‘1985’ toont mooi hoe makkelijk je aan de verkeerde kant van de geschiedenis terechtkomt

Geen idee waarom de gezapige vijftiger het nodig vindt om zijn mening luidkeels te verkondigen in een volle treincoupé, maar volgens hem leren we onze jongeren onterecht dat het vandaag niet goed gesteld is met de wereld. In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw was het veel lastiger, snuift de forens tegen zijn gedwee knikkende collega.

Onwillekeurig denk ik aan de ecologische ramp die zich voltrekt, aan de oorlog in Oekraïne, aan de kloof tussen arm en rijk, aan fake news, maar evengoed aan Ben Weyts, de crisis in de kinderopvang of de populariteit van De Verhulstjes, en ik kan het alleen maar oneens zijn met deze lawaaierige treinreiziger.

Pas toen ik gisteren naar de eerste aflevering keek van 1985, kon ik een flard van empathie opbrengen voor ’s mans standpunt. De nieuwe tweetalige fictieserie van VRT en RTBF grijpt de lotgevallen aan van twee jonge aspirant-rijkswachters om in te zoomen op de terreur die de Bende van Nijvel halverwege de jaren tachtig zaaide. De zaak blijft tot op de dag van vandaag onopgelost, maar de vele theorieën over de bende werpen een blik op een mistroostig politiek landschap.

De verwachtingen rond de serie waren hooggespannen dankzij een cast met kleppers als Peter Van den Begin en Tom Vermeir, en achter de schermen talenten als scenarist Willem Wallyn en regisseur Wouter Bouvijn. De eerste aflevering lost de belofte alvast in met een knap gefilmd beeld van een tijd waarin politie en justitie geteisterd worden door verregaande corruptie. Normvervaging, racisme, drugshandel, wraakacties en driest geweld tot in de hoogste regionen: het was schering en inslag in dit era van Roze Balletten.

De twee beste vrienden Marc en Franky die van het platteland terechtkomen in Brussel raken al snel verwikkeld in dit lelijke web. Marc schaart zich heldhaftig aan de kant van de rechtstaat terwijl Franky en stoemelings de extreemrechtse voorlopers van de Bende ten dienste staat. 1985 toont op die manier mooi hoe makkelijk je aan de verkeerde kant van de geschiedenis terechtkomt, net als hoeveel je soms op het spel moet zetten om trouw te blijven aan je principes.

Tel daar het heerlijke Brusselse accent bij op van Tom Vermeir, net als de prestaties van jonkies Tijmen Govaerts, Aimé Claeys en Mona Mina Leon, en je hebt goede zondagavondfictie te pakken. Het is natuurlijk even afwachten hoe de reeks verder evolueert. Zo is het duimen dat de personages van 1985 verder uitgediept raken zodat de makers niet stranden bij flat characters die louter dienen als kapstok om de gebeurtenissen rond de Bende van Nijvel te reconstrueren. Voorlopig ziet het er echter naar uit dat het fictiejaar goed begonnen is.

Bron » De Morgen

Over de rijkswacht, “Le Jonathan” en confituurbaden: wie is wie en wat is wat in nieuwe reeks “1985”?

Vanavond start op Eén de reeks “1985”, gebaseerd op het dossier van de Bende van Nijvel. Ook al is het fictie en hebben de makers zichzelf veel artistieke vrijheid gegeven, sommige scènes zijn herkenbaar. Een overzicht van de namen en feiten die in de eerste aflevering de revue passeren, om een en ander in historisch perspectief te plaatsen.

Rijkswacht

De rijkswacht was een van de drie politiekorpsen in ons land. Er was de gemeentepolitie, de gerechtelijke politie en de rijkswacht. Die drieledige organisatie leidde vaak tot een guerre des flics, een politieoorlog.

In 1985 was de rijkswacht nog een militair korps. Vandaar ook de militaire graden en de strikte hiërarchische verhoudingen die daarbij horen. De voertuigen van de rijkswacht zijn herkenbaar aan de grote oranje middenstreep.

Binnen de rijkswacht was er ook nog de Bewakings- en Opsporingsbrigade, kortweg de BOB. De BOB kan beschouwd worden als de rechercheafdeling. Zij werkten in burger en met anonieme auto’s.

In 2001 werd het Belgisch politielandschap grondig hertekend. Sindsdien is er sprake van een geïntegreerde politie op twee niveaus, het lokale (met de lokale politie) en het federale (met de federale politie).

Léon François

Léon François was commandant bij de rijkswacht. Hij had de leiding over het Nationale Bureau voor Drugs (NBD). Dat drugsbureau was gebaseerd op de Amerikaanse manier van werken (met technieken als provocatie en infiltratie) van de Drug Enforcement Administration (DEA). Maar voor die werkmethode bestond er toen in ons land nog geen wettelijke regeling.

Het liep helemaal fout. De leden van het NBD geraakten zelf betrokken bij de drugshandel en lieten zich ook rollen door doorgewinterde criminelen. De rijkswacht verloor niet alleen veel geld, maar leed vooral veel reputatieschade.

In de eerste aflevering wordt gesproken over een verlies van 1.650.000 Belgische frank (omgerekend ruim 41.000 euro, let wel: eind jaren 70). In werkelijkheid gaat het over de zogenoemde zaak-Touboul.

Een burgerinfiltrant – een gewone burger die door de politie werd ingezet – was met het geld gaan lopen en François wou dat verlies recupereren door zelf cocaïne te verkopen in Nederland. Het opzet mislukte. De Nederlandse recherche betrapten de Belgische “collega’s”.

Er wordt ook melding gemaakt van de zaak-Khan. Dat is een operatie in 1976 tussen het NBD en de DEA waarbij men zendingen drugs vanuit Pakistan gecontroleerd ons land binnenliet met de bedoeling een grotere trafiek te kunnen blootleggen.

Op 18 januari 1980 wordt rijkswachtcommandant Léon François aangehouden. Twee jaar later zal hij veroordeeld worden tot een straf van één jaar (met uitstel).

De zaak François kan beschouwd worden als een van de grootste naoorlogse politieschandalen van ons land.

François Raes

De “affaire François” wordt aan het licht gebracht door wachtmeester François Raes. Hij werkte ook bij het NBD maar kon de illegale gang van zaken niet langer meer aanzien. François Raes stapt naar het parket van Brussel en legt uitgebreide verklaringen af. Je kan hem beschouwen als klokkenluider.

De eerlijkheid en integriteit van de man wordt door het korps niet bepaald op prijs gesteld. Hij zal op een zijspoor gezet worden en wordt ook mikpunt van pesterijen. Op basis van zijn informatie startte er wel een gerechtelijk onderzoek.

Herman Vernaillen

Dat onderzoek naar de zaak-François zal geleid worden door majoor Herman Vernaillen (samen met adjudant Guy Goffinon, die in de reeks een licht andere naam krijgt). Herman Vernaillen neemt in het kader van dat onderzoek disciplinaire sancties tegen Madani Bouhouche en Robert Beijer.

In de nacht van 25 op 26 oktober 1981 wordt een aanslag gepleegd op majoor Vernaillen en zijn echtgenote. Er wordt gebeld aan het huis van de commandant en op het moment dat hij wil opendoen, wordt met zwaar geschut geschoten.

Het onderzoek naar de aanslag op Vernaillen wordt gevoerd door de BOB van Brussel. Daarin zit ook Madani Bouhouche, man die dus door Vernaillen geviseerd werd. Er zal nooit een sluitend bewijs gevonden worden in deze zaak. In 2010 zegt Robert Beijer wel dat hij, samen met vier anderen, achter de aanslag op Vernaillen zat.

Herman Vernaillen is naast Madani Bouhouche een hoofdfiguur in de eerste aflevering.

Madani Bouhouche

Madani Bouhouche treedt midden jaren 70 toe (samen met Robert Beijer) tot de rijkswacht. Hij gaat werken in de drugssectie van de Brusselse BOB. De man houdt er erg onorthodoxe praktijken op na en wordt verdacht van tal van misdrijven.

In aflevering 1 zien we hoe Bouhouche en Beijer betrapt worden op het afluisteren van de eigen collega’s. In werkelijkheid ging het om een gesprek van een BOB’er en diens informant, de Fransman Gérald Lafaurie, een bekend drugshandelaar.

Bouhouche en Beijer nemen zelf ontslag uit het rijkswachtkorps en beginnen een detectivebureau. In februari 1995 wordt hij door het hof van assisen veroordeeld tot 20 jaar cel voor een reeks feiten, o.a. roofmoord.

Madani Bouhouche was een verwoed schutter en hij gaf zelf les in Leopoldsburg in de schietclub Target 121 in practical shooting. Hou goed het eindbeeld van de eerste aflevering in de gaten.

Madani Bouhouche wordt in verband gebracht met de “Groep G”. Dat is een groep extreemrechtse rijkswachters. Hij wordt door velen beschouwd als een van de kopstukken achter de Bende van Nijvel maar daarvoor is hij nooit veroordeeld.

De man overleed in november 2005.

Jonathan

“Le Jonathan” was een bekende nachtclub in Sint Gillis. De club werd bezocht door een merkwaardig allegaartje van rijkswachters, militairen, criminelen, politici… (In de reeks ziet u zelfs een ex-eerste minister.)

Eén van de meer zoetsappige verhalen die daarover verteld worden, zijn de fameuze confituurbaden, een begrip dat u letterlijk mag nemen. Er circuleren foto’s en filmpjes van schaars geklede dames tijdens deze “Rock and Roll dans la confiture” en tussen hen in Jean Bultot. Jean Bultot was directeur van de gevangenis van Sint Gillis maar zat wellicht beter aan de andere kant van de celdeur.

De man had een bedenkelijke reputatie door zijn extreemrechtse ideeën en al te nauwe banden met criminelen.

Hij was ontegensprekelijk betrokken bij een reeks misdaden, daarvoor is hij ook veroordeeld tot een celstraf van drie jaar. Het zijn feiten die genoemd worden in het kader van het dossier van de Bende van Nijvel. Maar zijn betrokkenheid bij de Bende (die hij zelf ontkende) is nooit formeel bewezen.

De man vluchtte naar Paraguay. Hij overleed in 2021.

Bron » VRT Nieuws

Nieuwe reeks ‘1985’ over Bende van Nijvel belooft intens te worden: ‘Het was een schizofrene tijd’

De kans is vrij groot dat we straks op zondagavond net zo hard in de ban zijn van 1985 als we dat waren van De twaalf. De reeks voert ons terug naar het tijdperk van als rijkswachters vermomde topcriminelen en de Bende van Nijvel.

Probeer je je dit voor te stellen. Twee agenten van de federale politie die zijn betrapt op illegaal afluisteren worden door hun chef uit hun functies gezet. Ze pakken diezelfde avond hun machinegeweren, rijden naar het huis van de chef en nemen het onder vuur. Het onderzoek wordt toevertrouwd aan de twee agenten zelf, en leidt tot niets. Na twintig jaar en één dag trekken de agenten naar hun chef en zeggen: “Wij waren het, maar nu is de zaak verjaard.” Het is wat rijkswachtmajoor Herman Vernaillen overkwam. Twee van zijn belagers, op 26 oktober 1981, waren de door hem gestrafte drugsspeurders Madani Bouhouche en Robert Beijer. Het was het beginpunt van een hele reeks misdrijven die twintig jaar lang de status van cold cases zouden behouden, zoals roofmoord op Sabena-geldkoerier Francis Zwarts en de wapenroof bij de speciale eenheden in Etterbeek.

Scenarist Willem Wallyn (62) is jaren in de weer geweest met het ordenen en natrekken van nieuwsfeiten uit de zogenaamde Belgische loden jaren. “Veel van die feiten zijn op zich wel bekend, maar de verbanden ertussen niet altijd”, zegt hij. De reeks, die in acht afleveringen leidt naar de meest bloedige aanslagen van de Bende van Nijvel, werd geregisseerd door Wouter Bouvijn (35), vooral bekend van De twaalf.

Echt álles zit in die eerste afleveringen: het drugsschandaal rond commandant François, de aanslag op Vernaillen, extreem-rechtse trainingskampen… Wie hopen jullie voor deze half verdrongen geschiedenis geïnteresseerd te krijgen?

Wouter Bouvijn: “Simpel, iedereen. We hebben alle feiten uit die periode gebruikt als rode draad, maar altijd vanuit het perspectief van drie jonge mensen: Marc, Franky en zijn zus Vicky. Fictieve personages. Zij worden door die gebeurtenissen uit elkaar gerukt.

“We lieten alle afleveringen zien aan een testpubliek dat merendeels bestond uit vrouwen van tussen de twintig en dertig jaar oud, die van die hele zaak echt niks kenden. Zij waren er enorm door aangegrepen. En verbaasd. Zo van: ‘Wat is er in die tijd allemaal niet gebeurd?’ Ook op het Film Fest in Gent, in oktober, en op de première in Bozar in Brussel, voelde ik een wow-effect. Mensen die zich afvragen: is dit fictie of geen fictie? Nu en dan tonen we afchiefbeelden, waarmee we bevestigen dat deze dingen – de feiten rond de Bende – echt zijn gebeurd.

“Ik heb die periode zelf niet meegemaakt, ik was nog niet eens geboren. Ik had wel over de Bende gehoord, de overvallen op Delhaizes en zo, maar verder ging het niet. Dan begin je de Panorama-uitzendingen van toen te bekijken en boeken te lezen. Het idee is dan de kijker te doen meeleven met deze drie jonge mensen die de hoofdrollen vertolken. En natuurlijk ook Herman Vernaillen, die wordt vertolkt door een boven zichzelf uitstijgende Peter Van Den Begin.”

Herman Vernaillen ziet zichzelf als het eerste slachtoffer van de Bende van Nijvel.

Willem Wallyn: “Voor mij is hij dat inderdaad.”

Hopen jullie dat de reeks iets losmaakt dat ons een stap dichter bij de opheldering brengt?

Wouter Bouvijn: “We hebben 1985 niet gemaakt met de pretentie te denken dat we iets gaan kunnen oplossen. Daar zijn anderen veel beter voor geplaatst.”

Willem Wallyn: “We zetten alle feiten op een rij, waardoor je voor jezelf een idee kan vormen van wat er toen gebeurd is. Hoe iets als de Bende van Nijvel mogelijk is geweest. Hoe gevaarlijk de situatie toen was. En snel weer kan zijn. Laatst werden in Duitsland 25 mensen opgepakt op verdenking van het willen plegen van een staatsgreep. Dat is wat we willen laten zien: hoe fragiel een samenleving kan zijn als diegenen die worden geacht haar te beschermen zich tegen haar keren. Mijn voornaamste informatiebronnen waren de verslagen van de twee parlementaire commissies. Ik volg ook de tijdlijn die de commissie heeft gevolgd. Oké, niet alles zit in de reeks: de brandstichting bij Pour (links Franstalig weekblad, DDC) kon er niet meer in.”

De reeks wekt de overleden geachte Madani Bouhouche tot leven, en ook Robert Beijer van de vroege jaren tachtig. Heb je Beijer, die deze week in Thailand werd opgepakt, gesproken?

Willem Wallyn: “Nee, ik heb wel zijn boek gelezen, De laatste leugen. Hij zegt daarin zelf dat hij mee de aanslag op Vernaillen pleegde. Verder schrijft hij dat hij betrokken was bij de roofmoord op geldkoerier Francis Zwarts en de wapenroof bij de groep Diane. We zijn buiten Vernaillen en Léon Finné (bankier en Bende-slachtoffer in 1985, DDC) ook weggebleven van de slachtoffers. Ik wilde het echt heel feitelijk houden. We hebben het script wel voorgelegd aan Finnés dochter. Haar reactie was: ‘Het lijkt wel alsof je hem hebt gekend!’ Dat was fijn om te horen, terwijl ik die man gewoon vanuit een dramatisch oogpunt heb beschreven.”

Ook de VUB maakt deel uit van het decor van 1985.

Willem Wallyn: “Ik heb die periode ook heel intens beleefd: Brusselse vrije radio’s, de rechtenfaculteit… Dat zijn mijn studentenjaren. Met een moeilijk te beschrijven angstklimaat. Het was heftiger dan je je vandaag kunt inbeelden. Er was angst voor de atoombom, voor agressieve rijkswachters. En dan om de zoveel tijd dat nieuws op de radio. Dat er mensen zomaar waren neergeknald in de Delhaize. Het was een rare, schizofrene periode, met tegelijkertijd ook fantastische muziek.”

Wouter Bouvijn: “Het moet een heel aparte tijd geweest zijn. De Generaal Jacqueslaan in Etterbeek, met aan de ene kant de grote rijkswachtkazerne en aan de andere de VUB, waar ons personage Vicky studeert.”

Willem Wallyn: “Het waren de beste momenten uit mijn jonge leven. Volwassen worden in een maatschappij die teerde op angst en tegenstelling. We werden in 1985 net als de drie hoofdpersonages in de reeks allemaal verplicht om een keuze te maken. Ik zat zelf in het atheneum van Koekelberg en daar gingen na het zesde jaar evenveel studenten naar de rijkswacht als naar de VUB. Allemaal vrienden die opeens ofwel aan de ene kant gingen staan of aan de andere. Je moest gewoon kiezen.

“Een beetje zoals nu. Je bent nu uitgesproken voor of uitgesproken tegen het vaccin. En mensen gaan mee in gekke samenzweringstheorieën of doen dat juist niet. Ik heb met mijn twee oudste kinderen – twintigers – lange gesprekken moeten voeren over vaccins.

“Ze hebben de eerste twee afleveringen intussen gezien. Ze voelden zich weggeblazen. En ze vonden dat ik voor de allereerste keer iets zinnigs heb gemaakt (lacht).”

Wouter Bouvijn: “We hebben massa-scènes gedraaid met veel rijkswachters. We hebben kostuums laten namaken, en vaak kwamen er oud-rijkswachters figureren in hun uniform van toen. Op een dag verscheen Roda Fawaz, die de rol van Bouhouche vertolkt, op de set. Een oude rijkswachter kwam bij me staan en vroeg: ‘Is dat Bouhouche?’ Ik zeg ja. Hij begint te vertellen dat hij die nog heeft gekend van toen hij bij de kadetten zat. Jonge rijkswachters keken daar geweldig op naar Bouhouche en Beijer.”

Willem Wallyn: “Zij werden gezien als gasten die het goede nastreefden. Zij achtten België in gevaar. Ze waren daarvan doordrongen, het gevaar van de Sovjets. Bouhouche en Beijer behaalden resultaten met hun eigen aanpak. In het drugsmilieu in Brussel waren zij erg gevreesd. Die gasten waren heel efficiënt, maar volgden een eigen cowboylogica en vonden dat ze gelijk hadden. Ook de politiek functioneerde zo: oké, zo moet het, maar we gaan het zo doen. In alle partijen waren er figuren die dingen arrangeerden ‘voor de mensen’.

“In wezen was de rijkswacht een heel democratisch korps. Het hoogste echelon was bereikbaar voor iedereen, ook al kwam je van de Gentsesteenweg in Molenbeek. Als instelling was dat bijzonder goed doordacht. Alleen: als je dat een staat in de staat laat worden kan dat iets heel gevaarlijks worden. Uiteindelijk zijn ze door hun eigen gepruts in de zaak-Dutroux opgedoekt.”

Zijn ze niet eerder van logo veranderd?

Willem Wallyn: “De democratische controle is in elk geval veel groter en excessen worden veel sneller aangepakt. Zaken als toen zijn nu écht niet meer mogelijk.”

Een van de meest enigmatische personages is de inmiddels overleden BOB-adjudant Guy Goffinon. Hij was ooit het doelwit van een bomaanslag door Bouhouche en Beijer, en later degene die zowel het Bende-onderzoek als dat tegen de twee B’s vakkundig hielp verknallen.

Willem Wallyn: “Ik heb alle geruchtmakende processen van toen gevolgd, ook tegen leden van Westland New Post (extreemrechtse terreurgroep die in de waan was gebracht voor de Staatsveiligheid te werken, DDC). Goffinon fascineerde mij toen al. Je zag een gebroken man die tijdens zijn carrière altijd heel ijdel was geweest. De persoon Goffinon komt niet voor in de reeks, maar hij leverde wel inspiratie voor een personage dat geïnspireerd is op verschillende personen en op mijn fantasie.”

En dus noemden jullie hem Goffinard?

Wouter Bouvijn: “Dat personage is zo dubieus. Is dat nu een goeie of een slechte? Wie gaat het zeggen?”

Willem Wallyn: “Het personage is echt op álle sleutelmomenten aanwezig. Goffinard, met dat sappige Brusselse accent, wordt gespeeld door Tom Vermeir. Hij komt zelf uit Koksijde, maar heeft al zijn dialogen eerst laten inspreken door Guy Vanhengel.”

Wouter Bouvijn: “Mijn schoonvader, als bij toeval (lacht).”

Goffinon ontdekt eind 1987 de geheime garagebox van Bouhouche en Beijer, vol spullen die hen mogelijk zullen linken aan de Bende, maar besluit ze een nachtje onbewaakt achter te laten. De volgende dag is de box leeg.

Wouter Bouvijn: “Soms was het gewoon te véél voor een fictiereeks. Willem heeft ontzettend veel geschreven. Dan kom ik erbij en moet ik hem erop attenderen dat we geen tiendelige Netflix-documentaire maken, maar een zondagavondreeks over Franky, Marc en Vicky.”

Willem Wallyn: “Het is fijn als iemand anders de schifting voor je kan maken. Dat kon enkel lukken door over generaties heen te werken. Mensen zijn niet zo bezig met historische details.”

Wouter Bouvijn: “Wat ik erg mooi vind is dat het een Belgisch verhaal is. De reeks wordt op zondagavond simultaan uitgezonden op Eén en op La Une.”

Willem Wallyn: “Het is de eerste keer in de geschiedenis dat ze dat doen.”

De Bende van Nijvel is natuurlijk vooral een Franstalig gegeven.

Wouter Bouvijn: “Behalve op het einde, in Aalst. Ik vond het interessant om het Brussel-gegeven daar middenin te zetten, met twee Vlaamse plattelandsjongens en een jonge studente.”

Willem Wallyn: “Ik heb tien jaar in een dorp vlak bij Waver gewoond. Mijn Delhaize was overvallen door de Bende van Nijvel, achter mijn hoek kwam Paul Latinus (WNP-leider van wie de zelfmoord sinds 1987 ter discussie staat, DDC) aan zijn einde en wat verderop was er wapenhandel Dekaise, waar de eerste dode van de Bende viel. En dan was er ook nog de vermoorde FN-wapeningenieur Juan Mendez. Dat heeft zich allemaal afgespeeld op zo’n kleine locatie. Ik kon van waar ik woonde een fietstocht maken langs al die locaties.

“Toch leeft het meer in Vlaanderen dan in Franstalig België. Bij elke nieuwe wending of ontdekking is dat in Vlaanderen meteen een hoofdpunt in het nieuws. In Franstalig België haalt het niet eens het avondjournaal. Ook bij de jeugd leeft het verder. Ons collectieve geheugen is zwaarder geraakt, denk ik. Dat voel ik wel.”

Het federaal parket gaf deze zomer aan dat het onderzoek bij gebrek aan nieuwe elementen rond de jaarwisseling wordt stopgezet. Intussen werkt Vincent Van Quickenborne aan het opheffen van de verjaring voor bepaalde extreme misdrijven.

Willem Wallyn: “Als mens vind ik het een verschrikking dat de mogelijke verjaring er zit aan te komen. Omdat ik hier en daar wel een paar slachtoffers heb ontmoet en mee heb gevoeld wat dit voor hen zou betekenen. Als jurist ben ik dan weer een voorstander van verjaring. Verjaring is er om bepaalde redenen, en dat zijn goede redenen. En oké, dan is het gedaan. Dan moet je het afsluiten. Juridisch natuurlijk, niet menselijk.”

De moorden op Patrice Lumumba en Julien Lahaut zijn opgehelderd door historici, in het geval van Lahaut juist dankzij de verjaring.

Willem Wallyn: “In die zaken is er morele genoegdoening gekomen voor de slachtoffers, er kwam alleen geen veroordeling. Dat is heel moeilijke materie en juristen maken zich over het algemeen niet populair met hun mening hierover. Je kunt niet zeggen: ‘We gaan de verjaring afschaffen.’ Want dan moet je dat in alle zaken doen en dan komen we in een ander type samenleving terecht.

“Soms zijn misdrijven niet specifiek gericht tegen een slachtoffer, en dat moet verschrikkelijk zijn. Nooit een antwoord krijgen op de vraag waarom. Te moeten aanvaarden dat je gewoon op het verkeerde moment op de verkeerde plaats was. Dat er geen verklaring is. Dat is erger dan een ongeval, want iemand heeft dit bewust gedaan. Je bent geslachtofferd ter wille van een principe of iets politieks waar je niks mee te maken hebt.”

Hoe kennen jullie elkaar eigenlijk?

Wouter Bouvijn: “Ik had tien jaar geleden de eer om op het RITCS les te krijgen van mijnheer Wallyn. Ik weet nog goed: het was een zondagavond, zoveel jaar later. Ik stond met een kater in een kleine Delhaize, ik had hem al tien jaar niet meer gezien, en opeens kwam hij mij knuffelen. Hij zei: ‘Proficiat met De twaalf, nu moeten wij samen ook eens iets doen.’ Zo is het begonnen.”

Willem Wallyn: “Symbolischer kan eigenlijk niet. Tijdens de opnamen werden de rollen omgedraaid: hij werd de meester en ik de leerling. Heel fijn.”

Hebben jullie een favoriete scène?

Wouter Bouvijn: “Het moment waarop Franky na een gewelddadige tussenkomst van een collega-rijkswachter in Anderlecht moet antwoorden op de vraag van de generaal: ‘Hebt gij iets gezien?’ En de foute keuze maakt. Waarna hij daarna alleen nog foute keuzes kan maken.”

Willem Wallyn: “Ik ging juist hetzelfde zeggen. De hellegang van Franky.”

Wouter Bouvijn: “Geloof me, het wordt heel intens.”

Bron » De Morgen | Douglas De Coninck

Thailand wil ex-rijkswachter Robert Beijer, die genoemd wordt in het dossier Bende van Nijvel, het land uitzetten

Thailand wil de Belgische ex-rijkswachter Robert Beijer het land uitzetten. Gisteren werd Beijer veroordeeld voor illegaal verblijf het land. Hij is naar de hoofdstad Bangkok gebracht. Twee dagen geleden deed het Belgische gerecht nog een huiszoeking bij Beijer in Thailand in het kader van het onderzoek naar de Bende van Nijvel.

Beijer verblijft al jaren in Thailand. Zijn naam duikt ook al sinds lang op in het dossier van de Bende van Nijvel, die in de jaren 80 verschillende supermarkten brutaal overviel en zo 28 mensen vermoordde. De zaak is tot op vandaag niet opgehelderd en het gerecht kon Beijer zelf nooit iets ten laste leggen in het dossier.

In kader van het onderzoek naar de Bende van Nijvel trokken Belgische speurders deze week naar Thailand om een huiszoeking te doen bij Beijer. De man werd opgepakt, maar dat gebeurde door de Thaise autoriteiten die ontdekten dat Beijer niet in orde was met zijn verblijfspapieren. Ondertussen is hij effectief veroordeeld voor illegaal verblijf in Thailand. Hij is naar de hoofdstad Bangkok gebracht en zal nu van daaruit naar België teruggestuurd worden. Wanneer hij op het vliegtuig gezet wordt, is nog niet bekend.

Bron » VRT Nieuws

De loden jaren 80

De vele verhalen over de Bende van Nijvel laten zich lezen als de puzzelstukken die samen de jaren 1980 vorm geven. Een handleiding bij een weinig opwekkende Belgische puzzel.

De Bende van Nijvel

Het is met de Bende van Nijvel zoals met het monster van Loch Ness of het gestolen paneel De rechtvaardige rechters: geregeld kondigen zich grote onthullingen aan, maar eigenlijk is er erg weinig over bekend, zowel over de bende zelf (die is genoemd naar de plaats waar het strafonderzoek ernaar startte) als over haar motieven. Tussen 1982 en 1988, met een hoogtepunt in 1985, maakte ze 28 dodelijke slachtoffers, met overvallen op warenhuizen van Delhaize als meest bloedige acties. De daders werden nooit geïdentificeerd, laat staan berecht.

Het is zelfs mogelijk dat de overvallen, uitgevoerd in reeksen met soms lange pauzes ertussen, het werk van verschillende criminelen waren en onterecht aan die ene Bende worden toegeschreven. Bij meerdere drieste overvallen maakten de daders gebruik van gesofisticeerde wapens en welhaast militaire tactieken. Een dader die vanwege zijn gestalte ‘de reus’ werd genoemd, sprak fel tot de publieke verbeelding. De kans is groot dat de politie in het onderzoek geregeld werd misleid door gemanipuleerde getuigenissen of andere doelbewust uitgezette dwaalsporen.

Rijkswacht

Het aanpakken van zware criminaliteit was een opdracht voor de militair georganiseerde rijkswacht en haar Bewakings- en Opsporingsbrigades (BOB). Voor het zware werk was er een elite-eenheid, de Groep Diane, later het Speciaal Interventie-escadron (SIE). Van een heldere afbakening van taken en bevoegdheden met de gerechtelijke politie (GP) (of zelfs met de Staatsveiligheid) was amper sprake.

Dat leidde tot rivaliteiten, een gebrek aan coördinatie en aan onderlinge communicatie en soms zelfs tot regelrechte tegenwerking. Aan die ‘politieoorlog’ kwam pas een einde nadat de nefaste invloed ervan nogmaals duidelijk was geworden in de zaak-Dutroux. De politiehervorming van 2001 leidde tot de oprichting van een federale politie, waarbij de rijkswacht werd opgeheven en de BOB fuseerde met de GP.

Malgoverno

In de jaren tachtig was een Belgische regering nooit een lang leven beschoren. Tussen het voorjaar van 1979 en het najaar van 1991 kende het land tien regeringen, de meeste geleid door de christendemocraat Wilfried Martens. Een moeizame staatshervorming (1980, 1988), die al meteen ter discussie stond, de oplopende overheidsschuld en de blijvend hoge werkloosheid droegen bij tot het gevoel dat het land politiek en economisch vierkant draaide. De devaluatie van de Belgische frank (1982) was er een teken van. In grote betogingen protesteerden de vakbonden tegen de besparingspolitiek van de regering, de vredesbeweging hield een breed verzet tegen het bij de bevolking erg onpopulaire Navo-besluit om ook in België Amerikaanse nucleaire raketten te bewaren.

Dat na het Heizeldrama (1985, 39 doden) geen enkele minister politieke gevolgen trok uit de gebreken in de ordehandhaving, die toen aan het licht kwamen, versterkte niet alleen de indruk dat de politiek in een malgoverno verzonk, maar ook dat politici weigerden om er de verantwoordelijkheid voor op te nemen. Het wankele politieke klimaat ondermijnde het vertrouwen van burgers in de politiek en in de efficiëntie van de staatsinstellingen – wat de bereidheid om complottheorieën te geloven, alleen kon verhogen.

Extreemrechts complot

De raadselachtige en moorddadige overvallen van de Bende van Nijvel deden snel tal van politiek getinte complottheorieën ontstaan. Ze zouden passen in een strategie van de spanning in die loden jaren. Extreemrechtse groeperingen zouden terreur organiseren met gelijkgestemden in de politie of bij veiligheids- en inlichtingendiensten, ook buitenlandse. De terreur zou de bevolking angst moeten inboezemen en haar rijp maken voor een rechts-autoritair regime.

In die context zouden de overvallen van de Bende niets met misdadigheid, maar alles met terreur te maken hebben gehad. In de jaren 70 deden al geruchten de ronde over nog verdergaande plannen, waarbij hoge officieren plannen maakten voor een extreemrechtse militaire staatsgreep. Van de namen die toen werden genoemd, zouden meerdere weer opduiken in de hypothesen rond de Bende, wat de indruk versterkte dat het ene in het verlengde lag van het andere.

Gladio

In de jaren 1990 zou het bestaan bekend worden van zogeheten stay behind-groepen, een breed vertakt anticommunistisch netwerk dat bekend is als Gladio. Die geheime paramilitaire organisaties waren opgezet in een Navo-context en werkten onder controle van de veiligheidsdiensten, in België de militaire inlichtingendienst.

De twee meest prominente Belgen die achteraf openlijk hun rol erin erkenden, waren Albert Raes, jarenlang de chef van de (burgerlijke) Staatsveiligheid, en de omstreden liberale politicus Armand De Decker, ooit nog voorzitter van de Senaat. ‘Gladio’ diende in het geval van een Sovjet-Russische invasie het verzet te organiseren en beschikte daartoe over clandestiene wapen- en munitieopslagplaatsen. In onder andere Italië, Frankrijk en Luxemburg speelde de organisatie in de jaren 80 een rol bij een reeks extreemrechtse terreuraanslagen.

Golf GTI

In de jaren tachtig zouden de Belgische politiediensten, aldus politiek rechts, niet over voldoende middelen of het gepaste materiaal beschikken om het efficiënt op te nemen tegen de grote dreigingen van de tijd: banditisme, maar ook eventuele politieke subversie en communistische agitatie. Een symbool daarvan was de toen nieuwe, kleine, snelle en vinnige Volkswagen Golf GTI.

De Bende van Nijvel maakte er graag gebruik van; daartegen waren de klassieke politiecombi’s of de rijkswacht-R4’tjes niet opgewassen. Als, in de complottheorie, een extreemrechtse machtsovername niet lukte, dan zou een betere uitrusting van de rijkswacht – de Golfjes inbegrepen – een geschikt plan B zijn geweest.

CCC

Op het hoogtepunt van de overvallen van de Bende van Nijvel sloeg ook de extreemlinkse terreur toe. De Cellules Communistes Combattantes (CCC) pleegden in 1984-85 ruim een dozijn bomaanslagen op doelwitten die ze op hun symboolwaarde hadden geselecteerd. Daarbij vielen twee doden. De groep, die geen half dozijn leden telde, werd snel opgedoekt. De CCC pasten zozeer bij de maatschappelijke en politieke destabilisering van de tijd dat al snel de theorie opdook dat ook deze terreurgroep was gemanipuleerd door (buitenlandse?) veiligheidsdiensten.

Paul Vanden Boeynants

In de vele, nooit bewezen theo­rieën over een extreemrechtse machtsgreep in België, direct via een coup of indirect, met een carambole via de terreur à la Bende van Nijvel, dook geregeld de naam op van Paul Vanden Boeynants. Deze flamboyante Brusselse christendemocratische politicus (1919-2003) was een sterkhouder van het Belgische unitarisme. ‘VDB’ diende zelfs even als (interim)premier, maar maakte vooral naam als minister van Defensie, wat hij acht jaar lang bleef. Als zijn carrière toch in mineur eindigde, had politiek extremisme daar niets mee te maken, wel zijn veroordeling wegens fiscale fraude.

CEPIC

‘Fatsoenlijk’ rechts en het rechts-radicalisme vonden een snijpunt in onder meer het Cepic (Centre Politique des Indépendants et Cadres Chrétiens). Deze drukkingsgroep in de christendemocratische partij PSC was het politieke vehikel waarmee vooral Paul Vanden Boeynants een tegengewicht wilde vormen voor de invloed van de christelijke vakbond in de partij. De kleurrijke baron ­Benoît de Bonvoisin speelde er een belangrijke rol.

Als deze organisatie – die ideologisch niet te vergelijken valt met analoge verenigingen in Vlaanderen – in het dossier van de Bende opduikt, komt het doordat ze volgens de complottheorieën ook als schakel zou hebben gediend (om contacten te organiseren en financiële middelen te versassen) tussen onder meer sympathiserende rijkswachters en (doorgaans vrij marginale) extreemrechtse organisaties als de NEM-clubs, Forces Nouvelles, het Front de la Jeunesse of Westland New Post. Ook schietclubs, de zogeheten practical shooting clubs, zouden hebben gediend als plek waar rijkswachters en extreemrechtse militanten elkaar ontmoetten.

Groep G

In de rijkswacht zouden de extreemrechtse sympathisanten zich hebben verenigd in een zogeheten Groep G. In deze context duiken de namen op van rijkswachters als Madani Bouhouche, Robert Beijer en Christian Amory. Vanuit deze vrij informele organisatie, waarover overigens maar weinig details bekend zijn, zouden ze contacten hebben onderhouden met onder meer de bevriende schietclubs, extreemrechtse organisaties, gevestigde politici, of gelijkgezinde figuren in het justitiële milieu, zoals Jean Bultot, adjunct-directeur van de gevangenis van Sint-Gillis. De rijkswachttop was op de hoogte van het bestaan van deze groep, maar sanctioneerde de leden nooit.

Roze balletten

Tot de wat ranzige politieke folklore uit de jaren zeventig en tachtig behoren de zogeheten roze balletten, seksfeestjes waaraan vooral leden van de Brusselse beau monde deelnamen. Het bestaan ervan kwam aan het licht bij een vrij banale, uit de hand gelopen echtscheiding (het dossier-Pinon).

Het kreeg een betekenis voor de Bende van Nijvel (maar ook in tal van andere complottheorieën), omdat extreemrechtse militanten, zoals Jean Bultot, het dossier-Pinon zouden hebben ingezet om politici te chanteren. Het delicate eraan was dat er minderjarigen bij betrokken zouden zijn geweest. Dat laatste geldt ook voor een ander omstreden dossier uit die tijd, de verkoop aan het Saudische leger van een medisch complex, dat pas tot een ‘goed’ einde kwam met de inzet van smeergeld en van callgirls, onder wie misschien minderjarigen.

Bizar genoeg dook een tiental jaar geleden op het internet een filmpje op van zo’n seksfeestje, waarop kenners onder anderen Jean Bultot herkennen. Het voldoet nagenoeg geheel aan eerdere beschrijvingen van de confituur-orgieën die de roze balletten hun kleur hebben gegeven. De amper geverifieerde verhalen errond speelden ook een grote rol in de theorieën die de roze balletten opnieuw lieten opduiken in de zaak-Dutroux, waarbij ook ‘hooggeplaatsten’ direct betrokken zouden zijn geweest.

Bron » De Standaard | Marc Reynebeau