Aanbevelingen Comité P te vaak genegeerd

De aanbevelingen van het Vast Comité van Toezicht op de Politiediensten, beter bekend als het Comité P, raken zelden of nooit uitgevoerd. Kamerlid Ludwig Vandenhove van sp.a doorploegde de jaarverslagen en maakte een blunderboek van niet nageleefde adviezen.

“De ministers plukken er enkel uit wat in hun kraam past”, zegt Vandenhove, die zelf lid is van de externe controleur van de politie. Zo wordt onvoldoende controle uitgeoefend op de lokale databanken van de politie, schiet de tuchtwet te kort en vergaren agenten in spe te weinig kennis over hun eigenlijke job.

Talloze eenheden binnen de politie bezitten nog steeds ad-hocdatabanken over drugs, prostitutie, bewakingscamera’s, jeugdcriminaliteit of interne controles. Bij die databanken is het totaal onduidelijk of de gegevens al dan niet doorgegeven worden aan de Algemene Nationale Gegevensbank (ANG) of gemeld zijn aan de controleorganen van de politie.

“Niemand heeft enig idee van de inhoud van die databanken, laat staan dat de waarde ervan gekend is”, zegt Vandenhove. “Dat verontrust het Comité al jaren, maar er gebeurt niks. Nochtans stelt zich hier een overduidelijk probleem met de privacy. Meer zelfs; die databanken getuigen van manifeste onwettelijkheid.”

Dat politiemensen vaak in de databanken rondneuzen, als ze er om louter professionele redenen niks te zoeken hebben, kan evenmin door de beugel. “Dit is slechts één element van de noodzaak tot meer interne controle die het Comité P door de jaren heen heeft aanbevolen”, zegt Vandenhove.

“De actuele circulaire dateert uit 1994 en is compleet verouderd.” Toenmalig minister van Binnenlandse Zaken Antoine Duquesne (MR) kondigde eind jaren negentig al een nieuwe versie aan van die omzendbrief, al zijn opvolgers deden hetzelfde. De update werd echter nooit verzonden.

Bron » De Morgen

Comité P onderzoekt fraude van politie bij wapenwet

Het Comité P, het controleorgaan van de politiediensten, onderzoekt of politiemensen gesjoemeld hebben met het wapenregister tijdens en na de “regularisatieperiode” voor wapens zonder vergunning. Dat melden Gazet van Antwerpen en Het Belang van Limburg zaterdag.

Burgers die op 9 juni 2006 een vuurwapen bezaten zonder daarvoor een vergunning te hebben, konden dat straffeloos inleveren bij de politie tot 31 oktober 2008.

In deze “regularisatieperiode” werden sommige politiemensen plots eigenaar van heel wat meer vuurwapens. Het Comité P onderzoekt of agenten illegale vuurwapens voor zichzelf hebben gehouden en achteraf in het wapenregister, waar ze toegang toe hebben, zelf een en ander hebben “aangepast”.

Volgens het Comité P steeg in de regularisatieperiode bij 655 agenten het aantal vuurwapens in privébezit aanzienlijk. Deze agenten bezaten in 2006 18,9 procent van alle vuurwapens die privé in handen waren van politiemensen, halverwege 2009 was dit al 34 procent. Bijna 130 politiemensen werden in de regularisatieperiode eigenaar van vijf vuurwapens of meer, één zelfs van 223 stuks.

De meeste zaken moeten nog worden onderzocht, maar halverwege 2009 telde het Comité P dertig dossiers waarin politiemensen hun functie hadden misbruikt.

Het Comité wil daarom dat politiemensen, die verantwoordelijk zijn voor de controle van het wapenbezit, zelf geen interesse in wapens hebben. Het Comité wil voorts dat de toegang tot het Wapenregister wordt beperkt en dat de korpschefs meer toezicht houden op personeel dat wapenbezit controleert.

Bron » De Standaard

Bart Van Lijsebeth officieel voorzitter Comité P

De Kamer heeft vandaag Bart Van Lijsebeth aangesteld tot voorzitter van het Vast Comité van toezicht op de politiediensten, het orgaan dat de politiediensten controleert.

Van Lijsebeth was al voorzitter ad interim en begint nu aan zijn eerste officiële mandaat. Van Lijsebeth leidde eerder de Staatsveiligheid en was procureur in Antwerpen. Hij trok begin dit jaar naar het Comité P, waar hij André Vandoren opvolgde. Die werd hoofd van het antiterreurorgaan OCAD.

Van Lijsebeth maakte het mandaat van Vandoren af en wordt nu officieel aangesteld tot voorzitter van het Comité P.

Bron » De Morgen

Speurder Demoerloose vrijgesproken van schenden beroepsgeheim

Walter Demoerloose, voormalig lid van de dienst Enquêtes van het Vast Comité P. en speurder in onder meer de zaak rond Freddy Horion en de Bende Van Nijvel, is vandaag vrijgesproken door de correctionele rechtbank van Gent. De 62-jarige speurder, die in maart 2008 ontslagen werd, stond terecht voor het lekken van een brief van Horion aan De Morgen en van details over verschillende gerechtelijke onderzoeken aan Humo.

Commissaris-auditor Demoerloose werd op 17 maart 2008 afgezet als lid van de dienst Enquêtes van het Vast Comité P., nadat hij de politievakbond VSOA had gemeld dat er een gerechtelijk onderzoek liep naar een van de leden van het Vast Comité. Volgens Demoerloose werd hij “buitengeschopt” door directeur-generaal Henri Berkmoes van het Comité P. omdat hij bepaalde wantoestanden aan het licht bracht.

Demoerloose maakte zich volgens het openbaar ministerie twee keer schuldig aan het schenden van het beroepsgeheim. Op 13 mei 2008 gaf hij in een interview in het weekblad Humo details over opsporings- en gerechtelijke onderzoeken waarin hij zelf betrokken was. Het ging onder meer over het onderzoek naar een man die overleed na een val uit een combi in Deurne en het overlijden van een Antwerpse diamantair bij een huiszoeking.

De tweede vermeende schending van het beroepsgeheim handelde over een brief die Horion aan Demoerloose schreef. In de brief beweert Horion dat hij een van de moorden waarvoor hij veroordeeld werd op zich had genomen, hoewel ze door een mededader was gepleegd. De brief maakte deel uit van een pv van een strafdossier en viel volgens de aanklager daarom onder het beroepsgeheim.

De verdediging vroeg de vrijspraak. Advocaat Piet Van Eeckhaut meende dat de feiten die Demoerloose bevestigde al zeer algemeen bekend waren in de pers. “Dit dossier had geklasseerd moeten worden. Als alle lekken in gerechtelijke onderzoeken even goed bestudeerd worden, zouden de speurders bijzonder veel werk hebben.”

Volgens de verdediging had de brief van Horion ook geen geheim karakter meer, omdat de feiten al verjaard waren. De rechtbank sprak Demoerloose vrij, maar motiveerde de uitspraak niet in de rechtszaal. Het is nog niet bekend of het openbaar ministerie in beroep gaat tegen het vonnis.

Bron » De Morgen

Ex-speurder voor rechter voor schending beroepsgeheim

Walter Demoerloose, voormalig lid van de dienst Enquêtes van het Vast Comité P en speurder in onder meer de zaak rond Freddy Horion en de Bende Van Nijvel, is vandaag voor de correctionele rechtbank van Gent verschenen voor het bekendmaken van geheimen ten nadele van het Comité P. De 62-jarige speurder, die in maart 2008 ontslagen werd, gaf in Humo details over verschillende gerechtelijke onderzoeken en lekte een brief van Horion aan De Morgen. Het openbaar ministerie wil Demoerloose de gunst van de opschorting geven, maar volgens zijn advocaat had hij nooit vervolgd mogen worden.

Commissaris-auditor Demoerloose werd op 17 maart 2008 afgezet als lid van de dienst Enquêtes van het Vast Comité P, nadat hij een mail naar de politievakbond VSOA had geschreven dat er een gerechtelijk onderzoek liep naar een van de leden van het Vast Comité. Volgens Demoerloose werd hij ‘buitengeschopt’ door directeur-generaal Henri Berkmoes van het Comité P omdat hij bepaalde wantoestanden aan het licht bracht.

De openbare aanklager verklaarde dat hij zich niet wil mengen in de “oorlog” tussen Demoerloose en Berkmoes, en dat het onderzoek in alle objectiviteit gevoerd werd. Demoerloose heeft zich twee keer schuldig gemaakt aan het schenden van het beroepsgeheim, zei procureur An Schoonjans. “Op 13 mei 2008 gaf de beklaagde in een interview in Humo details over opsporings- en gerechtelijke onderzoeken waarin hij zelf betrokken was. Hij bevestigde niet alleen informatie die al eerder verschenen was, maar gaf ook bijkomende nieuwe details.”

Het ging onder meer over de zaak rond adjunct-directeur-generaal Hans De Groote en een valse aangifte van gsm-diefstal, het onderzoek naar een man die stierf na een val uit een combi in Deurne en het overlijden van een Antwerpse diamantair bij een huiszoeking. Demoerloose had ook contacten met Kris Daels en Jean-Marie Dedecker van LDD, maar het openbaar ministerie heeft geen bewijzen dat de speurder aan hen professionele details lekte.

De tweede schending handelt over een brief die Horion aan Demoerloose schreef. In de brief beweert Horion dat hij een van de moorden waarvoor hij veroordeeld werd, op zich had genomen, hoewel ze door een mededader zouden gepleegd zijn. “De brief maakte deel uit van een pv van een strafdossier, maar Demoerloose scande de brief in en mailde hem naar journalist Douglas De Coninck van De Morgen“. De aanklager zette dan ook vraagtekens bij een artikel van 20 juni in De Morgen, net voor de inleidingszitting van het proces van Demoerloose, dat Horion vrijpleitte voor de moord aan de Gentse Vliegtuiglaan.

De advocaat van Demoerloose, meester Piet Van Eeckhaut, vindt de zaak “een surrealistische vervolging van een grote politieman”. De verdediging vraagt de vrijspraak en meent dat de feiten die Demoerloose bevestigde al zeer algemeen bekend waren in de pers. “Dit dossier had geklasseerd moeten worden. Als alle lekken in gerechtelijke onderzoeken evenveel bestudeerd worden, zouden de speurders bijzonder veel werk hebben.” Volgens de verdediging had de brief van Horion ook geen geheim karakter meer, omdat de feiten al verjaard waren. Uitspraak volgt op 30 september.

Bron » De Morgen