“Rechters hebben te lang gezwegen”

Beklaagden die vrijuit gaan bij gebrek aan tolken, of een gloednieuw gerechtsgebouw dat gesloten dreigt te worden omdat het onderhouds­contract uitblijft: Kafka en justitie blijven vooralsnog beste maatjes. Politie­rechter Peter D’Hondt (55) neemt geen blad voor de mond. “Onze terughoudend­heid is al te lang een soort molensteen om de nek van justitie geweest.”

Hijj weigert, voor alle duidelijkheid, uit te gaan van het idee dat justitie het slachtoffer zou zijn van een vorm van opzettelijke obstructie. Maar Peter D’Hondt (55) kan tegelijk niet anders dan toegeven dat het soms echt wel een zootje blijft, al is hij met twintig jaren ervaring als politierechter nog maar moeilijk van de wijs te brengen. “Ooit heb ik het meegemaakt dat er een man moest voorkomen die al in voorlopige hechtenis zat. Toen de zaak voorkwam, bleek de beklaagde niet aanwezig: er was geen auto beschikbaar om hem naar de rechtbank te voeren.”

Minister De Clerck kondigde acht jaar geleden al een grote justitiehervorming aan, opvolger Turtelboom deed dat nog eens netjes over en vandaag wil Geens stevig aan de boom schudden. Kunt u begrijpen dat Jan met de pet zich vragen begint te stellen bij zoveel ogenschijnlijke onwil of onkunde?

Peter D’Hondt: “Kijk, wanneer komt justitie in de vuurlinie te liggen? Als gevangenen ontsnappen, als grote fraude­dossiers verjaren of als tolken weigeren nog langer op te draven. Daarmee bedoel ik: als justitie in opspraak komt, draait het in 99 procent van de gevallen om zaken waar de magistratuur op zich ook geen schuld aan heeft. ‘Het gerecht’ bestaat enkel in kookboeken: als er iets moet veranderd worden aan justitie, lijkt het me in de eerste plaats de FOD Justitie te zijn.”

“Als ik tijdens een zitting denk God de vader tegenover mij te hebben, met een smetteloos blanco strafregister, maar het blijkt eigenlijk Judas te zijn, dan kan de magistratuur daar niets aan verhelpen. Als gevangenen met twintig tegelijk de benen nemen omdat je de deuren van de gevangenis zomaar kunt openen, dan kan geen rechter of griffier daar iets aan doen. Dat de verjaringstermijnen vandaag te kort zijn: daarover is iedereen binnen de magistratuur het roerend eens. Maar het is niet aan ons om de wetgeving op dat vlak aan te passen.”

Met andere woorden: de verantwoordelijkheid voor het disfunctioneren van justitie ligt vooral op politiek niveau?

“Zo eenvoudig is het nu ook weer niet, en ik wil de politici zeker niet met alle zonden van Israël beladen. Bijna 150 jaar lang is er haast niets gebeurd: magistraten trokken hun plan, de boel functioneerde min of meer en alles kabbelde rustig voort. Een aantal schokkende gebeurtenissen in de jaren 80 en 90 hebben het maatschappelijk bewustzijn rond justitie dan plots op scherp gezet, waarop we zijn gaan beseffen dat justitie op tal van vlakken jarenlang achtergebleven was.”

“Komt daar nog bij dat alles wat met justitie te maken heeft, vandaag ook veel sterker gemediatiseerd wordt, en dat de nuance daarbij vaak ver zoek is. Ik twijfel allerminst aan de goede bedoelingen van de opeenvolgende ministers, maar ook de budgettaire beperkingen doen de zaak uiteraard geen goed. Kunt u zich voorstellen dat ik in Dendermonde bijna drie jaar heb moeten wachten op de benoeming van een hoofd­griffier?”

“Moraal van dit verhaal? Op justitie en veiligheid kan en mag niet worden bespaard, en dat moet uiteraard ook de belasting­betaler beseffen. Justitie is geen product dat tegen een bepaalde prijs binnen een bepaalde periode kan worden afgewerkt. Als dertig drugskartels vandaag beslissen om zich in de grens­streek met Frankrijk te vestigen, hoe zouden we de aanpak daarvan dan vooraf moeten hebben budgetteren?”

Bij het grote publiek leeft nu het gevoel dat de vaak complexe procedures voor onevenwicht zorgen in de rechtspraak: wie voldoende centen heeft om een goede advocaat te betalen, komt er vaak beter van af dan de arme drommel die het zelf moet uitzoeken.

“Daar is wel iets van, maar het is helaas ook van alle tijden. Na de Tweede Wereld­oorlog sloeg de repressie ook veel harder toe voor wie een Vlaamse Leeuw had buitengehangen dan voor wie economisch had gecollaboreerd.”

Toch blijft ook de perceptie van de magistraten zelf weinig positief: ‘ivoren toren’ en ‘wereldvreemd’ zijn twee van de bravere connotaties.

“Het is essentieel dat een magistraat ten volle deel uitmaakt van de samenleving. Hij of zij moet af en toe iets gaan drinken op café, op reis gaan en kranten lezen. En jawel, ook ik ken magistraten die het nog altijd over ‘een automobiel’ hebben, en dat is inderdaad niet meer van deze tijd. Maar toch: er is de voorbije jaren heus wel wat veranderd. Een van de criteria in de evaluatie van magistraten is nu bijvoorbeeld de mate waarin men zich buiten het justitiële leven integreert in de maatschappij.”

Is er ondertussen al een echte meting van de werklast ingevoerd?

“Jawel. Op basis daarvan hebben wij er in Dendermonde onlangs zelfs een magistraat bijgekregen. En ik kan je verzekeren: vrederechters en politierechters zijn de kleine zelfstandigen van de magistratuur. Iedereen associeert ons met het opleggen van een boete hier en daar, maar ik kan je hier meteen twee manden tonen met dossiers van de voorbije twee weken alleen al die in beraad genomen zijn.”

“Met de hand op het hart: de voorbije twintig jaar heb ik nog geen enkele dag verstek laten gaan wegens ziekte. Al was ik soms wel degelijk ziek. Samen met mijn collega behandel ik jaarlijks zowat zevenduizend zaken. Niet met drie magistraten in de zaal, zoals bij een assisenzaak, maar alleen. De avond daarvoor even stevig doorzakken op de Bierfeesten in Wieze is dus niet echt een optie.”

Als het over de hervorming van justitie gaat, lijkt schaalvergroting al jarenlang het toverwoord. Hoe staat u daar tegenover?

“Persoonlijk zit ik daar niet echt op te wachten. Als de 94ste kamer van rechtbank Z maanden achterstand heeft, zal daar geen haan naar kraaien. Als rechter Van Pimpelgem daarentegen achterstand heeft, is dat een heel andere zaak, omdat de verantwoordelijke dan plots ook een gezicht krijgt. Schaalvergroting leidt al te vaak tot anonimisering en deresponsabilisering, en daarom geloof ik er ook niet al te veel in.”

Moeten magistraten dan toch niet een wat grotere maatschappelijke rol opnemen?

“Ik denk het wel. Het is bijvoorbeeld niet fair dat wij, als bevoorrechte getuigen die dagelijks honderden beklaagden de revue zien passeren die ten onrechte als mensen met een blanco strafregister worden beschouwd, niet zouden opkomen tegen die misstand. Wij zijn de buffer tussen de staat en het individu, en moeten tegen beide partijen durven zeggen: zo is het welletjes geweest. Onze verplichte neutraliteit heeft ons jarenlang monddood gehouden, ook als het over de belangen van de rechtzoekenden ging. Ergens klopt dat niet.”

“En natuurlijk is zwijgen altijd de gemakkelijkste oplossing, maar het stemt me toch hoopvol dat er op dat vlak stilaan een en ander verandert. Wat ik hier nu doe, dat was twintig jaar terug echt not done. Misschien moet de magistratuur nog wat strijdbaarder worden, onze terughoudendheid is al te lang een soort molensteen om de nek geweest.”

U bent nu ruim twintig jaar aan de slag als politierechter: is dit de job waar u vroeger altijd al van droomde?

“Toch wel. Vrederechter of politierechter, dat moest het worden. Ik doe deze job verschrikkelijk graag.”

Bent u zelf politiek benoemd?

“Wie niet, in dit soort functie? Al wil ik dat wel enigszins nuanceren. Pakweg veertig jaar geleden was de politieke voordracht min of meer het enige criterium. Toen ik in 1994 benoemd werd, hoorde daar ook al een verplichte motivering bij, waarin moest verduidelijkt worden waarom een bepaalde kandidaat geschikt leek voor dat ambt. Vandaag bestaan die politieke benoemingen officieel niet meer, maar misschien zijn we daar soms ook wat overgevoelig voor. Veel relevanter is immers de vraag of we vandaag ook altijd betere rechters benoemen.”

“Laat me dit even verduidelijken: als vrederechter of politierechter zie je letterlijk iedereen de revue passeren: Pol en Marijke van op de hoek, maar net zo goed de op een zijspoor belande charmezanger, de fel aanbeden stervoetballer of de machtige bedrijfsleider. In deze functie is een goed vonnis niet noodzakelijkerwijs of niet uitsluitend een juridisch waterdicht vonnis. Empathie en een flinke dosis psychologisch inzicht zijn minstens even belangrijk als keiharde, objectief te bepalen parameters. Dus ja, er lopen nog altijd magistraten rond die er soms de kantjes aflopen, maar dat soort mensen vind je in alle sectoren en maatschappelijke geledingen. Ik durf echt wel te stellen dat de magistratuur in België van een heel goed niveau is.”

U krijgt weleens het verwijt mediageil te zijn?

“Ik heb zelf nooit journalisten uitgenodigd in mijn zittingzaal. Op een blauwe maandag is daar ooit eens een journalist binnen­gesukkeld en vandaag zitten er haast elke zitting minstens twee. Iets anders is natuurlijk de vaststelling dat ik de visibiliteit van wat ik doe wél belangrijk vind: als mensen zien of lezen wat er gebeurt met anderen die bepaalde misdrijven begaan, dan gaan ze daar op termijn ook rekening mee houden, en hun gedrag aanpassen. Zoveel impact krijg je nooit met boeken of reclame­spotjes, en in die zin zijn de media uiteraard wel belangrijk.”

“Toen ik twintig jaar geleden startte als politierechter, zag ik daar iedere maand dezelfde gezichten opduiken: op het einde van de zitting zegden ze me net niet ‘allez, tot de volgende keer’. Je kunt de kwaliteit van het sanctierecht in niet onbelangrijke mate afmeten aan de graad van recidive, en toen leek de politierechtbank vooral een soort van bezigheids­therapie voor magistraten. De straffen waren toen ook nog zo mild dat mensen hun misdadige rijgedrag konden afkopen met boetes. Dat is toch verschrikkelijk asociaal en onrechtvaardig?”

Net daarom pleit u dus al jarenlang voor de invoering van het rijbewijs met punten, maar onder meer de politiek wil niet mee?

“De verklaring daarvoor is dubbel. Enerzijds bestaat er vanuit politieke hoek echte onwil om dat in te voeren, uit schrik voor de reactie van een bepaald deel van het electoraat. Daarnaast is en blijft de IT-infrastructuur van justitie zodanig gammel dat het op korte termijn ook technisch gewoonweg niet haalbaar is. Vindt u het normaal dat anno 2015, na Christus, een vonnis dat in Dendermonde digitaal wordt aangemaakt pas zes maanden tot een jaar later in Brussel op een computer belandt? Daar valt toch geen enkel excuus voor te bedenken?”

“Zo kan het dan gebeuren dat ik in mijn rechtszaal veelal jonge bestuurders zie opduiken die in zes maanden tijd vijf tot soms wel tien verkeers­inbreuken hebben begaan en daar vervolgens ook voor veroordeeld worden. Waarna ze zich opnieuw voor een politierechter moeten komen verantwoorden en hun advocaat daar met uitgestreken gezicht horen verklaren dat het voor hun cliënt de eerste keer is en dat hij hopelijk dus op enige clementie zal kunnen rekenen.”

Wat u dan doet steigeren?

“Inderdaad. Ik ben namelijk de eerste om te pleiten voor differentiatie in de strafuitvoering: iemand die een eerste keer tegen de lamp loopt, moet ongetwijfeld op meer begrip en mildheid kunnen rekenen dan een hardnekkige verkeers­crimineel. Om daarmee rekening te kunnen houden, moet ik uiteraard wel over correcte data beschikken. Nog een geluk dat ik over een bijzonder goed geheugen beschik, zodat ik sommige recidivisten zelfs na negen maanden nog vlot herken. Tot grote spijt van hun advocaat en tot grote vreugde van de aanwezige journalisten.” (lacht)

Die mediatisering heeft ook wel haar voordelen?

“Ergens wel. Tot voor kort was een verkeers­overtreding een echte billenkletser, waar je onder vrienden nog eens kon mee uitpakken ook. Of erger nog, in de media. Zoals die bekende Vlaamse zanger die er in een interview met Humo prat op ging dat hij op de kustlaan tussen Duinkerke en De Panne zich al eens graag liet gaan met zijn Porsche, 200 kilometer per uur man! Lachen was dat, zelfs de betrokken journalist lachte vrolijk mee. Zoiets is vandaag toch ondenkbaar geworden.”

Ziet u dat een beetje als een persoonlijke verdienste?

“Nee, ik heb hoegenaamd geen behoefte aan profileringsdrang. Vorige week nog liep ik in een museum: drie andere bezoekers hebben daar geen enkel schilderij gezien, ze liepen constant achter mij om te horen wat ik zoal vertelde. Leuk is anders, dat kan ik je wel verzekeren.”

Maar u zult niet ontkennen dat u wel heeft bijgedragen aan de grotere maatschappelijke bewustwording rond ons gedrag in het verkeer?

“Laat me stellen dat ik met tevredenheid vaststel dat er vandaag veel minder doden vallen in het verkeer. In mijn ogen bestaat er nog altijd geen enkele objectieve, intellectueel verschoonbare motivering waarom iemand hier in dit land op een regenachtige dag zijn leven beëindigd zou moeten zien in een graf van schroot. In een samenleving waarin mercantiele bezorgdheden veel belangrijker geworden zijn dan de fysieke integriteit, kun je dit soort drama’s niet langer beschouwen als een soort van collateral damage.”

“Ik aanvaard niet dat iemand onder het mom van persoonlijke vrijheid de collectieve vrijheid van anderen in het gedrang brengt. Een begrip als solidariteit – niet enkel nemen maar soms ook wat geven – is stilaan op het achterplan verzeild geraakt. Dat komt in mijn vakgebied vaak zeer pijnlijk tot uiting, want het verkeer is de emanatie bij uitstek van solidariteit. Het egoïsme van het individu staat er diametraal tegenover het streven naar collectieve veiligheid.”

“En laat het verkeer nu net ook de enige plek zijn waar je niet kunt kiezen wie je tegenkomt of met wie je omgaat: als je pech hebt, bots jij daar toevallig op iemand die met meer geluk dan verstand zijn rijbewijs heeft behaald. Iemand die op de quiz genaamd rij­examen vaak genoeg juist gegokt heeft en dan de wei wordt ingestuurd, met een IQ dat vraagt om ongelukken.”

U hebt een groot rechtvaardigheidsgevoel?

“Jazeker! Al besef ik natuurlijk dat iemand die financieel sterker staat, altijd een streepje voor heeft, maar ik vrees dat ik dat nooit zal kunnen veranderen. Alleen: als het rijbewijs met punten zelfs in het frivole Italië vandaag een voldongen feit is, waarom kan dit dan hier niet?”

Zegt u het eens?

(grijnst) “Misschien moet u eens navraag doen wie daar bij de regerings­onderhandelingen tegen was.”

Bron » De Morgen

Uitgemergelde justitie blijft op streng dieet

Overwerkte magistraten, griffiers met een burn-out en een berg aan onbetaalde facturen. Justitie hangt in de touwen en toch vindt de regering dat het vet nog niet van de soep is. Het gapende begrotingsgat moet koste wat het kost dicht, maar het besparingsmantra van de federale regering dreigt de hoeksteen van de democratie onderuit te slaan.

Van alle Europese lidstaten geeft België na Luxemburg het minste geld uit aan justitie: amper 0,7 procent van de totale overheidsuitgaven. Het Europese gemiddelde ligt op 2,2 procent. En er moet nog af, vindt de regering. Personeelskosten moeten op vier jaar met 10 procent dalen, werkingskosten met 20 procent.

De gevolgen zijn nu al, nog voor de besparingen, voelbaar. Een tijdje geleden schafte de rechtbank in Antwerpen een correctionele kamer af, in januari zal het Antwerpse hof van beroep ook een van haar kamers sluiten. Er is namelijk te weinig personeel.

Nochtans heeft de Hoge Raad voor Justitie al in oktober kandidaten voorgedragen om de kamer te bemannen, alleen, die benoeming is pas gisteren door de koning ondertekend. Pas na de publicatie ervan in het Staatsblad en de eedaflegging zal de kamer het werk weer kunnen hervatten.

Ondertussen stapelt het werk zich op. In Hasselt moet een van de vredegerechten al geruime tijd rondkomen op halve kracht: drie medewerkers in plaats van zes. “In Gent, Brugge en Brussel is de situatie even erg,” zegt Serge Dobbelaere, voorzitter van Ceneger, de Nationale Federatie van de Griffiers bij de Hoven en Rechtbanken. Sommige griffies in Brussel sluiten uit protest zelfs op vrijdagnamiddag.

In de magistratuur is de situatie niet veel beter. Volgens Jan Geysen, voorzitter van de Vereniging van Magistraten, zijn er zo’n 150 vervangingsplaatsen in te vullen, terwijl de minister onlangs amper 21 vacatures heeft opengesteld.

“Zo krijg je kaders die met haken en ogen aan elkaar hangen. En loop je het risico om de beste krachten kwijt te spelen aan de beste plaatsen. Waar het erg is wordt het erger, en waar het goed is, wordt het beter.” Strafpleiter Filip Van Hende noemt vooral het laattijdig betalen van tolken en gerechtsexperts rampzalig: “Wij zien experts die zaken laten aanslepen omdat ze niet betaald worden, met nog grotere vertragingen tot gevolg.”

Magistraten, advocaten en griffiers beseffen dat geen enkele sector aan de besparingen kan ontsnappen. Ze zijn bereid hun deel te slikken, en werken zelf voorstellen uit om justitie efficiënter te laten functioneren. Vorige week nog riepen een aantal topmagistraten op om het hof van assisen af te schaffen wegens omslachtig, tijdrovend en duur.

Minister Geens zette in november de deur op een kier om assisenzaken te beperken tot passionele misdrijven. Van Hende is blij dat een jurist als Geens aan het roer van justitie staat, maar vindt een afschaffing van assisenhoven te ver gaan. “Een gerechtelijke procedure afschaffen met als enig ernstig argument dat het te duur is, betekent dat je aan de poten van de rechtsstaat begint te zagen.”

Maar de grootste winst ligt in de informatisering, valt bij magistraten, advocaten en griffiers te horen. En daar wringt het schoentje, al een hele poos. “De software waar wij mee moeten werken is oubollig,” zegt Van Hende. “Er is zelfs geen zoekmachine om digitale assisendossiers mee te raadplegen.”

Eind januari stelt minister Geens zijn globaal justitieplan voor aan de regering. De vraag is maar of de opgelegde besparingen niet te diep in het vlees snijden en, zoals partijgenoot en minister van Werk Kris Peeters in De Tijd aangaf, justitie niet verlammen.

Bron » De Morgen

Justitie moet Nederlandstalige tolken nog 136 miljoen betalen

De FOD Justitie had begin november 45.578 openstaande facturen voor een totaal bedrag van 136 miljoen euro. Dat heeft minister van Justitie Koen Geens (CD&V) vandaag in de Kamer aangegeven.

Van die facturen dateren er 4.527 van voor 1 januari 2014 voor een totaalbedrag van 47 miljoen euro. Nog 29.691 andere facturen dateren van voor 1 augustus 2014 voor een totaalbedrag van 101 miljoen euro.

De nieuwe minister werd tijdens het vragenuurtje door Christian Brotcorne (cdH) en Karin Temmerman (sp.a) aan de tand gevoeld over de financiële toestand bij Justitie. Geens gaf een overzicht van de openstaande facturen en splitste die op per dienst.

Het gaat om 66 miljoen euro voor de werkingskosten van de gewone rechtbank, 55 miljoen werkingskosten voor de gevangenissen en 15 miljoen werkingskosten in overige diensten.

“Wij moeten nu het evenwicht zoeken tussen de betaalbaarheid en de kwaliteit”, stelde Geens. Hij zal, naast andere maatregelen, onmiddellijk de opdracht geven tot het gebruik van de 13 miljoen euro die nog beschikbaar voor de justitiekosten.

Bovendien zal hij minister van Begroting Hervé Jamar vragen de administratieve blokkering van de begrotingsallocatie op te heffen.

Bron »De Morgen

Justitie kan tolken niet meer betalen

De betalingsachterstand van justitie aan gerechtstolken loopt steeds verder op. Het voorziene budget is op waardoor de tolken pas in maart 2015 hun loon krijgen. Dat bericht Het Belang van Limburg vandaag.

In het gerechtelijke arrondissement Hasselt is er een tekort van 750.000 euro. In Mechelen staat er nog voor 170.000 euro open, in Gent 750.000 euro.

Justitieminister Koen Geens gaat overleggen met zijn collega Johan Van Overtveldt van Financiën. Geens wil ook een nieuw informaticasysteem om overzicht te krijgen op de kosten die de magistraten maken.

Bron » De Morgen

Werklast gerecht explodeert

Uit het Brusselse justitiepaleis klinkt een noodkreet: de procureur-generaal stelt vast dat zijn personeel het werk niet meer de baas kan. Financiële zaken in het rechtsgebied Brussel: + 25 procent in vier jaar. Milieuzaken: + 28 procent. Zaken bij de kamer van inbeschuldigingstelling: + 37 procent. Burgerlijke zaken bij het Brusselse hof van beroep: + 60 procent in zeven jaar. En om het lijstje af te ronden, de stijging van de zaken over informaticacriminaliteit: maar liefst 173 procent in vier jaar tijd.

“Onze werklast is de jongste jaren enorm toegenomen, maar het personeelskader is hetzelfde gebleven”, stelt de Brusselse procureur-generaal Lucien Nouwynck vast. “We zijn al die tijd blijven doorwerken zonder klagen: een beetje langer blijven ’s avonds, in het weekend wat vaker doordoen. Tot nu. We kunnen niet nog meer doen met steeds minder personeel.”

Normaal gezien had Nouwynck gisteren een welluidende ‘mercuriale rede’ moeten geven om het gerechtelijk jaar in zijn rechtsgebied af te trappen. Tijdens die rede zetten de procureurs-generaal uiteen op welke manier binnen hun rechtsgebied recht is gesproken het voorbije jaar. Vaak kruipt in die toespraak maanden voorbereiding. Maar in Brussel was daar helemaal geen tijd voor. In de plaats gaf Nouwynck een overzicht van de werkdruk.

“Dit tempo gaat ongetwijfeld ten nadele van een deftige behandeling van ingewikkelde zaken”, zegt de procureur-generaal. “Financiële criminaliteit en andere zware dossiers monden sneller uit in verjaring omdat de redelijke termijn is overschreden. Dat komt doordat de magistraten hun tijd constant moeten besteden aan kleinere, maar soms meer dringende zaken. Op een moment dat de overheid aan de burgers financiële inspanningen vraagt, is het ongepast dat we witwaspraktijken niet meer voldoende kunnen bestrijden.”

Uit cijfers van het rechtsgebied Gent blijkt dat de correctionele zaken daar in eerste aanleg met een derde zijn toegenomen. Bij het hof van beroep is de achterstand kleiner geworden.

Bron » De Standaard