Gerecht kan met polygraaf tijd en geld besparen

De polygraaf, in de volksmond de leugendetector, doet het gerecht heel wat tijd en geld besparen. Dat zegt de Zuid-Afrikaan John Watson, die zijn polygraaf de voorbije twee weken gebruikte voor zes Vlaamse onderzoeken. Ook het Belgische gerecht denkt aan het invoeren van het toestel. Een studie moet het wettelijke kader voor het ingebruiknemen van de polygraaf vorm geven.

De vraag om instrumenten te zoeken om het waarheidsgehalte van getuigenissen te kunnen evalueren, kwam er na de graafwerken in Jumet, zegt Joan de Winne van het Disaster Victim Identification van de Algemene Politiesteundienst die de sessies met de polygraaf begeleidt. Op basis van een getuigenis, die achteraf verzonnen bleek, zocht het DVI toen drie maanden lang op een verlaten mijnterrein naar kinderlijkjes.

Tijdens de daaropvolgende zoektocht naar een instrument om getuigenissen na te trekken, kwam het DVI bij de polygraaf – die vaak verkeerdelijk als leugendetector wordt bestempeld – terecht. Na een grondige studie besloten we dat een dergelijk toestel een hulpmiddel voor het gerecht kon zijn. De eerste onderzoeksrechter die het toestel in 1998 gebruikte, was Jean-Paul Raynal die het onderzoek naar de Bende van Nijvel leidt.

Omdat zijn verdachten Franstaligen waren, werd een polygraafexpert uit Quebec aangetrokken. De man kwam ook in 1999 en begin 2000 voor het Bende-onderzoek. Enkele maanden geleden werden ook verdachten in andere Franstalige gerechtelijke dossiers aan de polygraaf onderworpen en in drie dossiers leidde dit tot een doorbraak. Twee verdachten bekenden en een derde werd witgewassen.

Voor heel wat magistraten waren de laatste tests zo overtuigend dat zij hun wantrouwen lieten varen en ook een aanvraag deden om de polygraaf te gebruiken. De voorbije twee weken waren de Zuid-Afrikaan, John Watson, en de Canadees, Jules Leblanc, in ons land om elf verdachten in acht dossiers aan de test te onderwerpen. Het ging om zes Vlaamse en twee Franstalige dossiers. Bijna dagelijks krijgen we nieuwe aanvragen. Er staan nog 16 dossier op de wachtlijst, zegt DVI-commandant Joan de Winne. De magistraten vragen de bijstand van de polygraaf meestal in oude dossiers die vastgelopen zijn.

Toch bewijst het toestel in het buitenland vooral zijn waarde bij de start van gerechtelijke onderzoeken. Door de test worden zeer snel een aantal onderzoekshypotheses of verdachten opzijgezet. Zo kan het onderzoek sneller de goede richting worden uitgestuurd. Iedereen weet dat de eerste dagen na een misdrijf beslissend kunnen zijn voor het welslagen van het onderzoek.

Drie vragensessies

“Zo is dat”, springt John Watson bij. “Met deze werkwijze hebben we in Zuid-Afrika al heel wat kostbare tijd kunnen winnen. De verhoren met de polygraaf gebeuren op vrijwillige basis. De ondervraagde wordt als een onschuldige beschouwd. Wij praten eerst wat met de man, gaan na hoe hij reageert wanneer hij de waarheid niet vertelt en ijken tegelijkertijd de polygraaf. Iedere persoon heeft een ander patroon en het toestel moet dan ook telkens opnieuw geijkt worden. We nemen met de persoon ook het gerechtlijk dossier door en de vragen door die hem zullen worden gesteld. Daarmee is de eerste fase rond, die gemiddeld drie kwartier tot één uur duurt”, zegt John Watson.

“Pas na deze eerste fase beginnen we met de eigenlijke toets. Dat zijn acht tot twaalf vragen. Deze vragenlijst, die opgesteld is in samenspraak met de onderzoekers, wordt driemaal herhaald om na te gaan of de resultaten van het onderzoek consistent zijn. Dit deel van de sessie neemt een halfuur in beslag. Tijdens de toets worden de reacties van de ondervraagde genoteerd. Wij gaan met sensoren zijn hartkloppingen na, meten zijn bloedvolume, de afwijkingen in zijn zweetproductie en onzichtbare reacties van het lichaam met sensoren ter hoogte van de borst en de maag”, vervolgt John Watson.

“De derde fase is de evaluatie van de resultaten en de laatste fase is het meedelen van deze resultaten aan de persoon die de test ondergaan heeft. Als de test voor de persoon negatief uitvalt, betekent dit niet dat het een leugenaar is, maar wel dat zijn antwoorden misleidend zijn. Als het resultaat na drie sessies niet duidelijk is, dan voeren we een nieuwe reeks vragen in. Zo kan het dat een sessie die normaal tussen twee en vier uur duurt, wat uitloopt”, zegt Watson.

Bekentenissen

“In 55 procent van de dossiers wordt de ondervraagde persoon witgewassen door de polygraaf en slechts in 3 tot 5 procent van de zaken komen we tot geen duidelijk antwoord. Bij de zaken waarbij het gedrag van de ondervraagde als misleidend wordt ervaren, gaat de persoon die het resultaat meteen te horen krijgt in 82 tot 90 procent van de zaken over tot spontane bekentenissen. Vooral in een beginstadium van een onderzoek kan dit bijzonder interessant zijn omdat de verdachte dan ook een aantal voor het gerecht onbekende details kan verklappen.”

“Bij de Zuid-Afrikaanse politie duurt de basisopleiding voor het bedienen van de polygraaf, die door een Amerikaanse school erkend door de American Polygraph Association verzorgd wordt, een tiental weken. Nadien volgen nog bijkomende cursussen die vooral betrekking hebben op het verbeteren van de ondervragingstechnieken”, besluit John Watson.

Bron » De Tijd

Bende-onderzoekers hebben haast geen verdachten meer

De Bende-speurders kunnen niet achterhalen wie schuilgaat achter de Bende-aanslagen, die in de jaren 80 28 dodelijke slachtoffers maakten, tenzij er alsnog een mirakel gebeurt. Afgelopen weekeinde verloor de cel-Jumet, die het Bende-onderzoek leidt, met Madani Bouhouche een nieuwe hoofdverdachte. Hij onderwierp zich aan een test met een leugendetector en het toestel bevestigde wat Bouhouche al vijftien jaar zegt: hij heeft niets met de Bende van Nijvel te maken. Eerder werden tientallen verdachten door een DNA-onderzoek vrijgepleit.

Madani Bouhouche was net als zijn ex-collega-rijkswachter Robert Beijer jarenlang een van de hoofdverdachten in het Bende-dossier. Beide mannen beweerden steeds dat zij nooit iets met de Bende te maken hadden. De Canadese expert, die voor de tweede maal met zijn leugendetector een reeks Bende-verdachten op de rooster legt, bevestigde dat beide mannen volgens zijn apparaat de waarheid spreken. Robert Beijer onderging de test vorig jaar.

Madani Bouhouche weigerde vorig jaar de test te ondergaan, maar stemde ditmaal wel toe. Hij is één van de zes Bende-verdachten die nu de test ondergaat. Bouhouche deed afgelopen weekeinde de test met de leugendetector en het resultaat was formeel. Bouhouche heeft niet gelogen, zegt zijn advocaat Stéphane Lempereur. Bouhouche moest op een hele reeks vragen over het Bende-dossier antwoorden. Telkens bleek mijn cliënt de waarheid te spreken. De leugendetector vergeleek de antwoorden, met Bouhouches reacties toen hij vooraf op bepaalde vragen moest liegen.

De tests met de leugendetector blijken de Bende-speurders vooralsnog weinig vooruit te helpen. Het parket-generaal van Bergen maakte gebruik van de aanwezigheid van de leugendetector om ook 12 verdachten van andere dossiers de leugentest te laten ondergaan.

In twee dossiers zorgde de test voor een doorbraak in het onderzoek. Een dossier ging over de brandstichting tijdens de nacht van 17 december 1999 in een paviljoen van het Van Gogh-ziekenhuis in Marchienne-au-Pont. Bij de brand vielen drie doden en zes gewonden. Tijdens zijn confrontatie met de leugendetector bleek de verdachte te liegen. Hij werd opnieuw ondervraagd door de gerechtelijke politie, bekende de feiten en werd aangehouden.

In een Doornikse moordzaak werd eveneens een verdachte aangehouden. Zijn DNA werd op de trui van het slachtoffer teruggevonden. Hij viel door de mand tijdens de test met de leugendetector. Toch blijft de verdachte de feiten ontkennen.De Bende-magistraten ontkenden gisteren de berichten in De Gazet van Antwerpen en Het Laatste Nieuws over een positieve test in het Bende-dossier. Maar na de positieve resultaten in de andere dossiers, willen ze ten minste één persoon in België laten opleiden om een leugendetector te bedienen, die ongeveer 1 miljoen frank kost.

Bron » De Tijd

Leugendetector lost misdaden op

Dankzij een Canadese leugendetector hebben de speurders van de cel-Jumet de dader van een moord en die van een dodende brandstichting gevat. In de moorden van de Bende van Nijvel – het dossier waarvoor de detector naar België was gehaald – is nog geen doorbraak.

Philippe Vaus, een verpleger uit Bergen, deed woensdag in Jumet de test met de leugendetector en viel door de mand. Het apparaat toonde duidelijk aan dat de man loog over een brand waar hij op 20 december 1999 kroongetuige van was. Vaus bekende aan de speurders dat hij het vuur in een ziekenhuis in Charleroi aanstak. Bij de brand vielen drie doden en zes gewonden.

Een dag eerder had dezelfde leugendetector al een doorbraak geforceerd in een onopgelost moorddossier uit 1996. Speurders arresteerden in Doornik de vermoedelijke moordenaar van Laurence Bard (32). Ook hij was eerst gekraakt aan de leugendetector. Het apparaat kon (nog) geen doorbraak forceren in het Bendedossier. Voor een van de potentiële verdachten in dat dossier was het resultaat zelfs zeer positief. Ex-rijkswachter Madani Bouhouche kon vorige vrijdag door de Canadese experts op geen enkele leugen worden betrapt.

Bron » De Standaard

DNA-analyses leveren nog geen doorbraak in Bende-onderzoek

De cel-Jumet, die het onderzoek naar de Bende van Nijvel leidt, kon via DNA-analyses nog geen definitieve doorbraak in het Bende-onderzoek forceren. Het gerecht liet het DNA-profiel natrekken van 200 tot 300 potentiële verdachten voor de Bende-aanslagen. Geen enkele analyse gaf een positief resultaat. Toch betekent dit niet dat alle analyses helemaal negatief waren. Over deze resultaten krijgen de familieleden en nabestaanden van de slachtoffers van de Bende van Nijvel in mei meer uitleg.

Het onderzoek naar de Bende, die in de jaren 80 bij een reeks bloedige aanslagen 28 doden maakte, kreeg de voorbije drie jaar een nieuwe impuls. De onderzoekscel van Jumet kreeg van Justitie meer speurders en middelen, dan ooit in het Bende-onderzoek werden ingezet. Er werd ook gestart met een ambitieus DNA-programma. Eerst werd aan de hand van een 50-tal vanonder het stof gehaalde overtuigingsstukken het DNA-profiel van mogelijke daders vastgelegd. De DNA-profielen die uit de overtuigingsstukken zijn gehaald, worden getoetst aan de DNA-profielen van potentiële daders.

Onderzoeksrechter Jean-Claude Lacroix, die het Bende-dossier leidt, zei gisteren dat het onderzoek voortgaat en dat sommige deuren dichtgaan. De leugendetector leerde bijvoorbeeld dat ex-rijkswachter Robert Beijer niet bij de zaak betrokken was. Beijer, die jarenlang met zijn ex-collega Madani Bouhouche als mogelijke dader werd vooropgesteld, wil met dit resultaat opnieuw penitentiair verlof afdwingen, alsook zijn vervroegde invrijheidsstelling.

Beijer leidde een kort geding in bij de rechtbank van Verviers. Hij wil zo het penitentiair verlof afdwingen dat minister van Justitie Tony van Parys hem weigerde. Robert Beijer zit een straf uit van 14 jaar cel, na zijn veroordeling door het assisenhof van Brabant wegens deelname aan een ‘expeditie’ naar Antwerpen met Madani Bouhouche op 2 september 1989. Tijdens die expeditie werd de Libanees Ali Suleiman gedood.

Voortvluchtig

Gisteren liet Jean-Paul Moerman, de advocaat van Michel Cocu, weten dat zijn cliënt helemaal niet voortvluchtig is, zoals La Dernière Heure vorige zaterdag meldde. Michel Cocu was één van de verdachten voor de eerste reeks Bende-misdrijven, die in 1983 gepleegd werden. In 1988 werd hij voor onder meer de overval op de Delhaize van Genval en de Colruyt van Nijvel door het Bergense assisenhof vrijgesproken.

De voorbije maanden onderwierp Cocu zich volgens Moerman aan een DNA-analyse. Omdat Cocu echter geen gevolg gaf aan de recente oproepen van de cel-Jumet lieten de speurders hem seinen in het Centraal Signalementenblad. ‘Wij gaan hem desnoods ophalen’, zei onderzoeksrechter Raynal die samen met Lacroix en advocaat-generaal Claude Michaux de cel-Jumet leidt. Donderdag geeft Cocu aan de pers zijn versie over de strubbelingen die hij met het gerecht kende, sinds zijn vrijlating.

Bron » De Tijd

Robert Beijer overweegt naar Raad van State te stappen

De voormalige rijkswachter Robert Beijer wil binnenkort naar de Raad van State stappen om zijn beklag te doen over de beslissing van minister van Justitie Tony van Parys, eind juni, om hem tot nader order niet langer de gunst van penitentiaire verloven te verlenen. Eenzelfde beslissing werd ook al tegen de voormalige partner van Beijer, Madani Bouhouche, genomen.

Eerder nam Stefaan de Clerck al eenzelfde beslissing aangaande Madani Bouhouche. Beijer en Bouhouche werden begin 1994 door het Brabantse assisenhof veroordeeld tot respectievelijk 14 en 20 jaar celstraf in de zaak Zwarts. Maar vooral het feit dat zij de voorbije tien jaar steevast genoemd werden in de marge van de Bende van Nijvel blijft hen achtervolgen. Het gerecht heeft vooralsnog geen van beide mannen in verdenking gesteld voor de Bende-aanslagen die in de jaren 80 in totaal aan 28 personen het leven kostten.

Ondanks de jarenlange beschuldigingen over de mogelijke betrokkenheid van Bouhouche en Beijer, die beide mannen hardnekkig ontkennen, is geen van beiden ooit door het gerecht in verdenking gesteld voor de Bende-feiten. De laatste weken worden zowel Bouhouche als Beijer door de Bende-speurders ondervraagd. De vragen die aan de beide ex-rijkswachters worden gesteld, handelen overwegend over feiten waarvoor Bouhouche en Beijer al voor het Brabantse assisenhof hebben terechtgestaan.

In het verleden gaf Robert Beijer meermaals te kennen dat hij de speurders wel kon helpen bij hun zoektocht naar de Bende-doders, maar na het intrekken van zijn penitentiaire verloven heeft hij aan het gerecht laten weten niets te vertellen te hebben. Hij zegt nu enkel informatie aangeboden te hebben in de hoop vervroegd uit de gevangenis te geraken.

Een reden waarom de gunst van de penitentiaire verloven aan Madani Bouhouche na 33 verlofdagen en aan Robert Beijer na een vijftal verlofdagen is afgeschaft, hebben beide mannen niet gekregen. Wel is het zo dat de Bende-speurders het voorbije jaar aan het onderzoek van de laatste kans zijn begonnen en het onderzoek Bouhouche-Beijer maakt daar deel van uit.

Bij dit onderzoek, waarvoor het gerecht talrijke speurders heeft opgetrommeld en aanzienlijke financiële middelen heeft vrijgemaakt, doen de onderzoeksrechters Lacroix en Raynal een beroep op de laatste technische snufjes die het gerecht ter beschikking heeft. Zo loopt nu een onderzoek met een leugendetector. Deze verhoren gebeuren echter uitsluitend op vrijwillige basis en kunnen niet als bewijsmateriaal worden gebruikt. Ook wordt een grootscheeps DNA-onderzoek uitgevoerd bij eventuele verdachten. Een nieuwe reeks robotfoto’s zouden de komende weken moeten verspreid worden.

Bron » De Tijd