Zaak Front National uitgesteld

De elfde kamer van het Brusselse hof van beroep heeft maandag het proces tegen Daniel Féret, de voormalige voorzitter van het Front National, en zijn parlementair medewerker Georges-Pierre Tonnelier uitgesteld naar 18 mei 2005. De twee worden vervolgd voor aanzetten tot rassenhaat door het verspreiden van vlugschriften en verkiezingsprogramma’s.

In augustus al velde de rechtbank een tussenarrest. Het hof van beroep oordeelde toen dat de burgerlijke partijstelling van de Liga van de Rechten van de Mens, het centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding en de Beweging tegen Racisme, Antisemitisme en Xenofobie (MRAX) ontvankelijk was. Het Front National ging daartegen in cassatieberoep. Het hof moet het cassatiearrest op 22 december afwachten voor het proces kan worden verdergezet.

De voorzitter van de elfde kamer van het hof van beroep, Jean-Pierre Collin verlaat daarenboven de correctionele voor een burgerlijke kamer. Daardoor moeten alle debatten in de zaak worden overgedaan vanaf 18 mei 2005.

Bron » De Standaard

Bij het Front National loopt iedereen gillend weg

Gezocht: voorzitter van een politieke partij die in Franstalig België 8 procent haalt, groter is dan Ecolo en twee senatoren en een kamerlid telt. ‘Helaas stelde niemand zich kandidaat’, zucht senator Michel Delacroix van het extreem-rechtse Front National. ‘Omdat niemand heeft gezegd dat er verkiezingen waren!’, fulmineert die andere FN-senator, Francis Detraux. ‘Nee, mijnheer, ik stap niet uit de partij. Nog niet.’ Er was wel vaker hommeles bij Franstalig extreem-rechts, maar erger dan nu was het nooit.

Een weekendbijlage helpen volpennen, dat is stressen op donderdag en vrijdag, maar geeft soms zeeën van tijd aan het begin van de week. Ter redactie van Reporter zitten we hier op maandag wel eens met de vingers te draaien, nadenkend over wat we eventueel zouden kunnen gaan doen. Vertwijfeling. Heeft het allemaal nog wel zin? Wordt het niet eens tijd om aan een andere job te denken?

Maandag kwam dan dit bericht van het persagentschap Belga: ‘Het bureau van de Franstalige extreem-rechtse partij FN heeft maandag vastgesteld dat er geen kandidaturen binnen gekomen zijn voor het voorzitterschap van de partij. Het mandaat van huidige voorzitter Daniel Féret eindigt op woensdag 1 december.’

Oké, gedaan met lanterfanten.

We zijn nu maandag. De termijn verstrijkt woensdag. Kan ik mijn kandidatuur nog indienen?

Michel Delacroix, FN-senator en lid van het vierkoppige politiek bureau: “Ik denk niet dat wij uw kandidatuur kunnen aanvaarden. U werkt bij De Morgen, zo meen ik te hebben begrepen?”

Ja, en dan? U hebt niemand anders.

“Vergeet het maar. We doen het voorlopig met ons vieren. Maakt u zich geen zorgen (lacht).”

Aan welke voorwaarden moet een kandidaat voldoen?

“Geen specifieke, dacht ik. Er is niet zo direct iets dat me te binnen schiet. Trouw zijn aan onze idealen, dat wel, bijvoorbeeld.”

Er is behalve een voorzitter nog meer dat de vierde grootste partij van Franstalig België ontbeert. Een website, bijvoorbeeld. Tot voor kort had het FN er een: www.frontnational.be. Even proberen: ‘We are sorry to have to inform you this site has been administratively closed.’

Het was tot voor kort nochtans een pracht van een site, zo wordt ons verzekerd. Het werk van Olivier Dierick, een computerexpert die bij de verkiezingen van 13 juni 2004 nog enthousiast FN-lijsttrekker was in Waals-Brabant. Na een betwisting over een factuur van 29.000 euro en, in het verlengde daarvan, een geweldige ruzie met voorzitter Daniel Féret liet hij de site hermetisch sluiten.

Een partijsecretariaat die naam waardig heeft het FN niet. In de Elsense flat van Audrey Rorive, de vriendin van Féret, staan twee computers en een paar tafels. Dat is het zowat. Iets als een boekhouding heeft het FN evenmin. Spijtige zaak, want als politieke familie met verkozenen in zowel Kamer als Senaat, heeft het FN recht op een basisdotatie van 620.000 euro en daar bovenop nog eens 1,25 euro per uitgebrachte stem.

Halfweg oktober besliste de gemengde kamer- en senaatscommissie voor de verkiezingsuitgaven unaniem om de dotatie aan het FN voor drie maanden in te trekken. De partij was eerst vergeten een financieel verslag in te dienen en stuurde na een aanmaning iets op dat door de commissieleden wordt omschreven als “een vodje”. In het “verslag” werd enkel melding gemaakt van de verhoopte partijdotatie zelf, “een gift van anderhalve euro” en “financiële bijdragen van een veertigtal leden”.

Hoeveel leden telt het FN?

Michel Delacroix: “U mag niet vergeten dat er in Franstalig België mensen zijn die er liever niet voor uitkomen dat ze voor onze partij militeren. Dat begrijpt u toch?”

Ik vraag niet om hun namen, gewoon een ruwe schatting.

“Ik denk dat we kunnen spreken in termen van ’tientallen’. En wat die partijdotatie betreft: we zijn ons volop aan het organiseren opdat de boekhouding begin volgend jaar weer klopt. We hébben trouwens al dotaties ontvangen. De eerste eerste keer in januari.”

Er is één ding dat het Front National wel heeft: een patent. Dat is al zo sinds 1985. De zich toen nog op de titel van voorzitter-voor-het-leven beroemende dokter Daniel Féret (60) had bijtijds de opgang van Jean-Marie Le Pen in Frankrijk opgemerkt en een Belgisch ‘Front National’ opgericht. Met zowat dezelfde standpunten als het Vlaams Blok, en één verschil: bij het FN staat nationalisme gelijk aan Belgisch patriottisme.

In het zog van het Blok kende het FN begin jaren negentig enkele gouden jaren, met meer dan tachtig gemeenteraadsleden her en der in 1994, enkele kamerleden en een felbegeerde – want uiterst lucratieve – zetel in het Europees Parlement voor Daniel Féret hemzelve. Dat was de tijd van de alliantie met Marguérite Bastien, ex-magistrate in Brussel, ex-kabinetsmedewerker van wijlen justitieminister Jean Gol, welbespraakt, iemand van het establishment. Geen overbodige luxe.

Bij de installatie van de nieuwe gemeenteraad in Anderlecht bracht FN-verkozene Paul Cocriamont begin 1995 de Hitlergroet. Van een ander raadslid, Daniël Leskens, doken foto’s op waarop hij op grafzerken van joodse holocaust-slachtoffers stond te urineren.

Na een kletterende ruzie tussen Féret en Bastien viel Franstalig extreem-rechts uiteen in een niet te tellen veelheid van partijtjes met namen waar altijd een ‘F’ en een ‘N’ in voorkwamen, maar die nooit zouden tippen aan de originele brand. De initialen waarbij duizenden in verpauperde Waalse stadsdelen in het stemhokje blijven denken dat hun stem een stem is voor Jean-Marie Le Pen.

In antwoord op een zoveelste vraag uit België, kroop Le Pen op 3 oktober 2003 nog maar eens in de pen: ‘In antwoord op uw brief, meld ik u dat het Belgische Front National zich op geen enkele wijze kan beroepen op om het even welke steun van de beweging waarvan ik voorzitter ben.’

Er is al zo veel gebeurd met dat FN en Féret. De arts werd in 1985 geschorst vanwege het beoefenen van alternatieve geneeskunde. In 1986 liep hij een veroordeling (1 jaar cel) op wegens het verstrekken van een vals alibi aan de vrouw van een gangster die deelnam aan een hold-up. Klachten over onbetaalde FN-facturen (huurauto’s, drukkosten,…) bij diverse parketten. Féret werd al vervolgd voor inbreuken op de racismewet en hoorde op 22 juni van dit jaar voor het Brusselse hof van beroep door procureur-generaal Godbille twee jaar effectieve celstraf eisen en – erger – de ontbinding van de vzw Front National.

Het zijn niet dit soort akkefietjes die van Féret zelfs in extreem-rechtse kringen een controversiële figuur maken. Het is dat eindeloze geruzie met medestanders, altijd weer.

Terwijl alles er eind jaren negentig nog op wees dat het FN-finaal ten onder was gegaan aan interne strubbelingen, stond de partij er bij de parlementsverkiezingen van 18 mei 2003 plots weer. Percentages tot boven de 10 procent in door werkloosheid getroffen buurten in vooral de arme provincie Henegouwen. Verkozenen in Kamer en Senaat.

Och, niemand hoeft te vrezen dat het FN, zoals het Blok, gaat investeren in de uitbouw van een stabiele partijwerking, zo legde Férets ex-rechterhand Patrick Sessler vorig jaar in De Morgen uit. Sessler was jarenlang medewerker van Féret geweest in het Europees Parlement, waar die alleen naartoe ging om de royale zitpenningen op te strijken. “Waar hij zijn geld aan uitgaf? Een deel besteedde hij aan zijn oude muntenverzameling, de rest stak hij gewoon in zijn zak. Af en toe kocht hij een dure auto. Alfa Romeo en Ferrari en zo”, zegt Sessler.

Idem dito voor de twee verkozenen die het FN had in het Brusselse Parlement, aldus Sessler. Een van hen was Audrey Rorive (“het meisje kan amper lezen of schrijven”), de ander een gepensioneerde boekhouder: “Als ze moeten stemmen, vragen ze aan het Vlaams Blok welk knopje ze moeten indrukken.”

Het werd 13 juni 2004. Het FN voerde amper campagne, werd naar gewoonte doodgezwegen in de Franstalige media. Toch herhaalde het mirakel zich. Acht procent van de Franstalige stemmen, met pieken tot 16,9 procent in Charleroi, 11 in La Louvière, 10,9 in Bergen en 7 in Luik. Het FN is nu groter dan Ecolo, heeft vier verkozenen in de Brusselse Raad en nog eens vier in de Waalse.

Francis Detraux (58) uit Namen is senator voor het FN. Hij werd op 13 juni 2003 rechtstreeks verkozen en zal de verkiezingsnacht nooit vergeten. “Mijn vrouw (Jacqueline Merveille, DDC) en ik militeren sinds 1990 voor le Front. We hebben de gloriejaren meegemaakt, het verval, de wederopstanding. Jacqueline droeg sinds 1994 de titel van sécretaire générale. Ze is een kei in administratie en regelde zo ongeveer alles, zoals het altijd weer moeten verzamelen van de nodige handtekeningen om een lijst te kunnen neerleggen.”

Jacqueline Merveille: “Een hele onderneming. Hier in Wallonië is de vijandigheid ten aanzien van extreem-rechts nog altijd groot.”

Francis Detraux: “Nu goed, die avond hadden we dus afgesproken om de overwinning te vieren in een bistrot in Namen. Daar zat Daniel Féret, de grote winnaar van de verkiezingen, aan een tafeltje triest voor zich uit te staren. Hij is die avond in elkaar gestort. Niet van plezier, van droefenis. Het was, zo begrijp ik nu, helemaal niet de bedoeling dat we die senaatszetel zouden behalen. Dààrom had ik bovenaan de lijst mogen staan. Die zetel, dat was een totale verrassing. Féret had het succes van zijn eigen partij onderschat.”

Féret wou eigenlijk geen verkozene in de Senaat?

“Met Féret is het altijd hetzelfde. Alles draait om geld, geld en nog eens geld. Als hij had geweten dat er een senaatszetel inzat, had hij in Namen iemand uit zijn entourage bovenaan de lijst gezet.”

Dat is toch nog geen reden om te treuren?

“Toch wel. Zoveel verkozenen: dat was het begin van de deling van de macht. Die zat nu niet langer bij hem alleen geconcentreerd.”

Het succes van het FN was zo groot dat het naast Detraux via coöptatie een tweede senator mocht aanduiden. Dat werd dus Michel Delacroix, een blinde advocaat, in 1999 nog veroordeeld wegens illegaal wapenbezit. Na een huiszoeking in zijn woonst in Sint-Gillis, waar buren in 1994 door het af-en-aan-geloop van figuren in battledress de voorbereidingen van een of andere staatsgreep vermoedden. (Er werd ook beslag gelegd op 10 kilo nazi-literatuur, waarvan enkele stukken persoonlijk waren gesigneerd door wijlen nazi-collaborateur Léon Degrelle.)

Delacroix is een boezemvriend van Féret die tot zijn coöptatie niet zichtbaar actief was bij FN. Hij treedt wel geregeld op als raadsman voor de partij of voor Féret in persoon. “Iemand uit zijn directe entourage, kortom”, zegt Detraux. “Binnen de partij kreeg je na de verkiezingen van 2003 een schisma. De kliek van Féret versus de rest, door hem vaak hardop als ‘onze nuttige idioten’ omschreven.”

Dat is helemaal hoe Jacqueline Merveille zich voelt. Met een lichtelijk pathetische brief legde ze onlangs haar “functies neer” als sécretaire générale, om even later ontslag te nemen als lid van het FN tout court. Inmiddels blijven de dissidenties zich opstapelen. De laatste in de rij is Georges Tonnelier, jarenlang kopstuk en zelfverklaard “denker” bij het FN. In het jongste racismeproces zit hij zij aan zij met Féret in de beklaagdenbank, ook al scheldt hij hem dezer dagen uit voor het vuil van de straat en onderneemt hij pogingen om te worden aanvaard als lid van de MR, de Franstalige liberalen.

Ooit hoopt Jacqueline Merveille te begrijpen waarom Féret zoveel energie stopt in het manifest buiten pesten van medestanders. “Elf dagen voor de datum waarop we de lijsten moesten neerleggen voor de regionale en Europese verkiezingen van 13 juni ging ik Féret opzoeken. Ik had nog niks ontvangen: geen lijsten, niks. ‘Laat maar, doe ik zelf wel’, zei hij. Ik zei: ‘Dat wordt een soep.’ En dat werd het. Er stonden kandidaten uit Luxemburg op de lijst in Namen en omgekeerd. Alsof hij het met opzet deed.”

In Luik was FN’er Charles Pire verkozen voor het Waals Parlement. Op aandringen van Féret legde hij de eed af in het Duits, zodat hij kon zetelen in de Duitse Gemeenschapsraad en zich in de Waalse Raad kon laten opvolgen door Marc Levaux: een oud-militant van de fascistoïde knokploeg Agir. De man is al eens veroordeeld na inbreuken op de racismewet en is het voorwerp van een strafonderzoek naar mensenhandel in Luik.

De truc mislukte, maar het voorval maakt duidelijk wat in de ogen van Féret en co. de finaliteit is van een parlementair mandaat. Geld, dat ook. Juridische onschendbaarheid, dat vooral. Na het succes van 13 juni verhuisde Féret, verkozen in de Kamer, naar de Brusselse raad. Op het racismeproces voor het Brusselse hof van beroep schermde advocaat Delacroix met procedurele argumenten. Jaja, in de Kamer was de onschendbaarheid van Féret opgeheven, maar niet in de Brusselse Raad…

In de Kamer werd Féret vervangen door Paul Cocriamont, de man van de Hitlergroet, en ook al meer dan eens in de kijker lopend bij justitie.

“Door het geknoei met het adres van Pire hield het FN in de Franse Gemeenschapsraad uiteindelijk vier verkozenen over, daar waar het er vijf hadden moeten zijn”, zegt Merveille, die de wetteksten duidelijk beter kent dan de ex-voorzitter-voor-het-leven. “Ben je met zijn vijven, dan vorm je een fractie en heb je recht op een dotatie van 500.000 euro (te spreiden over vijf jaar, DDC). Die is het FN nu ook al kwijt. Wat ik u zeg: een soep.”

Francis Detraux: “Féret is erger dan een dictator. Hij is gewoon een smeerlap. Zet dat maar in de krant. Neem nu die voorzittersverkiezing. Geen kandidaten, wat een klucht. Niemand heeft ons gezegd dat er verkiezingen waren! Dat was geheim.”

U bent nog lid van het FN?

“Voorlopig wel.”

Voorlopig?

“Nee, mijnheer, ik stap niet uit de partij. Nog niet. Als ik lid blijf, heb ik recht op inzage in de boekhouding die tegen maart klaar zou moeten zijn met het oog op het terugwinnen van de partijdotatie in de Kamer en Senaat. Ik wil weten of het klopt dat Féret met het geld van de partij voor 30.000 euro software gekocht heeft voor zijn nieuwste hobby: digitale fotografie. Hij had misschien beter de factuur van die man met de website betaald. Er zijn nog van die toestanden.”

“Wij denken ernstig aan een klacht bij het gerecht. En als u echt een antwoord wilt: als Féret in maart nog wat te zeggen heeft bij het FN, dan stap ik eruit. Eén ding staat nu al vast. Wil het FN in 2007 in heel Wallonië lijsten neerleggen, dan volstaan de handtekeningen van twee senatoren. Zijn die er niet, dan moeten vijfduizend burgers worden gevonden om hun handtekeningen te zetten. Ik zeg u: zit Féret daar in 2007 nog, dan teken ik niét.”

De partij wordt nu geleid door een kwartet bestaande uit vertegenwoordigers van elk parlement: Delacroix, Cocriamont, Charles Petitjean (Waals parlementslid) en Daniel Féret. “Terwijl er in werkelijkheid niets verandert”, zegt Manu Abramowicz, FN-watcher van het tijdschrift Résistances. “Daniel Féret blijft de leider, nu misschien wat meer omringd door zijn luitenanten.”

Luitenant kun je geweest zijn, je kunt het ook weer worden. Patrick Sessler, een jaar geleden nog leverancier van smeuïge verhalen over Féret, is intussen weer toegetreden tot het FN. Hij was uitgeweken naar het Vlaams Blok als secondant van de Brusselse voorman Johan De Mol – een oude bekende trouwens van Cocriamont. Samen zaten ze eind jaren zeventig nog bij de terreurgroep Front de la Jeunesse. Sessler keerde naar de oude stal terug nadat een andere Franstalige Vlaams Blokker, gemeenteraadslid Paul Arku in Evere, in aanvaring was gekomen met de partij. Het was niet helemaal tot Arku doorgedrongen dat het Blok de creatie van een Vlaamse staat beoogt.

Arku raakte bij het FN meteen verkozen op een hoger echelon. Hij zetelt nu naast Féret, diens maîtresse en nog iemand in het Brusselse Parlement. Daar zet de FN-fractie de traditie verder. Ze doet niets. Het viertal zit er alleen maar bij om wat centen te vangen en onschendbaar te zijn.

Velen hebben al zitten dromen dat de Vlaamse geestesgenoten van het FN ook ooit zouden verworden tot zo’n chaotisch kluwen. “Dat zal nooit gebeuren”, zegt Jacqueline Merveille. “Als je midden in die partij zit, weiger je het te geloven, maar nu heb ik ze wel zitten bestuderen.

Die oude dossierstukken die op het internet circuleren over het verleden van Daniel Féret als agent van de Staatsveiligheid (op de site van de rivaliserende exteem-rechtse partij FNB, DDC). Hij zou al jaren zijn belast met de missie om alles naar zich toe te trekken, tussendoor persoonlijk financieel profijt te halen en altijd weer keet te schoppen. Zodat na elk succes de neergang volgt.”

“Ik weet niet wat ervan klopt, maar als je kijkt naar de praktijk is dit wel heel exact wat Féret al jaren doet.”

Tja. Wie is de good guy, wie de bad guy? Misschien is inderdaad om het even wie een betere leider van het FN dan hij die het twintig jaar lang was.

Bron » De Morgen

Er stelde zich geen kandidaat voor voorzitterschap FN

Het bureau van de Franstalige extreem-rechtse partij FN (Front National) heeft maandag vastgesteld dat niemand zich kandidaat heeft gesteld voor het voorzitterschap van de partij. Het mandaat van de huidige voorzitter, Daniel Féret, eindigt op woensdag 1 december.

Féret had te kennen geven dat hij zijn mandaat niet wenste te verlengen, aldus een mededeling van FN. De leiding van de partij zal worden waargenomen door het politieke bureau. De functie van voorzitter wordt dan verzekerd door een kwartet bestaande uit vertegenwoordigers van elk parlement: senator Michel Delcroix, kamerlid Patrick Cocriamont, Waals parlementslid Charles Petitjean en Brussels parlementslid Daniel Féret.

Bron » De Tijd

FN-voorman kan twee jaar krijgen

De openbaar aanklager heeft gisteren voor het hof van beroep van Brussel twee jaar effectieve gevangenisstraf gevorderd voor Daniel Féret, de voorzitter van het extreem rechtse Front National (FN). Hij wordt beschuldigd van aansporing tot rassenhaat door de verspreiding van pamfletten of verkiezingsprogramma’s.

Bij de opening van de zitting zei FN-senator Michel Delacroix, de advocaat van Féret, dat zijn cliënt sinds zijn verkiezing voor het Brussels Parlement op 13 juni parlementair onschendbaar is.

Férets onschendbaarheid werd destijds door het federale parlement opgeheven. Nu moet het Brussels Parlement zich over het dossier buigen, zei de advocaat. Procureur-generaal Jean-François Godbille repliceerde dat Féret nog geen ontslag genomen heeft uit het federale parlement en dus nog als een federaal parlementslid moet worden beschouwd.

Over de grond van de zaak gaf de procureur een bloemlezing van documenten van de hand van de FN-voorzitter waarin allochtonen gelijkgesteld worden met dieven, delinquenten, misdadigers en terroristen. Voorts worden Afrikanen als wilden in de brousse gekarikaturiseerd. De aanklager was verontwaardigd over ‘dit klimaat van rassenhaat en politiek geweld, dat aan een bepaalde periode herinnert (…)’.

Voorwaardelijk

Godbille eiste de ontbinding van de VZW Front National en de veroordeling van Georges Tonnelier, de vroegere medewerker van Frénet in het parlement, tot een voorwaardelijke gevangenisstraf.

Voor Frénet kan een voorwaardelijke straf niet meer, gezien de arts in 1986 al tot een jaar voorwaardelijk veroordeeld werd voor het afleveren van een vals doktersattest dat een alibi verschafte aan een delinquente die vervolgd werd voor een hold-up. Het proces wordt op 30 juni voortgezet.

Het Front National haalde op 13 juni bij de verkiezingen voor het Brussels Parlement 5,42 procent van de stemmen. Voor het Waals Parlement ging het FN met 8,12 procent van de stemmen lopen. Dat is meer dan dubbel zoveel als bij de regionale verkiezingen van 1999 en ruim 2,5 procentpunt meer dan bij de kamerverkiezingen van vorig jaar.

Bron » De Tijd

Extreem-rechts opent een front in het zuiden

Te midden van het gedruis over de opmars van het Vlaams Blok ging het nieuws wat verloren, maar aan de andere kant van de taalgrens heeft extreem-rechts ook een (kleine) doorbraak geforceerd. Het Front National van dokter Daniel Féret, tot vorige zondag goed voor een kamerlid en twee senatoren, beschikt nu over acht verkozen mandatarissen, vier in de Waalse Gewestraad en vier in het Brusselse Parlement. En dat betekent voor het eerst ook in Wallonië: flink wat overheidsgeld naar extreem-rechts.

“Onbegrijpelijk”, jammerden de Franstalige kranten toen Charles Petitjean aankondigde dat hij lijsttrekker werd van het Front National in Charleroi. “En dat voor een man wiens vader als verzetsstrijder is omgekomen in een Duits concentratiekamp en wiens moeder, tante en grootouders de titel ‘Juste parmi les nations’ hebben gekregen van het Yad Vashem-instituut, het permanente holocaustmuseum in Jeruzalem, wegens hun rol bij het redden van joden tijdens de Tweede Wereldoorlog.”

Voor een extreem-rechts partijtje zoals het Front National, dat wemelt van de holocaustontkenners, Hitler-adepten en aanbidders van Rex-leider Léon Degrelle, is Petitjean een grote en ogenschijnlijk niet voor de hand liggende vangst. De man heeft een indrukwekkende staat van dienst van meer dan 30 jaar bij de PRL, de voorloper van het huidige Mouvement Réformateur (MR).

Hij was senator, provincieraadslid en burgemeester voor die partij. Maar eind jaren negentig ging het mis. Petitjean sloeg de deur van de liberale partij achter zich dicht en stichtte Défi Libéral, een dissidente lijst die een paar keer zonder succes deelnam aan de verkiezingen. Vorig jaar ging Petitjean nog vruchteloos steun zoeken bij het Liberaal Appèl van Ward Beysen en de groep Blauw van Leo Goovaerts, de liberale dissidenten aan Vlaamse kant. “Er is nood aan een rechtse partij, zo niet zullen de mensen naar extreem-rechts vluchten”, luidde de redenering. Het bleken profetische woorden, die inmiddels in vervulling zijn gegaan.

Bij nader inzien is de overstap van Petitjean nochtans minder onlogisch dan men zou denken. Decennialang was Petitjean de ‘monsieur Afrique’ van de Franstalige liberalen. Hij speelde een sleutelrol in de ondoorzichtige wirwar van liberale, partijgebonden niet-gouvernementele organisaties die zich toeleggen op ontwikkelingssamenwerking en onderhield intensieve contacten met allerlei Afrikaanse en Arabische staatshoofden. Hij bewoog zich kortom in de schemerwereld van parallelle diplomatie en inlichtingendiensten.

Gedurende vele jaren werkte Petitjean in deze sector samen met Francis Dessart, een kleurrijke, bij het grote publiek vrijwel onbekende figuur. Dessart noemt zich professor en ambassadeur en bedacht zichzelf met talloze andere fantaisistische titels, maar fungeerde vooral als oplichter, spion en informant van westerse inlichtingendiensten. Sinds de jaren zestig stond Dessart in contact met de CIA, de World Anti-Communist League (WACL), de Moon-sekte en het Portugese ‘persagentschap’ Aginter Press, het beruchte bijhuis van de Portugese geheime dienst ten tijde van dictator Salazar en het zenuwcentrum van het extreem-rechtse terrorisme en de strategie van de spanning.

Petitjean en Dessart vonden elkaar in 1976, bij de oprichting van de vzw Amitiés Arabes, waarvan onder anderen ook Guy Mathot (PS) en Georges Clerfayt (MR) lid werden. Een paar jaar later werden ze beiden stichtende leden van het Mouvement pour les Etats-Unis d’Europe, en er volgden nog een hele reeks andere verenigingen en neporganisaties.

Petitjean loodste zijn medewerker binnen bij wat toen nog de PRLW heette en bezorgde hem een job bij Delipro, een organisatie voor ontwikkelingssamenwerking waarvan Petitjean voorzitter was. In die hoedanigheid reisde Petitjean destijds bijvoorbeeld naar Ivoorkust, had hij gesprekken met de toenmalige Zaïrese minister van Buitenlandse Zaken Justin Bomboko (de latere ambassadeur in België) of ging hij naar de begrafenis van de vermoorde PLO-leider Naïm Khader.

Midden jaren tachtig kwam er officieel een einde aan de mooie samenwerking tussen Petitjean en Dessart. De redenen daarvoor waren niet alleen de hardnekkige geruchten dat Dessart een medewerker was van zowel de Oost-Europese geheime diensten als van de Belgische staatsveiligheid. Nog gevaarlijker was dat zijn naam opdook in de marge van het schandaal over de ontdekking van het bestaan van de neonazi-militie Westland New Post (WNP), in de affaire van de sekte Ecoovie en in een aantal twijfelachtige pro-Kadhafi-activiteiten, zoals een bizarre poging om de Luikse luchthaven van Bierset te verkopen aan de Libische leider.

Zoals het maanblad Deng in maart jl. uitvoerig aantoonde, is Dessart nog steeds alive and kicking. “De belangrijkste Belg in het buitenland is niet Guy Verhofstadt of Kim Clijsters”, schreef Deng. “De belangrijkste Belg heet Francis Dessart. Hij beschikt over meer internationale diploma’s en internationale functies dan Willy Claes en de rest van zijn landgenoten bij elkaar geteld. De geheimagent, professor en ambassadeur werkt in de schaduw. Hij draait rond de weke onderbuik van grote internationale organisaties als de Europese Unie, het Rode Kruis, de Verenigde Naties, de niet-gouvernementele organisaties en het andersglobalisme. Daar speelt hij al meer dan 30 jaar mee in een van de grootste, wereldomspannende oplichtingcircuits die deze aarde ooit heeft gekend.”

Met de komst van Louis Michel, minister van Buitenlandse Zaken en sterke man van het MR, was ook het liedje van Petitjean uit. De warwinkel van liberale ngo’s voor ontwikkelingssamenwerking werd gestroomlijnd, de parallelle diplomatieke kanalen werden drooggelegd of moesten zich aanpassen aan het nieuwe, meer op Frankrijk afgestemde Afrika-beleid van Michel. Petitjean werd uitgerangeerd.

In een gesprek met de redactie wees hij enkele jaren geleden vreemd genoeg met een beschuldigende vinger naar Jacques Brassine. Volgens Petitjean was Brassine de grote boeman die hem heeft buitengewerkt en die momenteel de lakens uitdeelt in Coopération et Progrès, de overkoepelende ontwikkelings-ngo van de MR.

Brassine was kort na de Kongolese onafhankelijkheid een topmedewerker van de Katangese secessie en staat nota bene bekend als de man die jarenlang volhield dat de Belgen niets te maken hebben gehad met de moord op Patrice Lumumba, de eerste verkozen premier van Kongo. (Een stelling die sinds het boek van Ludo De Witte en de parlementaire onderzoekscommissie-Lumumba naar het rijk der fabelen werd verwezen.)

In de jaren tachtig werd Brassine onder meer kabinetschef van minister van Defensie François-Xavier De Donnea (MR). Volgens Petitjean zou Brassine, die momenteel geen enkele functie meer bekleedt in de Franstalige liberale partij, nog steeds een grote rol achter de schermen spelen in het kabinet van minster Michel.

Voortaan zetelt Petitjean in de Waalse Gewestraad voor het Front National (FN), een partij die net als het Vlaams Blok voor de rechtbank werd gedaagd wegens overtreding van de antiracismewet. (Het is nog wachten op een uitspraak, maar zowel de correctionele rechtbank als het hof van beroep hebben zich alvast bevoegd verklaard, en die positie werd ook bevestigd door het Hof van Cassatie.)

Dokter Daniel Féret, oprichter en voorzitter van het FN, pakt op zijn eigen website graag uit met het feit dat hij in het begin van de jaren zestig zijn eerste stappen op het politieke toneel heeft gezet als aanhanger van de Franse extreem-rechtse organisatie Restauration Nationale, die aanleunde bij de Organisation Armée Secrète (OAS), de terreurorganisatie die gewapend verzet pleegde tegen de onafhankelijkheid van Algerije.

In zijn studententijd was Féret ook een militant van Jeune Europe, een uiterst-rechtse organisatie die werd opgericht en geleid door Jean Thiriart, een van de steunpunten in België van de OAS. Thiriart was lid van Les Amis du Grand Reich Allemand (Agra) en onderhield persoonlijke contacten met een reeks ex-nazi’s en OAS-leiders. Dat alles moet een beetje vervelend zijn voor Petitjean, die zich ereconsul van Tunesië mag noemen.

Eveneens verkozen voor de Waalse Gewestraad is de blinde advocaat Michel Delacroix, die sinds vorig jaar gecoöpteerd senator is voor het FN. Delacroix was jarenlang de contactpersoon en vertrouwensman in ons land van Léon Degrelle, de in 1984 overleden leider van de Waalse fascistische partij Rex, die na de Tweede Wereldoorlog wegens collaboratie de doodstraf kreeg. Degrelle wist te vluchten naar Spanje en bleef van daar uit een rol spelen als goeroe en mentor van Belgische extreem-rechtse miltanten.

Delacroix werd op 25 mei 1999 door de correctionele rechtbank van Brussel veroordeeld tot een gevangenisstraf van een jaar voorwaardelijk wegens illegaal bezit van oorlogswapens. Tijdens een huiszoeking in zijn woning en die van zijn vrienden had de politie in 1994 een wapenarsenaal ontdekt van ongeveer vijftien revolvers, machinepistolen en geweren, naast messen, rookpotten en zelfs een antitankkanon.

Het appartement van Delacroix in de IJskelderstraat in Sint-Gillis was destijds ook het contactadres in Brussel van het Vlaams Blok. Bij die gelegenheid nam het gerecht ook meer dan tien kilo documenten in beslag, vooral revisionistische en neonazi-literatuur. Delacroix bleek ook een gesigneerde foto van Degrelle in huis te hebben. Voor de wapens gaf de blinde advocaat een eenvoudige verklaring: “Ik ben verzamelaar.”

Toen Delacroix in juni vorig jaar door Féret werd voorgedragen als gecoöpteerd senator, veroorzaakte dat een storm van protest. De Franstalige christen-democraten riepen alle democratische partijen op om de coöptatie te verhinderen door het verslag van de senaatscommissie die de geloofsbrieven van kandidaten onderzoekt niet goed te keuren. PS en MR lieten weten dat ze het initiatief graag wilden steunen, maar dat er juridisch geen speld tussen te krijgen was. Het FN kon immers zelf kiezen wie het coöpteerde. Alleen Isabelle Durant (Ecolo) stemde samen met de cdH-senatoren tegen de goedkeuring van het verslag over de geloofsbrieven.

Het electorale succes dat het FN vorige zondag heeft geboekt, hoeft niet meteen te betekenen dat er aan de overkant van de taalgrens een nieuw Vlaams Blok in de maak is. In vergelijking met het Blok is het FN een nauwelijks gestructureerd zootje ongeregeld, een eenmansbedrijf van Féret, wiens enige verdienste erin bestaat dat hij in 1985 zo slim was om als eerste een claim te leggen op de naam en de symbolen van de gelijknamige partij in Frankrijk van Jean-Marie Le Pen (die overigens niets te maken wil hebben met de club van Féret).

Er zijn nauwelijks partijstructuren uitgebouwd, het programma is rudimentair en weinig gesofistikeerd, van moderne marketingtechnieken heeft de partij geen verstand en het politiek personeel is onbetrouwbaar. Bovendien staat FN-voorzitter Féret niet bekend als een charismatische leidersfiguur. Hij heeft meer het imago van een wild om zich heen schoppende ambrasmaker, met bovendien een spoor van interne partijruzies, onopgehelderde fraudezaakjes en onbetaalde rekeningen achter zich.

Met acht mandatarissen kan het FN vanaf dit jaar wel rekenen op een flinke kluit overheidsdotaties. Benieuwd hoelang het zal duren vooraleer de FN-mandatarissen over dat geld ruzie zullen beginnen te maken.

Bron » De Morgen