Walter De Smedt, ex-lid van het Comité I dat de inlichtingendiensten controleert, gelooft niet dat een audit van de Staatsveiligheid veel zal oplossen. ‘Er is gewoon onvoldoende controle op de dienst.’
De gepensioneerde Antwerpse strafrechter Walter De Smedt is een buitenbeentje. De vrijzinnige liberaal is niet alleen een notoir dwarsligger met uitgesproken meningen. Hij is ook de enige Belg die zowel zetelde in het Comité P dat de politiediensten controleert, als in het Comité I dat de inlichtingsdiensten onder de loep neemt.
“De Staatsveiligheid is bevoegd om organisaties als Scientology en Sahaja Yoga te volgen”, benadrukt De Smedt. “Net zoals ze bevoegd is om na te gaan of deze bewegingen in hun contacten met politici niet op ongeoorloofde wijze overheidsbeslissingen of wetgeving proberen te beïnvloeden. De vraag is wat de Staatsveiligheid vervolgens doet met informatie die ze bij het volgen van sekten verkrijgt over Belgische politici? Misbruikt de Staatsveiligheid die gevoelige informatie zelf om invloed of dwang uit te oefenen op politici?”
Dat is een analyse met een vrij hoog complotgehalte?
Walter De Smedt: “Er zijn de voorbije decennia wel meer vreemde zaken gebeurd. Over heel wat zaken bestaan geen bewijzen. Er zijn echter ook dossiers die grondig onderzocht zijn. Neem het dossier over baron Benoît de Bonvoisin. Die had in de jaren tachtig bij het Comité I een klacht neergelegd tegen de toenmalige topman van de Staatsveiligheid.”
“Reden: enkele nota’s waarin hij als ‘zwarte baron’ werd weggezet en zelfs achter de Bende van Nijvel zou zitten. Die nota’s hebben politieke gevolgen gehad. De Bonvoisin was immers een naaste medewerker van cdH-politicus Paul Vanden Boeynants en had met zijn rechtse beweging CEPIC groot succes bij de Brusselse middenstand. Door de nota’s van de staatsveiligheid werd De Bonvoisin politiek dood gemaakt. Wie zegt dat dit vandaag niet meer gebeurd?”
De Bonvoisin was toch niet echt koosjer?
“Ik denk dat de Staatsveiligheid terecht een oog op De Bonvoisin hield. Maar dat is iets helemaal anders dan fictieve rapporten fabriceren. Toen ik deel uitmaakte van het Comité I bleek uit ons onderzoek, net als uit de gerechtelijke onderzoeken trouwens, dat er geen enkel ernstig element aan de basis lag van de aantijgingen tegen de man. Geen enkel.”
“Vorige maand is de Belgische staat dan eindelijk veroordeeld om hem 100.000 euro morele schadevergoeding te betalen. Ik heb in dit dossier als lid van het Comité I een huiszoeking uitgevoerd bij de Staatsveiligheid. Daarbij zijn zogenaamde gereserveerde dossiers gevonden. Dossiers waarin vertrouwelijke informatie over politici en belangrijke beleidsmensen werd bijgehouden.”
Zijn die dossiers ooit gebruikt tegen iemand?
“Het Comité is nooit aan de weet gekomen of daar onbehoorlijk gebruik van is gemaakt. De politiek zat er wel verveeld mee. Om wat druk van de ketel te halen werd dan een audit gevraagd. Maar dat heeft nooit iets opgeleverd. Tegelijk werd de geheimhouding nog wat verhoogd.”
Is het niet normaal dat er na lekken gekeken wordt of de geheimhouding niet moet worden verhoogd?
“Op het moment dat de Staatsveiligheid zaken als geheim classificeert, kan niemand er iets mee doen. Want niemand mag die info uitbrengen. Ook niet als eruit blijkt dat er disfuncties zijn. Op de vraag van het Comité I wat de richtlijnen zijn om iets als geheim te kwalificeren, is nooit een antwoord gekomen. Het is dus handig om een geheel rapport als geheim te classificeren terwijl de wet voorschrijft dat het enkel voor gevoelige passages moet gebeuren.”
Waarom is het rapport over de sekten bijvoorbeeld geheim?
“Het stramien is altijd hetzelfde. Er komt een dossier in de pers dat vragen oproept, en meteen verschuift alle aandacht van de inhoud naar de vraag wie gelekt heeft. Ik vraag mij af wanneer politici eindelijk eens iets aan dit systeem gaan veranderen. Op dit moment is niemand daarin geïnteresseerd, terwijl men erin zou moeten geïnteresseerd zijn. Er is immers gewoon onvoldoende controle op de Staatsveiligheid.”
Bron » De Morgen