Audi van gangsterbroers opgevist uit kanaal: na negen jaar nieuw spoor in onwaarschijnlijk verdwijningsdossier

Speurders hebben eindelijk een belangrijk nieuw spoor te pakken in de zaak van Claude en Frédéric Hilger. De gangsterbroers verdwenen negen jaar geleden van de aardbodem en zijn wellicht opgelost in zuur. Krijgt het onwaarschijnlijke verdwijningsdossier toch nog een doorbraak?

Geen politieman in dit land die nog een cent gaf voor de slaagkansen van het onderzoek naar de verdwenen gangsterbroers Frédéric en Claude Hilger. Het duo, gekend van spectaculaire overvallen op geldtransporten, verdween op 8 maart 2016, goed negen jaar geleden. Frédéric (toen 52) en Claude (toen 50) woonden in die tijd in Antwerpen en zouden die avond een hapje gaan eten zijn in een pizzeria in Zaventem. Daarna zijn ze nooit meer levend gezien.

Het onderzoek schoot aanvankelijk nochtans goed op. Twee dagen na de verdwijning, op 10 maart 2016, doken speurders een bestelwagen op uit het kanaal in het Waalse Seneffe. Daarin vonden ze niet alleen een identiteitskaart van een van de broers, maar ook een voet in een schoen en doppen van bidons chemische producten. Speurders vermoedden dat de broers in zuur zijn opgelost, en dat het ging om een lugubere afrekening in het milieu. De broers werden ooit zelf verdacht van moorden waarbij hun slachtoffers in zuur werden opgelost. “Nu zijn ze met hun eigen wapens omgebracht”, klonk het bij speurders.

“Frusterend”

Na de vondst in het kanaal raakte het onderzoek in het slop. De daders en opdrachtgevers van de ‘zuurmoord’ op de gangsters bleven onvindbaar. “Een frustrerende zaak, omdat de dood van de broers in veel beruchte maar onopgeloste zaken een rol lijkt te hebben gespeeld”, klinkt het daarover in politiemiddens. Er kwam nog een opsporingsbericht met naast een foto van iedere broer ook de vraag om uit te kijken naar hun Audi met nummerplaat 1-JTU-799. Maar ook dat zorgde niet voor een doorbraak.

De broers werden ooit zelf verdacht van moorden waarbij hun slachtoffers in zuur werden opgelost. “Nu zijn ze met hun eigen wapens omgebracht”, klonk het bij speurders
Jaren gingen voorbij en de zaak raakte helemaal vast, tot twee weken geleden.

Bij een routineuze zoekactie in het kanaal van Vilvoorde eind maart, stootten speurders van de Cel Vermiste Personen ter hoogte van het viaduct op een autowrak. Dat lag op de bodem van het kanaal. Het voertuig werd bovengehaald en bleek zowaar de Audi te zijn van de broers Hilger. Het parket van Charleroi beaamt de vondst. “We kunnen bevestigen dat een Audi die toebehoord heeft aan de broers Hilger, teruggevonden is in het kanaal van Willebroek, ter hoogte van het viaduct van Vilvoorde”, stelt het parket in een mail. “In de auto zijn geen menselijke resten aangetroffen. Meer kunnen we voorlopig niet kwijt.”

Zuur verkocht

Toch hopen speurders hartsgrondig dat deze vondst uiteindelijk tot een doorbraak zal leiden. Want zoals gezegd, vermoeden politiemensen dat de moordenaars van de gangsterbroers ook de hand hebben in twee andere bizarre en onopgeloste zaken.

Zo is er de moord op Johan Verhaeghe, een drogist met een winkel in Schaarbeek. Speurders vermoeden dat hij zuur verkocht heeft aan de latere moordenaars van de broers. Op 3 mei 2016, nog geen twee maanden na de verdwijning van de broers Hilger, wachtte een onbekende Verhaeghe op toen die net voor middernacht met zijn auto de oprit van zijn woning in Kampenhout opreed. Nog voor hij kon uitstappen, kreeg Verhaeghe een nekschot.

Speurders vermoeden dat hij uit de weg is geruimd omdat hij te veel wist. In de week voor de moord op de broers zou drogist Verhaeghe 195 liter zwavelzuur verkocht hebben aan een onbekende die hem “royaal” vergoedde. De dop van een bidon zwavelzuur die in de bestelwagen lag die uit het kanaal van Seneffe gehaald werd, zou ook afkomstig zijn uit de winkel van Verhaeghe.

Bizarre aanslag

De tweede zaak die aan de ‘zuurmoord’ wordt gelinkt, is de bizarre aanslag op het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie (NICC), een belangrijke bewaarplaats voor bewijsmateriaal in criminele zaken. We zijn nog eens vier maanden verder. In de nacht van 28 op 29 augustus van datzelfde jaar 2016, niet lang nadat de voet en ander gevonden DNA-materiaal uit de bestelwagen bij het NICC werd binnengebracht, breken drie onbekenden het gebouw binnen. Op camerabeelden is te zien hoe ze eerst op het dak van hun auto klimmen, een raam inslaan en dan het gebouw binnendringen.

Daar plaatsen ze explosieven waarna ze terug naar hun auto gaan. Vanuit de achterklep van de wegrijdende wagen rolt een van hen een bobijntje af die de springlading tot ontploffing brengt, net zoals in films. De vleugel waar het DNA-materiaal van de broers – en mogelijk ook dat van de daders – ligt opgeslagen, gaat helemaal in vlammen op.

Net voor de brand kreeg het NICC een bizar telefoontje van iemand die het juiste dossiernummer van de zaak-Hilger gaf en vroeg waar precies het materiaal opgeslagen was. Speurders gaan ervan uit dat de daders het gemunt hadden op het DNA uit deze zaak – en dat dus de vermoedelijke moordenaars van de gangsterbroers ook hierin een hand hebben. Maar een dader is nooit gevonden, het onderzoek is inmiddels afgesloten.

Albanese bende

Blijft er nog de vraag van één miljoen. Wie heeft de broers Hilger doen verdwijnen en opgelost in zuur? Wie zit er bijgevolg ook achter de moord op de drogist en de brandstichting van het NICC?

De waarheid is dat gerecht en politie het niet weten. Er is geen gram bewijs gevonden in de twee belangrijke pistes die de revue gepasseerd zijn. De eerste piste is dat de broers overhoop lagen met een Albanese bende. Zonder dat we veel details kennen over de vete, zou de ruzie wel van dien aard geweest zijn dat de broers uit de weg moesten worden geruimd.

De tweede piste naar de opdrachtgevers is de spectaculairste. In 2014 zat de Fransman Mohamed Benabdelhak, toen Europa’s grootste drugsbaron, in de gevangenis in Sint-Gillis. De man staat gekend als nietsontziend en plande een ontsnappingspoging. Daarvoor zou hij, zo vermoeden de speurders, de broers Hilger, ervaren en schietgrage gangsters, gecontacteerd hebben. Op 13 april beukte een commando van vier personen de gevangenispoort in. Ze schoten in het rond en gijzelden zelfs even een verpleegster.

De ontsnappingspoging mislukte en het commando droop af. De broers zouden 100.000 euro gekregen hebben voor hun medewerking. Maar omdat de zaak mislukt was en omdat de broers geen andere pogingen meer wensten te ondernemen, viseerde de drugsbaron hen, zo denken de speurders. Ook voor die piste is er tot op heden geen spat bewijs gevonden.

Door de vondst van de auto in het kanaal van Vilvoorde hopen de speurders nu op een nieuwe impuls in het onderzoek naar de broers Hilger.

Bron » Het Nieuwsblad

Brand NICC leidt naar zware gangsters

Het gerecht zoekt de daders van de aanslag op het Nationaal Instituut voor Criminologie en Criminalistiek (NICC) in het zware gangstermilieu. En meer bepaald bij de (huur)moordenaars die de beruchte gangsterbroers Claude (50) en Frédéric (52) Hilger op 8 maart om het leven hebben gebracht.

Het lijkt er sterk op dat de daders van de brandaanslag op het NICC in de nacht van 28 op 29 augustus het bewijsmateriaal in een dubbele moord hebben willen vernielen. Dat bevestigen bronnen aan De Standaard. Het spoor loopt naar het hart van het zwaar banditismemilieu in ons land.

De laatste slag van de Hilgers

Op 10 maart van dit jaar vonden speurders in het kanaal Brussel-Charleroi in Seneffe een gestolen witte bestelwagen met daarin de restanten van beenderen. Die beenderen bleken na DNA-onderzoek van de beruchte ex-gangsters Claude en Frédéric Hilger te zijn. De rest van hun lichamen bleek helemaal opgelost te zijn in zuur. Het DNA bevestigde alleen maar de vermoedens die er al eerder waren. In de bestelwagen lag namelijk de identiteitskaart van één van de Hilgers.

De broers Hilger waren op 8 maart vanuit hun woonplaats in Wilrijk met hun Audi A6 vertrokken naar de pizzeria van hun vriend Luigi M. in Brussel. Maar daar kwamen ze nooit aan. Een groot mysterie, zo leek het. Tot twee dagen later de bestelwagen in Seneffe opdook met daarin de beenderen van de Hilgers. De Audi A6 is nog altijd spoorloos.

In het milieu gonst het van de geruchten dat de Hilgers nog één laatste grote slag wilden slaan. Maar blijkbaar zijn de zaken niet verlopen zoals de broers dat wilden.

In de bestelwagen lagen naast de beenderen volgens onze bronnen onder anderen ook nog een voet, een verbrande zool, een aantal kledingstukken en een reeks schroefdoppen die hoorden bij de flessen met zuur waarin de gangsters opgelost werden. Al die bewijsstukken werden overgedragen aan het NICC.

Een opvallend telefoontje

Daar, in het NICC, zou een werkneemster een paar dagen voor de brandaanslag een telefoontje hebben gekregen van een (nep)-politieman die vroeg in welk labo de bewijsstukken in de zaak Hilger zich bevonden. Het nietsvermoedende personeelslid gaf een antwoord aan de politieman die haar belde. Twee dagen later ging het bewuste labo in vlammen op.

Toeval of niet? Het parket van Brussel wil geen commentaar kwijt maar officieuze bronnen bevestigen dat de speurders de brandstichters inderdaad in de eerste plaatsten zoeken in de Hilger-zaak.

Professionele moord

De moord op de Hilgers gebeurde heel professioneel. De brandstichting in het Nationaal Instituut voor Criminologie en Criminalistiek (NICC) was dat in elk geval ook. De vier brandstichters ramden eerst het hek van het NICC met een gestolen auto. Een van de daders klom daarna op het dak van de wagen en sloeg met een hamer de ramen van het laboratorium stuk. Daarna gooide hij ook nog drie gasflessen naar binnen.

Zijn kompaan plaatste daarna voorzichtig een emmer binnen waarin een wit poeder of vloeistof zat. Allicht ging het om TATP, de springstof die de terroristen van Parijs en Brussel gebruikten. Vervolgens brachten de gemaskerde criminelen hun explosieve lading vanuit hun wagen tot ontploffing.

Ze gebruikten daarvoor een elektrische lont die ze vanuit het betrokken laboratorium tientallen meters hadden uitgerold tot achter de hoek van een gebouw. Of ze geslaagd zijn in hun opzet om het bewijsmateriaal in de zaak-Hilger te vernielen, blijft voorlopig een mysterie.

De Hilgers, anciens van het zwaar banditisme

Frédéric ‘Tic Tac’ Hilger (52) en zijn broer Claude (50) zijn – of beter gezegd waren – anciens van het zwaar banditisme. Ze werden allebei verschillende keren veroordeeld voor overvallen op geldtransporten en bankkantoren. Allebei zaten ze meer dan tien jaar in de cel. Ze werden zelf ook ooit verdacht van drie moorden in het gangstermilieu. Maar daar werden ze nooit voor veroordeeld.

Vijftien jaar geleden stopten de broers officieel met hun gangstercarrière. Ze schoolden zich om tot monteurs van stellingen. Maar allicht was dat ook maar schijn en hebben de broers hun oude leven nooit echt vaarwel kunnen zeggen.

Intussen bij het NICC

Het NICC krijgt sinds de brandstichting permanente bewaking van een privébewakingsfirma. Het NICC betaalt dat zelf van het budget dat eigenlijk bedoeld is om te betalen om wat het NICC geacht wordt te doen, namelijk sporenonderzoek. Het hekwerk wordt versterkt en er komen extra camera’s en bewegingsdetectoren.

Bron » De Standaard

“Brandstichting NICC diende om bewijsmateriaal van dubbele moord te vernietigen”

Bij de aanslag op het Nationaal Instituut voor Criminologie en Criminalistiek (NICC) wilden de daders mogelijk bewijsmateriaal vernietigen in de moordzaak op de Waalse gangsterbroers Hilger. Iemand die zich voordeed als politieagent belde op voorhand naar het NICC en vroeg de locatie van een bewijsstuk uit dat dossier.

Een hevige brand beschadigde in de nacht van 28 op 29 mei grote stukken van het NICC. Onder meer laboratoria waar kruitsporen, brandversnellers en kledingvezels werden onderzocht, liepen zware averij op. Meteen bleek dat de brand het werk was van criminelen.

Op camerabeelden was duidelijk te zien hoe de daders met een lichte bestelwagen door de toegangspoorten reden. Vervolgens parkeerden ze hun auto aan de vleugel met labo’s. Ze gooiden bidons met gas of benzine in het gebouw en verbonden een lont aan hun auto. Ze staken het vuur aan en verdwenen daarna met de noorderzon. Volgens de krant La Dernière Heure hadden de daders een duidelijk motief: bewijsstukken vernietigen in de mysterieuze moordzaak op de broers Hilger.

Opgelost in zuur

Even terug naar 8 maart van dit jaar. Die dag vertrokken Claude (50) en Frédéric (52) Hilger met hun Audi A6 bij hen thuis in Wilrijk. Daarna verdwenen ze plots spoorloos. Meteen verstuurde de politie een opsporingsbericht.

Pas dagen later vonden speurders de lichamen van de broers terug in het Henegouwse Seneffe. Speurders visten daar een gestolen bestelwagen uit het kanaal en vonden in de laadbak de resten van de Hilgers. De moordenaars hadden hun lichamen opgelost in zuur. Alles wees op een afrekening binnen het crimineel milieu.

De twee slachtoffers waren zelf geen doetjes. Ze pleegden in de jaren 90 verschillende overvallen op geldtransporten in de regio Charleroi en ontsnapten na hun arrestatie zelfs eens uit de gevangenis. Bovendien werd in 1987 in het huis van Frédéric Hilger ook het wapen gevonden van een politieman die gegijzeld was door de bekende gangster Patrick Haemers. De broers kregen destijds tot 10 jaar gevangenisstraf.

Na de moord op de beruchte gangsterbroers hadden de speurders één mogelijk spoor naar hun moordenaars. In de bestelwagen vonden ze immers ook een achtergelaten schoen. Volgens bronnen die La Dernière Heure contacteerde, wilden de NICC-brandstichters net dát bewijsstuk vernietigen omdat het mogelijk naar de daders zou leiden. Zo belde iemand kort voor de brand naar het instituut met een buitenlands nummer terwijl hij zich voordeed als een politieman uit Charleroi. Hij zou toen specifiek gevraagd hebben naar de locatie van de schoen.

Het NICC wou niks kwijt over de mogelijke piste. “Dit is een gerechtelijk dossier en we doen hier dus geen uitspraken over”, klonk het.

Bron » De Morgen

In zuur gedrenkte resten verdwenen gangsterbroers Hilger geïdentificeerd in Seneffe

Op 10 maart is uit het kanaal van Seneffe in Henegouwen een bestelwagen gevist waarin resten van menselijke beenderen gevonden werden die waarschijnlijk in zuur waren gedrenkt. Uit DNA-analyse is gebleken dat het gaat om Claude en Frédéric Hilger, twee broers met een zwaar gerechtelijk verleden. Dat meldt La Dernière Heure op basis van een gerechtelijk bron.

De twee broers waren sinds 8 maart vermist nadat ze thuis in Wilrijk vertrokken om in de regio Brussel/Zaventem op restaurant te gaan.

De twee vijftigers zijn geen onbekenden voor het gerecht: ze pleegden in de jaren 1990 verschillende overvallen in de regio Charleroi, ontsnapten na hun arrestatie zelfs eens uit de gevangenis van Jamioulx en werden voor hun misdaden destijds tot 8 en 10 jaar gevangenis veroordeeld.

In een huis van Frédéric Hilger werd in 1987 ook het wapen gevonden van een politieman die gegijzeld was door de bekende gangster Patrick Haemers.

Bron » Het Laatste Nieuws

Twee broers met zwaar gerechtelijk verleden verdwenen in Antwerpen

De afdeling Charleroi van het parket van Henegouwen is op zoek naar twee broers, Claude en Frédéric Hilger, die sinds 8 maart vermist zijn. Het duo vertrok thuis in Antwerpen om er in het Brusselse op restaurant te gaan.

De twee vijftigers zijn geen onbekenden voor het gerecht: ze pleegden in de jaren 1990 verschillende overvallen in de regio Charleroi, ontsnapten na hun arrestatie zelfs eens uit de gevangenis van Jamioulx en werden voor hun misdaden destijds tot 8 en 10 jaar gevangenis veroordeeld.

In een huis van Frédéric Hilger werd in 1987 ook het wapen gevonden van een politieman die gegijzeld was door de bekende gangster Patrick Haemers. Of het criminele verleden van de broers Hilger mogelijk iets te maken heeft met hun verdwijning, is echter niet bekend. Het parket geeft voorlopig geen commentaar.

De broers vertrokken op dinsdag 8 maart in de namiddag in een donkergrijze Audi A6 met kenteken 1-JTU-799 naar een restaurant in de regio Brussel/Zaventem. Sindsdien gaven ze geen teken van leven meer.

Bron » Het Laatste Nieuws