“Notities koning Boudewijn worden nooit openbaar gemaakt”

CD&V-senator en historicus Pol Van Den Driessche betreurt dat de schriftjes van Koning Boudewijn nooit in een openbaar archief terecht zullen komen. Dat leidt hij af op het antwoord dat hij kreeg op zijn brief aan koningin Fabiola, waarin hij erop aandringt dat de schriftjes nooit verloren zouden gaan.

In de schriftjes nam koning Boudewijn nauwgezet notitie van de gesprekken die hij tijdens audiënties gedurende zijn 43 jarig koningschap had. Voor Van Den Driessche bevatten ze dan ook een grote schat aan informatie over een aantal cruciale perioden in de Belgische geschiedenis zoals de koningskwestie, de onafhankelijkheid van Congo, of de plaatsing van kernwapens.

De grootmeester van het Huis van Koningin Fabiola, generaal-majoor vlieger Wilfried Van Kerkhove, antwoordt dat de weduwe van koning Boudewijn de bezorgdheid van Van Den Driessche “ten volle begrijpt en op prijs stelt”, maar hij verwijst ook naar het antwoord van toenmalig premier Guy Verhofstadt in 2006 in de Senaat, dat de notities van Boudewijn geen deel uitmaken van de openbare archieven.

Pol Van Den Driessche betreurt het antwoord omdat hij vreest dat de notities verloren zouden. Uit het antwoord blijkt immers dat de notities nooit zullen worden overgemaakt aan het Koninklijk Archief of het rijksarchief. “Documenten die in privé-handen blijven, krijgen meestal geen goede behandeling, raken verloren of worden verkocht”, voegt hij er aan toe.

Bron » De Morgen

Strafdossiers blijven zeker twintig jaar bewaard

Strafdossiers van criminelen die correctioneel veroordeeld zijn, worden twintig jaar bewaard op de griffie. Daarna wordt een aantal dossiers vernietigd, een ander deel gaat naar het rijksarchief in Bever. Dossiers van geïnterneerden worden altijd bewaard. In ieder geval hebben parket en gerecht steeds inzage in het strafregister van veroordeelden tot zij overlijden. Dat zei minister van Justitie Jo Vandeurzen dinsdag in de Kamer aan Peter Logghe van het Vlaams Belang.

Die vroeg zich af of een Oostenrijkse zaak zoals deze van Jozef Fritzl die zijn dochter jarenlang opsloot, misbruikte en bij haar zeven kinderen verwekte, ook in België mogelijk zou zijn. Fritzl kon zolang onopgemerkt doorgaan omdat een verkrachtingsdossier tegen hem uit de jaren zestig was vernietigd. Logghe besloot dat “zo’n zaak in België dus ook zeker wel zou kunnen”.

Bron » Gazet van Antwerpen

Tentoonstelling 175 jaar Veiligheid van de Staat

Maandag opent in het Algemeen Rijksarchief in Brussel de tentoonstelling Undercover. 175 jaar Veiligheid van de Staat voor het grote publiek. ‘Zelfs na 175 jaar blijft een waas van mysterie hangen over de Veiligheid van de Staat. De tentoonstelling wil die helpen te doorbreken’, klinkt het veelbelovend in de expobrochure. Maar wie geheime informatie of dossiers verwacht, komt – niet geheel onverwacht – niet aan zijn trekken.

“Er bestaan heel wat misverstanden over de Veiligheid van de Staat. Tijdens selectieproeven bijvoorbeeld geven sollicitanten aan dat ze onze dienst linken met afluisteren, huiszoekingen en arrestaties. Terwijl we daar niet bevoegd voor zijn. Sommige studenten van het tweede jaar interieurvormgeving van de Hogeschool Sint-Lukas in Gent, die hebben meegeholpen aan de opbouw van de tentoonstelling, dachten dat alle camera’s op kruispunten rechtstreeks verbonden zijn met onze dienst”, lacht curator Robin Libert, adviseur-generaal van de Staatsveiligheid. Met de tentoonstelling wil de inlichtingendienst een realistisch beeld schetsen van zijn werking en meer openheid creëren.

Een document uit 1896 over mensensmokkel, landkaarten uit de Tweede Wereldoorlog, de bruine aktetas waarmee de Belgische spion Eugène Michiels in de Koude Oorlog strategische informatie doorspeelde aan de Roemenen en Russen, een paraplu-geweer, een terroristenhandleiding uit Afghanistan, het ligt er allemaal op de expo. In een vitrinekast in de hoek prijkt de rode vlag van het Kosovaarse Bevrijdingsleger UCK. “Afkomstig uit hun stocks in België.”

Een van de recentste attributen op de expo is een gesmolten kast uit de WTC-torens, stille getuige van de terreuraanslagen van 11 september. “Die eyecatcher hebben we in bruikleen gekregen van de CIA”, zegt Libert niet zonder trots. “Het is een primeur dat de CIA meewerkt aan een tentoonstelling in het buitenland. Het is trouwens ook de eerste keer dat de Veiligheid van de Staat het grote publiek een blik gunt in documenten uit haar archieven.”

De tentoonstelling richt zich tot een groot publiek. Voor secundaire scholen is een pedagogische map samengesteld. “Analisten van de Veiligheid van de Staat kunnen zelfs ingeschakeld worden als gids.” Qué? “Wees gerust, we gaan geen foto’s nemen van iedereen die passeert.”

De leukste speeltjes van de tentoonstelling staan vlakbij de uitgang: afluisterapparatuur verwerkt in een asbak, boek of pakje sigaretten, een ‘sweepingapparaat’ om afluisterapparatuur in gebouwen op te sporen, een baksteen die ooit dienst heeft gedaan als ‘dode brievenbus’ en nostalgischer hightech die onmiddellijk doet denken aan James Bond. “Allemaal veroverd op landen uit het Warschaupact”, zegt Libert. “Grote diensten in het buitenland hebben een afdeling met technische snufjes. België helaas niet.”

Bron » De Morgen

Staatsveiligheid gaat archieven openen

De Veiligheid van de Staat wil haar archieven toegankelijk maken voor wetenschappelijk onderzoek. Dat maakte administrateur-generaal Koen Dassen bekend in de marge van de opening van de tentoonstelling Undercover. 175 jaar Veiligheid van de Staat in het Rijksarchief in Brussel.

“We zitten in een leerproces en de geschiedenis kan een goede leerschool zijn voor de toekomst. Maar vooraleer we documenten uit het archief voor wetenschappers toegankelijk kunnen maken, moeten we eerst een risicoanalyse laten opstellen. We willen de regering voorstellen om zo een onderzoek te starten”, zegt Dassen.

Geclassificeerde documenten van de Veiligheid van de Staat zijn niet toegankelijk voor het grote publiek. Enkel documenten ouder dan honderd jaar zijn toegankelijk via het Rijksarchief. Documenten van recentere datum liggen onder elektronische bewaking opgeslagen in de archieven van de Veiligheid van de Staat. Dassen: “In het verleden is het wel al uitzonderlijk gebeurd dat wetenschappers toch toestemming kregen om de documenten in te kijken.”

Het enige onderzoeksinstituut dat op dit moment inzage krijgt in de archieven van de Staatsveiligheid is het Studie- en Documentatiecentrum voor Oorlog en Maatschappij (Soma). “In het kader van een onderzoek naar de betrokkenheid van de Belgische autoriteiten bij de Jodenvervolging tijdens de Tweede Wereldoorlog, mogen Soma-onderzoekers die archieven raadplegen”, zegt algemeen rijksarchivaris Karel Velle.

Velle juicht het initiatief van de Staatsveiligheid toe. “Wij zijn vragende partij om documenten van de Staatsveiligheid die jonger zijn dan honderd jaar maar geen nut meer hebben voor de dagelijkse werking, in ons archief op te nemen. Door de overdracht van het archief van de gerechtelijke politie van Antwerpen aan het Rijksarchief hebben we trouwens al een aantal geclassificeerde documenten opgeslagen.”

Bron » De Morgen

Boek en tentoonstelling over geschiedenis van geheime dienst

 

Met een boek en een tentoonstelling over de 175-jarige geschiedenis van de staatsveiligheid onderneemt de geheime dienst zijn eerste voorzichtige stappen naar meer transparantie. De recente perikelen over het eerste jaarverslag van de inlichtingendienst tonen echter aan dat de evolutie naar meer openheid een moeizame en gewaagde onderneming kan zijn.

“De regels van corporate governance en accountability zijn evenzeer van toepassing op de inlichtingengemeenschap, maar dat besef – het moet eerlijk worden toegegeven – is vrij laat gekomen.” Dat schrijft Koen Dassen, de chef van de staatsveiligheid, in het gisteren gepubliceerde boek De staatsveiligheid. Essays over 175 jaar veiligheid van de staat (Politeia). Het is volgens Dassen de bedoeling om “de activiteiten van de inlichtingendienst op een wetenschappelijk verantwoorde manier te onttrekken aan de sfeer van geheimzinnigheid die er nog te veel rond heerst”.

Dat er een boek over de staatsveiligheid verschijnt, waaraan werd meegeschreven door een aantal medewerkers van die dienst (die zich weliswaar niet met hun functie presenteren, maar als politicoloog of historicus), is op zichzelf al uitzonderlijk. Spannende verhalen of onthullingen moet de lezer niet verwachten.

De publicatie beperkt zich tot meestal droge bijdragen over de geschiedenis en het juridisch en institutioneel kader van de inlichtingendienst, verlucht met beelden van oubollig spionagemateriaal. Wel een primeur is dat het boek voor het eerst een foto openbaar maakt van Godelieve Timmermans, de vroegere administrateur-generaal van de staatsveiligheid, die het slechts twee jaar uithield in die topfunctie en in 2002 voortijdig ontslag moest nemen omdat ze het vertrouwen van de regering kwijt was geraakt.

Merkwaardig is dat het boek er kwam op initiatief van professor Marc Cools, manager van een Antwerpse beveiligingsfirma, gewezen adviseur van voormalig VLD-minister van Justitie Marc Verwilghen en medestander van ex-VLD’er Hugo Coveliers, en diens vrienden van de conservatieve denktank Nova Civitas. Cools staat overigens bekend als een pleitbezorger van de privatisering van inlichtingenwerk.

In dezelfde drang naar meer transparantie situeert zich de tentoonstelling Undercover. 175 jaar veiligheid van de staat, die van 1 november tot 31 januari 2006 loopt in het Algemeen Rijksarchief in Brussel. “Zelfs na 175 jaar blijft een waas van mysterie over de staatsveiligheid hangen”, meldt de folder.

“De tentoonstelling wil dat helpen doorbreken. Het is de bedoeling om aan de hand van welgekozen historische feiten en actuele aandachtspunten het publiek een blik te gunnen achter de schermen van de dienst.” Spectaculaire onthullingen vallen ook daar niet te verwachten, de tentoonstelling richt zich vooral op scholieren en is voornamelijk educatief bedoeld.

Ondertussen blijft het wachten op het eerste jaarverslag van de staatsveiligheid. Buitenlandse zusterdiensten publiceren al geruime tijd zo’n verslag en het Comité I, het orgaan dat namens het parlement toezicht houdt op de werking van de inlichtingendiensten, dringt sinds lang aan op de publicatie van een dergelijk document.

Eerder dit jaar leek bijna zo ver. Onder impuls van Dassen werd een jaarverslag opgesteld, gedrukt en verspreid onder de personeelsleden van de staatsveiligheid. Maar tot een ruimere verspreiding kwam het niet. Minister van Justitie Laurette Onkelinx (PS) bleek immers vooraf niet op de hoogte te zijn gebracht van het initiatief en stelde haar veto.

Bron » De Morgen