Dutroux: “Nihoul wou ander meisje”

Marc Dutroux zegt dat hij een dag voor de ontvoering van Laetitia Delhez samen met Michel Nihoul in Bertrix geweest is. Nihoul zou hem de plaats getoond hebben waar Dutroux ’s anderendaags bij het begin van de namiddag een meisje zou moeten ontvoeren. Omdat Dutroux en Lelièvre die dag te laat waren door motorpech, ontvoerden ze een ander meisje, en dat werd Laetitia Delhez.

Nihoul zou Dutroux getoond hebben dat het meisje dat hij wou ’s anderendaags bij het begin van de namiddag langs het zwembad van Bertrix zou passeren. Maar Dutroux en Lelièvre waren te laat. “We hebben dan maar Laetitia ontvoerd, we dachten dat we mijnheer Nihoul daarmee plezier zouden doen”, zei Marc Dutroux.

Assisenvoorzitter Goux wilde wilde meer details over die verkenning met Nihoul. Wanneer werd de afspraak gemaakt om op verkenning te gaan? Met welke auto is Nihoul tot in Marcinelle geraakt om vervolgens samen naar Bertrix te rijden? Wie was het andere meisje? Over al deze punten bleef Dutroux heel vaag.

“Ik heb niet echt een notie van tijd. Dat heb ik altijd gezegd”, verklaarde hij. En over het meisje zei hij “dat moet u aan Nihoul vragen”. Dutroux herinnerde zich voorts enkel dat Nihoul niet met zijn Audi 80 naar Marcinelle was gereden.

Alibi’s

Michel Nihoul heeft altijd beweerd dat hij een alibi heeft voor 9 augustus 1996, de dag van de ontvoering van Laetitia Delhez. Hij zou in het gezelschap van Michel Van der Elst geweest zijn, een vriend van hem. Hij zou rond 11 uur met Van der Elst vergaderd hebben over een café-restaurant dat hij wilde kopen. Daarbij waren ook twee vertegenwoordigers van de brouwerij Alken-Maes aanwezig.

“Nihoul zag er toen uit als Benny Hill. Hij was geknipt om in een café te staan” vertelde gewezen advocaat Michel Vander Elst vandaag voor het assisenhof over zijn ex-cliënt en vriend. Maar toch vertrouwde hij “Jean-Michel”, zoals hij hem steevast noemt, niet: “Hij had een elastische notie over geldzaken. Ik zou hem zeker nooit mijn geld toevertrouwd hebben.”

De advocaten Beauthier en Fermon geloven niet veel van dat alibi. Na een lange ondervraging van de getuige, staat het voor hen in ieder geval vast dat Nihoul geen alibi had voor de dagen voor de ontvoering.

“Dieven telefoneren”

Op vraag van zijn advocate vertelde Dutroux ook wat er, volgens hem, op 8 augustus 1996 gebeurde in Bertrix. “Die dag in Bertrix waren Michelle Martin, Michel Nihoul, Michel Lelièvre, de kleine Andy en ikzelf aanwezig”, zei Dutroux na het getuigenverhoor van twee leden van een Vlaamse familie die denken dat ze die dag Dutroux, Martin, Lelièvre en Nihoul gezien hebben in het zwembad van Bertrix.

“Daarnet sprak u enkel over Michel Nihoul en uzelf”, zei de voorzitter. “Ik vervolledig”, repliceerde Dutroux. Hij beweerde dat hij nooit eerder over de aanwezigheid van Martin in Bertrix gesproken had om haar te beschermen. Om die reden heeft hij Martin ook opgedragen om ’s anderendaags, de dag van de ontvoering van Laetitia, naar Dinant op daguitstap te vertrekken. “Opdat ze een alibi zou hebben.”

Meester Thierry Bayet (Martin) merkte op dat er die middag diverse telefoontjes gepleegd zijn tussen Sars en Marcinelle. Volgens Dutroux zijn die mogelijk van zijn schoonmoeder of zijn andere zoon Frédéric in Sars-la-Buissière. Hij voegde daar aan toe dat hij niet goed weet wie allemaal in Marcinelle binnen en buiten liep, volgens Dutroux gaat het onder meer om talrijke dieven. “Ik stel vast dat de dieven vier keer de telefoon beantwoord hebben”, schertste meester Bayet.

Bron » De Standaard

Killer convicted thanks to relative’s DNA

The first criminal conviction based on a new DNA technique which uses relatives’ DNA to track a suspect was made in the UK on Monday. Craig Harman of Frimley, Surrey was convicted of manslaughter and jailed for six years on the basis of “familial DNA searching”, which linked him to the crime scene via a close relative’s DNA profile.

Harman threw a brick from a bridge over a motorway which crashed through the windscreen of Michael Little’s lorry in March 2003. As the brick hit his chest, 53-year-old Little suffered a heart attack, though he still managed to steer his vehicle out of harm’s way before dying.

Police obtained a DNA profile of the assailant from blood on the brick but could not match it to anything on the UK’s national DNA database because Harman had no criminal convictions. The database holds about 2.5 million profiles of charged criminals and, since 4 April 2004, suspects who are arrested but not charged.

“It is another tool for police officers,” says Jonathan Whitaker, of the UK’s Forensic Science Service (FSS), which developed the technique. “It’s really reserved for those cases where you have got a DNA profile and no match on the database. The whole idea is to keep the momentum going and identify the offender before he does anything else. This case illustrates that really, really well.”

“There is no doubt in my mind that without this groundbreaking technique this crime would have remained undetected,” says Detective Chief Inspector Graham Hill of Surrey police.

The FSS and police used familial searching to uncover a close relative of Harman’s, who had a criminal conviction and was on the DNA database. The relative’s profile matched the DNA on the brick by 16 out of 20 points. This lead police to Harman, whose DNA gave a perfect match, and he eventually confessed to the drunken act of violence.

Familial searching comprises of two tests, Whitaker, told New Scientist. The first matches parents to children. Standard DNA profiles examine 10 markers in the DNA. Each marker has two sequences – one inherited from the mother, and one from the father. The database can be trawled to match potential parents which gives the police “a manageable list” to investigate.

Potential siblings can also be matched via the database by comparing markers. “On average, two people would probably have six or seven DNA markers in common out of 20, simply by chance,” explains Whitaker, but “with over 12 bands in common, you very, very rarely see unrelated people with that degree of similarity”.

The system was only launched for police investigations in September 2003, so data on the probability of a correct match is not yet available. Alec Jeffreys at the University of Leicester, who pioneered DNA profiling techniques, told New Scientist that the high point score in the Harman case “suggests quite a high level of matching”.

But he cautions that close relations could show a 10 out of 20 point match or lower – particularly if their markers are common in the population. “Even unrelated people start to show these sorts of matches,” he says. “If you are lucky it could give you a very strong lead straight away. If you are unlucky, you could wind up with lots of false matches.”

Jeffreys believes that if familial searching is to be used more in such criminal investigations “this would be a compelling argument to increase the number of DNA markers used”.

He says using familial searching to track people who have never been involved with the law raises “potentially rather thorny” civil liberty issues. For a serious crime such as Harman’s, the benefits are clear, he says, but for lesser crimes the balance between an individual’s civil rights and the need to identify a perpetrator may be less obvious.

However, Whitaker says the new technique is compliant with the UK’s Human Rights, Police and Criminal Evidence and Data Protection Acts. It can only be used for serious offences like murder or serious sexual assault with high level police authorisation.

Bron » New Scientist

Arms International eist in beslag genomen wapens terug

Leon Ivens eist ook de vergunning terug van zijn wapenhandel Arms International/Hobby Arms. De provinciegouverneur trok ook deze vergunning eind jaren negentig in nadat Leon en Ludwig Ivens beticht werden van illegale wapensmokkel. Het gerecht liet 8.500 FAL-geweren in beslag nemen omdat ze ervan overtuigd was dat er 1500 geweren verdwenen waren op de zwarte markt. Volgens Ivens waren de oorlogwapens bij de huiszoeking echter niet geteld. Dat gebeurde pas maanden later. “Toen bleek dat het gerecht zich vergist had en de lading compleet was”, zegt Ivens.

“We zijn voor het hof van beroep in Brussel vrijgesproken in deze zaak maar andermaal is onze naam door het slijk gehaald. We hopen dat de wapens nog in goede staat zijn want ze zijn zo’n miljoen euro waard. Nog dit jaar moeten ze overgebracht worden van het legerdepot in Bertrix naar Sint-Niklaas. We moeten echter eerst onze vergunning terugkrijgen om ze te kunnen verkopen. Ondanks de vrijspraak is dit nog niet gebeurd. We eisen trouwens ook 2,5 miljoen euro schadevergoeding voor het feit dat onze zaak zes jaar de deuren moest sluiten.”

Bron » Het Laatste Nieuws

Dutroux ontkent met klem moord op Bernard Weinstein

Marc Dutroux heeft vandaag voor het assisenhof met klem ontkend dat hij Bernard Weinstein heeft vermoord. Hij spreekt daarmee opnieuw zijn verklaringen tegen die hij in het begin van het onderzoek over de moord aflegde.

Volgens Dutroux waren het Gérard Pinon en Michelle Martin die Weinstein om het leven brachten. Dat zou eind maart of begin april 1996 zijn gebeurd.

Volgens deskundigen is het mogelijk dat Weinstein al begin december 1995 stierf. Zijn lijk was immers al in verdere staat van ontbinding dan dat van Julie en Melissa. “Dat kan niet”, meent Marc Dutroux, “want dan had ik hem niet meer kunnen vragen om voor Julie en Melissa te zorgen die in de kooi in Marcinelle zaten opgesloten. Ik heb Bernard niet vermoord. Hij was de enige vriend die ik had”, zei Dutroux.

Weinstein stierf wellicht niet aan de genees- en slaapmiddelen die hij innam of kreeg toegediend. Dat hadden toxicologen en chemici vanmorgen voor de rechtbank verklaard. De medicijnen brachten hem mogelijk in een diepe slaap of zelfs een pseudo-coma, maar veroorzaakten niet de dood, tenzij ze in massieve hoeveelheden ingenomen in wisselwerking traden met andere producten zoals alcohol.

Het lijk van Bernard Weinstein werd op 17 augustus 1996 opgegraven in Sars-la-Buissière. Onderzoek wees uit dat de Fransman er wellicht eind november 1995 levend werd begraven.

Michel Nihoul komt vandaag niet naar Aarlen. Nihoul, die vorige week onwel werd en de assisenzaal moest verlaten, moet vandaag opnieuw onderzoeken ondergaan in het ziekenhuis.

Bron » De Standaard

Advocaten hekelen wijzigende verklaringen van Marc Dutroux

Marc Dutroux denkt na het proces niet lang meer te leven te hebben omdat hij voor het assisenhof gesproken heeft over twee politieagenten die hem en Michel Lelièvre hebben geholpen bij de ontvoering van An en Eefje. Jan Fermon, de advocaat van Laetitia Delhez, en meester Luc Savelkoul, de advocaat van de moeder en broer van Eefje Lambrecks, zijn ervan overtuigd dat er geen agenten bij de ontvoering van de meisjes betrokken waren.

Volgens Dutroux maakten de politiemannen deel uit van de bande de Courcelles, zoals men die in Charleroi noemt. “Lelièvre zwijgt daarover omdat hij nog iets te verliezen heeft”, zei Dutroux vandaag toen hij enkele minuten verhoord werd door Luc Savelkoul en Joris Vercraeye, de advocaten van de ouders van Eefje Lambrecks.

Michel Lelièvre vond de uitspraken van Dutroux pure verzinsels, net als Michel Nihoul. Die denkt dat Dutroux hem iets betaald wil zetten omdat Nihoul als eerste gesproken heeft over het plan om meisjes uit Slovakije te importeren. Dat zou Dutroux hem duidelijk hebben laten verstaan tijdens een zitting van de raadkamer in Neufchâteau.

Meester Jan Fermon, de advocaat van Laetitia Delhez, wil zich vooral op de getuigenissen concentreren. “Zij brengen ons dichter bij de waarheid, niet de wijzigende verklaringen van Marc Dutroux”.

Afwijkende verklaringen over omstandigheden van de ontvoering

Twee getuigen van de openbare vervoersmaatschappij De Lijn beweerden vandaag voor het assisenhof in Aarlen dat An en Eefje vooraan zaten op de tram die hen van Blankenberge naar Oostende bracht, in de nacht van 22 op 23 augustus 1995. Dutroux en Lelièvre hebben altijd beweerd dat ze de meisjes achteraan hebben zien zitten toen de tram in Bredene passeerde.

Advocaat Paul Quirynen is ervan overtuigd dat de ontvoering in de omgeving van het station van Oostende moet hebben plaatsgevonden. Hij wees daarvoor op het feit dat een loketbediende van de NMBS daar duidelijk de Citroën CX met gedoofde lichten gezien heeft en dat geen enkel objectief element in het dossier aantoont dat de ontvoering in de Troonstraat of de Nieuwpoortstraat heeft plaatsgevonden, zoals Dutroux en Lelièvre beweren.

Dutroux houdt er vandaag ook over de plaats van de meisjes een andere mening op na. “Ik heb toen gewoon gekopieerd wat Lelièvre gezegd heeft, want ik heb die meisjes toen helemaal niet gezien. Ik zat in de bestelwagen achter de CX en ik moest opletten dat ik die niet uit het zicht verloor”, zei hij.

Geen aanwijzingen bij start van het onderzoek

Volgens de onderzoeksrechter, die pas op 6 september 1995 het onderzoek in handen kreeg, waren er bij de start “zo goed als geen elementen die in de één of andere richting wezen”. De gerechtelijke politie verwerkte ongeveer vierhonderd tips, maar geen ervan zette hen op het goede spoor. “Tot Marc Dutroux in 1996 werd gearresteerd kwam er geen ontwikkeling in de zaak. Bij de aanhouding van Dutroux werd het dossier naar onderzoeksrechter Connerotte in Neufchâteau overgeheveld.”

De jury wou weten of de meisjes na de hypnoseshow inderdaad erg versuft het casino van Blankenberge verlaten hadden en wat daarvan de gevolgen kunnen zijn geweest. Volgens Peter Buyse werd dat niet nader onderzocht. Dat An en Eefje nog hadden onderhandeld over de aankoop van één of twee videotapes, nog iets te eten kochten en bovendien de tram haalden, toont volgens de onderzoeksmagistraat aan dat de meisjes niet zo zwaar onder invloed waren.

Aanwijzingen kwamen pas met Dutroux

Luc Van Tieghem deed het hele verhaal van zijn onderzoek. Hij begon bij de aangifte door de ouders van An en Eefje in Hasselt. Daarop werd een opsporingsonderzoek gestart op campings en ziekenhuizen in de buurt. De commissaris benadrukte dat vrienden van An en Eefje van bij het begin verteld hadden dat An absoluut niet wilde liften.

Voorts had ook commissaris Van Tieghem het over de vierhonderd tips die binnenliepen. “Geen van deze tips bleek nuttig, al werd even het spoor gevolgd van een cafébaas in Nieuwpoort die de zaterdag voor de verdwijning van de meisjes nog met hen op stap was geweest. De man werd uitvoerig verhoord maar bleek niets met de ontvoering te maken te hebben”.

Ook de tips van mensen die Eefje in Spanje hadden gezien, leverden volgens de commissaris niets op.

Pas toen Marc Dutroux de speurders in augustus 1996 toevertrouwde dat hij An en Eefje had ontvoerd, kregen de ouders voor het eerst nieuws. “Toen hun lichamen in Jumet werden opgegraven, bestond mijn laatste taak erin de ouders Marchal en Lambrecks van het finale trieste nieuws op de hoogte te brengen”, aldus nog Van Tieghem.

Tijdens het onderzoek naar de verdwijning van zijn dochter An had Paul Marchal klacht ingediend tegen Van Tieghem. Marchal nam het niet dat de commissaris Marchal ervan beschuldigde dat hij het onderzoek hinderde, gegevens achterhield en leugens vertelde in de pers.

Bron » De Standaard