“Er is nog tijd om na te denken over aanpassing verjaring Bende van Nijvel”

Tot 10 november 2015, het ogenblik dat het dossier van de Bende van Nijvel verjaart, is er nog voldoende tijd om de wetgeving inzake de verjaring aan te passen. Dat verklaarde minister van Justitie Annemie Turtelboom in de commissie Justitie van de Senaat tijdens een gedachtewisseling over het dossier. Commissievoorzitter Alain Courtois (MR) nam in naam van de commissie akte van het standpunt van de minister.

Turtelboom volgde sp.a-senator Bert Anciaux niet, die er bij de minister op aandrong om kordater op te treden en gebruik te maken van haar positief injunctierecht en te overwegen om reeds een assisenproces op te starten.

Verwijzend naar de twee grote pistes die door de speurders gevolgd werden, die van een extreem-rechts complot dat verband houdt met de rijkswacht, en die van het grootbanditisme, stelde Anciaux dat er precieze verdenkingen bestaan. In bepaalde gevallen wordt een assisenproces opgestart op basis van een reeks vermoedens en zonder de noodzakelijke bewijzen, aldus de sp.a’er.

Maar volgens de minister zal het zeer moeilijk zijn om zonder beschuldigde en met uiteenlopende pistes een dergelijke zaak tot een goed einde te brengen, met het risico dat er valse hoop gewekt wordt. De speurders blijven “erg gemotiveerd”, zei Annemie Turtelboom. Ze beschikken vandaag over analysemiddelen en DNA-onderzoeken die destijds nog niet beschikbaar waren.

De minister bevestigde voorts dat het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie (NICC) na analyse tot het besluit gekomen is dat de wapens die enkele maanden geleden in het kanaal van Ronquières werden teruggevonden, daar kort voordien in het water gegooid werden. Er werd weinig fysisch materiaal zoals haren of vingerafdrukken op teruggevonden. De onderzoekscel krijgt nog steeds tips binnen, verklaarde ze nog.

De Bende van Nijvel overviel in de eerste helft van de jaren tachtig een aantal grootwarenhuizen. Bij die raids vielen 28 doden. Daders en motief blijven tot op vandaag onbekend.

Bron » Het Laatste Nieuws

Justitie heeft 75 miljoen schulden

De onbetaalde facturen van het gerecht stapelen zich op. “Experts haken af, waardoor de kwaliteit van de strafonderzoeken daalt”, zegt kamerlid Stefaan Van Hecke (Groen). Gerechtspsychiaters, fiscale experts, wapendeskundigen, tolken en telecomoperatoren: ze wachten samen op de betaling van niet minder dan 59,4 miljoen euro aan uitstaande facturen voor hun diensten aan het gerecht.

In strafonderzoeken wordt er zeer vaak op hen een beroep gedaan om bijvoorbeeld DNA-analyses uit te voeren, de telefoongeschiedenis van een verdachte na te gaan of verslagen te maken over de baan van een kogel in een moordzaak.

De helft van die achterstallige facturen sleept het gerecht al mee uit 2012. Maar het is dit jaar niet gelukt om de achterstand in te halen. Integendeel zelfs: hij is verdubbeld. Telt men ook de onbetaalde facturen van dokters en tandartsen voor de verzorging van gevangenen, dan staat Justitie voor 75 miljoen in het krijt.

Dat blijkt uit het commentaar van het Rekenhof op het ontwerp van de federale begroting voor volgend jaar. “De administratie van Justitie wijst erop dat ze structureel twintig miljoen euro te weinig krijgt voor de gerechtskosten”, stelt het Rekenhof bovendien vast.

“Die achterstallige betalingen zijn een bom onder de werking van het gerecht”, waarschuwt kamerlid Stefaan Van Hecke (Groen). “De ingeschakelde experts die maandenlang op hun geld moeten wachten, haken op termijn af en beslissen om zich te concentreren op hun privépraktijk, bijvoorbeeld als arts. Zo hou je enkel de idealisten en de minder beslagen experts over.”

“En wie overblijft, verzuipt ook nog eens in het werk, waardoor de kwaliteit nog meer achteruitgaat. Zware criminelen profiteren daarvan. Het is niet te begrijpen dat Justitie de betalingen blijft uitstellen en dan ook nog eens klaagt als een expert meer kosten aanrekent omdat hij bijvoorbeeld ’s nachts heeft meegewerkt aan een reconstructie. De opbouw van een strafdossier lijdt onder zulke beknibbelingen.”

Een grote uitgavenpost zijn de telecomoperatoren. Zij horen de kassa rinkelen telkens wanneer het gerecht hen vraagt een gsm of pc te lokaliseren, een telefoon af te tappen of een sim-kaart te analyseren. Van Hecke: “Daar kunnen de kosten lager. In veel andere landen is de medewerking van de telecom gratis. Waarom laat de overheid de uitreiking van vergunningen voor de telecomsector daar niet van afhangen?”

Bron » De Standaard