvoering van de kernopdrachten. Het VCP heeft bovendien begrepen dat er voor de toekomst garanties zijn dat de kernopdrachten onverminderd zullen kunnen worden uitgevoerd”, luidt het.

Samensmelting

Het Comité gaat ook kort in op de suggestie van Bracke voor een samensmelting van het Comité P met het Comité I, het orgaan dat de inlichtingendiensten controleert.

“Het VCP is ervan overtuigd dat er in de toekomst synergieën mogelijk zijn met andere instellingen, zonder daarbij onze eigenheid uit het oog te verliezen”, luidt het cryptisch. “Het VCP kijkt met vertrouwen naar de toekomst en hoopt een serene houding van eenieder in dit debat.”

Bron » De Morgen

“Staatsveiligheid en politie werken wél samen”, zegt Geens

Dat er geen samenwerkingsakkoord gesloten is tussen de Staatsveiligheid en de politie, wil volgens minister van Justitie Koen Geens (CD&V) niet zeggen dat beide diensten niet met elkaar samenwerken.

In zijn nieuw jaarverslag waarschuwt het Comité I, het controleorgaan voor de inlichtingendiensten, dat zowel de Staatsveiligheid als de militaire inlichtingendienst nog altijd geen samenwerkingsakkoord met de politie heeft gesloten en dat een en ander ‘een grote tekortkoming in ons veiligheidssysteem is’. Dat meldt de krant De Tijd.

In een reactie wijst minister van Justitie Koen Geens (CD&V) erop dat de samenwerking tussen de politie en de Staatsveiligheid (de VSSE) in diverse rechtsnormen geregeld wordt.

Hij verwijst naar het Plan Radicalisme van de Nationale Veiligheidsraad, naar de omzendbrief die hij samen met minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) opstelde betreffende de informatie-uitwisseling rond en de opvolging van de foreign terrorist fighters afkomstig uit België, de creatie van een gemeenschappelijke databank foreign terrorist fighters en zijn eigen Actieplan Radicalisering in gevangenissen. ‘Al deze akten bepalen hoe de politie en de VSSE samenwerken en binnen welke domeinen’, luidt het op het kabinet-Geens.

De minister maakte naar eigen zeggen ook al heel wat werk van de vele aanbevelingen die het Comité I de voorbije jaren deed. Zo werd de samenwerking tussen de inlichtingendiensten en de buitenlandse zusterdiensten dit jaar nog via een richtlijn van de Nationale Veiligheidsraad geregeld.

Bovendien zitten in het BIM-wetsontwerp (bijzondere inlichtingenmethoden) heel wat zaken vervat die rekening houden met de aanbevelingen van het Comité I, aldus Geens. Hij somt onder meer de herinvoering van de notificatieplicht op – die personen informeert die het voorwerp hebben uitgemaakt van een BIM -, de verbetering van de regels voor observatie en doorzoeking, het invoeren van de procedure voor hoogdringendheid om bepaalde strafbare feiten toe te laten in het kader van BIM’s en het mogelijk maken van bepaalde BIM-methoden in het buitenland. Dat laatste geldt enkel voor de militaire inlichtingendienst ADIV.

Bron » Knack