Belgische laboratoria verliezen DNA-analyse

Een bedrijf uit München zal de ongeveer 8.000 DNA-stalen per jaar van veroordeelden analyseren. Belgische laboratoria begrijpen niet waarom dat in Duitsland moet gebeuren, schrijft De Standaard vandaag. De beslissing van de regering om het Duitse laboratorium Eurofins Medigenomix Forensik vanaf volgend jaar alle stalen van veroordeelden te laten ontleden, moet een flinke besparing opleveren: 30 euro in plaats van de huidige 300 per analyse.

De jongste jaren schommelde de totale kost van DNA-analyses op vraag van het gerecht telkens tussen 8 en 10 miljoen euro. Doordat verschillende labs geaccrediteerd zijn en er te weinig controle is op het werk dat ze leveren, liggen de bedragen voor een analyse in ons land minstens drie keer hoger dan in de omringende landen.

Omdat vanaf volgend jaar de DNA-databank van veroordeelden bovendien sterk wordt uitgebreid, dreigden de kosten voor de genetische analyses nog verder op te lopen. Nu komt in die database enkel het genetisch materiaal van criminelen die een straf hebben gekregen voor zware gewelddelicten zoals gijzeling, aanranding of moord of brandstichting. Daar komt straks het DNA van onder meer inbrekers bij.

Het aantal DNA-analyses zal door die uitbreiding toenemen van 4.000 naar 8.000 per jaar. Om te voorkomen dat de uitgaven mee stijgen, organiseerde minister van Justitie Annemie Turtelboom een openbare aanbesteding op Europees niveau.

Het laboratorium Eurofins Medigenomix, dat gevestigd is in de buurt van München, haalt nu de opdracht binnen. “Wij vinden het spijtig dat de analyses naar het buitenland gaan”, vindt Jan De Kinder, directeur-generaal van het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie.

Bron » De Standaard

Nieuwe huiszoekingen in dossier-Bende van Nijvel

De speurders naar de Bende van Nijvel blijven zich vastbijten in het spoor naar extreemrechts. Daar zouden mogelijk de daders te vinden zijn van de moordpartijen in Delhaize-warenhuizen uit de jaren 80. Er zijn woensdag opnieuw huiszoekingen uitgevoerd in het kader van het onderzoek naar de Bende van Nijvel. Dat heeft de procureur des Konings van Charleroi, Pierre Magnien, gezegd.

De huiszoekingen werden uitgevoerd door de cel Waals-Brabant en de gerechtelijke politie van Charleroi. Bij wie ze plaatsvonden, raakte gisteren niet bekend. Wel bevestigde de procureur van Charleroi dat ze passen in de reeks van huiszoekingen die in februari begonnen. In februari vielen de speurders binnen op 21 plaatsen bij mensen die in de jaren 80 gelinkt waren met de extreemrechtse Westland New Post (WNP).

Eén van de 21 huiszoekingen toen vond plaats bij Christian Smets, die begin jaren 80 als agent van de Staatsveiligheid infiltreerde bij de WNP. Smets toonde zich achteraf op de sociale media bijzonder verontwaardigd over de huiszoeking.

De speurders zouden beschikken over nieuwe elementen, met name geschreven documenten en getuigenissen, met betrekking tot de gebeurtenissen van begin jaren tachtig, die er zouden kunnen op wijzen dat de daders toch in het extreemrechtse milieu moeten worden gezocht.

In juni voerden de speurders in hun zoektocht naar de extreemrechtse piste ook graafwerken uit in de tuin in Tildonk waar in de jaren 80 nazi-druïde Herman Wachtelaer en zijn vrienden bijeenkwamen voor hun heidense rituelen. De speurders zochten naar wapens en – eventueel zelfs – naar een lichaam. Bij Wachtelaer kwamen in de jaren tachtig ook veel WNP-militanten over de vloer. Onder anderen Paul Latinus, Michel Libert en Jean-François Calmette.

Tussen 1982 en 1985 vielen bij de aanslagen die aan de Bende van Nijvel worden toegeschreven 28 doden. De feiten werd nooit opgelost. Naast het spoor naar extreemrechts beschikken de speurders sinds begin dit jaar ook over een DNA-spoor dat toebehoort aan een onbekende man. Het is aangetroffen op een voorwerp uit een van de zakken die in november 1986 in Ronquières door duikers uit het kanaal Brussel-Charleroi werden opgevist.

Die zakken bevatten wapens en verscheidene voorwerpen die vooral verwezen naar de laatste overval van de Bende, op het Delhaize-warenhuis in Aalst. De speurders werken tegen de deadline, want in 2015 verjaren de misdrijven van de Bende sowieso.

Bron » De Standaard

Robotfoto op basis van DNA stapje dichterbij

Nederlandse onderzoekers hebben genen geïdentificeerd die de vorm van het gelaat beïnvloeden. Dat kan in de toekomst leiden tot robotfoto’s op basis van een DNA-staal. Zal een klein beetje DNA, gevonden op de plaats van een misdaad, ooit volstaan om een robotfoto van een verdachte te kunnen tekenen?

Er waren al genen bekend die van invloed zijn op de kleur van het haar, de ogen en de huid. En nu heeft een team van de Erasmus-universiteit in Rotterdam vijf genen gevonden die een invloed hebben op de vorm van het gelaat. Dat meldt New Scientist.

Een van de genen beïnvloedt de afstand tussen de ogen. Andere de lengte van de neus en de breedte van het gezicht tussen de jukbeenderen. Manfred Kayser, de leider van het onderzoek, geeft zelf toe dat we nog erg ver weg zijn van het DNA-robotportret. Maar hij noemt de ontdekking wel “een begin”.

De geïdentificeerde genen hebben slechts een klein effect op de vorm van het gelaat. Wellicht zijn er nog vele andere die eraan bijdragen, in een ingewikkeld samenspel. Kayser en zijn team hebben de gezichten van tienduizend Europeanen opgemeten, en gezocht naar relaties met het DNA van de proefpersonen. Een Amerikaans team publiceert binnenkort bijkomende resultaten.

Bron » De Standaard

Nieuwe zoekactie naar wapens Bende van Nijvel

De speurders die de misdaden van de Bende van Nijvel onderzoeken, zijn gisteren in Haacht begonnen met een grootschalige zoekactie in een natuurgebied. Ze zijn er vooral van overtuigd dat daar een aantal wapens of minstens wapenonderdelen van de Bende verstopt liggen. Ze hopen er ook een lijk te vinden van één van de daders wat voor een doorbraak in het onderzoek kan zorgen.

Het gerecht zette gisteren de grote middelen in voor een nieuwe zoekactie in het onderzoek naar de Bende van Nijvel. De Civiele Bescherming en de federale politie reden ’s ochtends vroeg al met grote graafmachines, kranen en kettingzagen naar de Wilde Heide, een bosrijk gebied in het Vlaams-Brabantse Haacht. De hele dag werden bomen omgezaagd en ook een vijver werd gedregd.

Wat de speurders er precies toe geleid heeft om in dit natuurgebied te beginnen zoeken naar nieuwe sporen van de Bende van Nijvel is niet helemaal duidelijk. Maar gerechtelijke bronnen bevestigen wel dat ze goede aanwijzingen hebben dat daar een deel van de wapens – of minstens een aantal wapenonderdelen – van de Bende verstopt liggen.

Bij eerdere zoekacties, in 1985 en 1986, werden op de oever van het kanaal in Ronquières al een groot aantal wapens gevonden. De speurders, die de reeks overvallen en 28 moorden van de Bende onderzoeken, troffen toen het in water twee grote zakken aan. Daarin stak onder meer een deel van de wapens, een hoop munitie én de brandkast van de Delhaize van Aalst.

Hoewel die spullen duidelijk toebehoren aan de Bende volstond het voor de onderzoekers niet om ze te identificeren. Ze zochten daarom twee jaar geleden met beter zoekmateriaal opnieuw het kanaal af naar de rest van de wapenonderdelen en nieuwe sporen. Maar dat was zonder enig succes.

Deze keer is het gerecht er wél van overtuigd dat ze goed zitten. Dat getuigt de grootschaligheid van de zoekactie in de bossen in Haacht, die maar liefst twee weken in beslag kan nemen. De speurders hebben nu onderzocht waar – de eerder gevonden – wapens vandaan kwamen en wie daar mogelijk ooit mee in contact is gekomen. En daarbij zijn ze dus uitgekomen in de Wilde Heide in Haacht.

Mogelijk ligt daar ook een lijk van één van de daders begraven, al is dat voor de speurders eerder ijdele hoop dan iets waar ze echt op rekenen. Toch zou de vondst van een lichaam en de rest van het wapenarsenaal van de Bende een doorbraak in het onderzoek betekenen.

Het staat in elk geval vast dat het speurdersteam naar de Bende van Nijvel niet stilzit. Vier maanden geleden maakte de bevoegde onderzoeksrechter Martine Michel nog bekend dat er een nieuw DNA-spoor werd ontdekt dat behoort aan ‘killer’. Ook dat spoor werd aangetroffen op een voorwerp dat in het kanaal van Ronquières werd opgevist. Maar of het DNA een rol gespeeld heeft in de nieuwe zoekactie in Haacht is niet duidelijk.

In de omgeving van het natuurgebied daar wordt wel verrast gereageerd op de nieuwe zoektocht. Buurtbewoners herinneren zich dat er op het perceel waar nu gezocht wordt – en intussen helemaal overwoekerd is – een tiental jaar geleden vreemde mensen woonden. Maar een link met de Bende lijkt er niet echt.

“Het ging om een aantal mannen en vrouwen die zichzelf Druïden noemden. Ze hielden zich vooral bezig met het onderhouden van een kruidentuintje. Al droegen ze wel vaak wapens en andere wapens bij zich. Maar plots waren ze verdwenen”, aldus een buurman.

Bron » Het Nieuwsblad

Hoge Raad voor Justitie: “Zaak Van Uytsel toont nut aan DNA-databank van verdachten”

Senatoren van N-VA, Open Vld en MR schaarden zich woensdag achter de aanbeveling van de Hoge Raad voor Justitie (HRJ) om zoals in de omringende landen ook het DNA-profiel van verdachten van zware misdrijven in een nationale databank op te nemen.

Inge Faes (N-VA) verwees in de commissie Justitie naar haar wetsvoorstel om een DNA-databank voor verdachten op te richten. De Hoge Raad voor Justitie (HRJ) lichtte woensdag het verslag van het onderzoek naar de werking van de gerechtelijke overheden in de zaak Annick Van Uytsel toe in de commissie Justitie van de Senaat.

Het verslag stelt dat de onderzoeksrechter en de parketmagistraten niets te verwijten valt. Zij waren niet op de hoogte van de fouten die er bij politioneel onderzoek gebeurden, zoals gebleken uit een onderzoek van het Comité P.

Toch doet de Hoge Raad een aantal aanbevelingen aan de politieke overheden en het college van procureurs-generaal. Zo pleit de raad voor het veralgemenen van het draaiboek voor de afscherming van de plaats delict. Nu hebben enkele parketten dergelijk draaiboek, maar het college van procureurs-generaal moet dat verplichten, aldus de HRJ.

Naast Faes schaarden ook Martine Taelman (Open Vld) en commissievoorzitter Alain Courtois (MR) zich achter de aanbeveling van de Hoge Raad. Advocaat-generaal Jean-Luc Cottyn, die het verslag toelichtte, zei dat twee of drie doden hadden vermeden kunnen worden als het DNA van Ronald Janssen beschikbaar was.

Cottyn vond persoonlijk dat men bij de geboorte DNA zou moeten afstaan. “Dat zou betekenen dat telkens er iets gebeurt, ook ik verdacht zou zijn”, vond PS-fractieleider Philippe Mahoux. Het wetsvoorstel van Faes houdt in dat binnen het Nationaal Instituut voor Criminologie en Criminalistiek een nieuwe DNA-databank wordt opgericht met het DNA van verdachten van ernstige misdaden.

Vandaag houdt de politie reeds de vingerafdrukken van verdachten onder elektronische vorm bij in een centrale databank, merkt de N-VA op. Om de rechten van de verdachten te garanderen staat de procedure onder toezicht van het openbaar ministerie en worden de stalen van codenummers voorzien zodat enkel de Nationale DNA-cel de identiteit kent.

Cottyn wees er ook op dat de relatie tussen pers en gerecht soms ontspoort. Er circuleren cd-roms met het volledige dossier van de zaak-Janssen, inclusief de autopsiefoto’s van de slachtoffers. Hun ouders zijn ongerust over wat hiermee zal gebeuren, aldus Jean-Luc Cottyn.

Bron » De Standaard