Topman federale politie verzet zich fel tegen besparingen: ‘Hebben extra middelen nodig’

‘Ofwel komt er geld bij, ofwel stoten we taken af.’ Commissaris-generaal Marc De Mesmaeker trok in De Standaard opmerkelijk fel van leer tegen de geplande besparingen bij de federale politie. Maar minister Verlinden houdt voet bij stuk: ‘In crisistijden is daar niet aan te ontkomen.’

De Mesmaeker, topman bij de federale politie, is niet opgezet met de plannen van minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (CD&V). Verlinden is van zin om van de 310 miljoen euro die ze tegen 2024 wil investeren, 83 miljoen te besparen. “De realiteit is dat we een groot deel van de extra middelen die we kregen nodig zullen hebben om onze werking te betalen”, aldus De Mesmaeker. “Dat is een grote streep door de rekening.”

De commissaris-generaal wijst er ook op dat de operatie Sky ECC veel geld, tijd en personeel opslorpt. Door een geheim communicatienetwerk te kraken, sloeg de federale politie erin om licht te werpen op het criminele drugsmilieu. “Onze speurders, en heel België, mogen fier zijn op dit dossier”, zegt de topman. “En net op dat ogenblik treft men dit soort budgettaire maatregelen.”

De Mesmaeker wil het hier dan ook niet bij laten. Hij wil dat de federale regering een ‘marshallplan voor de federale politie’ opstelt. Zelf zegt hij al bezig te zijn met een evaluatie van de huidige taken die de federale politie op dit moment nog op zich kan nemen. Zo kijkt hij naar de functies van het interventiekorps. “Ordehandhaving en grote evenementen beveiligen, zeker. Maar weet u dat er mensen van ons ­interventiekorps zijn die dagelijks mee ­patrouilleren bij de lokale politie, omdat die personeel te weinig hebben? Moeten we dat blijven doen?”

Winterbanden in de zomer

In een reactie geeft het kabinet-Verlinden aan dat in crisistijden ‘de gehele overheid niet aan besparingen kan ontkomen’. Ze benadrukt ook dat de regering tot 2026 in totaal meer dan 310 miljoen euro netto injecteert. “We maken forse inhaalbewegingen om de politie en het materiaal waarover zij beschikt future-proof te maken na de desinvesteringen van de afgelopen jaren.” Daarnaast is ze ook te vinden voor grotere zones en zegt ze voorstander te zijn van een vernieuwd debat over de kerntaken van de politie. “Het huidige model van de Geïntegreerde Politie is na 20 jaar aan herziening toe.”

De vakbonden zijn niet onder de indruk van die communicatie. “De federale politie kampt met veel uitdagingen en door het budget van de investeringen te verlagen gaan we er niet komen”, zegt ACOD-afgevaardigde Luc Breugelmans. “Aan de gerechtelijke federale politie in Hasselt wordt gevraagd om ’s avonds de stekkers van hun scanners en printers uit te trekken. Of ze rijden in de zomer rond met winterbanden om geen garagekosten te maken. Om maar te zeggen: het is hoogst noodzakelijk dat de minister de teruggeschroefde investeringen van de komende jaren ongedaan maakt.”

Bron » De Morgen

Politie kan te vaak meekijken en -luisteren

Een vertrouwelijk gesprek tussen een advocaat en een verdachte is dan wel een recht, het is geen evidentie in ons land. Politiezones gaan te laks om met de aanwezigheid van camera’s.

Bewakingscamera’s die permanent de verhoorkamers filmen, de lokale brandweer die politieverhoren kan volgen of een politiezone die alle vertrouwelijke gesprekken audiovisueel opneemt: in een rapport van het Controleorgaan op de politionele informatie (COC) wordt duidelijk dat er heel wat ­onwettelijke praktijken plaatsvinden in politiegebouwen.

Elke verdachte heeft in ons land recht op een strikt vertrouwelijk gesprek met zijn advocaat voorafgaand aan een verhoor. Ook tijdens het verhoor kan er een kwartier overleg geëist worden. Het afluisteren, filmen, opnemen of opslaan van die gesprekken is onwettelijk en onaanvaardbaar, benadrukt Frank Schuermans, lid-raadsheer bij het COC, dat toeziet op alle ­privacykwesties bij de politie.

Toch gaan heel wat korpsen laks om met de afspraken die zijn vastgelegd in de Salduz-wet, die sinds 2012 in ons land van kracht is. Uit het rapport, waarvoor 222 van de 235 politie-eenheden input leverden en elf eenheden bezocht werden, blijkt dat op meer dan een op de vier locaties een ­camerasysteem aanwezig is in het lokaal waar het vertrouwelijke overleg plaatsvindt. En in een op de acht gevallen is het mogelijk het gesprek in real time te beluisteren of op te nemen.

‘Niemand heeft een volledig zicht op wat die camera’s juist doen’, zegt Schuermans. ‘Zelfs de aanwezigheid van een ­camera kan in principe een overtreding zijn van het Europees Verdrag voor de rechten van de Mens.’

De enige uitzondering om een gesprek te filmen, zonder audio, is uit veiligheidsoverwegingen, bijvoorbeeld als de verdachte agressief is. ‘Maar zelfs dan moet de ­advocaat op de hoogte gesteld worden van het cameratoezicht en moet die zich te allen tijde kunnen verzetten tegen die beslissing.’

Al 10 jaar subsidies

Het onderzoek van het COC kwam er na een klacht vorig jaar in de ­politiezone Erpe-Mere/Lede. Een verdachte leidde uit reacties en opmerkingen van de politieagenten af dat het gesprek met zijn advocaat was afgeluisterd. Dat vermoeden leek te kloppen. ‘Het meeluisteren door de politie heeft geen plaats in een rechtsstaat’, reageerde de Orde van Vlaamse Balies toen scherp. De ­politiezone heeft nu haar werking bijgestuurd en is volledig wetsconform, benadrukt Schuermans.

Het rapport legt maar één gelijkaardig geval bloot, in de regio Luik. Er werd een onderzoek opgestart en corrigerend opgetreden. Toch zijn de resultaten een wake-upcall voor het COC. ‘Zeker omdat de politiezones al tien jaar federale subsidies krijgen om infrastructuur aan de Salduz-wetgeving aan te passen’, zegt Schuermans. ‘In een ruimte voorzien waar alleen het vertrouwelijke overleg plaatsvindt: zo onoverkomelijk kan dat toch niet zijn? Het zou veel discussie en vergissingen vermijden.’

Het COC roept minister van ­Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD) en het College van ­procureurs-generaal op om helderheid te brengen rond cameratoezicht op het vertrouwelijke overleg. ‘Vandaag is er veel onduidelijkheid en diversiteit in aanpak. Zelfs korpsen die er goed over nadenken, weten vaak niet wat wél of niet kan. Dat heeft te maken met een gebrek aan heldere afspraken en regels.’

Bron » De Standaard

Politie gebruikte toch verboden herkenningssoftware

Een vernietigende audit legt misstanden bij de politie bloot. Twee keer ontkende die dat ze de omstreden gezichtsherkenningssoftware Clearview had gebruikt, maar dat klopt niet.

In februari 2020 schreef de Amerikaanse nieuwssite Buzzfeed dat onder meer de Belgische politie ­gebruik had gemaakt van de software Clearview AI. Dat Amerikaanse bedrijf bouwde een databank van meer dan tien miljard foto’s van personen en hun gegevens, die het ‘schraapte’ van allerhande websites zoals sociale media. Door te vergelijken kunnen veiligheidsdiensten via Clearview zo een naam kleven op beelden van onbekende verdachten.

In de Europese Unie en zeker België gaat die praktijk in tegen privacy- en politiewetten. De federale politie ontkende het gebruik toen met klem. Dat deed ze initieel opnieuw toen Buzzfeed in augustus vorig jaar met meer details kwam: de Belgische politie zou tussen de 101 en de 500 opzoekingen hebben verricht met het systeem.

Het is pas toen commissaris­generaal Marc De Mesmaeker aandrong bij de federale gerechtelijke politie, dat die toegaf dat twee speurders van de dienst die zware en georganiseerde criminaliteit bestrijdt in oktober 2019 de gezichtsherkenningssoftware hadden gebruikt in Den Haag, op een vergadering van Europol over vermiste en misbruikte kinderen met onder meer de Amerikaanse FBI.

Het Controleorgaan op de politionele informatie (COC) stelde een onderzoek in, dat gisteren werd voorgesteld in de Kamer. Daaruit blijkt dat de speurders niet alleen in Nederland Clearview hadden gebruikt, maar ook daarna nog in België, tot aan het einde van de proeflicentie van de software in ­februari 2020. De speurders laadden daarbij onder meer foto’s van daders en minderjarige slacht­offers van seksueel misbruik op. De in totaal 78 opzoekingen leidden niet tot bruikbare resultaten.

Het COC is vernietigend voor de politie. De top van de gerechtelijke politie bleek van in het begin op de hoogte te zijn geweest, maar verzweeg dat voor De Mesmaeker. Die zegt in de doorlichting ‘geen moedwillige verzwijging te zien’ en wijt het stilzwijgen aan ‘een ­samenloop van omstandigheden’.

‘De federale gerechtelijke politie lijkt niet te beseffen dat niet ­alleen politionele foto’s aan een commercieel bedrijf worden doorgestuurd (en dan nog buiten de ­Europese Unie), noch dat de biometrische gegevens, in casu ­gezichtskenmerken, sindsdien door het bedrijf Clearview bij­gehouden worden’, klinkt het verder. De audit verwerpt de excuses van de dienst en eist dat de politie Clearview vraagt om de Belgische data te wissen.

Net gisteren legde de Italiaanse gegevensbeschermingsautoriteit Clearview een boete van 20 miljoen euro op. Ook in andere Europese landen wordt het aan banden ­gelegd. Gezichtsherkenning is een erg omstreden politionele techniek, behalve om privacyredenen ook omdat de accuraatheid discutabel is en het ongewild mensen van kleur viseert. De federale regering wil een wettelijk kader creëren voor het gebruik van gezichts­herkenningssoftware door de politie.

Bron » De Standaard

‘Het Comité P moet vooral eerlijke informatie geven’: voorzitter Kathleen Stinckens weerlegt de kritiek

Een agent die een minderjarige knock-out slaat in Antwerpen, een restauranthouder die een kniestoot krijgt. Opnieuw duiken er beelden op van politiegeweld. Kathleen Stinckens, voorzitter van het Comité P, verdedigt zich tegen de kritiek dat het controleorgaan niet transparant genoeg of partijdig zou zijn.

Politiegeweld is niet weg te slaan uit het nieuws. De politievakbond ACOD distantieerde zich onlangs zelf van het gedrag van federale agenten. Na de betoging tegen klassenjustitie in Brussel hadden minderjarigen slagen gekregen in de politiecellen. Maar ondanks alle aandacht ervoor is het volgens criminologen nog steeds erg moeilijk om zicht te krijgen op het fenomeen. Omdat er geen heldere cijfers over bestaan.

In het jaarrapport van het Comité P over 2019 bleek dat het aantal klachten rond agressie was toegenomen in vergelijking met het jaar ervoor. Maar dat kon ook aan een andere onderverdeling liggen. “We hebben bij de publicatie van dat rapport gezegd dat het nog te vroeg was om conclusies te trekken”, zegt Stinckens. “Want die stijging kon inderdaad te maken hebben met een andere manier van registreren. Ik hoop dat we daar in ons volgende jaarverslag een antwoord op kunnen bieden.”

Is het niet slecht voor de reputatie van het Comité P om een rapport uit te brengen zonder te weten wat de cijfers betekenen?

“Ik denk dat het Comité P vooral eerlijke informatie moet geven. We hebben de klachten van dat jaar nauwkeuriger proberen bijhouden (het was mogelijk om voor één bepaalde klacht meer categorieën aan te vinken, YV). Als we daardoor geen heldere conclusies kunnen trekken, dan denk ik dat het objectief en correct is om dat te zeggen.”

VUB-criminologe Sofie De Kimpe zegt dat het moeilijk is om een beeld te krijgen op politiegeweld, omdat de cijfers niet enkel bij het Comité P maar ook bij de parketten zitten. Als een politieagent iemand een zware klap geeft, gaan zij hem vervolgen.

“Wel, ik heb een overleg gehad met het College van procureurs-generaal om te spreken over een betere informatie-uitwisseling. Daar zijn we sterk op aan het inzetten. Ook zouden we eventueel investeren in een nieuw informaticasysteem om alle klachten tegen de politie op een platform te kunnen samenbrengen. Maar dat ligt dus nog in de toekomst.”

Kan u even uitleggen hoe het Comité P een klacht opvolgt?

“Als iemand een klacht indient, kan die langs verschillende wegen gaan. Het Comité P maakt een groot aantal klachten over aan de dienst Intern Toezicht van een politiezone. Die verzamelt voor ons informatie. Als blijkt dat er tekortkomingen zijn bij een individuele agent, dan gaat de korpschef daarover oordelen. Als de klager niet akkoord gaat met de beslissing van de korpschef, kan hij bij ons altijd een tweede lezing vragen. Dan nemen wij het hele dossier nog eens door.”

Maar het is dus wel zo dat de eigen politiezone uiteindelijk moet oordelen over een collega. Is dat dan wel objectief?

“Een korpschef is geen collega, maar een baas. Als het niet over zware zaken gaat, denk ik dat een korpschef ook het best geplaatst is om te oordelen, omdat hij zijn eigen agenten kent. Hij heeft er geen belang bij om slecht functionerende agenten te laten voortdoen, want dat schaadt de reputatie van het korps. Mocht dat toch systematisch gebeuren, dan gaan wij het hele korps doorlichten.”

Toch is het volgens korpschef van Brussel-Zuid Jurgen De Landsheer zeer moeilijk om een rotte appel buiten te krijgen, als die zich vaak misdraagt. Omdat de tuchtwetgeving enorm ingewikkeld is.

“Een tuchtsanctie is pas nodig als er een fout is gemaakt. Maar dat is inderdaad iets wat ik ook vaak hoor: het tuchtrecht is ongelofelijk complex. Om dat te verhelpen, moet er nieuwe wetgeving komen. Het is dan aan de wetgevende macht om daar werk van te maken.”

Het Comité P zou zelf niet onafhankelijk genoeg zijn, omdat het deels bestaat uit politieagenten die tijdelijk voor het Comité P komen werken. Klopt dat?

“Binnen onze organisatie zijn het de vijf vaste leden van het Comité P die beslissen over hoe elke klacht wordt behandeld. Bij de vijf vaste leden zitten geen politiemensen, maar wel drie magistraten. In de dienst enquêtes zitten voor een deel gedetacheerde politieagenten, maar ook anderen, zoals criminologen.”

“Die gedetacheerde agenten zijn nodig, want zij beschikken over de nodige terreinkennis. Zij kunnen bijvoorbeeld zeggen of een aanbeveling die wij aan een politiekorps doen, haalbaar is. Dat is belangrijk, want zo worden onze aanbevelingen ook sneller gerealiseerd.”

Wat gebeurt er dan precies met de rapporten die het Comité P maakt?

“Het Comité P geeft dus aanbevelingen over de werking van politiediensten. We zijn niet bevoegd om sancties uit te delen. Maar als onze aanbevelingen niet worden opgevolgd, dan starten we opnieuw een onderzoek en dan rapporteren we opnieuw aan onze begeleidingscommissie in het parlement.

“Voordat we een rapport naar buiten brengen, mag een politiekorps het ook lezen en opmerkingen formuleren. Door de korpsleiding erbij te betrekken, is die ook meer geneigd om de aanbevelingen in de praktijk om te zetten.”

Bron » De Morgen | Yannick Verberckmoes

Het doel is alle straffen uit te voeren

Een investering van zo’n miljard euro moet politie en justitie eindelijk de 21ste eeuw binnenloodsen. De uittredende minister van Justitie, Koen Geens (CD&V), eiste in 2019 een injectie van 750 miljoen euro als voorwaarde voor een tweede termijn. Het lot wil dat de injectie er komt – alvast op papier – maar dat Geens vertrekt.

Zijn opvolger krijgt volgens het regeerakkoord een ‘begrotings­injectie’ om het departement mee te herfinancieren. Volgens onze informatie is ruim een half miljard euro voorzien om Justitie zelf te moderniseren en nog eens een kwart miljard om de gerechts­gebouwen en gevangenissen aan te pakken. Daarnaast krijgen ook de federale politie en de veiligheidsdiensten een structurele ­injectie van ruim 200 miljoen euro. Ook de nieuwe minister van ­Binnenlandse Zaken kan de beurs dus opentrekken.

Niet ‘soft’ overkomen

Die meeruitgaven moeten het beeld helpen bijstellen dat een regering met groenen ‘soft’ zou zijn, iets wat met name de liberalen en CD&V willen counteren. Zo valt op dat de strafprocedures verkort worden en de regering zich sterk maakt dat alle straffen worden uitgevoerd ­– een klassiek stokpaardje op rechts.

Recidivisten worden harder aangepakt maar ook begeleid ‘naar een andere levenswandel’. De forensische psychiatrische centra en gevangenissen krijgen extra capaciteit. Maar ook de zogenaamde afkoopwet – verruimde minnelijke schikking – wordt geëvalueerd en mogelijk hervormd. Dat is een stokpaardje van links dat er een vorm van klassenjustitie in ziet.

Het zijn enkele van de kracht­lijnen waarlangs het strafrecht, het strafprocesrecht en het strafuitvoeringsrecht zullen worden gemoderniseerd volgens het regeerakkoord. Het doel is dus wel om de hervormingstrein van minister Geens voort te zetten. Verschillende onafgewerkte werven worden verder aangepakt. Zo wordt de analyse over de werklast van magistraten voortgezet. De volledige digitalisering van vonnissen en arresten, die recentelijk opnieuw vertraging opliep, wordt nogmaals in het vooruitzicht gesteld. En de toegankelijkheid van Justitie wordt verder aangepakt, onder meer via een hervorming van de juridische bijstand.

Straf in land van herkomst

Dat de aanpak veeleer ‘flinks’ wordt, blijkt ook uit de intentie om de inspanningen verder te zetten om gedetineerden die de Belgische nationaliteit niet hebben en veroordeeld zijn tot een straf van meer dan 5 jaar, hun straf te laten uitzitten in het land van herkomst. Al zijn daar natuurlijk de nodige bilaterale akkoorden voor nodig, en dat is altijd een pijnpunt.

Een gevangenisstraf wordt ook steeds doorgeseind aan de Dienst Vreemdelingenzaken, zodat die ‘het administratief statuut van de veroordeelde kan (her)bekijken’.

Modernisering politie

Ook de modernisering van de politie wordt een speerpunt. Zo komt er een kruispuntbank Veiligheid voor informatiedeling tussen Justitie en alle veiligheidsdiensten. De al veelbesproken rekrutering voor de politie wordt verder hervormd.

Als reactie op de recente discussies over politiegeweld en het geweld op politie komt er voor beide gevallen een nultolerantiebeleid. Als reactie op de onlusten deze zomer aan de kust, wordt de mogelijkheid om een lokaal plaatsverbod uit te spreken, uitgebreid. Ook een symbolische maar gevoelige maatregel: de militaire aanwezigheid op straat wordt ‘onmiddellijk progressief ­afgebouwd’.

Tot slot pikt Vivaldi de belofte op van een opgedreven bestuurlijke handhaving door lokale besturen, waarbij ze criminaliteit tot zekere hoogte zelf kunnen aanpakken, los van Justitie. De federale politie zal gespecialiseerde drugsonderzoeksteams uitbouwen.


Per jaar 1.600 agenten aanwerven

De doorlooptijd tussen kandidatuur en aanwerving moet korter. Lokale zones zullen bovendien zelf kunnen rekruteren. De partijen mikken ook op een gespecialiseerde instroom (vooral voor de gerechtelijke politie). Alles ­samen wil men minstens 1.600 agenten per jaar aanwerven, 200 meer dan wat vandaag het doel is.

Europees stemrecht op 16 jaar

Bij de Europese verkiezingen krijgen jongeren vanaf zestien jaar stemrecht. Het is de opvallendste maatregel om het geloof in de politiek op te krikken. Verder wordt gezocht naar methodes om de regeringsvorming niet opnieuw 500 dagen te laten aanslepen. De regering wil experimenteren met nieuwe vormen van burgerparticipatie zoals ­burgerkabinetten of gemengde panels in de schoot van de Kamer. Via een burgerinitiatief moet het mogelijk zijn om wetsvoorstellen te laten behandelen.

Femicide in strafwetboek

Er komt een speciaal ­statuut voor de moord op vrouwen. Behalve femi­cide wordt ook bekeken om ecocide – het doel­bewust vernietigen van ecologische systemen –een plaats te geven in het strafwetboek. Denk aan olielekken, illegale ontbossing, enzovoort. Daarover wordt advies gevraagd aan experten. Er zal ook diplomatiek geijverd worden om ecocide te beteugelen.

Bron » De Standaard | Jan-Frederik Abbeloos