Opnieuw Witte Mars tegen falende justitie

Exact 33 jaar na de aanslag van de Bende van Nijvel op de Delhaize van Aalst, doorkruist een Witte Mars op 9 november de stad. Een stil protest van de slachtoffers van de Bende van Nijvel. Maar ook Jean Lambrechts wiens dochter Eefje vermoord werd door Dutroux, en nabestaanden van de aanslagen in Zaventem en Maalbeek zullen er zijn.

Niet Schieten, de film van regisseur Stijn Coninx over de aanval van de Bende van Nijvel in Aalst, maakt veel emoties los. In Aalst wordt daarom het initiatief genomen om een Witte Mars te organiseren. Dinsdag kwamen de initiatiefnemers samen in café Chaplin. Concreet zal de Witte Mars starten op 9 november om 20 uur op de Grote Markt van Aalst en een tussenstop maken aan de Delhaize aan de Parklaan. Over het precieze parcours moet nog overlegd worden met de politie van Aalst.

Op 9 november 1985 richtte de Bende van Nijvel een bloedbad aan in de Delhaize. In de jaren 80 maakte de Bende 28 dodelijke slachtoffers, nog eens 40 mensen geraakten gewond. Tot nog toe slaagde de Belgische Justitie er niet in ook maar één dader te klissen. De onmacht van de nabestaanden krijgt nu vorm in een Witte Mars. “Centraal thema is de falende justitie, maar we bekijken het ruimer dan de Bende van Nijvel”, zegt Michel Markey. “Ook andere slachtoffers van andere misdaden zijn welkom.”

Gedacht wordt aan nabestaanden van slachtoffers van Dutroux en van de aanslagen in Zaventem en Maalbeek. Op de vergadering was er een vertegenwoordiger van V-Europe. “Dat is de vereniging van Filip Vansteenkiste, broer van een luchthavenbediende die omkwam. V-Europe verenigt nabestaanden van Zaventem en Maalbeek, maar ook van Bataclan en Nice”, zegt David Van De Steen, overlever van de Bende-aanslag op de Delhaize in Aalst.

Er zijn ook contacten met nabestaanden van slachtoffers van Dutroux. “Jean Lambrechts – vader van Eefje – ondersteunt het initiatief en zal meestappen in de Witte Mars”, zegt David Van De Steen. Hij probeert contact te leggen met andere nabestaanden van slachtoffers van Dutroux.

Ingrid Mulder, die haar zus verloor tijdens de aanslag van de Bende in Aalst, is zeker van de partij. “Eerst twijfelde ik een beetje, maar Justitie heeft ons evenveel in de steek gelaten als de mensen uit het dossier Dutroux. Een Witte Mars, het is iets wat wij nooit hebben kunnen doen om onze verontwaardiging te uiten. In die context sta ik er wel achter”, zegt ze.

Bron » Het Laatste Nieuws

Na de film ‘Niet Schieten’, komt er een Witte Mars tegen falende justitie?

Op 9 november herdenkt Aalst de slachtoffers van de gruwelijke aanslag van de Bende Van Nijvel en er gaan nu stemmen op om een Witte Mars te houden op die herdenkingsdag. David Van de Steen staat achter het idee, maar kan het in zijn hoedanigheid als overlever niet zelf organiseren.

Volgens overlever David Van de Steen leeft het idee om een Witte Mars te organiseren in Aalst. “Ik krijg ongelofelijk veel warme reacties na het zien van de film Niet Schieten. Er zijn verschillende mensen die op 9 november een Witte Mars willen organiseren in Aalst tegen onze falende justitie en de aanhoudende corruptie”, zegt hij.

Op 9 november 1985 viel de Bende van Nijvel de Delhaize van Aalst aan. Sinds een tiental jaar worden de slachtoffers op 9 november herdacht in Aalst. Een Witte Mars zou een heel mooi gebaar zijn, vindt David. “Maar ik mag hier niet in beslissen. Er zijn meerdere families. Maar wie kan hier iets tegen hebben”, zegt hij.

Zijn vrouw, Nathalie Piron, zegt dat een Witte Mars zou moeten kunnen, maar dat de familie Van de Steen het initiatief niet kan nemen. Het ligt te gevoelig bij de nabestaanden. “Indien er een Witte Mars zou plaatsvinden op 9 november zullen wij aanwezig zijn”, zegt ze.

Bron » Het Laatste Nieuws

Zus van Bende-slachtoffer zoekt lapjes stof voor Vraag(t)deken: “We maken samen een deken om vraagtekens te verzachten”

Haar twee zonen waren 10 en 6 jaar oud toen ze met hun tante Marie-Jeanne Mulder in de Delhaize van Aalst op die catastrofale avond 9 november 1985 waren. De Bende van Nijvel schoot hun tante Marie-Jeanne voor hun ogen dood, ze was 33 jaar oud. 33 jaar later zijn er nog altijd geen antwoorden en geen daders veroordeeld. “Toen de speurders in het nieuws zeiden dat Bonkoffsky een fout spoor was, was de ontgoocheling groot. Mijn geloof in Justitie is gezakt naar 0,0. Met deze actie wil ik de harten verzachten van gelijkgestemden en al wie te maken heeft met een onopgelost misdrijf”, zegt Ingrid.

Ingrid Mulder zat middenin een verhuis die 9e november 1985. Ze vertrok uit Oostende en wou in Aalst komen wonen. “Ik had een moeilijke periode achter de rug en was helemaal klaar voor een nieuwe start. Die zaterdag had ik de fietsen verhuisd van Oostende naar Aalst en reed ik terug naar de zee. ‘Laat de kinderen maar bij mij’, zei mijn zus Marie-Jeanne. De twee zonen bleven bij haar, mijn dochter wou mee met mij”, zegt ze.

“Op die jongen hebben ze geschoten”

Wie de film Niet Schieten gaat bekijken, ziet hoe tijdens de aanslag een politieagent in burger twee kinderen in de handen van de grootvader van David Van de Steen duwt. ‘Petjen’ brengt de kinderen die hij niet kent in veiligheid in zijn appartement aan de overkant van de straat. “Dat waren mijn twee jongens. In het appartement zagen ze de foto van David. ‘Op die jongen hebben ze geschoten’, zei een van de twee tegen de grootmoeder van David. Zij wist toen nog niet dat ook de papa, mama en zus van David bij de slachtoffers waren”, zegt Ingrid.

Wat die avond is gebeurd, dragen ze nog altijd met zich mee en interviews geven ze niet. “Mijn kinderen zijn bedreigd geweest. Niet kijken, of… In de winkel zijn ze toen de daders weg waren naar de politie gelopen die ondertussen aan het kantoor van de Delhaize-directie stond, maar die heeft hen gewoon weggejaagd. De oudste is nog eens gaan kijken naar zijn tante, maar omdat er een deken over haar lag, was hij zeker dat ze dood was”, zegt Ingrid.

Nadat ze op het appartement in veiligheid waren gebracht, werden ze door een wildvreemde naar Oostende gevoerd. “Hoe ze van op het appartement van de familie Van de Steen in die auto naar Oostende geraakt zijn, weten ze zelf niet meer. Dat is een zwart gat. Maar kunt u zich dat voorstellen? Bij de politie konden ze niet terecht en dus moest een wildvreemde honderd kilometer rijden naar Oostende en dan nog eens terug. Ze waren om 3-4 uur ’s nachts bij mij en pas toen wist ik wat er was gebeurd.”

Wapenarsenaal in living

Terwijl de grootvader van David Van de Steen hemel en aarde bewoog om een getuigenis te mogen afleggen bij de rijkswacht, werden de kinderen van Ingrid Mulder regelmatig opgeroepen om info te geven. “Ik moest met de kinderen om de drie weken naar het commissariaat. Ze zijn vele keren bij ons thuis geweest. Een keer hebben ze een heel wapenarsenaal uitgestrooid in de woonkamer van ons huis. De kinderen moesten dan proberen wapens te herkennen. Heel vreemd, want achteraf kon geen enkele rijkswachter of politieman zich herinneren dat dat was gebeurd. Soms denk ik dat ze wilden weten hoeveel de kinderen wisten. Dat het de gangsters zelf waren.”

Ook het afgelopen jaar was woelig voor alle nabestaanden en overlevers. “Weet je dat ik pas na de reportage van Pano van mei dit jaar een telefoon heb gehad van de sociaal assistente van de politie die indertijd de slachtoffers begeleidde? Ze vertelde me dat ze niet wist dat mijn kinderen daar ook waren op het moment van de feiten”, zegt Ingrid.

“Justitie is geluksspel”

Het nieuws dat Chris Bonkoffsky, een Aalsterse rijkswachter, mogelijk lid was van de Bende van Nijvel, gaf haar hoop. “Maar toen meldde het parket in het nieuws dat het spoor niet meer verder werd onderzocht. Zonder erbij te zeggen waarom. Dat was een slag. Ik voelde een diepe teleurstelling. Justitie, dat is geluksspel. Ik geloof er niet meer in.”

Ingrid Mulder wil niet bitter worden door de verontwaardiging en het ongeloof in de Belgische Justitie. “Naar aanleiding van de laatste ontwikkelingen in het dossier, het zoveelste dood spoor zonder uitleg, groeide het idee om iets te doen. Het zou mooi zijn mochten we ons met alle gelijkgestemden en iedereen die ons wil steunen verbinden”, zegt ze. “Ik wil dit doen door het maken van een symbolisch deken die deze diepe pijn met warmte kan verzachten bij iedereen die te maken heeft met een onopgelost misdrijf.”

Concreet wil ze een lappendeken maken en zoekt ze stukjes stof van 20 op 20 centimeter. “Dat mag iets persoonlijks zijn. Een stukje stof met een boodschap op, of een stukje jas van een dierbare die je verloren bent. Die lapjes stof wil ik aan mekaar naaien tot een groot lappendeken. De lapjes mogen ook gebreid of gehaakt zijn als het maar persoonlijk is”, zegt ze. Het Vraag(t)deken zal tentoongesteld worden op een nog te bepalen locatie.

Je kan contact opnemen met Ingrid via mulderingrid7@gmail.com. Stuur jouw lapje stof voor 30 november naar Lievevrouwstraat 8 , 9310 Moorsel.

Bron: Het Laatste Nieuws | 11 oktober 2018

Gezocht: lapjes stof voor ‘Vraagdeken’

Ingrid Mulder is haar zus verloren bij één van de aanvallen van de Bende van Nijvel. Zij zit al jaren met enorm veel vragen en wil graag iets doen voor gelijkgestemden. Ze gaat een ‘Vraagdeken’ maken, een deken dat warme biedt aan mensen die met vraagtekens achterblijven. En jij kan helpen!

Vorige week ging de film “Niet Schieten”, over de Bende van Nijvel, in première. Eerder dit jaar was er ook veel media-aandacht voor ‘De Reus’. En dat doet wat met de nabestaanden van de slachtoffers. Eén van die nabestaanden is Ingrid Mulder uit Moorsele bij Aalst. Zij zet nu een project op poten om steun te bieden aan mensen die, net als haar, een open wonde hebben door een onopgelost misdrijf.

Ingrid vertelt dapper haar verhaal: “32 jaar geleden werd mijn zus vermoord in het Delhaize-warenhuis in de Parklaan in Aalst. Mijn twee zonen waren op dat moment bij haar en zijn toen ook bedreigd geweest. Wij hebben sindsdien al een lange weg afgelegd met procedures en onderzoekrechters. Recent kwam men opnieuw op het spoor van ‘De Reus’ en kregen we terug hoop, maar dat is uiteindelijk op niets uitgelopen. Ik was opnieuw diep teleurgesteld.”

Vanuit die teleurstelling ontstond een behoefte aan warme en omhulling, en daarom gaat Ingrid een symbolisch deken maken die de pijn met warmte kan verzachten. Ze doet daarvoor een oproep naar gelijkgestemden en iedereen die hen wil steunen:

“Stuur mij lapjes stof!” Dat mogen lapjes zijn van 20 bij 20 centimeter of meerdere lapjes van die grootte die al aan elkaar genaaid zijn. “Het kan gaan om een lapje dat gehaakt werd, gebreid, een recyclagestuk… Of het mag ook een deel van een kledingstuk zijn van de overleden of vermiste persoon”, specificeert de initiatiefneemster.

Je kan je lapje opsturen tot en met 30 november. Wanneer Ingrid alles aan elkaar heeft genaaid en het ‘Vraagdeken’ klaar is, zal het tentoongesteld worden. Waar dat zal zijn, hangt af van de grootte van het resultaat.

Stuur jouw lapje stof naar:

Project Vraagdeken
Lievevrouwstraat 8
9310 Moorsel

Bron » Radio 2

Leven van Bende van Nijvel-slachtoffer verfilmd: “Is het mysterie op te lossen? Ik weet het niet, dit is een noodkreet”

David Van de Steen, het slachtoffer van de Bende van Nijvel die met ‘Niet Schieten’ zijn levensverhaal verfilmd ziet, hoopt dat de speelfilm nieuwe informatie over de bende kan aan het licht brengen. “Ik probeer mensen een geweten te schoppen. Is het mysterie op te lossen? Ik weet het niet, maar ik hoop het alleszins.” Ook regisseur Stijn Coninx zegt niet te denken dat de film de zaak zal oplossen. “Het is een noodkreet van de slachtoffers”, zegt hij.

David Van De Steen verloor op 9 november 1985 bij de overval op de Delhaize in Aalst, waarbij acht mensen om het leven kwamen, zijn ouders en zijn zus. “Als slachtoffer sta je zo onmachtig tegen de muur van justitie. Bij mij moest dat eruit, en door de film is dat eruit gekomen. Het boek was de eerste stap en de film de tweede stap. De bedoeling was om te laten zien hoe het eraan toe gaat in België als je slachtoffer wordt.”

“We hebben ondertussen tien ministers van Justitie gekend, honderden speurders. Niemand die een antwoord kan geven. Dat klopt niet. Ik probeer mensen een geweten te schoppen. Misschien is er iemand tussen die naar de film kijkt en iets weet, of is er een rechter die iets kan laten uitkomen. Er zijn zeker mensen die meer weten.”

De filmmakers hadden een eerste versie van het scenario waarin er meer fictionele elementen zaten, maar de uiteindelijke film leunt nauwer aan bij het boek. “Ik wou zo dicht mogelijk tegen de waarheid blijven. Stijn is daarin meegegaan en we zijn daar zeer ver in gegaan. Het wapen van mijn grootvader dat je in de film ziet, was echt zijn wapen. De details in het appartement van mijn grootouders, zijn echt. De scènes in de kliniek, de overval zelf. Het is zeer waarheidsgetrouw. Er zijn natuurlijk altijd dingen die in het scenario worden gezet om het verhaal aaneen te lijmen”, zegt Van de Steen.

“We hebben gekozen om niet met de echte namen te werken. Gerechtelijk is er niets bewezen. Je ziet bijvoorbeeld dat De Staerke of (de voormalige rijkswachter Robert) Beijer processen gewonnen hebben toen hun namen opdoken. We wilden niet in een welles-nietesverhaal terechtkomen. Het is mijn verhaal, mijn waarheid. Wat mij duidelijk is, is dat de groep die de overvallen uitvoerde nooit dezelfde was. Men spreekt over dé reus, maar die bestond niet. Er waren meerdere personen met een grote gestalte die telkens werden afgewisseld per locatie.”

Reus

Of Christiaan Bonkoffsky één van de reuzen was, wordt sinds februari vorig jaar onderzocht door het gerecht. Ex-rijkswachter Bonkoffsky had, volgens zijn broer, op zijn sterfbed in 2015 gezegd dat hij bij de Bende van Nijvel was. “Dat verhaal gaat al veel langer”, zegt Van de Steen. “Ik heb het zelf doorgegeven aan (de speurders in, nvdr.) Charleroi. Maar toen we aan het filmen waren, liepen de onderzoekers rond met zijn foto in de cafés in Aalst. Dat werd door een journalist opgepikt en het spel ontplofte.”

“Iedereen op de set voelde dat we midden in iets zaten dat 30 jaar geleden gebeurd is. Ik zei ‘Welkom in het leven met de Bende van Nijvel’. Nu is het weer volledige stilte, maar ieder jaar wordt er in oktober of november wel iets gelanceerd. Het hele dossier is een beetje een mysterie geworden, maar door de piste van Bonkoffsky weet een generatie die het nooit gekend heeft, opnieuw een beetje over de Bende van Nijvel.”

“Het komt terug naar boven, maar ik denk dat de hele zaak zonder het boek en de film al heel lang vergeten was. Of dit een remedie kan zijn om een doorbraak te forceren, dat weet ik niet. Ik hoop dat de aandacht voor de film positief is en iets kan bijdragen aan het mysterie. Is het op te lossen? Ik weet het niet, maar ik hoop het alleszins”, besluit Van de Steen.

Noodkreet van slachtoffers

Regisseur Stijn Coninx noemt de film “een noodkreet vanuit de slachtoffers”. “De film heeft niet de pretentie om de zaak op te lossen of om te zeggen wie het gedaan heeft. Het is de bedoeling om de woede en de verontwaardiging te delen met het publiek.”

Coninx ontmoette Van de Steen al in eind 2010. “Daarvoor wist ik niet meer (over de Bende van Nijvel, nvdr.) dan dat die feiten gebeurd waren, of dat de warenhuizen bewaakt werden door scherpschutters. Ik was zeer verontwaardigd en kwaad toen ik het boek las. Het was me wel vlug duidelijk wat ik met het verhaal wilde doen.”

“Voor mij ging het direct over de grootouders, die op een moment dat ze een gelukkige oude dag konden hebben, geconfronteerd worden met die feiten. Ze verliezen hun dochter, schoonzoon en kleindochter en blijven achter met een kleinzoon. Een verhaal over de familie dus, maar om het verhaal beter te begrijpen ben ik een aantal mensen gaan opzoeken.”

De regisseur sprak onder meer met speurder Eddy Vos, oud-onderzoeksrechter Freddy Troch en procureur-generaal Christian De Valkeneer. “Ik werd zelf ook gecontacteerd door mensen met informatie, ook binnen het gerecht, in de hoop dat we daar iets mee konden doen in de film. Ik heb veel geluisterd, bekeken en gelezen.”

“Als regisseur heb ik een soort van vrijheid, maar ik heb zelf niets uitgevonden. De film heeft niet de pretentie om de zaak op te lossen of om te zeggen wie het gedaan heeft. Het is de bedoeling om de woede en de verontwaardiging te delen met het publiek. Het is geen documentaire. Het is een complex dossier, maar je hoeft de situatie van toen niet te kennen om de gevoelens van de film te delen”, zegt Coninx.

Haemers

De naam van verdachten die in het dossier van de Bende genoemd werden, worden in de film veranderd of niet expliciet gemaakt. “Als we die mensen bij naam gaan noemen, dan gaan we spreken over gelijk hebben. Ik moet geen gelijk hebben, daar gaat het niet over. Als David bijvoorbeeld als jongen dacht (Philippe) De Staerke te herkennen, of ervan overtuigd was dat (Patrick) Haemers op hem geschoten had, dan is dat vandaag nog altijd zo. Het is nog nooit bewezen dat het niet kan, wat David gezien heeft.”

Coninx heeft zelf wel een duidelijke visie op het Bende-dossier. “Het is goed dat wij als makers van de film weten dat er verbanden zijn, bijvoorbeeld dat de Roze Balletten niet los staan van dat alles. Was de rijkswacht betrokken? Natuurlijk was de rijkswacht betrokken. Maar het is niet dé rijkswacht of dé Staatsveiligheid.”

“Was de Staatsveiligheid betrokken? Natuurlijk was de Staatsveiligheid betrokken. Als je me vraagt om dat te bewijzen, dat is mijn taak niet. Als je mijn mening vraagt, daar moet je me niet meer van overtuigen. Dat is zo klaar als een klontje”, zegt Coninx. “Een deel van de gangsters loopt vrijuit, anderen hebben elkaar zelf afgemaakt. Ik vind dat niet uit, dat is geweten. Iedereen (van de speurders, nvdr.) die ook maar iets van resultaat boekte, is feestelijk bedankt geweest, tot op de dag van vandaag.”

‘Niet Schieten’ ging woensdag in avant-première in Antwerpen en werd donderdag met een deel van de cast vertoond in Aalst. De film komt op 10 oktober in de zalen.

Bron » Het Nieuwsblad