Nationaal magistraat Vandoren voorzitter vernieuwd Comité P

Na maanden slabakken heeft de Kamer gisteren een nieuw toezichtscomité op de politiediensten, of Comité P, geïnstalleerd. Voorzitter wordt nationaal magistraat André Vandoren. Na Bart Van Lijsebeth, procureur in Antwerpen, is Vandoren de tweede CVP-gezinde magistraat die de paars-groene coalitie in een topfunctie hijst.

Volgens de meerderheidspartijen is Vandoren de meest bekwame om het Comité P te leiden. Het Comité ziet er namens het parlement op toe dat de politiediensten niet buiten hun boekje gaan. Het beschikt over een “onderzoeksarm”, de dienst enquêtes, die onder meer klachten van burgers naar aanleiding van politieoptreden afhandelt.

Tijdens de vorige regeerperiode was het Comité op een pijnlijke manier intern verdeeld geraakt, onder meer door partijpolitieke tegenstellingen. Uiteindelijk belandde het Comité begin dit jaar in een patstelling, maar door de nakende verkiezingen stelde de Kamer de vernieuwing uit.

In het Octopus-akkoord is bovendien overeengekomen dat het Comité een gewijzigde opdracht krijgt. De dienst enquêtes zal autonomer werken, en het parlement krijgt meer zeggenschap over de werking van het Comité, om een nieuwe patstelling te voorkomen.

Naast nationaal magistraat André Vandoren maken eerste substituut Guy Cumps (ondervoorzitter), inspecteur-generaal Rik Vandeputte van de gerechtelijke politie, rijkswachtkolonel Gilles Bourdoux en Daniëlle Caillou, voormalig lid van het Comité I, deel uit van het Comité P.

Naast het Comité P, bestaat ook een Comité I (vast comité van toezicht op de inlichtingendiensten), dat de Staatsveiligheid en de militaire inlichtingendiensten aan controle onderwerpt.

Bron » De Standaard

‘Ik heet Eddy’, zei Pascal Lamarque, en hij mocht gaan

De ontsnapte gangster Pascal Lamarque is dinsdag gearresteerd in Ronse. Daar was hij door dezelfde politiemannen vier dagen eerder ook al opgepakt nadat hij een auto had gestolen en daarmee tegen een huisgevel was geknald. Hij gaf zich toen echter uit voor een zekere ‘Eddy’, wat voor het parket van Oudenaarde volstond om hem weer te laten gaan.

Het moet een bewogen vrijdag zijn geweest voor Pascal Lamarque (35). Twee dagen nadat de in Doornik vastzittende gedetineerde tijdens een begeleid penitentiair verlof was weggelopen, nam hij die ochtend contact op met journalisten van het Franstalige weekblad Le Journal du Mardi. Op de televisie had men hem omschreven als een “gevaarlijke gangster”. Lamarque wou duidelijk maken dat hij dan misschien wel tientallen misdrijven – overvallen, drugs, aanrandingen van minderjarigen, enzovoort – op zijn naam had staan, maar dat hij nooit ofte nimmer een wapen had gebruikt. “Ik ben al vaker ontsnapt”, verklaarde Lamarque in het interview. “Wanneer politiemensen mij snapten, trokken ze altijd onmiddellijk hun wapen. Maar deze keer vrees ik echt voor een ongeval.”

Enkele dagen voor zijn ontsnapping, kwam Lamarque in de belangstelling door het boek De X-dossiers. Daarin wordt geciteerd uit een vertrouwelijk document van de Staatsveiligheid, die in maart 1997 ten behoeve van het parket in Neufchâteau de “mouvance Nihoul-Bouty” in kaart bracht. Lamarque was een van de negen namen die toenmalig administrateur-generaal van de Staatsveiligheid Bart Van Lijsebeth in verband bracht met een vzw die het veel besproken zakenduo in het begin van de jaren tachtig gebruikte om een circuit van mensenhandel met Afrika uit te bouwen.

Lamarque was in diezelfde periode de vaste pennenvriend van Christine Van Hees, het Brusselse meisje dat op 13 februari 1984 op gruwelijke wijze werd vermoord in een oude champignonkwekerij in Oudergem. Uit de teruggevonden brieven van Christine Van Hees blijkt dat zij met Lamarque een aantal geheimen deelde. Getuige X1 (Regina Louf) wees destijds tegenover het parket van Neufchâteau een groep mensen rond Michel Nihoul aan als daders van de moord. Het Brusselse parket achtte die piste ongeloofwaardig, maar had blijbaar geen weet van het rapport van de Staatsveiligheid.

Voor Lamarque in Brussel een ontmoeting had met Le Journal du Mardi, gebeurde er heel wat. Lamarque had zich verscholen in Ronse, waar hij nog een familielid had. Met de journalisten had hij echter afgesproken in Brussel. Om daar tijdig te geraken, kroop hij achter het stuur van de auto van een krantenbesteller. Die merkte dat en tierde de hele straat bij elkaar. In het tumult dat daarop ontstond, knalde Lamarque tegen een huisgevel aan, om even later te worden ingerekend door de gemeentepolitie van Ronse. Zij brachten hem voor een onderzoeksrechter in Oudenaarde.

Lamarque had geen enkel identiteitsbewijs op zak. “Ik heet Eddy”, vertelde hij. Het verhaal dat hij over zichzelf ophing, was geënt op dat van een oude kennis en klonk blijkbaar geloofwaardig. De Eddy van wie sprake bleek een blanco strafregister te hebben. Na een kort verhoor en zijn plechtige belofte dat hij alle schade keurig zou vergoeden, mocht Lamarque tot zijn eigen verbazing beschikken. Hij slaagde er zelfs nog in om op tijd in Brussel aan te komen voor het interview.

De Oudenaardse procureur des konings De Jonge sprak woensdag van “een uiterst vervelende zaak”. Pas tijdens het weekend kwam men er in Oudenaarde achter dat de vrijdagse arrestant in werkelijkheid een van de meeste gezochte personen in België was. In tegenstelling tot bij de meeste ontsnapte gedetineerden, was van Lamarque geen foto verspreid onder de politiediensten. Volgens het parket in Oudenaarde is dat de voornaamste oorzaak van de flater. Het is nog steeds niet helemaal duidelijk waarom het parket in Doornik besliste een uitzondering te maken voor Pascal Lamarque.

Woensdag dook Lamarque opnieuw op in Ronse, waar hij niet echt een geheim leven scheen te leiden. Hij werd eerst opgemerkt in een café, waar hij aan de toog zat op te scheppen over zijn dubbele stunt. Wat later stond hij zich in een boekhandel te verdiepen in de lectuur van zijn eigen interview en een voorpublicatie uit De X-dossiers in Le Journal du Mardi. Bij het verlaten van de winkel werd hij gearresteerd. Door dezelfde politiemensen die hem vijf dagen eerder al eens hadden opgepakt. Zij hadden zijn gezicht inmiddels in hun geheugens gegrift.

Lamarque werd opnieuw overgebracht naar de gevangenis van Doornik. Daar kan men zich enkel verbazen over zijn capriolen. Sinds april van dit jaar kwam Lamarque in aanmerking voor vervroegde vrijlating. Nu hangt hem een nieuwe – zoveelste – veroordeling boven het hoofd. Het gevolg is dat hij waarschijnlijk tot in 2002 onafgebroken in de gevangenis zal blijven zitten. Lamarque zegt dat hij vluchtte uit ongeduld over het uitblijven van penitentiaire verloven.

Het onderzoek naar de moord op Christine Van Hees zit overigens al geruime tijd in het slop, en dreigde enkele weken geleden voor de tweede keer zonder gevolg te worden afgesloten. De Brusselse onderzoeksrechter Damien Vandermeersch kondigt nu aan een een aantal nieuwe onderzoeksdaden te laten verrichten in wat altijd “de X1-piste” werd genoemd. In feite gaat het om een reeks merkwaardige dwarsverbindingen tussen de mensen die het 16-jarige meisje in de laatste maanden van haar leven ontmoette en enkele figuren uit de entourage van Michel Nihoul. Pascal Lamarque is slechts een van hen.

Bron » De Morgen

Ontsnapte Pascal Lamarque geeft interview

Twee journalisten van Journal du Mardi hebben tijdens het weekend de voortvluchtige gedetineerde Pascal Lamarque ontmoet. Vandaag publiceert het weekblad een interview.

Lamarque was vanaf eind 1983 de vaste pennenvriend van het op 13 februari 1984 vermoorde Brusselse meisje Christine Van Hees. In een rapport van de staatsveiligheid werd Lamarque in 1997, in de nasleep van de zaak-Dutroux, aangewezen als een van de negen voornaamste protagonisten van de ‘mouvance Nihoul-Bouty’. Het Brusselse parket voerde in diezelfde periode, na de getuigenissen van getuige X1 (Regina Louf) onderzoek rond de vermeende betrokkenheid van Nihoul en co. bij de moord. Het merkte het rapport van de staatsveiligheid echter nooit op.

Vrijdag verklaarde een Brusselse substituut in de krant Le Soir dat er “geen verband bestaat tussen Pascal Lamarque en de entourage van Nihoul”. Die reactie, zo blijkt nu, berust op een schrijnend gebrek aan kennis van het dossier. In de zaak-Van Hees duikt nog een tweede persoon op met de familienaam Lamarque. Hij is ook een oude kennis van Nihoul. Het gaat om een vroegere portier van het café The Dolo die ooit nog hielp seksfuiven te organiseren in het kasteel van Faulx-les-Tombes. Hij was het die het parket destijds tipte over het feit dat Van Hees zou zijn vermoord door enkele punks. Ondanks tien jaar onderzoek, onder meer naar vermoede maar onbestaande satanische sekten, leverde dat spoor niets op, behalve een gerechtelijk precedent waarbij de Belgische staat in de zaak van een jonge punk door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens werd veroordeeld wegens het misbruik van de wet op de voorhechtenis.

Het parket ging er blijkbaar vanuit dat de staatsveiligheid de twee Lamarquen foutief met elkaar in verband had gebracht, maar dat is helemaal niet zo. Het gaat tweemaal om figuren uit de duistere entourage van Nihoul.

In Le Journal du Mardi spreekt Lamarque zelf het Brusselse parket tegen. Hij zegt Nihoul in het begin van de jaren tachtig “drie à vier keer te hebben ontmoet”, nadat hij was weggelopen uit een jeugdinstelling in Kasteelbrakel. Nihoul hielp hem aan een advocaat, zijn toenmalige levensgezellin Annie Bouty. Zij bezorgde Lamarque in 1982 een voogd, Claude C. Zijn naam komt eveneens voor in het rapport van de staatsveiligheid. Lamarque onderstreept wel dat hij Van Hees nooit voorstelde aan Nihoul.

Lamarque legt in het interview uit dat hij ontsnapte omdat hij zich in de gevangenis van Doornik gediscrimineerd voelde. “Ik kreeg maar één keer een dag verlof, anderen die in dezelfde situatie verkeren meermaals.” Lamarque is ook misnoegd omdat het Doornikse parket hem vorige week omschreef als “een gevaar”. Eén van zijn bedoelingen met het interview was duidelijk te maken dat hij niet gewapend is en dat hij zich niet zou verzetten als de politie hem zou arresteren.

Hoofdredacteur Michel Bouffioux van Le Journal du Mardi zei gisteren dat hij besloot het interview te publiceren om bij een eventuele arrestatie “een drama te vermijden”.

Bron » De Morgen

Bende-speurders willen DNA van Bende-reus

De speciale onderzoekscel in Jumet naar de moordpartijen van de Bende van Nijvel is naarstig op zoek naar Apostolos Papadopoulos, de 42-jarige Griek van de Bende van Baasrode.

Sinds zijn vrijlating is Papadopoulos met de noorderzon verdwenen. De cel-Jumet wil een DNA-staal van hem om dat met de DNA-gegevens van het onderzoek te vergelijken. Toen het onderzoek naar de bende van Nijvel in Dendermonde door onderzoeksrechter Freddy Troch geleid werd, ontstond de idee dat de Bende van Baasrode mee zou kunnen gedraaid hebben met de Bende van Nijvel, onder meer voor de bloedige overval op het Delhaize-warenhuis in Aalst, vandaag juist veertien jaar geleden.

De rijzige gestalte van Papadopoulos deed de speurders ook vermoeden dat de Griek weleens de beruchte en niets ontziende reus van de Bende zou kunnen geweest zijn. Na de verspreiding van de twee reeksen robotfoto’s van de Bende-leden, liepen bovendien verscheidene tips binnen, die in de richting van Papadopoulos wezen. Om deze hypothese te verifiëren zouden zij het DNA van Papadopoulos willen vergelijken met het DNA dat zij op een sigarettenpeuk op de plek van een van de Bende-feiten hebben teruggevonden.

Tot dusver werd de vergelijkende DNA-analyse op een vierhonderdtal personen toegepast. Vooralsnog zonder positief resultaat. Begin volgend jaar zal minister van Justitie Verwilghen uitmaken of de cel-Jumet nog altijd zestig man sterk blijft.

Philippe De Staerke, die zijn onschuld in de Bendefeiten staande houdt, vraagt zijn buitenvervolgingstelling.

Bron » De Standaard

Nog steeds geen spoor van pennenvriend Christine Van Hees

Het parket in Doornik heeft nog steeds geen spoor van Pascal Lamarque. De 34-jarige man slaagde er woensdag in te ontsnappen uit de gevangenis van Doornik. Een reconstructie van hoe dat gebeurde, doet het ministerie van Justitie vermoeden dat de aanleiding vooral verband houdt met zijn onvrede over het uitblijven van beloofde penitentiaire verloven.

Lamarque heeft een imposant strafregister, onder meer vanwege diefstallen met geweld en aanranding van een kind. Zijn naam duikt ook op in een van 24 maart 1997 daterend rapport van de staatsveiligheid over “de mouvance Bouty-Nihoul”. Daaruit blijkt dat Lamarque daar al sinds 1984 deel van uitmaakt. In die periode was Lamarque de vaste pennenvriend van Christine Van Hees (16). Dit meisje werd op 13 februari 1984 vermoord in een oude kampernoeliekwekerij in Brussel. Hoewel er na de verklaringen van getuige X1 (Regina Louf) in Neufchâteau meer dan een jaar lang is gespeurd naar de vermeende betrokkenheid van Nihoul en co. bij de moord, werd Lamarque totaal vergeten.

Toen het Brusselse parket in april 1998 het einde van het X1-onderzoek aankondigde, was Lamarque niet eens verhoord. Lamarque kan de moord niet hebben gepleegd. Hij zat in februari 1984 achter de tralies. Hij is mogelijk wel een van de beste geïnformeerde mensen omtrent het leven dat Christine Van Hees op het laatst leidde. Voor hem staat het vast dat de tiener effectief in contact is gekomen met Nihoul en enkele van zijn toenmalige vrienden.

Het is niet zo zeker of het recente openbaren van het rapport van de staatsveiligheid, in het boek De X-dossiers, de aanleiding kan zijn geweest voor de ontsnapping. Lamarque zit al vijf jaar onafgebroken in de cel. Hij werd op 24 mei 1994 voor een zoveelste keer veroordeeld en komt in theorie pas vrij op 10 augustus 2002. Sinds 8 april van dit jaar kwam hij echter in aanmerking voor een voorwaardelijke vrijlating.

Op 19 juni mocht Lamarque als ’test’ onder begeleiding van zijn moeder, zijn schoonvader en een vriend een uitstapje maken. Het gezelschap trok naar een pretpark, het werd een vrolijk weekeinde en op zondagavond bood Lamarque zich weer aan in de gevangenis. In de maanden die volgden, kreeg hij te horen dat de zaken gunstig evolueerden, maar van een vrijlating bleek dan toch geen sprake. Ook niet na een interventie van een oude kennis van Michel Nihoul bij een Brussels PRL-politicus.

Vorige woensdag kreeg Lamarque voor de tweede keer toestemming om de gevangenis te verlaten, dit keer om zijn moeder te bezoeken. Hij werd begeleid door een maatschappelijk werkster. Toen die in een winkelcentrum even naar het toilet ging, nam Lamarque de benen. Volgens zijn moeder was hij “het wachten beu”. In de gevangenis van Doornik wordt anderzijds niet begrepen waarom Lamarque zelf zijn kansen op een vrijlating verknalde.

In Het Laatste Nieuws kondigde de advocaat van Michel Nihoul, Frédéric Clément de Cléty, zaterdag aan dat hij de Belgische staat gaat dagvaarden wegens de volgens hem te trage behandeling van diens verzoek tot voorwaardelijke invrijheidstelling. De ex-zakenman wordt in Neufchâteau nog steeds beticht van medeplichtigheid aan de ontvoeringen van Laetitia Delhez, Julie Lejeune en Mélissa Russo. In de zaak-Dutroux werd zijn aanhoudingsmandaat echter al in januari 1997 door de KI in Luik opgeheven. Die oordeelde dat het parket in Neufchâteau te weinig bewijzen kon aanbrengen voor zijn schuld.

Nihoul zit nu nog een straf uit van vier jaar wegens oplichting. Op 22 april van dit jaar gaf het gevangenispersoneel in Sint-Gillis een positief advies voor zijn vervroegde vrijlating. De commissie die zich bij het ministerie van Justitie over de voorwaardelijke vrijlatingen buigt, had zich volgens de advocaat eind augustus al moeten uitspreken over het dossier, maar dat zou nog steeds niet gebeurd zijn. Clément de Cléty zegt nu een dwangsom te eisen van 50.000 frank per dag die nu nog verstrijkt.

Bron » De Morgen