Mogelijk rogatoire commissie naar Marokko

In de nota die de Marokkaanse autoriteiten dinsdag naar het federaal parket in België heeft gestuurd, staat geen precieze informatie over de zes moorden die Abdelkader Belliraj in ons land zou hebben gepleegd. Daarom overweegt het parket een rogatoire commissie naar Marokko te sturen.

Het federaal parket heeft gisteren een onderzoek geopend op basis van de beperkte informatie die het van Marokko kreeg. Vanochtend zat het federaal parket samen met het parket van Brussel.

Procedure volgen

“Als dat nodig blijkt, zullen we een rogatoire commissie naar Marokko sturen”, zegt Lieve Pellens van het federaal parket. “Om de wettelijke procedure te volgen, moeten we toegang hebben tot het dossier en de originele verklaringen.”

Verjaring moorden

Op basis van de nota van de Marokkaanse overheid, kan het Belgische gerecht geen naasten van de gearresteerde bendeleider ondervragen. Ook huiszoekingen zijn voorlopig niet aan de orde. Er wordt wel onderzocht of de moorden waarover het gaat nog niet verjaard zijn.

Bekend voor kleinere feiten

Bij ons is Abdelkader Belliraj enkel gekend voor kleinere feiten. Hij werd niet verdacht van terroristische activiteiten.

Op basis van verklaringen die Belliraj in Marokko aflegde, wordt vermoed dat hij achter de moord op een Belgische vertegenwoordiger van de Joodse gemeenschap zit. Hij zou ook de rector van de Grote Moskee in Brussel en zijn medewerker hebben geliquideerd op 29 maart 1989.

Bron » De Morgen

Justitie opent onderzoek naar moslimleider

Het federale parket, het parket van Brussel en de federale politie zijn een onderzoek gestart naar aanleiding van de informatie over de opgepakte terroristen die ze van de Marokkaanse autoriteiten hebben gekregen.

De Belgisch-Marokkaanse leider van de terreurgroep die eerder deze week in Marokko ontmanteld werd, zou eind jaren ’80 in ons land zes moorden hebben gepleegd, moorden die tot op heden nog niet werden opgelost. Justitieminister Jo Vandeurzen (CD&V) liet vanmiddag tijdens het vragenuurtje in de Kamer weten dat naast de leider van het netwerk, die in juni 2000 de Belgische nationaliteit verkreeg, nog twee arrestanten over de dubbele nationaliteit beschikken.

De leider van het terreurnetwerk zou onder meer een vertegenwoordiger van de Joodse gemeenschap en twee moslims hebben vermoord die zich hadden verzet tegen de fatwa tegen Salman Rushdie. Dat is vernomen uit gerechtelijke bronnen.

De informatie is afkomstig uit de verhoren van Abdelkader Belliraj die het Marokkaanse ministerie van Binnenlandse Zaken heeft doorgespeeld aan ons land. De 51-jarige Belliraj woonde de afgelopen jaren in Evergem.

Belliraj zou volgens gerechtelijke bronnen verantwoordelijk zijn voor de moord op Joseph Wibran, een vertegenwoordiger van de Joodse gemeenschap in ons land. Wibran was voorzitter van het coördinatiecomité van Joodse organisaties in België. Hij werd op 3 oktober 1989 vermoord voor het ziekenhuis waar hij werkte.

Belliraj zou ook de rector van de Grote Moskee in Brussel en zijn medewerker hebben geliquideerd op 29 maart 1989. De twee zouden zich verzet hebben tegen de fatwa die Iran dat jaar tegen schrijver Salman Rushdie had uitgesproken

Volgens de Marokkaanse overheid wordt Belliraj verdacht van in totaal 6 moorden in België, die tussen 1986 en 1989 werden gepleegd. Het federaal parket heeft een onderzoek geopend maar wacht op meer details uit Marokko.

Bron » De Morgen

Moslimleider bekent zes moorden in België

Een 51-jarige man uit Evergem die sinds 1992 aan het hoofd staat van een Marokkaans terreurnetwerk zou tussen 1986 en ’89 zes moorden hebben gepleegd in België.

De man werd dinsdag gearresteerd in Marokko en heeft volgens lokale politiebronnen bekentenissen afgelegd. “Volgens onze inlichtingen is de hoofdverdachte inderdaad volop aan het bekennen”, aldus een bron bij de Belgische federale politie. “Dit wordt een heel grote zaak.”

“Het gaat om moorden die nog niet werden opgelost door het Belgische gerecht”, zo zei de Marokkaanse minister van Binnenlandse Zaken Chakib Benmoussa gisteren op een persconferentie. “Nu we weten wie de moorden heeft gepleegd, zullen we België daarover informeren om zo het onderzoek via Interpol te heropenen.”

In Casablanca werden begin deze week 32 mensen gearresteerd. Ze worden er allemaal van verdacht deel uit te maken van een radicale islamitische terreurgroep. Aan het hoofd staat volgens lokale politiebronnen Abdelkader Belliraj, alias ‘Ilyass’ en ‘Abdelkrim’. De man woont al meer dan twintig jaar in Evergem. Hij heeft de dubbele Belgisch-Marokkaanse nationaliteit.

Onder de 31 andere verdachten bevinden zich nog twee andere in België wonende Marokkanen, een Marokkaanse politiecommissaris, twee professoren en een journalist van de tv-zender Al-Manar. Tussen de verdachten zitten ook twee leiders van de kleine extremistische moslimpartij Al Badil Al Hadari.

De Marokkaanse premier Abbas el Fassi kondigde gisteren meteen aan dat de partij bij wet was ontbonden. Bij de huiszoekingen in Casablanca en Nador vond de Marokkaanse politie maandag en dinsdag een indrukwekkend wapenarsenaal met onder meer kalasjnikovs, andere machinegeweren en ontstekingsmechanismen.

Tussen 1992 en 2001 zou het netwerk verschillende overvallen of pogingen daartoe hebben ondernomen, vooral om terreuracties te financieren. Zo zouden ze onder meer verantwoordelijk zijn voor de spectaculaire overval op het Brinkshoofdkwartier in Luxemburg in 2000. De buit bedroeg toen 17,5 miljoen euro.

In 1996 zou het netwerk geprobeerd hebben een Marokkaan met het joodse geloof te vermoorden. Bovendien zou het aanslagen hebben gepland in 1992, 1996, 2002, 2004 en 2005.

De Marokkaanse krant Le Matin suggereerde ook een verband met een zelfmoordaanslag die in 2003 werd gepleegd in Casablanca en 45 mensen het leven kostte.

De zes moorden waarvoor Belliraj nu verantwoordelijk wordt gehouden, dateren van voor de oprichting van het terreurnetwerk. Namen van slachtoffers van de zes tussen 1986 en ’89 in België gepleegde moorden zijn nog niet vrijgegeven. Hoge politiebronnen in Brussel benadrukten gisteravond alle geloof te hebben in de ernst van het Marokkaanse onderzoek.

Bron » De Morgen