Expo: Jan Rosseel en de Bende van Nijvel

Fotograaf Jan Rosseel graaft in het geheugen van België om een geconfabuleerde geschiedenis te vertellen over de Bende van Nijvel.

In de jaren 1982-85 werd België opgeschrikt door een reeks gewelddadige en zinloze gewelddaden in en rond supermarkten uitgevoerd door wat men de Bende van Nijvel is gaan noemen. Resultaat, 23 overvallen en andere misdrijven met als tragische balans 28 doden. Tot op vandaag weet het gerecht nog vrijwel niets over de daders en hun motieven. Erger nog, het dossier, nu al een miljoen pagina’s dik met gevonden bewijsmateriaal en getuigenverklaringen, is op onverklaarbare manier en logica door het justitieel apparaat tot op vandaag niet uitgeklaard. Het is niet de mooiste bladzijde uit haar geschiedenis.

Daarbij aansluitend is de geschiedenis van fotograaf Jan Rosseel (1979). Zijn vader ging op een vrijdagavond nog snel voor sluitingstijd een pakje sigaretten halen in de supermarkt tegenover zijn woning. Hij kwam nooit meer terug want lag vermoord, met vele anderen, op de vloer voor de kassa. Rosseel was toen nog te jong om volop te beseffen dat zijn vader, een van de 28 doden, slachtoffer was geworden van een bende killers wier motieven nog steeds hypothetisch blijven. Hij was zijn vader kwijt en dat zou hem zijn verdere leven tekenen. Jan Rosseel ging fotografie studeren in Den Haag en Aarhus en bouwde een carrière op in de marge van meer bekende Belgische fotografen.

Dat het familiale drama nooit uit z’n hoofd is weggewist bewijst hij met een uitzonderlijke tentoonstelling en boek in het FoMu in Antwerpen. Het is uiteraard een fototentoonstelling want er zijn foto’s te zien. Een amalgaam van formaten, een mix van kleur- en zwart/wit beelden, documentaire fragmenten en heel mooie opnamen van onderwerpen allerhande. Maar er is meer aan de hand. Deze eerst onbegrijpelijke mishmash van beelden krijgt pas zijn betekenis wanneer men langer kijkt en verbanden tracht te leggen.

In het boek/catalogus staan de verklaringen in teksten die refereren naar zowel het drama als de onwaarschijnlijke en pijnlijke flaters die het gerechtelijk onderzoek in de voorbije dertig jaar op haar conto mag schrijven. Is deze expositie dan een aanklacht, ja en neen. Een subtiele aanklacht zeker maar er is de vorm, het kader waarop ze is voorgesteld. Er worden kopieën van documenten getoond, van beeldmateriaal, van objecten en er zijn, zoals gezegd, echt mooie nieuwe foto’s van landschappen, voorwerpen die gerelateerd zijn aan het verhaal en interieurs van een gerechtsgebouw. Disparaat materiaal dat zonder betekenis zou zijn moest het niet gekaderd zijn in de essentie van het project. Elk onderdeel werd een corpus delicti.

Heeft de fotograaf een beelddocumentaire voor ogen gehad ? Is het derhalve een reportage post factum van de gebeurtenissen. Het is meer en anders. Alle elementen die op foto werden vastgelegd behoren tot de werkelijkheid, ze zijn niet verzonnen maar bijeengebracht tot een totaal aparte benadering van wat eens realiteit was en nu geschiedenis.

Wie die niet kent staat voor een beeldraadsel en het is geraden om eerst de verklarende muurtekst te lezen om zo te beseffen dat het hier wel degelijk om een fototentoonstelling gaat maar in een totaal andere vorm dan men gewend is. Een geconfabuleerde geschiedenis noemt Rosseel dit project wat betekent dat het een samenweefsel van valse mededelingen kan zijn maar ook, zoals bij patiënten die hersenschade hebben opgelopen, en zogenaamde “zwarte gaten” in hun geheugen worden vervangen door nieuwe informatie die ze voor waar houden.

Rosseel introduceert een nieuwe vorm van documentairefotografie waarin hij de realiteit met fictie mengt. Het is meer een fotografisch essay, een onderzoek over een onderzoek dat weliswaar geen antwoorden zoekt maar feiten aanbrengt die om verduidelijking vragen en dat soms op een poëtische manier doen. Intrigerend.

  • Tentoonstelling “Jan Rosseel: Belgian Autumn. A Confabulated History”. Antwerpen, FoMu, nog tot 4 oktober.
  • Boek: Belgian Autumn, uitg. Hannibal (ISBN 978 94 9208 142 1)

Bron » Knack

Tueurs du Brabant: “J’ai le nom du tueur de mon grand-père”

La petite-fille du concierge de l’auberge de Beersel a déposé une preuve aux enquêteurs. Marc Vanden Eynde se souviendra toute sa vie du 23 décembre 1982. Ce matin-là, il retrouve le corps torturé et entravé de son papa, José, à l’étage de l’auberge du Chevalier à Beersel, dont il était le concierge.

Le pauvre homme a été abattu de six balles dans l’oreille après avoir été ligoté les mains et les pieds dans le dos avec du câble de téléphone et une écharpe du FC Bruges, dont il était supporter.

La victime présentait manifestement des traces de brûlures… comme si on avait voulu la faire parler. “La mallette Samsonite de mon père n’a jamais été retrouvée”, clame Marc Vanden Eynde.

“Je sais qu’elle contenait une invitation avec une photo de Degrelle, des bons de caisse et surtout quatre cassettes. Je ne sais pas ce qu’il y avait dessus. Mais mon papa était un habitué du restaurant des Trois Canards à Ohain, dont le patron a aussi été tué. Il y avait du beau monde qui passait par là, des personnes haut placées.”

“Papa connaissait également le taximan Angelou qui s’est fait assassiner à Mons en 1983. Lui aussi transportait souvent des personnalités. Savaient-ils quelque chose qu’ils n’auraient pas dû savoir? En tout cas, si on a torturé mon père, ce n’est pas pour rien. On voulait qu’il parle et qu’il remette les éléments compromettants qu’il avait en sa possession”.

Ce mercredi, Marc Vanden Eynde a rappelé ces éléments aux cinq magistrats en charge du dossier. Pourquoi n’a-t-on pas relevé d’ADN alors que les assassins ont mangé sur place après le crime? Pourquoi n’a-t-on pas gardé les mégots qu’ils ont fumé? “À l’époque, la Justice ne disposait pas encore des mêmes moyens scientifiques”, a répondu Christian De Valkeneer.

Chantal, la petite-fille de José Vanden Eynde, s’insurge à son tour, en brandissant une lettre. “J’ai ici un courrier où figure le nom du tueur de mon grand-père. Je l’ai transmis aux enquêteurs de la Cellule et je n’ai jamais eu de réponse. Pourquoi?”

Cette fois, le Procureur général de Liège a pris les choses en main personnellement afin de vérifier si cet élément avait déjà fait l’objet de devoirs ou s’il était tombé aux oubliettes à l’époque, à l’instar d’autres preuves.

Bron » La Dernière Heure

Hoofdverdachte Bende van Nijvel weent elke dag in zijn cel

Volgens de leugendetector liegt Jean-Marie Tinck niet. De 68-jarige ontkent dat hij deelgenomen heeft aan de overvallen van de Bende van Nijvel, en kon niet op een leugen betrapt worden. Toch blijft de aangehouden timmerman verdachte nummer één. Omdat hij zijn versie al meermaals gewijzigd heeft. Bovendien vinden speurders het verdacht dat hij elke nacht huilt in zijn cel.

Een ruwe bolster met een blanke pit. Zo omschrijven speurders en zelfs procureur-generaal Christian De Valkeneer de persoonlijkheid van Bende-verdachte Jean-Marie Tinck. En dus vinden ze het verdacht dat de 68-jarige elke nacht wenend wakker wordt in zijn cel. Alsof hij onderbewust alle feiten herbeleeft en ze maar niet kan verwerken.

Het huilen is een van de vele redenen waarom Jean-Marie Tinck langer in de cel moet blijven. Een aanhouding die heel wat families en nabestaanden van slachtoffers van de Bende van Nijvel anderhalve maand geleden nieuwe hoop heeft gegeven. Hoop dat ze op z’n minst te weten zouden komen waarom hun dierbaren zijn omgekomen. Soms zelfs hoop om te vernemen door wie zij werden omgebracht.

Al lijkt de leugendetector hen die hoop weer te ontnemen. Want uit een test met die detector blijkt dat Tinck niet liegt als hij zegt dat hij niets te maken heeft met de Bende van Nijvel.

Bron » Het Nieuwsblad

Toch geen doorbraak bende van Nijvel?

De man die vorige maand is aangehouden in de zaak van de Bende van Nijvel is geslaagd voor een test met de leugendetector. Zijn DNA komt ook niet overeen met DNA dat in het dossier zit. Dat hebben de speurders aan de nabestaanden verteld.

Ze geven ook toe dat het dossier in de beginjaren gemanipuleerd is geweest, iets wat de nabestaanden al lang vermoedden.

Bron » Het Laatste Nieuws

Verdachte Bende van Nijvel slaagt voor leugendetector

Jean-Marie Tinck, de man die verdacht wordt in het onderzoek naar de Bende van Nijvel, is geslaagd voor een test met de leugendetector. De 68-jarige man houdt vol dat hij niks met de Bende van Nijvel te maken heeft. Dat zei hij ook toen hij onderworpen werd aan een test met de leugendetector. Die geeft hem nu gelijk.

De procureurs die het onderzoek sturen, hebben in Charleroi de nabestaanden van de slachtoffers ontmoet. Daar vernamen zij dat in het dossier momenteel drie hoofdpistes en meerdere ‘vertrouwelijke’ pistes worden gevolgd. Gezien de versnelling in het onderzoek, krijgt de cel op 1 juli versterking van drie extra politiemensen.

De eerste piste is een gevolg van de arrestatie van Jean-Marie Tinck, nadat hij vertrouwelijke informatie aan een Franse vriend had toevertrouwd. Een reeks van vermoedens wijzen naar de verdachte. Enerzijds hebben drie personen hem geïdentificeerd op basis van de robotfoto’s die toen werden verspreid. Anderzijds werden in april 1999 speeksel- en vingerafdrukken genomen zonder dat hij werd verhoord.

“De psychologische expertise die werd verricht sinds zijn aanhouding, laat toe te stellen dat hij niet beschouwd moet worden als een fantast”, stelde Christian De Valkeneer. “Wij houden ook rekening met zijn beladen gerechtelijk verleden, met ernstige geweldplegingen gericht tegen personen.”

“Anderzijds, het DNA-onderzoek op de sporen die gevonden werden op de taxichauffeur die in Bergen werd neergeschoten, liet niet toe een positieve overeenstemming vast te stellen met het profiel van Jean-Marie Tinck, maar dat kan evenmin uitgesloten worden.”

“Tot slot, het rapport over de leugentest is nog niet binnen, maar het heeft er de schijn van dat, wanneer men hem vraagt of hij heeft deelgenomen aan het doden, de verdachte dit ontkent zonder dat hij lijkt te liegen.”

De tweede piste die de speurders volgen, betreft de ontdekking in 1987 van twee tassen in het kanaal van Ronquières. Die bevatten bewijsmateriaal over meerdere van de dodelijke aanvallen. Dankzij analyses van het NICC is het vrijwel zeker dat die tassen niet een jaar in het water lagen, maar wellicht slechts korte tijd.

Christian De Valkeneer sprak over een mogelijke manipulatie van het onderzoek, temeer daar de twee tassen de link vormen tussen de twee golven van dodelijke aanslagen, volkomen verschillend in hun voorbereiding. ‘De tweede golf heeft betrekking op blinde aanvallen die doen denken aan het destabiliseren van de staat of aan terrorisme. De eerste golf is veel meer atypisch en gericht naar mensen in het bijzonder’, merkte de Luikse procureur-generaal op.

De derde piste heeft betrekking op de gestolen VW Golf van de uitbater van restaurant Trois Canards. Die man werd vermoord door de Bende van Nijvel. De wagen, zo blijkt, werd mogelijk herschilderd om gebruikt te worden bij andere feiten.

Volgens de vijf magistraten die het gigantische dossier leiden, kent het onderzoek een echte versnelling. Daardoor krijgt de onderzoekscel vanaf 1 juli versterking van drie bijkomende onderzoekers, wat het aantal onderzoekende politieagenten op vijftien brengt.

Bron » De Standaard