‘Moord op Cools was etterbuil oude politieke cultuur’

Met het proces-Cools valt het doek over een van de affaires die tekenend waren voor de ‘schizofrene jaren 90’. Volgens Carl Devos, politicoloog aan de Universiteit Gent, heeft de zaak-Cools geen blijvend trauma nagelaten. Ze leidde ook niet tot trendbreuken in de verhouding tussen de burger, het gerecht en de politiek. In het kielzog van de affaire-Cools kwamen wel de smeergeldaffaires Agusta en Dassault aan het licht, die België even op zijn politieke grondvesten deden daveren.

Impact

Toen Andre Cools vermoord werd, ging er een schokgolf door België. Logisch, vindt Carl Devos, professor verbonden aan de Universiteit Gent. ‘In Belgie worden geen politici doodgeschoten’. Voor een precedent moeten we teruggaan naar de moord op Julien Lahaut in 1951. Lahaut riep bij de eedaflegging van koning Boudewijn ‘Vive la Republique’ en werd kort daarna vermoord, vermoedelijk door een groep Leopoldisten.

Ook na de moord op Cools, intussen twaalf jaar geleden, is in Belgie geen politieke moord meer gebeurd. De collectieve verontwaardiging direct na de moord, en de vrijwel onmiddellijke suggestie dat het om een politiek gerelateerd misdrijf ging, brachten een diep wantrouwen van de burger in de politiek aan de oppervlakte. Volgens Devos haalde de moord op Cools ‘het lelijkste van de oude politieke cultuur naar boven’.

Toch mag de impact op de langere termijn niet overschat worden: ‘Het gevaar is dat twaalf jaar na de feiten de zaak-Cools wordt aangegrepen om van alles en nog wat post factum te verklaren’, zegt hij. De waarheid is veel genuanceerder: ‘De moord op Cools was in de jaren 90 maar een van de vele affaires die de burgers de indruk gaven dat de overheid machteloos stond bij het oplossen van een aantal gebeurtenissen. Maar ze zette de politici ertoe ook aan – althans aan de oppervlakte – een aantal dingen te veranderen.

De moord op Cools past in het rijtje van een aantal politieke schandalen en affaires: Agusta, Dassault, de Bende van Nijvel, de moord op de veearts-keurder Karel van Noppen en vooral de Dutroux-affaire’. Devos werkt samen met de collega’s van zijn vakgroep aan een boek over de politiek in de ‘schizofrene jaren 90’.

Partijfinanciering

Een van de elementen waarop de publieke verontwaardiging zich in de marge van de moord op Cools concentreerde, was de partijfinanciering van de Parti Socialiste. Het was een gebruikelijke praktijk in die dagen dat bedrijven een deel van de overheidssubsidies terugstortten aan de partij van de toekennende minister. Een van de pistes die onderzoeksrechter Veronique Ancia onderzocht, was of de al dan niet illegale financiering van de PS een motief kon zijn voor de moord.

Intussen is het systeem van partijfinanciering grondig veranderd, maar volgens Carl Devos heeft dat niet rechtstreeks met de zaak-Cools te maken: ‘Het klopt dat de politieke partijen vroeger handenvol geld nodig hadden om de vele en dure verkiezingscampagnes te betalen en dat er nauwelijks controle was op de inkomsten van de partijen. Daar kwam in 1989 – dus voor de moord op Cools – met de wet-Dhoore verandering in.’

Die wet verplichtte de partijen een open boekhouding bij te houden. In ruil konden ze voortaan rekenen op een dotatie van de overheid. In 1993 werden de overheidssubsidies verhoogd. Ook die wetswijziging vloeit volgens Devos niet rechtstreeks uit de zaak-Cools voort. ‘De zaak-Cools heeft hooguit een aantal op stapel staande veranderingen versneld, maar de dynamiek om paal en perk te stellen aan een aantal praktijken was eerder al op gang gekomen’, stelt de professor.

Dienstbetoon

Een ander symptoom van de oude politieke cultuur dat na de moord op Cools door jong en oud verguisd werd, is de traditie van het dienstbetoon. Die traditie zat sterk geworteld in alle politieke partijen, niet het minst in de Parti Socialiste. Na de affaire-Cools, en nog meer na de affaires Agusta en Dassault, stond het dienstbetoon zwaar ter discussie. Vooral in Vlaanderen kwam het pleidooi voor een nieuwe politieke cultuur op gang.

Toch is het volgens Devos nooit gelukt om het cliëntelisme uit de partijen te bannen, en zeker niet uit de PS. ‘Het dienstbetoon verklaart nog steeds voor een groot deel het succes van de Parti Socialiste. De huidige partijvoorzitter, Elio di Rupo, beseft dat trouwens maar al te goed en draagt hierin een janusmasker: enerzijds voert hij zoals alle andere partijvoorzitters een vernieuwingsoperatie door, anderzijds zijn de ‘arrangeurs’ in zijn partij nog steeds actief.’

Devos merkt wel op dat ook bij de PS de scherpe kantjes er intussen afgevijld zijn: ‘Dienstbetoon staat niet per definitie buiten de wet. Het vreemde huwelijk tussen de maffia en de politiek bestaat wel niet meer. Het is niet meer nodig omdat alle partijen nu door de overheid beter gefinancierd worden. Het is nog wel steeds zo dat de PS maar matig te enthousiasmeren is over de Vlaamse ‘nieuwerwetserij’ die nieuwe politieke cultuur heet. Het beste voorbeeld is de tegendraadse houding van de PS in de Copernicus-hervorming.’

Rehabilitatie

Carl Devos gelooft niet dat de moord op Cools de Franstalige socialistische partij veel kwaad heeft gedaan. De partij verloor bij de verkiezingen van 24 november 1991 wel enkele procenten (van 43,9% naar 39,2%), maar ze is vandaag nog steeds de grootste politieke formatie in Wallonië. Ook voor de kopstukken van de partij betekende de affaire-Cools niet de doodsteek van hun politieke carriere.

Op Alain van der Biest na, die op 18 maart 2002 zelfmoord pleegde, zijn alle protagonisten gerehabiliteerd. Zo werd Guy Mathot recentelijk tot voorzitter van de Luikse PS verkozen. Hetzelfde geldt voor sleutelfiguren van affaires zoals Agusta en Dassault. Frank Vandenbroucke is nog prominent aanwezig op het politieke toneel. Willy Claes en Guy Coeme zijn weliswaar niet meer politiek actief, maar ook zij werden intussen door de publieke opinie van alle smet gezuiverd.

Fortuyn

De moord op Cools heeft ook het wantrouwen van de burger in het gerecht gevoed. ‘Dat komt omdat de burgers het idee kregen dat het kleine grut, de Tunesische executeurs, wel waren gepakt, terwijl de opdrachtgevers vrijuit gingen’, denkt Devos. Daarnaast waren er insinuaties over de politieke kleur van onderzoeksrechter Veronique Ancia en de slechte samenwerking van het gerecht van Luik en dat van Neufchateau.

Dat de zaak twaalf jaar na de feiten nog voor een assisenjury moet komen, verbetert de zaken er niet op. Hier en daar klinkt het dat een proces nu geen zin meer heeft. De vergelijking met Nederland, waar de moordenaar van Pim Fortuyn intussen al in beroep veroordeeld is, is nooit veraf. Toch roept Devos enkele verschoningsgronden in: ‘Je mag niet vergeten dat de affaires Agusta en Dassault en de fraudezaak bij de verzekeringsmaatschappij OMOB het onderzoek doorkruist hebben. Bovendien gaat het om een ingewikkeld dossier dat bemoeilijkt werd door de familiebanden tussen de betrokkenen waarbij zwijgplicht geldt. Bovendien ging het bij Fortuyn om een politieke moord pur sang, waarbij iemand om zijn ideeën vermoord werd en de dader onmiddellijk gevat kon worden. Bij Cools ging het om een interne afrekening.’

Bron » De Tijd

Oude knol verkocht voor duur springpaard

Het Brusselse hof van beroep heeft Eliane Van Vreckom (56), de ex-vriendin van minister Guy Mathot, gisteren het voordeel van de twijfel gegund in een oplichtingszaak met een paard.

De rechter had Van Vreckom in eerste aanleg veroordeeld tot negen maanden effectief, omdat ze samen met haar minnaar Mark P. (61) een jonge, onervaren ruiter voor 350.000 frank een oude knol verkocht had in plaats van een duur springpaard. Mark P. kreeg aanvankelijk, vanwege zijn blanco strafregister, slechts zeven maanden voorwaardelijk. Van Vreckom liep in 1989 al een celstraf van vier jaar op wegens oplichting.

De voorwaardelijke celstraf van zeven maanden voor Mark P. werd wel bevestigd wegens misbruik van vertrouwen. De jonge ruiter die door een drugsprobleem naar een afkickcentrum was gestuurd, werd door Van Vreckom en Mark P. meegetroond “naar de psychiater”. De tocht ging echter naar de bank, waar P. zijn slachtoffer een reeks cheques liet uitschrijven.

Bron » De Standaard

PS blijft gekant tegen regeling spijtoptanten

De Parti Socialiste (PS) blijft gekant tegen een wettelijke regeling voor spijtoptanten. De jongste onthullingen over een vermeende kroongetuige-spijtoptant in het Bende-onderzoek zijn een schandalig politiek manoeuvre, luidt het bij de PS. Tijdens een interpellatie over de spijtoptantenregeling in de kamercommissie Justitie bleek de PS de enige partij die niet van spijtoptanten wil weten. De oppositie blijft bereid om samen met de andere meerderheidspartijen een wisselmeerderheid te vormen.

De federale minister van Justitie, Marc Verwilghen (VLD), en PS-voorzitter Elio di Rupo bekvechten al maanden over de spijtoptanten. Minister Verwilghen maakt er een prioriteit van en Di Rupo houdt het ontwerp van wet tegen omdat hij vindt dat het niet de taak van de regering is om van België een verklikkersmaatschappij te maken.

Minister Verwilghen heeft gisteren in de kamercommissie Justitie gezegd dat hij er niet in slaagt Elio di Rupo over dit probleem te spreken. De minister wil aan Di Rupo duidelijk maken dat zijn vrees ongegrond is. In een poging Di Rupo toch te overhalen, heeft de minister een advies aan een college van experts van de Raad van Europa gevraagd. “Als wij zelf de regeling voor spijtoptanten niet uitwerken, zullen we door andere gedwongen worden”, zegt Marc Verwilghen.

De minister verwijst naar het EU-voorstel voor de strijd tegen terrorisme dat strafverminderingen verschaft aan spijtoptanten. De EU-ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie moeten voor 7 december beslissen over dit voorstel. Dat hebben de de staats- en regeringsleiders van de EU vorige vrijdag in Gent beslist.

Regeling

De PS wuift de niet gelukte toenaderingspogingen van Marc Verwilghen weg. De minister moet in de ministerraad praten. Over het probleem heeft Di Rupo al meermaals gesproken met zijn VLD-collega Karel de Gucht. “Tijdens die gesprekken blijkt dat beide voorzitters begrip hebben voor elkaars standpunt”, zegt de woordvoerster van Elio di Rupo. Volgens de PS staat een regeling voor de spijtoptanten niet in het regeerakkoord.

Minister Verwilghen ziet dat anders. In de regeringsverklaring staat weliswaar geen letterlijke verwijzing naar de spijtoptanten, maar er staat wel dat de regering alle niet uitgevoerde aanbevelingen van de commissie georganiseerde misdaad in de Senaat en de Bende-commissie bis zal uitvoeren. Eén van die aanbevelingen is een regeling voor spijtoptanten.

Bij de PS is men helemaal niet te spreken over het politieke manoeuvre om het Bende-dossier als breekijzer te gebruiken om een doorbraak in het spijtoptantendossier te forceren. Zaterdag verscheen in de VUM-kranten een bericht dat een spijtoptant klaarstond om in het dossier van de Bende van Nijvel te getuigen. De Bergense advocaat-generaal Claude Michaux, die het onderzoek leidt, ontkende dinsdag in deze krant het bestaan van dergelijke kroongetuige.

“Het is schandalig en onaanvaardbaar dat dergelijke informatie in de media wordt gebracht”, zei PS-kamerlid Thierry Giet in de kamercommissie. Giet: “Ik kan moeilijk geloven dat het een poging tot manipulatie is om de wettelijke regeling toch door te drukken.”

Tijdens de kamercommissie bleek voorts dat de oppositiepartijen samen met de andere meerderheidspartijen een wetsvoorstel voor spijtoptanten van Tony van Parys (CD&V) en Geert Bourgeois (N-VA) willen bespreken. Dinsdagochtend waren alle partijen bereid dit probleem prioritair aan te pakken, maar in de namiddag was het enthousiasme al veel minder. De commissie beslist pas na de herfstvakantie of het dossier een prioritaire plaats krijgt op de agenda.

Bron » De Tijd

Zenuwenoorlog rond regeling spijtoptanten

De minister van Justitie, Marc Verwilghen, put kracht uit de noodkreet van de speurders naar de Bende van Nijvel om zijn wetsontwerp over spijtoptanten met nog meer kracht te verdedigen. Maar PS-voorzitter Elio Di Rupo blijft bij zijn principieel verzet. “Er zijn voldoende wettelijke instrumenten om de georganiseerde misdaad te bestrijden.”

Het wetsontwerp over de ‘medewerkers van het gerecht’ bevindt zich al enkele maanden in een impasse. Minister van Justitie Verwilghen liet een ‘evenwichtige tekst’ opstellen door academici van twee universiteiten. Maar de regeling voor spijtoptanten stuitte op heftig verzet van PS-voorzitter Elio Di Rupo.

Die verhindert de goedkeuring van het ontwerp ‘om ethische redenen’. Hij heeft het er moeilijk mee dat misdadigers strafvermindering of -kwijtschelding zouden krijgen, als ze een boekje opendoen over strafbare feiten. Volgens sommigen stoelt Di Rupo’s verzet ook op emotionele gronden: de voormalige vice-premier werd in opspraak gebracht door een aanvankelijk anonieme getuige, die hem beschuldigde van seksueel misbruik van minderjarigen. De getuige bleek volstrekt onbetrouwbaar te zijn.

Ook gisteren handhaafde de PS-voorzitter zijn verzet tegen een wettelijke regeling voor spijtoptanten. “Het bericht over het aanbod van informatie over de Bende is niet nieuw. En er is ook geen garantie dat die informatie tot een doorbraak in het onderzoek naar de Bende van Nijvel zou leiden”, zei Di Rupo’s woordvoerster.

Maar volgens Verwilghens woordvoerder, Johannes Thuy, staat Di Rupo nu geïsoleerd. “Iedereen in de hele wereld is het erover eens dat er zo snel mogelijk een wettelijke regeling voor de spijtoptanten moet komen. Iedereen, behalve Di Rupo. Zelfs oud-minister Tony Van Parys steunt ons nu vanuit de oppositie”, zegt Thuy. Het zijn, volgens de woordvoerder, vooral de speurders van de cel-Jumet die op zo’n regeling aandringen. “Dat deden ze nogmaals in mei dit jaar, tijdens een ontmoeting op het kabinet met nabestaanden van de slachtoffers van de Bende.”

De beslissing hierover zit nu, volgens Justitie, bij de eerste minister. Woordvoerder Thuy: “Minister Verwilghen heeft zijn huiswerk gemaakt. De knoop moet nu door de ministerraad worden doorgehakt. Premier Verhofstadt moet voor de deblokkering zorgen.” Justitie wijst er nog op dat, om van de spijtoptanten-regeling gebruik te maken, getuigen informatie moeten aandragen die essentieel is voor een onderzoek. En het betalen van geld aan zo’n kroongetuige “is wel de laatste optie”. “Het gaat vooral om strafvermindering, het verlenen van een nieuwe identiteit en het bieden van politiebescherming.”

Bron » De Standaard

PS handhaaft verzet tegen spijtoptanten

De voorzitter van de Franstalige socialisten, Elio Di Rupo, handhaaft zijn verzet tegen een wettelijke regeling over spijtoptanten. “Het aanbod van een persoon, die belangrijke informatie zou hebben over leden van de Bende van Nijvel, is geen garantie voor een doorbraak in het onderzoek.” Ons standpunt is niet veranderd, verklaarde Di Rupo’s woordvoerster, Florence Coppenolle, gisteren aan de redactie van De Standaard, na het bericht dat een kroongetuige informatie over een of meerdere leden van de Bende van Nijvel wil geven.

Speurders van de cel-Jumet, die het gerechtelijk onderzoek voert naar de 28 moorden die worden toegeschreven aan de Bende van Nijvel, staan in contact met een persoon, die informatie wil verschaffen in ruil voor politiebescherming, straffeloosheid en wellicht ook geld. “Die informatie is niet nieuw”, zegt de woordvoerster van Di Rupo.

“En we zijn er ook niet van overtuigd dat dit aanbod een doorbraak kan betekenen voor dit onderzoek. De afwijzing door de PS, over het werken met spijtoptanten, is ook niet terug te voeren op een concreet dossier. Het zou al te gek zijn dat wij geen doorbraak willen in het Bende-onderzoek.”

“Ons verzet slaat op het werken met spijtoptanten in zijn geheel. We vinden dit onethisch. Het installeert een verklikkersmentaliteit. Het is toch niet omdat een getuige eventueel informatie heeft over de Bende van Nijvel, dat de regering moet opveren en onmiddellijk een wettelijk kader voor spijtoptanten moet uitwerken, zodat we die getuige een cadeautje kunnen toegooien?”

De PS-woordvoerster beklemtoont nog dat het verzet tegen het wetsontwerp over de pentiti niet tegen de minister van Justitie, Marc Verwilghen, persoonlijk is gericht. Maar een of ander compromis over zijn project over de ‘medewerkers van het gerecht’ ziet ze niet zitten. “Er zijn momenteel voldoende wettelijke instrumenten voorhanden om de georganiseerde misdaad te bestrijden. De politie is hervormd, het federaal parket is geïnstalleerd. Neen, we zien echt het nut niet in van een regeling voor spijtoptanten.”

Bron » De Standaard