Zware criminelen langer in de cel

Al jaren klinkt de roep om ‘niet-samendrukbare straffen’ naar Frans model, wat betekent dat de feitenrechter kan bepalen welk gedeelte van de door hem uitgesproken straf minstens moet worden uitgezeten. Vandaag kan een gedetineerde vrijkomen nadat hij een derde van zijn straf heeft uitgezeten, voor recidivisten is dat twee derde.

Na de vrijlating van Michelle Martin in 2012 werd de Wet-Lejeune (die de voorwaardelijke invrijheidstelling regelt, red.) al gevoelig verstrengd, maar het duurde tot de socialisten uit de federale regering waren voor de invoering van de ‘beveiligingsperiode’ het regeerakkoord haalde.

Als alles volgens plan verloopt, stemt de commissie Justitie dinsdag over het lang aangekondigde wetsontwerp van minister Koen Geens (CD&V) . Voor de zwaarste misdrijven – denk aan terrorisme, misdrijven tegen de veiligheid van de staat, moord op politieambtenaren, ontvoering en opsluiting van minderjarigen enzovoort – kan de rechter een minimumduur van opsluiting bepalen. Als hij een straf uitspreekt tussen drie en dertig jaar cel, mag de beveiligingsperiode maximum twee derde bedragen, vanaf dertig jaar cel is het maximum 25 jaar.

Geens wil dat de nieuwe wet onmiddellijk toepasbaar is op nieuwe veroordelingen, ook als de feiten vandaag al gepleegd zijn.

‘Contraproductief’

De oppositie heeft ernstige bedenkingen bij de tekst, onder meer omdat de beveiligingsperiode geen rekening houdt met goed gedrag van de gevangene. Stefaan Van Hecke (Groen) noemt het systeem contraproductief. ‘Meer gedetineerden zullen hun straf volledig uitzitten, al dan niet vrijwillig om aan voorwaarden te ontsnappen. Daarna kunnen we hen niet meer opvolgen. Is de maatschappij dan beter af?’

Bovendien is de drempel – vanaf 3 jaar cel – wel heel laag, aldus Van Hecke, en is het ‘niet duidelijk’ waarom moord op politieambtenaren in de lijst staat en moord op militairen of magistraten niet. Ook de Raad van State merkte dat op in zijn advies.

De Leuvense professor Frank Verbruggen is evenmin mals voor de beveiligingsperiode – een ‘opgestoken middelvinger naar de strafuitvoeringsrechtbanken’. Hij acht de kans groot dat de wet aangevochten wordt. ‘Bij de selectie van de misdrijven kunnen ernstige vragen worden gesteld, net als bij de toepassing in de tijd. Alvast het Europees Mensenrechtenhof heeft in 2013 geoordeeld dat de strafuitvoering achteraf niet zomaar de facto verzwaard kan worden. In mijn ogen is deze wet een politiek statement van een centrumrechtse regering, dat niet spoort met de rest van Geens’ beleid.’

Het kabinet-Geens benadrukt dat de beveiligingsperiode facultatief is en alleen voor de allerzwaarste misdrijven geldt. De toepassing in de tijd is conform het strafprocesrecht, luidt het. Bovendien wordt in hetzelfde ontwerp de drempel voor de onmiddellijke aanhouding verhoogd. ‘We voeren het regeerakkoord uit zoals het moet.’

Bron » De Standaard

Edelachtbare toont steeds minder genade

Het aantal zware celstraffen stijgt jaar na jaar. Worden onze rechters alsmaar strenger voor criminelen? “Er is meer vraag naar repressie. Rechters voelen dat aan”, verklaart een expert. Vorig jaar werd in ons land 1.626 keer een celstraf van meer dan vijf jaar uitgesproken. Dit cijfer stijgt jaar na jaar. In 2000 werd zo’n straf nog maar 926 keer uitgesproken. Dat leren statistieken die Stefaan Van Hecke (Groen) opvroeg bij minister van Justitie Koen Geens (CD&V).

Het aantal (zware) misdrijven daalt, daar ligt de oorzaak dus niet. Waar dan wel? “Geens kan geen sluitende verklaring geven voor deze stijging”, reageert Van Hecke. “Er zijn volgens mij een paar mogelijkheden. Het aantal misdrijven waarop een zware celstraf staat, is de laatste tijd gestegen. Denk aan de hardere aanpak van terrorisme. Ook voor zedenfeiten is er meer aandacht. Maar de rechters zelf lijken ook strenger te oordelen.”

Professor strafrecht Joachim Meese (UAntwerpen) beaamt dit. “Rechters zijn ook mensen. Ze worden beïnvloed door het maatschappelijke klimaat. En dat klimaat is op dit ogenblik minder tolerant dan vroeger. Er is meer vraag naar repressie. Rechters voelen dat aan.” Meese geeft het voorbeeld van de zaak rond een Gentse radio-dj die vorig jaar schuldig werd bevonden aan verkrachting, maar geen straf kreeg. “Die rechter werd meteen aangevallen in de media. Mijn aanvoelen is dat zulke zaken rechters voorzichtiger en ook repressiever maken.”

Een vaak gehoorde stelling is dat rechters rekening houden met een vervroegde vrijlating. Ze spreken bewust zware straffen uit om criminelen langer in de cel te houden. Dit wordt tegengesproken door Meese. “Misschien gebeurt dit in een paar gevallen, maar in het algemeen zijn rechters daar niet mee bezig.”

Geens wil niet gezegd hebben dat rechters strenger worden. Hij waarschuwt: te grote conclusies trekken uit de veroordelingsstatistieken is gevaarlijk. Er spelen heel wat elementen in mee. Om er maar eentje uit te pikken: begin deze eeuw had justitie nog een grote achterstand qua dossiers. Die werden de laatste jaren traag maar gestaag weggewerkt. Die inhaalbeweging heeft zijn weerslag op de statistieken. “Onze visie is dat de gevangenisstraf zo veel mogelijk voorbehouden is voor de meest ernstige misdrijven”, klinkt het op zijn kabinet.

Nieuw strafwetboek

Geens werkt momenteel aan een nieuw strafwetboek, waarbij ook nagedacht wordt over de hoogte van de celstraffen. Voor Van Hecke is het essentieel dat er eerst een grondige analyse komt van het stijgend aantal zware straffen. Pas daarna kan het parlement de bespreking van het nieuwe Strafwetboek starten. “Anders werken we zonder kennis van zaken. Dat gaat niet.”

In één adem eist de groene politicus dat ook het aantal vervroegde vrijlaten wordt onderzocht. Want een celstraf zegt niet altijd iets over hoelang iemand daadwerkelijk vastzit. Cijfers uit 2013 leren dat vier op de tien criminelen niet de helft van hun straf uitzitten voordat ze voorwaardelijk vrij komen. Voor zware straffen is snel vervroegd vrijkomen wel moeilijker.

Overbevolking

Vraag is dan ook of het stijgend aantal zware gevangenisstraffen een rol speelt in de overbevolking in de Belgische gevangenissen. Eremagistraat Henri Heimans denkt van wel. “Er is een tendens de laatste jaren voor strengere en langere straffen. Rond stalking, seksueel misbruik, geweld tegen politiemensen. Maar als je zulke wetten stemt, moet je ook eens nadenken over de capaciteit van de gevangenissen”, vertelde hij dinsdagavond in Terzake.

Eerder die dag maakte Nederland bekend dat het alle uitleveringsverzoeken van verdachten aan België opschort. Eerst moet er duidelijkheid komen over de leefomstandigheden in de Belgische gevangenissen. Een rechter in Amsterdam baseerde zich daarvoor op een kritisch rapport van de Raad van Europa.

Bron » De Morgen

Geens wil strafwetboek beter leesbaar en coherenter maken

Het strafwetboek wordt binnenkort accurater, eenvoudiger en coherent. Dat is de ambitie van de hervorming door minister van Justitie Koen Geens, waarvoor de ministerraad vandaag het licht op groen heeft gezet. Daardoor zullen er voortaan enkel nog twee categorieën misdrijven bestaan: misdaden en wanbedrijven. Voor ondernemingen komt er een aangepaste straffenschaal.

De hervormingen binnen Justitie zetten zich voort. Na de potpourri-wetten, waarvan de vijfde nu in de Kamer voorligt, is het voor minister Geens tijd om de basiswetgeving aan te passen. “Zoals de gebouwen van Justitie was die prachtig in de negentiende eeuw, maar is er nood aan een opfrisbeurt”, stelt Geens met een understatement.

De ministerraad boog zich vandaag over het eerste boek van het strafwetboek, dat het algemene deel bevat. Voor het tweede deel, dat over de strafmaten gaat, mikt hij op de zomer. Bedoeling is dat Boek I duidelijker en leesbaarder wordt. De voorbije honderd jaar werden veel maatschappelijke gedragingen strafbaar gesteld, wat de coherentie niet altijd ten goede kwam. Ook de eenvoud is in de loop der jaren totaal verloren gegaan.

Enorme innovaties bevat de hervorming volgens Geens niet. “Het strafwetboek is zo fundamenteel voor de samenleving, dat het zich geleidelijk moet aanpassen. Het heeft bovendien een grote impact op het leven van de mensen, maar ook op dat van gedetineerden”, licht de minister toe.

De voornaamste wijzigingen houden in dat enkel nog misdaden en wanbedrijven blijven bestaan als misdrijven. De overtredingen verdwijnen. De misdrijven worden onderverdeeld in acht categorieën, waarvan enkel de twee hoogste misdaden zijn. Die worden beteugeld met straffen van twintig tot dertig jaar (categorie 7) en levenslang (categorie 8). Nu gelden misdaden nog vanaf 5 jaar celstraf.

Het Strafwetboek stapt af van de correctionalisering van misdaden, waarbij die dus door de correctionele rechtbank werden behandeld. De aard van het misdrijf kan niet veranderen. Een wanbedrijf blijft een wanbedrijf en een misdaad blijft een misdaad, welke straf de rechter ook uitspreekt.

Straffenschaal voor rechtspersonen

Er komt ook een eigen straffenschaal voor rechtspersonen, bijvoorbeeld bedrijven. Zij zullen bijvoorbeeld een verbod kunnen krijgen om deel te nemen aan openbare aanbestedingen, indien ze voordien tijdens zo’n procedure hebben geknoeid. Een andere mogelijkheid is het uitvoeren van een gemeenschapsdienst, zoals een milieumisdrijf opruimen.

Bedoeling is dat misdaden zouden worden berecht door criminele kamers binnen de correctionele rechtbank, waardoor er ook een beroepsmogelijkheid zou bestaan. Dat is vandaag niet het geval bij een proces voor het Hof van Assisen. Door de inperking van misdaden tot straffen vanaf 20 jaar, zouden die criminele kamers minder zaken moeten behandelen dan Assisen vandaag. Ze zouden nog steeds bestaan uit een jury, maar niet langer uitsluitend een volksjury.

De ambitie van de minister is het Hof van Assisen te vervangen door de criminele kamers. Daarvoor moet eerst nog later deze legislatuur het Wetboek van Strafvordering worden gewijzigd.

Bron » De Morgen

Geens’ strafwet: “Geen revolutie, wel hoognodig”

Een ‘poging tot’ wordt gelijk behandeld als de misdaad zelf, wie weet heeft van feiten zal ook bestraft worden. Het nieuwe strafboek van justieminister Koen Geens (CD&V) oogt een pak strenger. Maar is dat ook zo? ‘Dit is geen revolutie.’

Vereenvoudiging. Daar is het Geens in eerste plaats om te doen. Het huidige strafwetboek werd opgesteld in de 19de eeuw is en werd sindsdien bijgetimmerd met een eindeloze reeks nieuwe wetten en uitzonderingen. Geens maakt daar nu komaf mee en komt met een duidelijk systeem van zeven niveaus van misdrijven. “Hier zit de juridische wereld al decennia op te wachten”, zegt professor strafrecht Tom Vander Beken (UGent). “Dit zou een gigantische stap voorwaarts zijn.”

Een van Geens’ voorstellen is dat een poging tot misdrijf in de toekomst gelijk zal worden behandeld als het voltooide misdrijf zelf. De redenering: of bijvoorbeeld een moord nu lukt of niet, de intentie van de dader is eigenlijk even erg. “Dit is geen revolutie”, zegt vrederechter op rust en justitie-expert Jan Nolf. “In de filosofie van de rechtspraak was het verschil nooit erg groot. Een voorbeeld: een aanslag op het staatshoofd, daar weegt een poging al even zwaar als de uitgevoerde daad zelf.”

In de praktijk verwacht Nolf geen aardschok. Een misdaadpoging zal in het nieuwe systeem zwaarder bestraft kúnnen worden, maar dat zal niet noodzakelijk het geval zijn. “De rechter zal nog altijd straffen kunnen uitspreken binnen een bepaalde vork”, zegt Nolf. “Hij kan nog altijd rekening houden met verzachtende omstandigheden. Wanneer een misdaad niet gelukt is, is de impact ervan logischerwijze ook minder groot.”

Eenzelfde redenering geldt voor het schrappen van het onderscheid tussen medeplichtigheid en mededaderschap. Kort door de bocht: wie weet heeft van een misdaad, kan ook medeverantwoordelijk geacht worden voor de feiten zelf. “Nu is het onderscheid tussen die twee begrippen vaak subjectief”, zegt advocaat John Maes, specialist strafrecht bij de Orde van Vlaamse Balies. Officieel is de vraag of de inbreng van de verdachte nuttig was (medeplichtige) of noodzakelijk (mededader) was. Voor discussie vatbaar, dus.

“In de meeste gevallen gaat de rechter nu uit van mededaderschap”, zegt Maes. “Enkel een advocaat zal pleiten voor medeplichtigheid, om een lichtere straf te bekomen.” Een grote omwenteling verwacht hij evenmin. Wanneer er een container met cocaïne in de haven van Antwerpen wordt onderschept, zullen zowel de opdrachtgever, de persoon die drugs vervoerde als hij die het pasje leverde om op het haventerrein binnen te geraken, op dezelfde voet behandeld worden. Dat is nu zo en dat zal zo blijven.

Het uitgangspunt van Geens’ plan is om overtreders meer straffen op maat te geven. Een vereenvoudiging van het strafwetboek kan daarbij helpen, daarnaast voorziet hij een ruimer pallet aan alternatieve straffen. Zo wil hij bijvoorbeeld dat de strafrechter bij drugsdelicten onmiddellijk een behandeling kan opleggen. Opvallender is dat hij ook voor een rijverbod kan kiezen. “Je ontneemt dan iemands mobiliteit”, zegt professor Vander Beken. “In de huidige maatschappij is dat wel degelijk een ernstige straf.”

De vraag of het nieuwe strafwetboek strenger zal zijn dan het huidige, kan nu nog niet beantwoord worden. Een volgende en veel moeilijkere stap in Geens’ plan is het herijken van de strafmaat per misdrijf.

Bron » De Morgen

Geens sleutelt aan strafwet

Meer alternatieven voor celstraffen, een opdeling van straffen in zeven niveaus en een strengere behandeling van medeplichtigen en poging tot misdrijf: het zijn enkele krachtlijnen uit het nieuwe strafwetboek waaraan justitieminister Koen Geens (CD&V) werkt.

Rechter heeft voortaan zeven strafniveaus

Een bestraffingsarsenaal dat eenvoudiger, coherenter en duidelijker voor de samenleving is. Dat is de opzet van de modernisering van het Belgische strafwetboek, waaraan specialisten momenteel sleutelen, in opdracht van Geens. Het Laatste Nieuws kon de hand leggen op het eerste ontwerp. Het ‘frame’ van het nieuwe strafwetboek wordt een indeling in zeven strafniveaus, vijf voor de wanbedrijven en twee voor misdaden.

Onder niveau 1 vallen bijvoorbeeld geldboetes of werkstraffen, niveau 7 is levenslange opsluiting. De rechter blijft zijn vrijheid behouden: binnen elk niveau blijven minima en maxima bestaan. De verduidelijking zit in het feit dat wanneer er bij een bepaald misdrijf sprake is van verzachtende omstandigheden, de rechter dan gewoon kiest voor een straf van een of twee niveaus lager.

Rijverbod of behandeling als alternatieve straf

Geens is zoals bekend geen justitieminister die als doel heeft om zo veel mogelijk mensen in de cel te krijgen. Vandaar dat er in het strafwetboek een arsenaal aan nieuwe alternatieve straffen wordt ingeschreven. Zo zal een strafrechter voortaan zonder bijhorende boete of celstraf een beroeps-, woon-, contact- of rijverbod kunnen uitspreken.

Bij dat laatste hoeft zelfs geen sprake te zijn van een verkeersmisdrijf. Geens mikt vooral op het lamleggen van drugdealers, inbrekers en helers die een auto gebruiken om misdaden te plegen. De rechter zal voortaan ook direct een behandeling kunnen opleggen, meer bepaald voor daders met psychische problemen of een verslaving, voor wie de cel niet helpt of internering te verregaand is. In functie van deze nieuwe straf komen er gradaties van toerekeningsvatbaarheid.

Nu heeft een rechter maar twee mogelijkheden: iemand is gestoord of iemand is het niet. Volgens het ontwerp moet het in de toekomst mogelijk zijn om verminderde toerekeningsvatbaarheid vast te stellen.

Even zware straf voor poging

Een heel opvallende maatregel in het ontwerp voor het nieuwe strafwetboek is dat een poging tot misdrijf in de toekomst gelijk wordt behandeld als het voltooide misdrijf. “Bij het uitspreken van de veroordeling kan er nog altijd een verschil van straf zijn, maar het uitgangspunt is gelijkheid. Of een misdaad nu slaagt of niet: in het hoofd van de pleger is er geen verschil. Het verschil tussen geslaagde of mislukte doodslag is vaak maar een paar centimeter”, klinkt het bij experts.

Wie weet heeft van misdaad, hangt ook

Ook het onderscheid tussen mededader en medeplichtige wordt opgeheven. En ook deelneming door ‘onthouding’ of deelneming ‘post factum’ worden strafbaar gesteld. Geens mikt hiermee vooral op de georganiseerde misdaad of terrorisme. Nu ontspringen maffiabazen vaak de dans omdat ze wel van een misdaad wisten, maar er niet bij waren. Dat achterpoortje gaat nu dicht.

Volgende stap: straffenschaal

Dit ontwerp is pas de eerste stap op weg naar een nieuw strafwetboek. Welke misdrijven op welk strafniveau komen, moet nog worden bepaald. Dat wordt de komende maanden voer voor politieke discussie.

Bron » De Morgen