Hervorming assisen leidt tot langere celstraffen

Door de justitiehervorming die minister van Justitie Koen Geens (CD&V) wil doorvoeren, zullen mensen langere gevangenisstraffen moeten uitzitten. De maximale celstraf bij correctionele zaken wordt verhoogd naar 40 jaar.

In het tweede pakket maatregelen waarmee Geens justitie wil hervormen, de zogenaamde potpourri II, staat onder meer de hervorming van assisenzaken. De assisenprocedure wordt fors uitgehold. De ministerraad gaf eerder al haar goedkeuring, dus dat ook potpourri II binnenkort een parlementaire meerderheid achter zich krijgt, lijdt weinig twijfel. Al zal er nog aan gesleuteld moeten worden.

De maximale celstraf voor correctionele zaken wordt opgetrokken. Op dit moment ligt die maximumstraf op 20 jaar, maar ze gaat naar 40 jaar voor misdrijven waar je volgens het strafwetboek levenslang voor krijgt. Daar heeft Bruno Luyten, de eerste voorzitter van het hof van beroep in Antwerpen, zijn bedenkingen bij: “Het is zo moeilijk om in te schatten hoe mensen gaan evolueren. Het is mogelijk dat iemand na 10 of 15 jaar helemaal veranderd is. Reclassering gaat dan meestal veel vlotter dan na 40 jaar.”

Recidivisten

De correctionalisering heeft ook zware gevolgen voor mensen die eerder al een veroordeling opliepen. Recidivisten zullen in de toekomst langere celstraffen moeten uitzitten dan vandaag het geval is. Wie in het verleden een veroordeling opliep, ook al was dat bijvoorbeeld slechts tot 1 jaar celstraf, zal bij een nieuwe veroordeling voortaan als recidivist beschouwd worden in een correctionele rechtbank.

Dat is nu niet het geval wanneer die tweede veroordeling in een assisenprocedure valt. In een assisenzaak geldt dat niet-recidivisten minimaal een derde van hun straf moeten uitzitten. In het wetsontwerp dat op tafel ligt, moeten recidivisten in een corectionele zaak twee derden van hun straf in de cel doorbrengen. “Door die wijziging gaat een tweede veroordeling veel zwaarder wegen. Het is een anomalie”, vindt Groen-Kamerlid Stefaan Van Hecke. “Je gaat naar een lagere rechtbank, maar de straf is hoger.”

Minister Geens suggereerde na afloop van de commissiebespreking dat er nog ruimte is voor wijzigingen. Gisteren ging de commissie verder met de artikelgewijze bespreking. Wellicht worden de maatregelen in februari in de plenaire zitting gestemd.

Bron » De Morgen

Plannen van minister Geens zetten stille staatsgreep van Openbaar Ministerie verder

Nu dinsdag en woensdag 17 en 18 november zal er gedebatteerd worden in de kamercommissie justitie over het wetsontwerp “houdende wijzigingen van het strafrecht en de strafvordering en houdende diverse bepalingen inzake justitie”, beter bekend als het 2de deel van de Potpourri-wetten van minister Geens.

De justitieminister zegt met zijn voorstellen ons strafsysteem (financieel) efficiënter te willen maken. Maar de vraag is efficiënter ten koste van wat? De kritieken die al verschenen zijn niet te min en ook niet van de minsten. Françoise Tulkens, oud vice-voorzitster van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, Paul Martens, oud voorzitter van het Grondwettelijk Hof en Patrick Henry, voorzitter van avocats.be, spreken in La Libre Belgique van 26 oktober 2015 over “un recul de civilisation”.

De Advocatenordes en ook de onderzoeksrechters zijn zeer kritisch. Zij hekelen de afbouw van de rechten van verdediging, de beperking van de rol van de rechter, de neveneffecten van de maatregelen die tot nog meer overbevolking van de gevangenissen zullen leiden, de strengere strafuitvoeringsmaatregelen tegen mensen zonder papieren en de versterking van de macht van het parket in het strafonderzoek.

De huiszoeking wordt aan minder strenge voorwaarden onderworpen

Een maatregel die nog minder belicht werd, is de beperking van de rol van de onderzoeksrechter door de uitbreiding van het mini-onderzoek tot de huiszoeking. Zo geformuleerd is dat natuurlijk onbegrijpelijk. Waarover gaat het?

Artikel 15 van de Belgische Grondwet bepaalt : “De woning is onschendbaar. Geen huiszoeking kan plaatshebben dan in de gevallen die de wet bepaalt en in de vorm die zij voorschrijft”. Op basis hiervan is het al van bij de totstandkoming van het Wetboek van Strafvordering zo dat een huiszoeking enkel kan bevolen worden door een onderzoeksrechter.

Indien het Openbaar Ministerie (OM) van oordeel is dat er in een strafonderzoek een huiszoeking dient te gebeuren, dan kan dat enkel met toestemming van de betrokkene of door een gerechtelijk onderzoek te openen onder leiding van een onderzoeksrechter. Het is specifiek dit laatste dat minister Geens wilt wijzigen. Daarvoor breidt hij de toepassing van het mini-onderzoek uit.

Bij wet van 12 maart 1998 werd het zogeheten mini-onderzoek ingevoerd in het Wetboek van Strafvordering. Als het OM in een opsporingsonderzoek een bepaalde onderzoekshandeling wilt stellen waarvoor vroeger een onderzoeksrechter diende aangesteld te worden, kan dat sinds 1998 door bij deze laatste een “mini-onderzoek” te vragen. Het strafdossier blijft dan volledig in handen van het OM. De onderzoeksrechter wordt enkel gevraagd goedkeuring te geven voor de onderzoeksmaatregel. Het gaat in concrete over bij voorbeeld het openen van een brief of het organiseren van een autopsie.

De uitbreiding van het mini-onderzoek tot de huiszoeking komt er dus op neer dat een onderzoek waarin het OM meent een huiszoeking te moeten doen toch niet onder leiding van een onderzoeksrechter zal vallen.

Concreet wil minister Geens artikel 28septies van het Wetboek van Strafvordering wijzigen. Dat artikel sluit bepaalde onderzoeksdaden uit van het toepassingsgebied van het mini-onderzoek. Dat was ook het geval met de huiszoeking. Indien Potpourri 2 wet wordt, zal een huiszoeking dus ook kunnen na een mini-onderzoek.

Oorspronkelijk wilde de regering ook voor “de observatie met gebruik van technische hulpmiddelen om zicht te verwerven in een woning” en “het afluisteren en opnemen van privécommunicatie en –telecommunicatie” het mini onderzoek toelaten. Na kritiek van de Raad van State en vele onderzoeksrechters heeft de minister dat idee laten varen.

De vermelde maatregelen houden een ernstige beperking in van het recht op eerbiediging van het privéleven. En juist daarom zijn ze in het kader van het strafonderzoek voorbehouden aan de onderzoeksrechter.

Minister Geens realiseert 15 jaar oude eis van Openbaar Ministerie

De door de regering voorgestelde maatregel is helemaal geen door (financiële) efficiëntie ingegeven maatregel maar de verwezenlijking van een 15 jaar oude eis van het OM. Bij de discussies voorafgaandelijk aan de wet-Franchimont in 1998 kwam de hele discussie al aan de orde. Ze laaide op naar aanleiding van de openingsrede van procureur-generaal F. Schins “Ons strafprocesrecht moet helemaal anders. Tabula rasa!” In september 2011 en de reactie erop van onderzoeksrechter K. Van Cauwenberghe, tevens toenmalig voorzitter van de Vereniging van Onderzoeksrechters, “Onderzoeksrechters afschaffen! En de parketten niet?”

Het voorstel is dus niet zo onschuldig als minister Geens wilt doen uitschijnen. Het is niet gewoon een slim idee van een ervaren advocaat. Het is de verwezenlijking van een oude wensdroom van de hoogste regionen van het OM. Het zou de minister sieren indien hij dat niet enkel zou vermelden in de door hem voorgelegde wetgevingsbundel van 395 pagina’s maar ook duidelijk in het publieke debat.

Hij zegt natuurlijk dat het huidige systeem van gerechtelijk onderzoek log is en financieel niet meer houdbaar maar het stelt toch tot nadenken als de hoogste rechters van ons land zijn voorstellen een “achteruitgang van de beschaving” noemen.

De rol van de onderzoeksrechter wordt uitgehold

Het gaat om de aantasting van het broos evenwicht tussen de macht van het OM en de rechter. De onderzoeksrechter leidt een gerechtelijk onderzoek. Dat doet hij met behulp van rechercheurs bij de politie. Het is de taak van de onderzoeksrechter om zowel bewijzen tegen (à charge), als voor (à décharge) de verdachte te verzamelen.

Dat is helemaal anders voor het OM. In het kader van het strafonderzoek is het OM de vervolgende partij. Het is niet voor niets dat voor onderzoeksmaatregelen die een ernstige inbreuk vormen in het privéleven en de grondwettelijke rechten al meer dan een eeuw een onderzoeksrechter wordt aangesteld.

Die procedure vormt een garantie voor een onpartijdig en onafhankelijk onderzoek en is essentieel voor de rechten van de verdediging. Hoe meer de macht komt te liggen bij het OM, zonder compensatie voor de verdediging, hoe meer kans er is op gerechtelijke dwaling, machtsmisbruik en corruptie. Justitie is immers niet ongenaakbaar, zeker als er gen sprake meer is van “wapengelijkheid” tussen de vervolgende partij en de verdediging.

Om het met een boutade te zeggen en natuurlijk veel te kort door de bocht: in het Ancien regime was er pas sprake van een efficiënte justitie. Opletten dus met dat argument. Een rechtstaat is onverenigbaar met een systeem van standrecht, dat geen waarborgen biedt voor een eerlijk proces en geen respect toont voor de rechten van de verdediging. De vraag die dus aan de orde is, is welke samenleving we willen, welke evenwichten tussen burger en staat, welk soort justitie.

De zoektocht naar “efficiëntie” verbergt repressieve agenda

Het is duidelijk waar het OM naar toe wilt, en dat al meer dan 15 jaar. Zij zijn aanhangers van een versterkte rol voor het OM in het onderzoek. Een systeem waarbij zij het onderzoek leiden en alle weerwerk van de advocatuur dient te komen. Die richting inslaan zonder ook de rechten van de verdediging in de procedure te garanderen en zonder het OM wettelijk te verplichten een strafonderzoek niet enkel “à charge” maar ook “à décharge” te voeren, is een gevaarlijke evolutie.

Het doel van het OM is ook het doel van minister Geens. Hij mikt op een geleidelijke overgang naar een strafprocedure naar Angelsaksisch model. Hierdoor wordt het fair proces op de helling gezet en riskeert de klassenjustitie nog te verergeren. Ook de invoering van een veralgemeende minnelijke schikking voor witteboordcriminaliteit heeft deze tendens versterkt.

In de discussie over de efficiënte van justitie is het interessant te verwijzen naar de openingsspeech van Patrick Duinslager, procureur-generaal van het Hof van Cassatie, van 1 september 2014. Daarin ging hij tegen de stroom in : “Een al te voortvarende justitie kan geen goede justitie zijn. Het is immers niet het hoogste doel van het recht om altijd en overal en ten koste van alles in de eerste plaats efficiënt te zijn. Rechtstoepassing moet bovenal rechtvaardig zijn. Het is pas binnen die grenzen dat er ruimte bestaat voor snelheid en efficiëntie”.

In het Potpourri 2 wetsontwerp wordt de bevoegdheid van de onderzoeksrechter verder uitgehold. Zijn taak wordt steeds meer het zetten van stempels ter goedkeuring van wat het OM vraagt. We evolueren naar een rechter van het onderzoek in plaats van een onderzoeksrechter en dat heeft verstrekkende gevolgen.

De voorstellen van minister Geens zijn niet in eerste instantie ingegeven door een zoektocht naar efficiëntie. Ze dragen bij tot de perfectionering van een repressief systeem.

Bron » De Wereld Morgen | Ivo Flachet (justitiespecialist PVDA)

Justitie krijgt 146 miljoen om achterstallige facturen te regelen

De ministerraad is het eens geraakt over de toekenning van 146 miljoen euro om de achterstallige facturen bij Justitie aan te pakken. Dat heeft minister van Justitie Koen Geens (CD&V) bekendgemaakt. Het gaat om facturen van voor 31 december 2014.

Van dat bedrag was 100 miljoen al aangekondigd bij de begrotingscontrole in maart. De regering heeft ondertussen groen licht gekregen van het Instituut voor de Nationale Rekeningen om de achterstallen op deze manier aan te pakken.

Binnen het bedrag zit ook de schikking die vorige week groen licht kreeg voor 23 miljoen euro met telecomoperatoren Base en Mobistar. Die hadden een rechtszaak aangespannen tegen de Belgische staat.

Om de gerechtskosten mee binnen de perken te houden, zullen de bezoeken van gerechtsdeurwaarders zoveel mogelijk worden vervangen door elektronische communicatie.

Voor betekeningen in strafzaken zou dat een aanzienlijke besparing en een vereenvoudiging voor de burger inhouden. Het gaat om een maatregel die werd opgenomen in het Potpourri III-wetsontwerp, dat ook de hervorming van de internering regelt.

Bron » De Morgen

Onkelinx aan Geens: “U verzwakt de rechterlijke macht”

Het Kamerdebat over de hervorming van het burgerlijk procesrecht is vrijdag uit de startblokken geschoten met een forse uitval van PS-fractieleidster Laurette Onkelinx richting Justitieminister Koen Geens. Ze verweet de minister dat door het besparingsritme bij Justitie, de gerechtelijke macht onmogelijk normaal kan werken. Geens reageerde fel. “Zeg niet dat ik de kracht niet heb om Justitie en de rechtzoekenden te verdedigen.”

De hervorming van het burgerlijk procesrecht dient in de eerste plaats om een aantal procedures te versnellen. De tekst, die later op de dag normaal gezien wordt goedgekeurd, is beter bekend als de Potpourriwet. Bedoeling is dat er binnen afzienbare tijd nog drie gelijkaardige wetteksten op de parlementsbanken belanden.

De plenaire bespreking ging vanmorgen meteen van start met zware woorden vanop de PS-banken richting minister Geens. Fractieleidster Onkelinx citeerde verschillende “wanhoopskreten” die vanuit de justitiële wereld in de media verschenen over het gebrek aan middelen en personeel. “De besparingen van uw regering maken het onmogelijk voor de rechterlijke macht om normaal te functioneren”, luidde het. “U hebt niet de kracht gehad een begroting die naam waardig voor Justitie te verdedigen”.

Onkelinx laakte ook dat minister Geens “heeft geweigerd” rekening te houden met de mening van de experten over de tekst. “Was het onverschilligheid? Was het zwakheid? In beide gevallen verzwakt u de rechterlijke macht”, aldus de PS-fractieleidster.

De CD&V-minister liet de kritiek niet over zijn kant gaan. “U zegt dat ik niet de kracht heb gehad Justitie te verdedigen. Het tegendeel is waar”, zei Geens. “Ik heb de voorbije twaalf maanden alles gedaan opdat Justitie beter dan voordien kan werken”. Geens somde alle initiatieven op die hij daarvoor de voorbije twaalf maanden heeft genomen.

De minister voerde daarbij aan dat hij had beloofd dat Justitie zou kunnen afwijken van het voorziene besparingsritme. “Zoals de eerste minister zou zeggen: woord gehouden”. Ook het dichtrijden van de achterstallige facturen en het vacant stellen van honderden plaatsen passeerden de revue. “Gisteren heb ik groen licht gekregen van de Inspectie Financiën om 50 extra plaatsen voor magistraten vacant te stellen. Kom dus niet zeggen dat ik niet de kracht heb Justitie te verdedigen”.

Geens benadrukte dat hij alle experten tijdens de hoorzittingen in de Kamer heeft gehoord en voegde er aan toe dat hij reeds voorzien van zowat elke instantie de adviezen had gelezen. Ook voerde Geens aan dat het advies van de Raad van State quasi volledig werd gevolgd, op drie punten na. Die artikels werden evenwel met elf stemmen tegen één ofwel unaniem goedgekeurd, luidde het. “Ik aanvaard die kritiek dus niet”, besloot Geens.

De Potpourri-wat?

De eerste Potpourriwet, die candaag in de plenaire Kamer besproken wordt en focust op het burgerlijk procesrecht, heeft tot doel een aantal procedures te versnellen en efficiënter te maken. De tekst bevat ook een bepaling die ervoor zorgt dat de speurders tien jaar extra de tijd krijgen om het mysterie rond de Bende van Nijvel op te lossen.

De belangrijkste wijzigingen die het ontwerp doorvoert, zijn bekend. Het gaat daarbij om het terugdringen van de mogelijkheden tot het onmiddellijk instellen van hoger beroep tegen tussenvonnissen en het schrappen van de schorsende werking van het hoger beroep, om zo onnodige beroepen terug te dringen.

Ook komt er een beperking van het verplicht advies van het openbaar ministerie en van het gebruik van de kamers met drie rechters in burgerlijke zaken. Niettemin kan men beslissen dat er toch drie rechters nodig zijn, bijvoorbeeld in complexe zaken.

Via de e-box zullen alle gerechtelijke instanties, advocaten, gerechtsdeurwaarders en notarissen op een juridisch geldige manier met elkaar kunnen communiceren. Voorts komt er een vereenvoudiging van de betaling van niet-betwiste achterstallige facturen door bedrijven, opdat daar niet langer telkens een rechter aan te pas moet komen. Daarnaast zullen de betrokken partijen via een vaste vorm hun conclusies moeten formuleren.

Het wetsontwerp verlengt tot slot de verjaringstermijn voor misdaden die bestraft kunnen worden met levenslange opsluiting. Die komt op veertig jaar te liggen, in plaats van de huidige dertig jaar. Dat is belangrijk voor het onderzoek naar de Bende van Nijvel.

Bedoeling is dat de speurders tien jaar langer de tijd krijgen om de daders van de bloedige aanslagen uit de jaren tachtig te zoeken. De kans is immers bijzonder klein dat tegen 9 november 2015, dertig jaar na de overval op het Delhaize-warenhuis in Aalst, het mysterie rond de Bende van Nijvel zal worden opgelost.

Het Bende-onderzoek is overigens niet het enige dossier waarvoor de verlenging belangrijk is. Dat geldt namelijk ook voor een nieuwe zaak van kindermoord tegen zuurgooier Richard Remes.

Bron » De Morgen

“Potpourriwet” moet rechtsprocedures versnellen en verjaringstermijn verlengen

De eerste “potpourriwet”, die vandaag in de plenaire Kamer besproken wordt en focust op het burgerlijk procesrecht, heeft tot doel een aantal procedures te versnellen en efficiënter te maken. De tekst bevat ook een bepaling die ervoor zorgt dat de speurders tien jaar extra de tijd krijgen om het mysterie rond de Bende van Nijvel op te lossen.

De belangrijkste wijzigingen die het ontwerp doorvoert, zijn bekend. Het gaat daarbij om het terugdringen van de mogelijkheden tot het onmiddellijk instellen van hoger beroep tegen tussenvonnissen en het schrappen van de schorsende werking van het hoger beroep, om zo onnodige beroepen terug te dringen.

Ook komt er een beperking van het verplicht advies van het Openbaar Ministerie en van het gebruik van de kamers met die rechters in burgerlijke zaken. Niettemin kan men beslissen dat er toch drie rechters nodig zijn, bijvoorbeeld in complexe zaken.

Via de e-box zullen alle gerechtelijke instanties, advocaten, gerechtsdeurwaarders en notarissen op een juridisch geldige manier met elkaar kunnen communiceren. Voorts komt er een vereenvoudiging van de betaling van niet-betwiste achterstallige facturen door bedrijven, zodat daar niet telkens een rechter aan te pas moet komen. Daarnaast zullen de betrokken partijen via een vaste vorm hun conclusies moeten formuleren.

Het wetsontwerp verlengt tot slot de verjaringstermijn voor misdaden die bestraft kunnen worden met levenslange opsluiting. Die komt op veertig jaar te liggen, in plaats van de huidige dertig jaar. Dat is belangrijk voor het onderzoek naar de Bende van Nijvel.

Bedoeling is dat de speurders tien jaar langer de tijd krijgen om de daders van de bloedige aanslagen uit de jaren tachtig te zoeken. De kans is immers bijzonder klein dat tegen 9 november 2015, dertig jaar na de overval op het Delhaize-warenhuis in Aalst, het mysterie rond de Bende van Nijvel zal worden opgelost.

Bron » VRT Nieuws