Brusselse rechtbank bekijkt televisiebeelden in lasterproces Beijer tegen ex-journalist

De Brusselse correctionele rechtbank heeft donderdagnamiddag de televisieopnames bekeken van de persconferentie waarop oud-BOB’er en ex-crimineel Robert Beijer zijn boek De Laatste Leugen voorstelde en waar voormalig VRT-journalist Guy Bouten Beijer ervan beschuldigde lid geweest te zijn van de Bende van Nijvel. Beijer beschuldigt Bouten nu van laster en eist een schadevergoeding van 7.500 euro.

Guy Bouten, ooit aan de slag bij de VRT maar daar ontslagen, schreef na zijn vertrek bij de openbare omroep een boek over de Bende van Nijvel, ‘De Bende van Nijvel en de CIA’. Daarin beschuldigde hij Beijer en diens kompaan Madani Bouhouche al van betrokkenheid bij de misdaden van de Bende. Die beschuldiging herhaalde hij nog eens op de persconferentie waar Robert Beijer zijn eigen boek voorstelde, in februari 2010.

Bouten stelde met zoveel woorden dat Beijer deel had uitgemaakt van de logistieke cel van de Bende en dat hij over documenten beschikt die dat bewijzen. Beijer dagvaardde de auteur daarop voor de Brusselse correctionele rechtbank wegens laster. Nadat de zaak enkele keren was uitgesteld voor bijkomend onderzoek heeft de rechtbank donderdagnamiddag de beelden van de persconferentie en het optreden van Bouten bekeken. De zaak werd vervolgens uitgesteld en zal op 10 mei gepleit worden.

Bron » Knack

Beijer eist 7.500 euro schadevergoeding van auteur Guy Bouten

Voor de correctionele rechtbank van Brussel is vandaag het proces geopend dat ex-rijkswachter Robert Beijer tegen journalist Guy Bouten heeft aangespannen wegens laster en eerroof. Hij eist een schadevergoeding van 7.500 euro. Bouten beschuldigde Beijer ervan dat hij een van de daders van de moordpartijen van de Bende van Nijvel was. Hij deed dat in 2009 op een persconferentie die Beijer georganiseerd had ter gelegenheid van de verschijning van zijn boek over de misdaden die de bende in de jaren ’80 pleegde.

Robert Beijer (60) was in de jaren 80 van de vorige eeuw rijkswachter bij de drugsbrigade in Brussel. Hij werd in 1995 door het hof van assisen van Brussel tot veertien jaar cel veroordeeld voor het opzetten van een expeditie bij Libanese diamantairs in Antwerpen die slecht afgelopen was. Zijn collega had een van de diamantairs om het leven gebracht en geprobeerd nog een andere te doden. Ook Bouhouche werd door het assisenhof veroordeeld.

Beijer, die na zijn veroordeling privédetective werd, werd vaak verdacht in het dossier van de Bende van Nijvel maar nooit formeel in verdenking gesteld. Bij de verschijning van zijn boek over deze zaak beschuldigde Bouten hem openlijk van betrokkenheid bij de moordpartijen van de bende. Het tafereel werd gefilmd. De rechtbank zal de beelden bekijken op de volgende zitting op 15 maart.

Bron » De Morgen

Robert Beijer beschuldigt journalist Guy Bouten van laster en eist 7.500 euro

Oud-BOB’er en ex-crimineel Robert Beijer heeft een proces ingespannen tegen auteur en journalist Guy Bouten omdat die laatste hem ervan beschuldigde lid geweest te zijn van de Bende van Nijvel. Dat gebeurde bij de voorstelling van Beijers boek ‘De Laatste Leugen’, op 17 februari 2010. Beijer beschuldigt Bouten nu van laster en eist een schadevergoeding van 7.500 euro. Het proces is donderdag ingeleid voor de Brusselse correctionele rechtbank en uitgesteld naar 22 december.

Guy Bouten, ooit aan het werk bij de VRT maar daar ontslagen, schreef na zijn vertrek bij de openbare omroep een boek over de Bende van Nijvel, De Bende van Nijvel en de CIA. Daarin beschuldigde hij Beijer en diens kompaan Madani Bouhouche al van betrokkenheid bij de misdaden van de Bende.

Die beschuldiging herhaalde hij nog eens op de persconferentie waar Robert Beijer zijn eigen boek voorstelde. Bouten stelde met zoveel woorden dat Beijer deel had uitgemaakt van de logistieke cel van de Bende en dat hij over documenten beschikt die dat bewijzen.

Beijer heeft de auteur nu voor de Brusselse correctionele rechtbank gedaagd wegens laster. Die rechtbank stelde het proces uit omdat Beijer, noch Bouten ooit ondervraagd waren over het incident, en omdat niet duidelijk is of Beijer ooit in verdenking is gesteld in het onderzoek naar de Bende van Nijvel. Op de volgende zitting, op 22 december, zal een datum bepaald worden waarop de zaak gepleit wordt.

Bron » De Morgen

Un ancien espion russe doute de l’histoire de Robert Beijer

L’ancien gendarme belge affirme avoir travaillé pour le renseignement militaire soviétique. A Moscou, un ancien du GRU conteste. Un ancien officier du GRU, le service de renseignement extérieur de l’armée russe, met sérieusement en doute les propos de Robert Beijer qui, à l’occasion de la sortie de son livre Le dernier mensonge en février dernier, affirmait avoir travaillé pour ce service secret soviétique pendant les années de plomb en Belgique.

Cet officier, aujourd’hui âgé d’une septantaine d’années, a accepté de parler sous le couvert de l’anonymat. Il a été contacté par La Libre à Moscou. Il affirme qu’il est très peu probable que Robert Beijer ait travaillé pour le GRU car plusieurs incohérences apparaissent dans sa thèse qu’il qualifie de “folklorique”.

L’ancien officier travaillait autrefois à la division Europe du GRU. Il dit qu’il n’y a pas de traces du nom de Beijer dans les archives du renseignement extérieur soviétique, pas plus que de son père, un certain “Herman”, que l’ancien gendarme belge présente comme son vrai géniteur. Les archives du GRU, toujours en activité, et du KGB ne sont pas accessibles au public.

Le fait qu’il n’y ait pas de dossier au nom de “Beijer” dans les archives ne signifie pas que Beijer ou son père n’aient pas, d’une manière ou d’une autre, collaboré avec les services secrets soviétiques. Mais ce qu’il trouve hautement suspect, c’est l’affirmation de Robert Beijer que les agents soviétiques lui auraient confié que son père était “un officier soviétique”.

Beijer, un ancien gendarme et ex-gangster dont le nom apparut dans de nombreux dossiers des années de plomb, dont les tueries du Brabant, écrit dans son livre que jeune étudiant, il fut approché par des agents soviétiques, en 1970, alors qu’il jouait aux échecs dans le café “Le Greenwich” à Bruxelles. Ces agents l’informèrent que son vrai père n’était pas le sien, mais un certain Herman, un Luxembourgeois, germanophone, étudiant à l’ULB en journalisme dans les années cinquante et brillant journaliste freelance.

Que Beijer ait été approché dans un café alors qu’il jouait aux échecs correspond à la technique du GRU d’alors de ratisser les lieux publics à la recherche d’une recrue éventuelle. Mais jamais ces agents n’auraient pu révéler que son père était “un officier soviétique”.

Primo: les services secrets soviétiques n’avaient pas l’habitude de révéler à qui que ce soit, même à leurs enfants, le nom de leurs agents, affirme cette source. Secundo: le père présumé de Beijer ne pouvait pas être “un officier soviétique” car ce n’était possible qu’au cas où il était citoyen soviétique clandestinement établi et naturalisé en Belgique sous un faux nom.

Enfin, l’ex-agent soviétique ne croit pas du tout à la thèse de Beijer selon laquelle il aurait été recruté pour déstabiliser la Belgique et “miner discrètement le système de l’intérieur” . L’URSS, malgré son agressivité à l’égard de l’Occident et de l’Otan, avait d’autres chats à fouetter que de miner la gendarmerie belge.

Beijer affirme dans son livre – mais sans donner le moindre détail – qu’il a suivi dans les années 70 plusieurs formations à l’espionnage qui l’amenait notamment à voyager via l’aéroport de Split (Trogir), en ex-Yougoslavie. Lors de ces stages, écrit-il, il apprenait “à être gris, inodore, sans saveur, passer inaperçu mais en étant toujours présent”.

Ce n’est pas la première fois que Beijer avance une telle thèse. Son avocat Me Pierre Chomé témoigne: “Vers 1989, Beijer m’expliquait déjà cette histoire des services secrets et évoquait un certain Mosseiev qui avait des liens avec les phalangistes libanais , explique-t-il . Puis au cours de son procès (devant la cour d’assises du Brabant, à Nivelles, ndlR) en 1994, on a tenté de joindre au téléphone les deux noms que Beijer m’avait donnés. On a téléphoné à l’ambassade de Russie à Paris et demandé à parler aux deux agents (du GRU) . On a l’impression qu’on va nous passer les types. Le lendemain, on retéléphone. On nous dit qu’ils n’existent pas et qu’il ne faut plus retéléphoner. Ce n’est bien sûr qu’une impression. Pour une vérité judiciaire, il faut plus qu’une impression.”

Pour tirer l’affaire au clair et demander des précisions, La Libre a contacté Robert Beijer, qui vit entre la Belgique et l’étranger. Mais l’ancien gendarme n’en dit pas plus. Doté d’un solide sens commercial, il ajoute qu’un second livre est en préparation et que celui-ci éclairera la question du lien avec les services soviétiques. “Sachez que souvent le pouce ne sait pas ce que fait l’annulaire”, dit-il, en référence aux doutes de l’ancien officier du GRU.

“Beijer est un type extrêmement intelligent, qui prépare toujours le coup suivant et laisse peu de place à l’improvisation” , sourit Me Chomé. Bref, un vrai joueur d’échecs.

Bron » La Libre

“Ze kunnen mijn zoon vinden”

De aankondiging dat het gerecht opgravingen plant naar het lichaam van Francis Zwarts, de in 1982 verdwenen veiligheidsagent, doet zijn moeder Elvire weer hoop krijgen. De zoektocht komt er nadat ex-rijkswachter Robert Beijer had aangekondigd dat hij wou tonen waar Zwarts begraven zou liggen. Beijer zei dat tijdens de voorstelling van zijn boek De laatste leugen. Wanneer er wordt gegraven, staat nog niet vast.

“Ik heb de indruk dat het deze keer de goede keer wordt”, zegt moeder Elvire. “Misschien vinden ze mijn zoon niet meteen op de plek die Beijer zal aanduiden, maar dan iets verderop. Het feit dat Beijer zijn bewering zwart op wit in een boek vastlegt en het gerecht er tekst en uitleg bij wil geven, geeft mij goede hoop.”

Dat een positief resultaat ook het einde zou betekenen van het laatste sprankeltje hoop om haar zoon levend terug te vinden, neemt de moeder erbij. “Ik vreesde van bij het begin het ergste. Ik wist dat Francis onmogelijk zelf achter de diefstal van de kostbare koffers kon zitten, zoals ooit achter mijn rug is gesuggereerd. Toen zijn bestelwagen werd teruggevonden zonder dat hij er geboeid en gekneveld in lag, heb ik mijn schoondochter gezegd: Wij moeten er helaas een kruis over maken.”

“Als ze zijn lichaam vinden, zou dat een einde te maken aan jaren van onzekerheid. Dan weten we of de gruwelijke versie van Francis zijn einde klopt, zoals Beijer dat in zijn boek beschrijft. Dan kunnen we hem, zoals de vrouw van Francis het zelf zegt, hem eindelijk een plaats geven om te rusten, zodat ook wij tot rust kunnen komen.”

Bron » De Standaard