Dutroux wil brief aan vader Lejeune verkopen aan hoogstbiedende

Volgens het magazine Dag Allemaal wil Marc Dutroux een brief sturen naar Jean-Denis Lejeune, net zoals zijn ex-vrouw Michelle Martin, en wil hij zijn schrijfsels verkopen aan de hoogstbiedende media.

Marc Dutroux, die opgesloten zit in de gevangenis van Nijvel, beschikt tegenwoordig over een soort van ‘manager’. Het gaat om een persoon die anoniem wil blijven, maar naar eigen zeggen regelmatig een bezoek brengt aan Dutroux en al jarenlang met hem correspondeert. Hij fungeert ook als tussenpersoon met de pers, voor reacties of interviews moet je bij hem terecht, met een goedgevulde portefeuille.

Volgens Dag Allemaal bevestigt de zogenaamde manager dat Marc Dutroux klaar is om te reageren op de vrijlating van zijn ex-vrouw en om de pers in de gevangenis te woord te staan. Ook wil hij zijn brief aan Jean-Denis Lejeune publiek maken, maar dan wel tegen de hoogst mogelijke prijs.

Waarom wil Dutroux net nu met een brief naar buitenkomen, waarmee hij zijn kansen op vervroegde vrijlating volledig opblaast? Volgens zijn ‘manager’ heeft Dutroux gezegd dat hij nu wel kan praten omdat hij niemand meer hoeft te ‘beschermen’ sinds de vrijlating van Michelle Martin. Maar vooral zijn benarde financiële situatie zou hem aangezet hebben om de brief aan de hoogstbiedende te verkopen. Sinds zijn proces in 2003 kan Dutroux nog amper zijn eigen advocaat betalen.

Maar Dutroux wil meer dan geld alleen voor zijn brief. Zo vroeg hij aan Dag Allemaal om hem ook een kopie van een proces-verbaal uit zijn dossier te bezorgen. Het bewuste pv gaat over een verhoor van politicus Philippe Deleuze, die destijds in contact stond met Michel Nihoul. De vraag naar dit specifieke pv toont aan dat Dutroux nog altijd bezig is met zijn verdediging gebaseerd op één groot pedofilienetwerk dat onder hoge bescherming stond.

Jean-Denis Lejeune, de vader van slachtoffer Julie, heeft al laten weten niet op de hoogte te zijn van de plannen van Dutroux en tot hiertoe geen brief te hebben ontvangen.

Bron » Het Nieuwsblad

“Juridische geschiedenis België is opeenvolging van mislukkingen”

Een hooggeplaatste politiecommissaris uit Frankrijk haalt in het voorwoord van een nieuw boek over de Bende van Nijvel snoeihard uit naar de politie en het gerechtelijk apparaat in ons land. “Sinds zo’n dertig jaar bestaat de juridische geschiedenis van België uit een opeenvolging van mislukkingen”, oordeelt commissaris Julien Sapori van Maubeuge.

In zijn voorwoord van het boek L’histoire vraie des tueurs fous du Brabant haalt Sapori hard uit naar “het ontstellende onvermogen van de ordediensten en justitie in België om hun taken naar behoren te vervullen”. Daarbij haalt hij naast de Bende van Nijvel onder meer ook de zaak-Dutroux erbij.

“De opheffing van de rijkswacht in 2001 vormt ontegensprekelijk een van de gevolgen van het gerechtelijk fiasco dat het onderzoek naar de Bende van Nijvel was”, vervolgt Sapori, commissaris van de Noord-Franse stad Maubeuge waar in 1982 de dolle rit van de doders begon. Dertig jaar na die feiten heeft het Belgische gerecht een nieuwe poging ondernomen om alsnog opheldering te krijgen in de hele zaak.

De auteurs van het boek zijn Michel Leurquin en Patricia Finné, dochter van één van de 28 slachtoffers die aan de Bende van Nijvel zijn toegeschreven. Ze reconstrueren de geschiedenis van de “onopgehelderde” en “onbestrafte” misdaden, “die bij iedereen een gevoel van onrecht opwekt”. “Een echt gerechtelijk Hiroshima”, besluiten ze.

Bron » De Morgen

België werd nooit meer hetzelfde na de zaak Dutroux

Geen enkele zaak heeft de gemoederen in België ooit erger beroerd dan de zaak Dutroux. Na de ontvoering, het misbruik en de moord op jonge meisjes, werd het land nooit meer hetzelfde.

Op 15 augustus 1996 kreeg België het gezicht te zien van wat de meest gehate man van het land zou worden. Marc Dutroux, die voorwaardelijk vrij was, en zijn handlangers brachten een golf van afgrijzen in het hele land teweeg met hun onthullingen. Zijn ex-vrouw en medeplichtige, Michèle Martin, mag nu vervroegd vrijkomen onder voorwaarden, zo besliste de strafuitvoeringsrechtbank van Bergen.

Niemand zal de naam Dutroux vergeten. Zijn naam staat voor altijd in het geheugen van de mensen en in de geschiedenis van het land gegrift. Want de zaak-Dutroux was geen banaal “fait divers”. Ze had talrijke gevolgen, zowel op gerechtelijk als op politiek vlak.

Alles begint op 9 augustus 1996, wanneer de 14-jarige Laetitia Delhez in Bertrix verdwijnt terwijl ze van het zwembad naar huis terugkeert. De autoriteiten van Neufchâteau worden verwittigd en het onderzoek begint op 10 augustus. De vzw Marc et Corine verspreidt affiches en de media berichten over de verdwijning, die door de politiediensten “onrustwekkend” wordt genoemd.

Tijdens een buurtonderzoek brengen getuigen een witte bestelwagen in de buurt van het zwembad ter sprake die verdacht leek. Twee getuigen geven een deel van de nummerplaat: FFR 692 of 697… Het spoor brengt de speurders naar een man die in 1989 al veroordeeld was voor ontvoeringen en verkrachtingen van minderjarigen jonger dan 16.

Zijn naam deed niet meteen een belletje rinkelen bij de speurders in Neufchâteau. Maar de cel Vermiste Personen kent hem wel. En de rijkswacht van Charleroi kent zijn gerechtelijk verleden en weet sinds augustus 1995 dat hij van plan is verborgen schuilplaatsen te bouwen. Destijds werd een schaduwoperatie gelanceerd die de naam “Othello” meekreeg.

In december 1995 wordt een huiszoeking gedaan in de woning van Dutroux in Marcinelle in het kader van een onderzoek naar autozwendel. Een rijkswachter van de BOB, René Michaux, hoort stemmen in het huis. “Zwijg”, roept hij zijn collega’s toe. Het geluid van de stemmen houdt op. De rijkswachter leidt eruit af dat het geluid van buiten kwam, van stemmen van kinderen. Julie Lejeune en Mélissa Russo, allebei 8 jaar oud, waren op 24 juni 1995 in Grâce-Hollogne verdwenen.

Het onderzoek zal aantonen dat ze zich tijdens de huiszoeking in de woning bevonden, in een verborgen ruimte die Dutroux in de kelder had ingericht.

Marc Dutroux en zijn echtgenote Michèle Martin, een vroegere onderwijzeres, worden uiteindelijk op 13 augustus 1996 samen met Michel Lelièvre opgepakt. De speurders hopen op dat moment slechts één ding: dat ze Laetitia levend terugvinden.

Aanvankelijk ontkennen de drie verdachten de feiten die hen ten laste worden gelegd. Dan gaat Lelièvre tot bekentenissen over en beschuldigt hij ook Dutroux. Die belooft de speurders dat hij hen “twee meisjes zal geven”.

Op 15 augustus stuurt hij de speurders naar zijn woning waar niet alleen Laetitia vastzit, maar ook Sabine Dardenne (12), die op 28 mei 1996 in Kain verdwenen was. Het is op dat moment dat het gezicht van “het monster” aan het land getoond wordt.

Terwijl in de dorpen Bertrix en Kain wordt gejubeld, wordt de verschrikking erger. Lelièvre heeft het immers over de ontvoeringen van An Marchal en Eefje Lambrecks, die respectievelijk 17 en 19 jaar oud waren toen ze op 22 augustus 1995 aan de Belgische kust verdwenen.

Dutroux legt van zijn kant uit dat Julie en Mélissa gedurende meer dan acht maanden in zijn huis in Marcinelle waren voordat ze van honger omkwamen terwijl hij in december, januari en februari 1995 in de gevangenis zat. Michel Nihoul, een Brusselse zakenman die bekendstaat voor oplichting en drugshandel, wordt ook gearresteerd.

Op 17 augustus worden in de tuin van het huis van Dutroux in Sars-la-Buissière de lijken ontdekt van Julie en Mélissa, en ook het lijk van Bernard Weinstein, die met Dutroux in autozwendel verwikkeld was. Op 3 september worden de lichamen van An en Eefje gevonden op het eigendom van Weinstein in Jumet, waar ze begraven lagen.

De opschudding onder de bevolking bereikt dan een hoogtepunt. Er doen talrijke geruchten over netwerken de ronde en er ontstaan kampen van “believers” en “non-believers”, mensen die geloven in de mogelijkheid van netwerken en anderen die dat niet geloven en denken dat Dutroux en zijn handlangers alleen gehandeld hebben.

De media zijn verdeeld en sluiten zich bij het ene of het andere kamp aan. De gezinnen van de slachtoffers hangen ook verschillende stellingen aan. Zelfs de gerechtelijke actoren worden ervan verdacht dat ze achter de ene of de andere stelling staan.

Eind augustus zegt de procureur des konings van Neufchâteau, Michel Bourlet, dat hij tot op het bot zal gaan “si on me laisse faire” … (“als men mij laat doen”). Vandaag weten we dat die uitspraak op het dossier van de gestolen aandelen sloeg (in het kader van de zaak-Cools), dat tot ongenoegen van Bourlet van Neufchâteau naar Luik werd overgeheveld.

Vertrouwen in de instellingen wankeltDestijds leidde de bevolking uit de uitspraak af dat pedofielen misschien wel bescherming kregen, wat het vertrouwen van de burger in de instellingen nog meer deed wankelen.

De ouders van de slachtoffers, vooral die van Julie, Mélissa en An, stellen andermaal de laksheid in het onderzoek en de disfuncties in de politiek en het gerecht van België aan de kaak. Overal in het land worden burgerbewegingen opgericht. Het volk mort en het ongenoegen bereikt een hoogtepunt op 20 oktober 1996, wanneer meer dan 300.000 Belgen op straat komen om verandering te eisen.

Enkele dagen later wordt een parlementaire commissie opgericht. In twee rapporten stelt de commissie lacunes en disfuncties vast in de structuur van het Belgische strafstelsel. De commissie constateert ook dat er fouten werden gemaakt, maar ze sluit bescherming uit.

De commissie doet aanbevelingen voor een nieuwe organisatie van het gerecht. Die komt niet van de grond, ondanks het Octopusplan dat de acht traditionele partijen bijeenbrengt.

Alles komt in een stroomversnelling wanneer op 23 april 1998 Marc Dutroux uit het gerechtsgebouw van Neufchâteau ontsnapt, waar hij zijn dossier inkeek. Ook al verkeert hij slechts enkele uren op vrije voeten, toch verliest de Belgische burger door de ontsnapping van “publieke vijand nummer 1” het weinige vertrouwen dat hij nog in de politieke en gerechtelijke wereld had. De ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken zien zich genoodzaakt ontslag te nemen.

De ontsnapping versnelt de hervorming van politie en justitie. In de daaropvolgende maanden komt een geïntegreerde politie met twee niveaus tot stand. Ook wordt een strafuitvoeringsrechtbank ingevoerd die de aanvragen voor vervroegde vrijlating moet onderzoeken, en wordt een Hoge Raad voor de Justitie opgericht.

In april 2003 worden Dutroux, Lelièvre, Martin en Nihoul naar het hof van assisen verwezen. Het onderzoek dat zeven jaar lang gevoerd werd, leverde uiteindelijk geen andere verdachten op. Een dossier “Dutroux bis” werd niettemin geopend om eventueel nieuwe mensen in verdenking te kunnen stellen. Het wordt in oktober 2010 gesloten, nadat geen enkel van de ongeveer 6000 haren die bij Dutroux in beslag genomen werden, naar andere verdachten had geleid.

Op 22 juni 2004, na een proces van ruim drie maanden voor het hof van assisen van Aarlen, worden de vier beschuldigden in het dossier “Dutroux en consorten” tot gevangenisstraffen gaande van vijf jaar tot levenslang veroordeeld.

Michel Nihoul, die niet schuldig bevonden werd aan ontvoering, kreeg de lichtste straf en heeft de gevangenis verlaten. Marc Dutroux en Michel Lelièvre zitten nog achter de tralies. Dutroux klaagt regelmatig over de omstandigheden waarin hij gevangen gehouden wordt.

Bijna zestien jaar nadat de zaak losbarstte en nu recht geschied is, weten de burgerlijke partijen dat er vragen zijn die onbeantwoord zullen blijven. Sabine en Laetitia weten niet welk lot hen te wachten stond als ze op 15 augustus niet teruggevonden waren …

De gezinnen Lejeune en Russo weten niet hoe hun kinderen om het leven zijn gekomen en wat ze hebben moeten ondergaan voor ze het leven lieten … De bevolking begrijpt nog steeds niet waarom de inlichtingen over Dutroux niet verspreid werden in 1995 … Welke rol Michel Nihoul precies speelde, blijft vaag voor heel wat waarnemers.

Bron » Knack

Blue Belgium na 13 jaar op dvd

De film Blue Belgium van cultcineast Rob Van Eyck bleef jaren in de wachtkamer. Nu wordt hij eindelijk als dvd op de markt gebracht. Cultcineast Rob Van Eyck heeft niet toevallig gekozen voor het oude gemeentehuis van Zichem om Blue Belgium – The Dutroux Connection op dvd voor te stellen. Van Eyck flirt met de controverse. Daar horen geen gepoetste theaterruimtes bij.

Blue Belgium werd eigenlijk jaren geleden gedraaid maar volgens Van Eyck weigerde Kinepolis om hem in de zalen te brengen. “Ik heb achteraf vernomen dat er druk gezet werd van hogerhand”, zegt de cineast. In de film brengt Van Eyck zijn analyse van de affaire- Dutroux. Hij linkt die zaak aan de bende van Nijvel. “Mijn informatie komt van invloedrijke politici die ook in de commissie Dutroux zaten”, zegt hij.

Alhoewel het scenario van de film duidelijk verwijst naar de affaire Dutroux gebruikt Van Eyck pseudoniemen in de film. Op het cd-hoesje heeft hij echter de effectieve namen van de bendeleden gezet. “Toen ik de film maakte heb ik doodsbedreigingen gekregen”, zegt de cineast. “Men heeft mij politiebescherming aangeboden maar dat heb ik geweigerd.” In de film loopt wel wat bekend volk rond. De toen nog onbekende Saartje Vandendriessche is prominent aanwezig maar ook Natalie-Jane Krits, bekend uit She Good Fighter, doet mee.

Gino Van Hecke van Zeno Pictures verwacht geen echte verkoopboost voor de film. “De verhuurindustrie maar ook de verkoop van dvd’s kwijnt weg onder druk van het digitale aanbod”, zegt hij. Van Hecke bracht eerder Afterman 1 en 2 van Van Eyck op dvd uit. “Voor het geld moet je dat niet doen”, zegt hij. “Maar ik bouw langzaam aan een portfolio in het genre. Ooit komt daar wel eens een bestseller uit.”

Bron » Het Nieuwsblad

Amsterdam eert criminoloog Cyrille Fijnaut

Criminoloog Cyrille Fijnaut heeft vrijdagmiddag de Frans Banninck Cocq Penning gekregen van de Amsterdamse burgemeester Eberhard van der Laan. Hij kreeg de onderscheiding omdat hij van grote betekenis is geweest voor de aanpak van de georganiseerde misdaad in de hoofdstad, aldus de gemeente.

Fijnaut deed in de jaren negenig onderzoek naar de georganiseerde misdaad in Amsterdam voor de parlementaire enquêtecommissie-Van Traa. Hieruit bleek dat criminelen een sterke greep hadden op het Wallengebied in de hoofdstad. De gemeente nam vervolgens tal van maatregelen om meer grip te krijgen op het rosse gebied. Dat leverde het stadsbestuur volgens een gemeentewoordvoerster inspiratie op voor onder meer de sanering van de Wallen in het zogenoemde project 1012.

De criminoloog was de afgelopen jaren betrokken bij het project Emergo (2007-2011). Onder meer de gemeente, politie, justitie, Belastingdienst en het ministerie van Justitie werkten in dat project samen om de georganiseerde misdaad in de bekende hoerenbuurt in kaart te brengen en aan te pakken.

De criminoloog was verder ook rapporteur van de commissie-Van den Haak, die de beveiliging van de vermoorde politicus Pim Fortuyn onder de loep nam. Ook deed hij op verzoek van het Belgische parlement onderzoek naar de Bende van Nijvel en Marc Dutroux. De Frans Banninck Cocq Penning wordt toegekend aan mensen die zich over een periode van minstens 10 jaar verdienstelijk hebben gemaakt voor Amsterdam.

Bron » De Volkskrant